
Er zijn in potentie ontelbare verhalen te vertellen rond jouw organisatie, merk of markt. Toch ondersteunt slechts een klein deel van die verhalen de kernboodschap van jouw contentstrategie. Al het andere is ruis, waarmee de centrale boodschap zou vervagen en aan kracht zou verliezen.
Een message house is een model waarmee je nauwkeurig in kaart brengt welke invalshoeken en thema’s wel en welke niet bijdragen aan het beeld dat je met je strategie probeert te creëren. Gemakkelijk gezegd: met een message house bepaal je welke content je moet maken, maar ook welke content je links kunt laten liggen.
Een klassiek message house bestaat uit drie lagen:
De kernboodschap of het centrale thema waar al je content aan moet bijdragen, vaak vastgesteld door de ‘sweet spot’-methode.
Ondersteunende boodschappen of subthema’s die de kernboodschap lading geven.
Concrete voorbeelden of bewijzen waarmee je kunt aantonen dat je boodschappen op werkelijkheid berusten.

De kernboodschap is één van de belangrijkste, meest onderschatte onderdelen van een contentstrategie. Terwijl de focus vaak ligt op het doel, de doelgroep of kanalen, zou je aandacht vooral moeten uitgaan naar de positionering waarmee je een plekje in het hoofd van je doelgroep probeert te verwerven.
Marketeers kijken daar soms raar van op. ‘Waarom heeft een contentstrategie een kernboodschap nodig? Elk stuk content heeft toch zijn eigen boodschap? Als ik mijn doel maar behaal’. Dat is slechts deels waar. Natuurlijk draait het uiteindelijk om de knikkers, maar als je met content je merkbekendheid of autoriteit wil vergroten, dan kom je niet weg met zomaar wat losse, versnipperde kreten. Je (potentiële) klant weet dan niet wat hij aan je heeft, waar je goed in bent, en het wordt een stuk ingewikkelder om je doel te behalen. Precies daarom is de positionering van je content zo belangrijk.
Het message house biedt zoals gezegd een manier om die positionering kracht bij te zetten. Daarbij biedt een message house drie belangrijke voordelen:
Met een message house voorkom je dat je ‘zomaar’ wat content maakt. Je vermijdt thematische versnippering, en bewaakt de rode draad.
Een message house maakt in één oogopslag duidelijk voor iedere betrokken collega waar content inhoudelijk aan moet voldoen. Zo werk je allemaal aan hetzelfde doel.
Je creëert alleen nog content die bijdraagt aan de thema’s of associaties waar jij bekend om wil staan. Die focus bespaart je tijd, energie en geld.
Anders dan bij een ‘echt’ huis begin je bij het bouwen van een message house bij het dak, en werk je van boven naar beneden. Dat gaat in 3 relatief eenvoudige en snelle stappen:
Je kiest allereerst een koepelverhaal. Dat is de belofte of de kernboodschap (maximaal 1 zin) waaraan al je content moet bijdragen. Het koepelverhaal is het resultaat van een uitgebreide analyse naar de unieke kracht van je organisatie. Soms ligt er al een marketingpositionering klaar, en kun je die hanteren als basis voor je koepelverhaal. Is die er niet, dan vind je hier 4 manieren om snel een passend koepelverhaal te kiezen.
Welke methode je ook kiest, het is belangrijk om altijd rekening te houden met concurrentie. Het wordt immers een stuk lastiger om je doelen te behalen als je (exact) hetzelfde koepelverhaal hanteert als andere partijen in de markt.
Stel je bijvoorbeeld eens voor dat je een message house voor de contentstrategie van een pretpark wilt maken. Dan is het goed om te weten dat de Efteling zich al neerzet als het park voor fans van verhalen en sprookjes. Walibi is er al voor thrillseekers, Duinrell voor waterratten, Slagharen ademt het ‘Wilde Westen’… Het wordt daardoor heel moeilijk om één van die posities over te nemen.
Kijk dus naar de kracht van je merk, maar zorg er ook voor dat die kracht daadwerkelijk uniek is. Wellicht kom je dan uit op een koepelverhaal als: ‘We zijn het leukste pretpark voor gezinnen met jonge kinderen’.
Het koepelverhaal is de basis. Toch is die kernboodschap in essentie slechts een lege huls. Wie in zijn content alleen een kernboodschap blijft herhalen (“We zijn het leukste pretpark voor gezinnen met jonge kinderen!”), is ongeloofwaardig en kan onmogelijk een overtuigend verhaal neerzetten.
Daarom moet het koepelverhaal ondersteund worden door pijlers; thema’s of sub-boodschappen die lading geven aan het verhaal dat je wil neerzetten.
De beste manier om je pijlers te bepalen, is door je koepelverhaal erbij te pakken en de advocaat van de duivel te spelen. “Oh, dus je vindt jezelf het leukste pretpark voor gezinnen met jonge kinderen… Waarom dan? Waar blijkt dat uit? Hoezo dan?”
Als je je eigen merk een beetje kent, zijn de antwoorden gemakkelijk te geven. We noemen maar wat voorbeelden:
De meeste message houses bevatten 3, 4 of 5 pijlers om voldoende ondersteuning voor het kernverhaal te bieden zonder te versplinterd te raken. Voel je vrij om hier zo nodig van af te wijken.
De pijlers zorgen ervoor dat het koepelverhaal geloofwaardig wordt, maar echt bewijs is er nog niet. Dat moet je content gaan doen. In de fundering breng je de sub-boodschappen daarom tot leven. Je neemt hierbij als het ware een voorschot op de content die je gaat maken.
Onze ervaring leert dat dit het meest efficiënt gaat als je elke afzonderlijke sub-boodschap verder uitwerkt. Je stelt jezelf daarbij vragen als ‘Hoe maken we dit waar?’ en ‘Hoe tonen we dit aan?’.
Bijvoorbeeld:
Vrolijkheid staat bij ons centraal:
We zijn voor iedereen toegankelijk:
We ontzorgen ouders:
Extra voordeel van deze stap in je message house: door dit soort bewijzen voor je statements aan te dragen, ga je merken dat creatieve contentideeën en formats heel natuurlijk boven komen drijven. Een Spotify-lijst met alle vrolijke parkmuziek bijvoorbeeld, of een serie waarin je wekelijks de leuke activiteiten van het entertainmentteam laat zien, of een blog als ‘Wat je voor 20 euro in ons park kunt zien, doen, eten en drinken’.
Download ons gratis message house template waarmee je jouw eigen kernboodschap kracht bijzet.

Als je alle stappen hebt doorlopen, dan kan je message house er bijvoorbeeld als volgt uitzien:

Het message house wordt voor veel meer vormen van communicatie gebruikt dan alleen de contentstrategie. Ook woordvoering, interne communicatie of projectcommunicatie wordt vaak via een message house georganiseerd. De huidige methodiek is specifiek van toepassing wanneer je het model wil toepassen op je contentstrategie.
Zodra je het model hebt ingevuld, kun je hem inpassen in je volledige strategie, en betrokken collega’s erop gaan trainen. Daarna wordt het tijd om je verhaal in de praktijk te brengen.
Heb je daarbij inspiratie voor actuele, hyperrelevante content nodig? Wil je jouw content vanuit één omgeving verspreiden op al jouw social media kanalen? Vanuit diezelfde interface kunnen reageren op alle inkomende comments? Nauwkeurig de earned media en social statistieken meten?
De tool van Coosto helpt je uit de brand. Meer weten? Vraag via het formulier hieronder een vrijblijvende online demonstratie aan.

Er komen steeds meer vragen binnen bij de webcare afdeling. Reden genoeg voor organisaties om te kijken naar de mogelijkheden die chatbots bieden. Het zou voor een organisatie immers ontzettend handig kunnen zijn wanneer ze een groot deel van de klantberichten automatisch laten beantwoorden door een chatbot. KLM gebruikt een vorm van automatisering om via Facebook Messenger klanten te helpen met automatische boardingpassen en reisupdates. Zaken die door een chatbot verstuurd worden richting de klant. Energiemaatschappijen maken het met chatbots al mogelijk om je meterstanden door te geven en zelfs de voorraad van je favoriete kleding wordt gecheckt door een chatbot.
Maar waar gaan chatbots naartoe in het jaar 2020?

In Coosto zien we sinds 2016 een flinke stijging in de berichten rondom woorden als chatbot. De verwachting is daarom dat chatbots steeds meer verweven worden met ons leven.
Een blik richting 2020
Arne Keuning is als projectmanager, trainer en adviseur al jaren betrokken bij de inzet van social media door organisaties. Zo hielp hij TUI Nederland bij de implementatie van social media en houdt hij zich met Upstream bezig met social media monitoring, webcare, social media analyse en klantcontact.
"Ik vind het mooie aan webcare - en ik hoop ook dat dit in 2020 zo blijft - dat een mens jou helpt om in het digitale landschap de weg te vinden. Ik zie dus absoluut een hoofdrol voor de mens, maar die wordt wel geassisteerd door slimme technieken waardoor hij kan zien waar die klant al eerder is geweest. Ik denk dat de mens wordt geholpen met technologische hulpmiddelen, maar ik denk niet dat een bot de complexe vragen gaat overnemen. De simpele vragen zullen waarschijnlijk niet meer via webcare worden gevraagd omdat die in de zelfservice omgeving al worden gefaciliteerd. Op het moment dat mensen een reddingsboei nodig hebben, dan zal de medewerker de helpende hand bieden. Ook klant-helpt-klant zal in de toekomst een grotere rol gaan spelen. Het zou mooi zijn als de community wordt gevormd vanuit een gebruikersgroep die met een merk bezig is en daar ook heel veel kennis van heeft. Ik denk dat klant-helpt-klant het sterkst is wanneer dit in een veilige omgeving gebeurt die bijvoorbeeld door de klant zelf is opgezet. Zo zijn bijvoorbeeld Kieskeurig en Tweakers begonnen."
Elvis Demuš is als client manager namens Coosto bij veel webcare projecten betrokken. In het verleden was hij als teamleider webcare bij Ziggo betrokken met het opstarten van de webcare afdeling van Ziggo.
"Automatisering gaat richting 2020 ontzettend groot zijn. Zo hebben bots momenteel nog niet de grootste impact op de groei van webcare, maar zie ik dit voor de toekomst wel meer het geval zijn. KLM loopt hier momenteel in voorop met het aanbieden van vlucht documentatie via Facebook Messenger. Een creatieve manier om klanten een extra mogelijkheid te bieden om informatie te verkrijgen.

In 2020 zie ik vooral de algemene en makkelijkere vragen die consumenten hebben opgelost worden door geautomatiseerde processen zoals bots. Voor de meer complexe zaken zal je als consument naar de 2e lijn gestuurd worden waar je contact zal hebben met een mens. Ik verwacht dat dit in de toekomst steeds sneller zal gaan. Door het inzetten van bots versnelt de informatievoorziening bij de consument. Daardoor verwacht de consument deze snelle service ook op andere momenten. Om die reden moet bijvoorbeeld ook de overdracht van bot naar persoon snel gaan, zodat je als organisatie in staat bent om de klant direct te kunnen helpen. Alles wijst er op dat de verwachtingen hoger zullen zijn omdat we ook met nieuwe, snellere processen gaan werken."
Met de verwachte toename in het aantal chatbots wordt ongetwijfeld ook de discussie rondom de menselijkheid van webcare heviger. Chatbots zullen in eerste instantie het gros van de klantvragen afhandelen, maar wanneer het om meer complexe vraagstukken gaat zal het toch de menselijke webcare agent zijn die in contact treedt met de klant. En dan zijn er ook nog de bedrijven die niet geloven dat een chatbot ooit het niveau van een mens zal evenaren. Deze kiezen daarom voor de persoonlijke aanpak. Door de koppeling met het CRM van organisaties zullen organisaties beter in staat zijn om op basis van de bekende informatie ook proactief richting de klant te communiceren. Veel van deze proactieve gesprekken zullen door chatbots uitgevoerd kunnen worden.
Organisaties investeren wereldwijd ontzettend veel middelen in de ontwikkeling van artificial intelligence (AI). AI helpt chatbots vriendelijker te worden richting de consument doordat deze in staat gaan zijn om steeds meer complexe situaties aan te kunnen. Hierdoor zullen chatbots in de toekomst niet meer werken op basis van de ‘rule based’ systemen waarbij de bot enkel op een standaard wijze weet te reageren op een selectie aan voorgeprogrammeerde woorden.
Slimme chatbots stellen organisaties in staat om 24/7, op plekken waar de consument zich ook bevindt, service te verlenen. Steeds vaker zullen de bots in staat zijn om de minder complexe vragen te beantwoorden van consumenten, waardoor organisaties in staat zijn om direct service te verlenen. In de toekomst zal het menselijke karakter echter nog steeds sterk aanwezig zijn en zullen de complexere vragen vooral door mensen behandeld worden.
Wat kunnen we verwachten op het gebied van webcare wanneer we naar het jaar 2020 kijken? Welke trends zullen zich naar alle waarschijnlijkheid doorzetten en welke huidige webcare zaken gaan we wellicht niet meer terug zien?
Richting het jaar 2020 zien we de volgende vijf trends als belangrijkste webcaretrends:

LinkedIn tagging houdt in dat je in posts van je bedrijfspagina andere organisaties, merken of bedrijven vermeldt (tagt/mentiont). Dat klinkt als een futiliteit, maar het is een handeling die je direct meer resultaat oplevert. Dat zit zo:
LinkedIn is een perfect kanaal om nieuwe zakelijke doelgroepen te vinden en te bereiken met je merk. Een reguliere post op LinkedIn werkt echter niet zoals berichten via push-kanalen als mail, telefoon of direct mailing; of jouw boodschap daadwerkelijk aankomt bij de ontvanger is afhankelijk van het LinkedIn-algoritme.
Met LinkedIn-tagging kun je die beperking omzeilen. Althans, voor één of enkele organisaties die je hoe dan ook wil bereiken. Als je deze organisaties vermeldt in je post, krijgen de beheerders van de betreffende bedrijfspagina’s namelijk een notificatie, met daarin een uitnodiging om de interactie aan te gaan met jouw post.
Zo ziet dat eruit op LinkedIn:


Zodra de getagde organisatie zich inderdaad in het gesprek mengt, genereer je interactie. Dat kan een reactie zijn, maar een like is al genoeg. Voor het algoritme is dat een signaal dat de post aan meer mensen vertoond mag worden. In die situatie profiteer je bovendien van een ander bijkomend voordeel: je post wordt ook automatisch vertoond aan (een deel van) de volgers van het bedrijf dat je hebt genoemd in je post. Zeker als dat bedrijf veel volgers heeft, kan jouw bereik op deze manier exponentieel groeien.
Tip: Vanuit Engage in Coosto ontvang je meldingen voor alle activiteiten op jouw LinkedIn-pagina. Een reactie op jouw eigen content of een tag door een andere organisatie in hun post: je bent direct op de hoogte én je kunt gemakkelijk vanuit één omgeving de interactie aangaan. Want voor ieder gekoppeld social media-account ontvang je meldingen bij nieuwe activiteiten, waar je dus direct vanuit dezelfde omgeving op kunt reageren. Overzichtelijk én tijdsbesparend!
Een tag, hoe klein dat detail ook mag zijn, creëert een soort link tussen jou en de vermelde organisatie. Zeker als dat een organisatie is die hoog staat aangeschreven, zorgen die associaties voor vertrouwen. Je hebt blijkbaar een connectie met een andere organisatie, en ‘leent’ op die manier als het ware de associaties die mensen hebben bij het betreffende bedrijf.
Als dat bedrijf je post liket of van een reactie voorziet, krijg je een soort ‘stempel van goedkeuring’. Het is voor LinkedIn-gebruikers een signaal dat jouw post als interessante content mag worden gezien, wat bijdraagt aan je mate van autoriteit.
Deze uitwisseling van associaties is veel sterker wanneer er een klikbare mention in je post zit, dan wanneer je een organisatie alleen tekstueel vernoemt.
Als we het toch over details hebben, dan mag de mate waarin een LinkedIn-tag opvalt niet ontbreken. Op LinkedIn worden de letters van zo’n mention (net als hashtags) namelijk blauw en vetgedrukt, wat meer opvalt dan de standaard grijze tekst van een post. Zo maak je van de tekst in je update nét even wat meer een blikvanger.
De voordelen van LinkedIn-tags zijn overduidelijk. Toch is het onverstandig om ze te pas en te onpas te gebruiken. Wees daarom kritisch, en gebruik ze alleen wanneer ze echt meerwaarde bieden.
1. Te veel tags in één post gebruiken
Dat wordt onoverzichtelijk en komt overdreven spammerig over. En zeg nu zelf: welke organisatie voelt zich nog persoonlijk aangesproken in een zee van andere merken, hashtags en links?
2. Organisaties taggen waar je geen echte link mee hebt
We begrijpen dat je als merk graag geassocieerd wilt worden met grote bedrijven als Apple, Coca-Cola of Google, maar het moet wel geloofwaardig blijven. Als er totaal geen sprake is van een samenwerking of andere link tussen jullie organisaties, is de kans bovendien nihil dat het bedrijf gaat interacteren met je post. Niet doen, dus.
3. Tags aan het einde van een post plakken
Het is voor de leesbaarheid beter om een bedrijfsvermelding op een natuurlijke manier te verwerken in een zin. Iets als: “Samen met @BedrijfX hebben we gewerkt aan ons nieuwe product” In plaats van “We hebben hard gewerkt aan ons nieuwe product. @BedrijfX.”
1. Partnerships
Partnerships lenen zich bij uitstek voor tags op LinkedIn. De inhoudelijke link is in het geval van een samenwerking duidelijk aanwezig, waardoor de kans groot is dat de getagde organisatie ook gaat interacteren met de post. In het onderstaande voorbeeld van KPN is dat precies wat het Oranjefonds deed:
2. Submerken
Als je werkt bij een grote organisatie met meerdere merken (en bijpassende LinkedIn-pagina’s), kan het soms handig zijn om mee te liften op het grote bereik van één van die pagina’s. Het grote voordeel: je bent niet afhankelijk van anderen en je hebt de interactie volledig in eigen hand.
3. Gerelateerde organisaties
De link tussen jouw organisatie en de getagde pagina hoeft niet altijd heel direct te zijn. Een pagina die wat verder van je af staat, kan alsnog relevant zijn om te taggen. Zoals Dagblad van het Noorden door Enexis Groep.
LinkedIn-tagging is een kleine, maar toch zeer aanwezige factor die bepaalt in hoeverre je jouw bereik- en interactiedoelstellingen uiteindelijk behaalt. De meeste marketeers en communicatieprofessionals gebruikten LinkedIn-tagging intuïtief al op een slimme manier, waardoor de tips hierboven hopelijk vooral een bevestiging zijn van wat je al weet.
Wat wél nieuw is, is dat LinkedIn-tagging nu beschikbaar is in Coosto! In de meeste andere social media management tools is tagging op LinkedIn onmogelijk. Om te kunnen taggen moet je in die tools een post inplannen, en hem na publicatie bewerken op het platform zelf om de tags toe te voegen. Met Coosto is die onhandige werkwijze dus eindelijk voorbij, en kun je jouw post direct van LinkedIn-tags voorzien.
Lees meer over de mogelijkheden van LinkedIn in Coosto, of vraag een gratis online demonstratie aan.

Ga direct naar de perfecte post-frequentie per social media platform.
Het ideale moment om te posten is zodra je vorige social media bericht (bijna) geen nieuw bereik meer behaalt. Je haalt zo het maximale uit je social media posts, en voorkomt tegelijkertijd dat er tussenpozen ontstaan waarin je amper zichtbaar bent op een platform.
Er zijn twee manieren om vast te stellen wanneer een post het einde van zijn ‘levensduur’ heeft bereikt:
Manier A. Je stelt een absolute grens: zodra een post X aantal impressies heeft behaald, publiceer je een nieuwe post. Een mogelijk nadeel van deze methode is dat je posts die mogelijk veel meer bereik zouden gaan genereren, gaat ‘afremmen’. Tegelijkertijd zijn er minder presterende posts die de gestelde grens pas veel later behalen. Zo ben je alsnog langere tijd minder zichtbaar.
Manier B. Je stelt een relatieve grens: zodra een post minder dan X impressies aan nieuw bereik heeft behaald in de afgelopen dag, publiceer je een nieuwe post. Het voordeel van deze methode is dat je ruimte houdt voor onverwachte virals of successen.
Het nadeel is dat de meeste social media platformen je geen inzicht geven in het verloop van je (dagelijkse) bereik of impressies met een post. Daarom tonen we in Coosto niet alleen de totaalstatistieken, maar ook grafieken die je helpen te bepalen wanneer het tijd is voor een volgende post. Let op: bekijk daarvoor alleen je organische resultaten. Als je genoeg betaalt, blijft het gepromote bereik namelijk sterk stijgen. Het 'ideale' moment voor een volgende post komt bij manier A dan veel te vroeg, en bij manier B veel te laat; pas wanneer je stopt met het promoten van een bericht.

Naast de totaalstatistieken helpen deze bereikgrafieken in Coosto om je ideale post-frequentie te bepalen.
Laten we de twee mogelijke manieren met behulp van een voorbeeld uitwerken. We kiezen er hieronder voor om met 'bereik' in plaats van 'impressies' te werken (lees hier het verschil tussen die twee), maar je bent vrij om daar een andere keuze in te maken.
Manier A: we stellen een absolute grens van 500. Zodra we 500 unieke mensen bereikt hebben, is het tijd voor een nieuwe post. Door met de muis te bewegen over de bereikgrafiek, zien we dat de grens van 500 organisch bereikte mensen op 30 april is bereikt. Op die dag plannen we een nieuwe post.
Manier B: we stellen een relatieve grens van 150. De eerste dag waarop we minder dan 150 nieuwe mensen bereiken, is het tijd voor een nieuwe post. Als we bewegen over de bereikgrafiek, zien we dat we dat op 28 april minder dan 150 nieuwe mensen hebben bereikt (467-329=138). Op 29 april plannen we daarom een nieuwe post in.

Zo zie je dat de methode die je kiest direct invloed heeft op de keuzes die je maakt. Daarbij zijn de grenzen die je stelt (in dit geval 500 en 150) helemaal afhankelijk van jouw situatie en doelstelling. Als je heel veel volgers hebt, zal je in ieder geval veel hogere getallen moeten hanteren.
Natuurlijk is het niet zo dat je voorafgaand aan elke post moet gaan onderzoeken wat exact het juiste moment is voor een volgende post. Dat zou veel te veel tijd kosten. Bovendien kun je dan nooit weken vooruitplannen, terwijl je dat juist wil doen als je beschikt over een contentkalender. Toch is een eenmalige analyse ook te weinig. Voer dit mini-onderzoek daarom ongeveer eens per kwartaal uit, zodat je kunt meebewegen met eventuele wijzigingen in algoritmes.
Begin je net met het analyseren van jouw ideale postfrequentie? Dan is het slim om je eigen doel als grens in te stellen en de eerste 5 posts van elk account in elk geval te volgen. Als het goed is, merk je dan een patroon; de Xe dag waarop jouw grens wordt bereikt, zal meestal dezelfde zijn. Deze kun je dan als stelregel gebruiken tot je volgende analyse.
Liever direct aan de slag met behulp van algemene uitkomsten? Dat kan ook!
We hebben met behulp van Coosto duizenden Instagram-, Facebook-, LinkedIn- en Twitter-posts onderzocht, en bekeken wat het bereik (of aantal impressies, afhankelijk van het platform) van deze posts 7 dagen na publicatie was. Vervolgens zijn we gaan analyseren wat het bereik per dag was, en dat vastgesteld als percentage van het uiteindelijke bereik na een week.
Wij hebben hierin als stelregel aangehouden dat de dag waarop een post minder dan 10%* van zijn uiteindelijke bereik behaalde, het ideale moment is voor een nieuwe post.
Internationale bronnen hanteren liever de ‘half life’-methode, het moment waarop een post 50% van zijn verwachte bereik heeft behaald. Dat zouden wijzelf afraden, omdat we het vrij rigoureus vinden om zo vroeg al te constateren dat een post ‘uitgewerkt’ is.
*Natuurlijk is de 10% die we hebben gekozen niet in steen gebeiteld. Je kunt zelf een andere stelregel (bijvoorbeeld 5%, 15% of zelfs 25%) kiezen waarmee je bepaalt wat jouw ideale postfrequentie is. De onderstaande uitkomsten zouden daardoor enigszins afwijken.
Hoe vaak posten: 1x per 3 dagen

Posts op Instagram hebben een relatief lange levensduur. Na een volle dag hebben ze gemiddeld genomen slechts 50% van hun uiteindelijke bereik behaald. De twee dagen erna bereiken ze ook nog meer dan 10% van het totaal, maar op de vierde dag is de stijging minimaal. Het ideale moment voor een nieuwe Instagram-post is dus direct na dag 3.
Tip: hier zie je het perfecte tijdstip om te posten op social media.
Hoe vaak posten: 1x per 2 dagen

Facebook-posts schieten vooral de eerste dag de hoogte in. Na dag 1 staat er gemiddeld al 67% van het uiteindelijke bereik op de teller. De volgende dag tikt 17% extra bereik aan, maar op dag 3 is de stijging nog maar 8 procentpunten. Op de derde dag kun je dus het best weer een nieuwe post inplannen.
Hoe vaak posten: 1x per 3 dagen

LinkedIn staat bekend als het platform waar posts de langste levensduur hebben, en dat beeld komt overeen met onze analyse. Na de eerste dag is minder dan de helft van het uiteindelijke bereik na een volle week behaald. Toch is op dag 4 de stijging nog ‘slechts’ 8%; minder dan de 10% die we als stelregel hebben gehanteerd, en daarom het beste moment voor je volgende LinkedIn-post.
Hoe vaak posten: iedere dag

Waar posts op LinkedIn en Instagram een relatief lange levensduur hebben, is die op Twitter juist ontzettend kort. Twitter wordt met recht een snel medium genoemd. Na de eerste dag heeft een gemiddelde tweet al 84% van zijn totaal aantal impressies na een week behaald. De eerstvolgende dag stijgt dat aantal met slechts 6%, waardoor het niet loont die dag nog af te wachten. Wil je optimale online zichtbaarheid, dan kun je op Twitter best iedere dag posten.
Grote organisaties willen op hun social media-kanalen allemaal uniek zijn en juist daarom zijn ze dat niet. Nieuwsplatformen vinden het bijvoorbeeld belangrijk om met nieuws de eerste te zijn, maar ze willen ook uniek zijn. Ben je uniek wanneer je hetzelfde nieuwtje post als je concurrenten, alleen net een minuut sneller? Hoe pak je het aan om iets bijzonders neer te zetten?
Het doel is uiteindelijk om ervoor te zorgen dat volgers bij jou komen omdat jouw merk iets biedt dat ergens anders niet te vinden is. Als je het echt anders doet. De meeste grote organisaties rammen hun social-kanalen vol met content; iedere dag, Ieder uur en soms nog wel vaker. Aan het einde van de dag kijken ze raar op dat slechts één post die dag goed heeft gescoord. Om vervolgens nog meer te posten of net zolang door te gaan tot er wel meer interactie komt. Spoiler alert: zo werkt het niet!
Denk eens aan een hippe term als ‘less is more’. Ga minder doen. Denk beter na over wat je nu eigenlijk post. Misschien heb je voor je gevoel een heerlijke drukke dag gehad als je acht posts in acht uur tijd eruit hebt gegooid. Je kunt dan tenslotte iedere dag typisch Hollands antwoorden op de vraag: ‘Hoe was je dag?’ Namelijk: druk, druk, druk, maar zonder resultaat.
Als je heel veel post, is het onmogelijk dat je over ieder bericht 100% tevreden bent. Zeker weten dat je zelfs berichten maakt waarover je helemaal niet tevreden bent. Maar waarom maak je ze dan? Waarschijnlijk omdat je de druk voelt om aanwezig te zijn. Dat is echter nergens voor nodig.
Kies voor kwaliteit. Je kunt je tijd veel beter stoppen in twee tot drie goede posts per dag waarvan je voor 80% zeker weet dat ze aan gaan slaan, dan in acht twijfelgevalletjes. En natuurlijk gaat ook dan niet alles door het dak. Als je garantie wil, dan moet je een wasmachine kopen. De kans van slagen is alleen wel veel groter als je zelf tevreden bent over de kwaliteit van je berichten.
Raak ook niet in paniek als je een keer een dag hebt waarop net die paar posts die je plaatst niet het gewenste resultaat opleveren. Die dagen zitten er nu eenmaal tussen. Op de lange termijn ga je zien dat je interacties omhoogschieten. Je volgers krijgen namelijk goede content te zien die ze nergens anders zien en waar goed over is nagedacht. Daarbij worden ze niet doodgegooid met een berg aan berichten waar ze niet op zitten te wachten. Volgers veranderen in fans en blijven bij je terugkomen. Ze gaan misschien zelfs uit zichzelf naar je kanalen om te kijken of ze wat hebben gemist.
Laat je niet meeslepen in de waan van de dag waarin we denken alles maar te moeten delen en overal de eerste mee te moeten zijn. Natuurlijk zijn er berichten die niet kunnen wachten en die je absoluut niet mag laten lopen. Maar probeer het overzicht te bewaren en blijf goed nadenken over wat je wil bereiken en hoe je dat wil doen.
Denk je dat iets misschien wel eens aan zou kunnen gaan slaan, laat het dan lekker lopen. Ga alleen voor content waarbij je verbaasd bent wanneer het niet aanslaat. De kans op succes is op die manier veel groter. Je interactieratio schiet omhoog en daar profiteer je van als merk. Je social media-kanalen zijn het visitekaartje van je merk.
Ga daar zorgvuldig mee om. Waag geen gokjes en kies altijd kwaliteit boven kwantiteit. Wanneer je dat in je achterhoofd houdt, komt het succes vanzelf en op den duur ga je het vanzelf raar vinden wanneer je post een keer goed scoort in plaats van geweldig.

Er kunnen oneindig veel redenen zijn waarom content beneden verwachting presteert. In eerste instantie is het daarom niet zozeer belangrijk om de oorzaak op te sporen, maar vooral te bedenken of het überhaupt de moeite waard is om je gefaalde content onder handen te nemen.
Dat doe je aan de hand van 2 eenvoudige vragen:
Als je minstens één vraag met ‘ja’ kunt beantwoorden, is het eigenlijk sowieso de energie waard om je content onder de loep te nemen. Er is dan namelijk al een signaal dat je content op één of andere manier potentie heeft. Ofwel moet je proberen meer bezoekers naar een goed converterende pagina te leiden, ofwel probeer je de pagina aan te passen om bestaande bezoekers beter te laten converteren.
Maar zelfs als beide vragen een ‘nee’ opleveren, kan het lonen om je content toch nog eens kritisch te bekijken. Want als jij ervan overtuigd bent dat jouw content de ‘sweet spot’ raakt, dan is die content altijd belangrijk genoeg om tijd aan te besteden.

Als je geen ‘ja’ kunt antwoorden op één van bovenstaande vragen én je content zit niet in de sweet spot, dan kun je hier ophouden met lezen. Je content verdient geen tweede kans. In alle andere gevallen: probeer onderstaande optimalisaties eens en bekijk of je content hierdoor wél het gewenste resultaat behaalt.
Eén van de meest voorkomende redenen van ‘mislukte’ content is het gebrek aan een unieke invalshoek. Het aanbod van content op blogs en social media is enorm en over elk denkbaar onderwerp is al wel iets geschreven. Dus als jij wil dat jouw content gezien wordt, zal je iets anders moeten vertellen dan de rest.
Dat wil niet zeggen dat je iets compleet nieuws moet uitvinden, maar wel dat je een unieke, relevante invalshoek moet zien te verzinnen. Welke relevantie kan jouw organisatie bijvoorbeeld toevoegen ten opzichte van de content die jouw concurrenten over dit onderwerp al hebben gemaakt? Of hoe kun je jouw content nog specifieker maken, zodat hij hyperrelevant wordt voor een gerichte groep?
Lukt het je niet om die vraag te beantwoorden, dan moet je wellicht terug naar de tekentafel om te bekijken of het onderwerp überhaupt wel geschikt is voor jouw organisatie.
Heb je wel een unieke invalshoek gevonden, dan is het goed om die uit te werken. Maak van het zoveelste artikel met ‘de X beste hoofdtelefoons’ eens een stuk over geschikte hoofdtelefoons voor mensen die last hebben van oorsuizen. Of vertel welke hoofdtelefoons het meest duurzaam gebouwd worden. Maak een overzicht van hoofdtelefoons die het meest geschikt zijn voor het thuiswerken. Of... enzovoort. Merk je het verschil? Ga met die mindset op zoek naar een unieke invalshoek!
Het kan ook zomaar zijn dat je content minder presteert omdat de content simpelweg niet geschikt is voor het platform waarop je het hebt gepubliceerd. Een uitgebreide lezing over de verhitte huizenmarkt treft een ongeïnteresseerd publiek aan op Instagram, maar kan fantastisch werken op bijvoorbeeld blogs of LinkedIn. Dat wil niet zeggen dat je content inhoudelijk slecht is, of mislukt.
Heb je het idee dat de platformkeuze wellicht meespeelt in de tegenvallende contentresultaten, probeer dan wat te variëren en check of de resultaten verbeteren.
Deze tip is vooral aan te raden wanneer je ziet dat je content wél goed converteert, maar níet voldoende bezoekers weet aan te trekken. Het zou natuurlijk kunnen dat je zeer specifiek bent, zodat jouw content een dusdanig kleine markt aanspreekt dat je nooit grote aantallen bezoekers mag verwachten.
Maar vaak blijkt dat het niet zozeer de specifieke doelgroep is, als wel enkele kleine details die bepalen wel of niet klikt op jouw content. De titel van de content is zo’n belangrijk detail.
Toen we de titel van ons blogje aanpasten, schoot de click-through rate met 350% omhoog.
Wie in de zoekmachine of op zijn social tijdlijn stuit op ‘Zo geef je jouw social media posts achteraf een extra boost’ is waarschijnlijk eerder geneigd te klikken dan wanneer hetzelfde stukje ‘Social media post gepubliceerd? Nu begint het echte werk’ had geheten. We weten het zelfs zeker, want dat is precies de aanpassing die wij hebben gedaan toen die blogpost slechter presteerde dan we hadden gedacht. Dezelfde content, andere titel, 350%(!) hogere CTR.
Vermoed je dat tegenvallende bezoekersaantallen te maken hebben met je titel, probeer hem dan eens een andere insteek te geven en monitor de resultaten.
Een ander cruciaal detail in het succes van je content is de afbeelding die je gebruikt om de content te promoten. Dit is in zoekmachines meestal minder relevant, maar op social media is het de afbeelding in de link preview die grotendeels bepaalt of de content gezien en aangeklikt wordt (of juist niet, natuurlijk).
Er is geen vaste regel die stelt waar een goede afbeelding aan voldoet, maar over het algemeen geldt dat het slim is om te optimaliseren voor stopping power; ga na of een afbeelding voldoende opvalt om jouw publiek te laten stoppen met scrollen om jouw post een seconde te bekijken, zodat je content een eerlijke kans krijgt de lezer te overtuigen.
Het aanpassen van de afbeelding is een optimalisatietip die bij uitstek geschikt is wanneer je merkt dat het zoekverkeer op je content groot is, terwijl het verkeer via social (advertising) achterblijft.
“Onze content krijgt genoeg verkeer, maar zelden doet iemand een aankoop, schrijft iemand zich in voor onze nieuwsbrief of vraagt iemand een offerte aan.” Herken je jouw content in deze vorm van onderpresteren? Dan zijn waarschijnlijk je CTA’s (call to actions) aan een onderhoudsbeurt toe.
Check bijvoorbeeld of er al een logisch bruggetje tussen jouw content en je te verkopen product is – en dat die link niet te opdringerig overkomt. Voeg het bruggetje zo nodig toe, zodat je CTA niet overkomt als een verkapte advertentie. Bekijk daarnaast of je call-to-action prominent genoeg aanwezig, zichtbaar en aantrekkelijk is. Maak hem niet te vrijblijvend, maar formuleer hem op een vriendelijke, gebiedende wijs.
Blijven je conversies alsnog achter? Probeer je CTA’s dan te downgraden. Iemand die na het lezen van een artikel over pannenkoekenplanten niet direct een nieuwe plant aanschaft, kan bijvoorbeeld wél geïnteresseerd zijn in het downloaden van een onderhoudsplan voor kamerplanten.
We hebben deze content over het hergebruiken van tegenvallende content in blogvorm verwerkt. Maar mochten we hier nu zelf niet het gewenste resultaat uit halen, dan gooien we zeker niet direct de handdoek in de ring.
We zijn er namelijk van overtuigd dat onze content inhoudelijk van waarde kan zijn, dus dan zouden we simpelweg gaan experimenteren met andere vormen. Een infographic, een video, een onderzoeksrapport, een klantverhaal… En wie weet slaat dezelfde content dan ineens wél aan.
Geef dus niet te snel de moed op, want de vorm van content kan grote invloed hebben op het succes ervan.
Merk je dat je pagina goed converteert, dat er gretig op geklikt wordt vanuit social media, mail en andere verkeersbronnen, maar dat er één bron (organisch verkeer) achterblijft? Dan wijzen alle pijlen dezelfde kant op: tijd om aan SEO (Search Engine Optimization) te werken! Blijkbaar heb je een ontzettend goed stuk content te pakken, dat inhoudelijk de juiste snaar raakt. Probleem: het wordt nog niet gevonden in zoekmachines, en daardoor vallen de uiteindelijke resultaten toch tegen.
SEO heeft als doel om wél in zoekmachines gevonden te worden op een relevante zoekterm. SEO is een specialisme op zich, maar we kunnen je alvast een belangrijk uitgangspunt meegeven. De optimalisaties die je doet mogen niet ten koste gaan van de inhoudelijke kwaliteit van je content. Veel marketeers schrijven puur voor SEO, en maken een tekst daardoor wel vindbaar, maar ook minder waardevol. Dan zal je zien dat je verkeer stijgt, maar je conversie snel afneemt.
Slecht scorende content op moment A hoeft nog geen slecht scorende content op moment B te betekenen. Juiste timing blijkt voor veel content essentieel. Dan hebben we het niet eens zozeer over het ideale tijdstip om de content met een social media post te promoten, als wel over de beste week, een ideale maand of zelfs seizoen.
Voorbeeld. Wij brengen als Coosto traditioneel een inhaakkalender uit als voorbereiding op het nieuwe jaar. Als we dat halverwege het jaar zouden doen, zou het onterecht lijken alsof de inhaakkalender een gefaald stukje content zou zijn. De interesse is er dan simpelweg (nog) niet. In november en december scoort de inhaakkalender echter enorm goed. Timing is cruciaal.
Zo spreekt het voor zich dat het moeilijker is om hartje zomer content over snowboardkleding succesvol te laten zijn. Een overzicht van de ideale vliegvakanties kan tijdens een lockdown logischerwijs ook op minder succes rekenen. Maar vaak ligt de ideale timing minder voor de hand. Zo kan het voorkomen dat er groot branchenieuws is dat alle aandacht opeist, nét op het moment dat jij jouw content promootte. Het is dan slim om de content simpelweg op een ander moment nog eens uit te brengen, zodra het onderwerp weer actueel is.

Waar Livechat tot voor kort nog werd bestempeld als ‘nice to have’, zijn de tijden door corona in rap tempo veranderd. Het online klantcontact is binnen veel organisaties explosief gestegen, waardoor een vlekkeloze online klantervaring aan belang heeft gewonnen.
Livechat is hiervoor een uitstekend kanaal, aangezien uit recent onderzoek blijkt dat 79% van consumenten de voorkeur geeft aan communicatie via Livechat. Meer dan 30% verwacht ook dat een organisatie livechat op de website aanbiedt. Voordelen voor organisaties zijn er ook: onderzoek toont aan dat websitebezoekers die chatten 2 tot 5 keer sneller converteren en 60% meer uitgeven dan bezoekers die niet chatten.
“We zien een toename in het aantal berichten op social media platformen en een toenemende vraag naar Livechat, dat onze klanten willen inzetten naast de huidige social media kanalen. Doordat we Livechat nu naadloos hebben geïntegreerd in Coosto, kunnen klanten alle conversaties efficiënt managen en afhandelen”, aldus Paul van den Broek, Product Manager bij Coosto.
Joshua Schoenaker, Co-CEO bij TalkJS: “Sinds onze oprichting vijf jaar geleden ligt onze focus op het ontwikkelen van een flexibele chat-oplossing. Livechat is voor zowel consumenten als organisaties efficiënter en gebruiksvriendelijker dan traditionele vormen van communicatie. We zien onze partnership met Coosto als een mooie kans om de transitie naar moderne communicatie en betere klantervaringen te versnellen”.
Coosto ontwikkelt en levert online en social media software die volledig gericht is op het managen van online gesprekken. Met behulp van Coosto kun je vragen via social media, messengers en livechat beantwoorden, jouw doelgroep bereiken met social media posts en je online communicatie verbeteren door het analyseren van online data over jouw organisatie of markt. Zo helpen we mensen aan organisaties te verbinden.
TalkJS is een tech startup die zich richt op het ontwikkelen van een chat API en messaging SDK waarmee bedrijven makkelijk chat functionaliteiten kunnen toevoegen aan apps en websites. TalkJS faciliteert inmiddels maandelijks miljoenen chatberichten van gebruikers op websites en applicaties in verschillende sectoren, zoals e-commerce, social, gaming, en online educatie. TalkJS focust op het constant doorontwikkelen van de chat-oplossing om consumenten en organisaties de beste ervaring te geven.

Hoe meer mediabronnen je monitort, hoe kleiner de kans dat je een artikel mist dat relevant is voor jouw organisatie. Coosto biedt daarom een uitgebreide dekking van diverse media, met naast social media onder andere blogs, fora, radio, tv en nieuwssites.
De nieuwe Belga.press-integratie geeft je via Coosto aanvullend toegang tot alle grote landelijke en regionale kranten en tijdschriften in België. Zo krijg je een nog completer beeld van wat er over je organisatie of branche geschreven wordt.
De Belga.press integratie geeft toegang tot verschillende media, zowel Nederlands- als Franstalig. Grote titels als De Standaard, Het Nieuwsblad, HLN, De Tijd en VRT zijn allemaal beschikbaar.
De combinatie van Coosto en Belga.press stelt je in staat om de volledige impact van je PR-inspanningen te meten. Je kunt communicatieplannen op een vollediger omgevingsbeeld baseren en gaat nóg meer ideeën voor nieuwe content opdoen.
Lees meer over de mogelijkheden van de integratie via Belga.press

Instagram is in Vlaanderen en Nederland een van de weinige platformen die een actief gebruikersbestand kan combineren met een jarenlange sterke groei. Inmiddels staat de teller op bijna 3 miljoen Vlaamse gebruikers en zo’n 6 miljoen Nederlandse gebruikers.
Nieuwe mogelijkheden worden er massaal omarmd, en DM’s spelen een centrale rol in veel van die nieuwe functionaliteiten. Instagram heeft momentum, zowel voor gebruikers als voor organisaties die van het kanaal gebruik maken. Enkele veelzeggende statistieken:
Het grote verschil tussen Instagram DM’s en privéberichten op andere social media kanalen, is dat Instagram DM veel meer behelst dan alleen de standaard privéberichten.
Waar andere kanalen gebruikers een optie bieden om berichten één op één aan een organisatie te richten, is de Instagram inbox een verzamelbak van meerdere soorten berichten. Je vindt er niet alleen privéberichten, maar ook reacties op Stories en mentions in Stories.
De veelzijdigheid van Instagram DM biedt daardoor veel meer kansen voor marketing- & communicatieprofessionals dan de meeste andere platformen.
Dit bericht bekijken op Instagram
De reguliere Instagram DM’s zijn een uitgelezen mogelijkheid om service te verlenen. Ze zijn – zeker voor jonge doelgroepen – een laagdrempelige manier om contact met een organisatie op te nemen. Daarbij biedt Instagram in DM voldoende opties om meer context bij een servicevraag of -antwoord te schetsen. Zo kun je onder meer afbeeldingen, stickers en spraakberichten toevoegen.
Als je van Instagram DM jouw voorkeurskanaal voor service / webcare wil maken, is het aan te raden om het gebruik van het kanaal zoveel mogelijk te bevorderen. Laat jouw klanten op je website, in mails en andere social media bijvoorbeeld weten dat ze het snelst geholpen worden via Instagram DM.
Want snel, dat kan het kanaal zeker zijn. Zeker als je de efficiëntie en klantvriendelijkheid van Instagram DM vergelijkt met e-mail of telefoon, dan zijn zowel organisatie als klant beter af bij Instagram.
De meerwaarde van privéberichten voor servicedoeleinden is niet uniek voor Instagram. Ook privéberichten op Twitter en Facebook worden dankbaar gebruikt voor webcare. Waar Instagram DM’s zich in onderscheiden, is de waarde voor community managers en social media managers.
Alle reacties op jouw Stories en mentions in de Stories van anderen komen zoals gezegd ook binnen in je Instagram inbox. Deze reacties zijn zelden servicevragen, dus je zou ze in theorie onbeantwoord kunnen laten. Maar als je slim bent, grijp je deze kans juist aan om je merkbeleving te verbeteren en de connectie met je volgers te versterken.
Wees daarom ontvankelijk voor deze reacties en laat zien dat je de interactie met je volgers of (potentiële) klanten waardeert. Stuur een reactie terug, vraag door, ga de interactie aan, geef je merk een gezicht. Zo verbeter je niet alleen jouw betrokkenheid als merk, maar geef je ook de merkvoorkeur en merkreputatie een boost!
Dit bericht bekijken op Instagram
“Interesse? Stuur ons een DM voor meer info.” Tegenwoordig zie je het steeds vaker in Instagram-tijdlijnposts, Reels of Stories voorbijkomen: Instagram is een heus shopping-kanaal aan het worden.
Instagram faciliteert natuurlijk al een tijdje Instagram Shopping (een soort webshop op Instagram), maar veel merken vinden het – terecht – beter passen bij social media om hun producten op een persoonlijkere manier aan de man te krijgen.
We zien regelmatige video’s voorbijkomen waarin op een laagdrempelige manier een product wordt gepresenteerd, en organisaties hun doelgroep op een natuurlijke manier aan te moedigen om de DM’s in te sliden.
Het is dan aan jou om vervolgens snel met productinformatie te reageren, een link waar het product gekocht kan worden, of andere info die een koper op dat moment nodig heeft. Zo zorg je ervoor dat Instagram DM een waardevol ondersteunend kanaal in je salesproces wordt.

Voor veel marketeers was de onpraktische kant van Instagram DM – vooral bruikbaar op mobiele apparaten - altijd een reden om het kanaal links te laten liggen. Een smartphone-scherm is tenslotte onoverzichtelijk, klein en maakt werken op grotere schaal ontzettend onhandig.
Tools zoals Coosto maakten het gelukkig al mogelijk om Instagram content (Stories en tijdlijnposts) in te plannen en te publiceren, te reageren op comments en mentions, hashtags te analyseren en alle statistieken te bekijken.
Maar… ondersteuning voor Instagram DM ontbrak er altijd aan, door beperkingen in de API van Instagram.
Dat is verleden tijd. Coosto ondersteunt nu ook Instagram Direct Messaging, waardoor je alle publieke en privéberichten van je social media kanalen in één omgeving kunt afhandelen.
Er is geen enkel excuus meer om Instagram, en met name de DM-functionaliteit te negeren voor jouw service-, sales- of marketingdoelstellingen. Zorg er dus voor dat Instagram DM hoe dan ook terugkomt in jouw kanaalstrategie.

Instagram biedt voor bijna iedere marketeer wat wils: merkbeleving, service, social commerce… het kan allemaal. Maar als je nog geen 10.000 volgers hebt, is het verdraaid lastig om er ook webverkeer mee te genereren.
Je kunt dan namelijk nog niet de oh-zo-gewenste link toevoegen aan je Stories. Klikbare links in tijdlijnposts zijn zelfs voor iedereen uitgeschakeld. De ‘link in bio’ is de oplossing, maar die is niet heel volgervriendelijk. Gelukkig is er een hack: een omweg waarmee je alsnog mensen naar je website kunt leiden via je Stories.
Die omweg loopt via IGTV (Instagram TV, de Instagram-versie van YouTube):
Mensen die je Story zien kunnen je IGTV-video nu openen via een swipe-up, om vervolgens via de link in je beschrijving naar je webpagina te navigeren.
Hashtags en mentions in je Stories zijn hartstikke belangrijk voor de vindbaarheid van jouw content. Toch zijn er voor veel contentmakers ook nadelen: ze maken je Story er esthetisch namelijk niet bepaald mooier of overzichtelijker van.
Gelukkiger is er een hack waarmee je kunt profiteren van de functionele voordelen van hashtags en mentions, zónder de nadelen.
Instagram gaat de hashtags en mentions dus wel ‘zien’, maar kijkers van je Stories niet.
Zelfs de meest vindingrijke marketeer zit wel eens om nieuwe content verlegen. Je hoeft dan niet bij de pakken neer te zitten, want er is een manier om oude content op een originele manier te herhalen.
Throwbacks zijn een ideaal format om je eerder geplaatste content een nieuwe boost te geven. Op andere platformen zou je de content dan simpelweg herhalen als tijdlijnpost, maar dat is op Instagram een stuk minder gebruikelijk. Stories lenen zich wél perfect voor zo’n terugblik, maar dat kan een lastige klus worden. Je moet dan namelijk precies onthouden wat je wanneer hebt geplaatst, om te achterhalen wat een goed moment is om een Story te herhalen.
Gelukkig niet. Instagram heeft in de app namelijk een ideaal archief, waarin je eerder geplaatste Stories overzichtelijk en automatisch bewaard worden. Mét de datum en locatie van plaatsing, zodat je gemakkelijk ‘haakjes’ kunt vinden om de throwback aan op te hangen (“Een jaar geleden alweer”, “Vorige maand zaten we er nog zo bij”, “De vorige keer dat we hier waren…”, etc.).
Eerder deelden we in onze Social Update het nieuws dat Instagram het mogelijk zou maken om het aantal likes op een post te verbergen. Inmiddels is dat allang gebeurd, maar veel marketeers vragen zich af: waarom zouden we dat willen?
Nou, daar komt een beetje psychologie van de koude grond bij kijken – meer specifiek het fenomeen volggedrag. Een nieuwe post verzamelt in eerste instantie soms wat moeilijker likes, want wie ‘durft’ de eerste te zijn die reageert of een post liket? Dat voelt soms als een drempel. Veel mensen kijken liever de kat uit de boom, om even te zien hoe de post bij anderen valt. Als eenmaal het hek van de dam is, stromen de likes veel vlotter binnen.
Een post waarvan het aantal likes verborgen is…

…en wanneer het aantal likes zichtbaar is.

Bij posts die veel engagement krijgen, is het over het algemeen verstandig om het aantal likes zichtbaar te maken. Maar mocht je nog niet zoveel likes hebben verzameld, dan kan het juist interessant zijn om het aantal likes te verbergen. Omdat niet zichtbaar is dat slechts een handjevol mensen op ‘het hartje’ hebben geklikt, voelen mensen minder de drempel om zelf een like uit te delen. Het gevolg: je gaat uiteindelijk zelfs méér likes verzamelen.
En als je wil, kun je de knop op dat moment natuurlijk weer omzetten ?
Krijg je vaak dezelfde vragen of opmerkingen in je DM’s of via comments op je Stories? Het kan dan knap vervelend zijn om telkens dezelfde reactie in te tikken. Zeker als je ervoor kiest om productaanvragen via DM te laten verlopen, of mensen massaal richting je DM’s te sturen voor service, kan het beantwoorden van al die berichten behoorlijk veel tijd vergen.
Er is gelukkig een tijdbesparende, maar vrij onbekende hack. Je kunt namelijk antwoorden opslaan in Instagram, zodat je deze reacties met een sneltoets direct kunt oproepen. Ga daarvoor naar instellingen, kies ‘Bedrijf’ en vervolgens ‘Opgeslagen antwoorden’ om aan de slag te gaan.
Werk je wat grootschaliger, dan blijft het ook met opgeslagen antwoorden omslachtig om op een klein smartphone-scherm tientallen of honderden reacties af te handelen. In ons Coosto-platform manage je daarom efficiënt al jouw social media content, ook op desktop. Je plant Instagram-posts gemakkelijk in, reageert op alle inkomende reacties en mentions vanuit één omgeving, en je analyseert gemakkelijk hashtags en alle statistieken van je Instagram-accounts.
In Coosto zitten naast opgeslagen antwoorden, ook automatische antwoorden en tal van andere geavanceerde opties om tijd te besparen, terwijl jij meer resultaat haalt uit jouw content en social media.
Je Story beetje bij beetje laten verschijnen kan een leuke manier zijn om de spanning op te bouwen bij een onthulling. Zeker bij een productlancering of bedrijfsopening is het een aardige manier om de aandacht te grijpen.
Dan de vraag: hoe doe je dat? Het lijkt op het eerste oog een hels karwei om het hele scherm handmatig vol te tekenen, om vervolgens met het gummetje aan de slag te gaan. Gelukkig kun je in Stories direct je hele scherm kleuren.

Extra tip: je kunt natuurlijk verschillende afbeeldingen als meerdere Stories achter elkaar zetten om zo een ‘kraseffect’ te suggereren, maar veel smartphones bevatten ook schermopname-mogelijkheden. Daardoor kun je het krassen eenmalig uitvoeren en de video als één Story uploaden.
Wist je dat Coosto een ingebouwde Image Editor heeft? Filtertje hier, beetje bijsnijden daar. Je past ook gemakkelijk de beeldverhouding aan, kunt inzoomen: alles wat je nodig hebt is voorhanden, zodat jij je afbeeldingen extra shine kunt geven!
Voor marketeers die minder affiniteit hebben met Instagram, voelen sommige doorsnee functionaliteiten ook als een soort hack. Zo lijkt het aantal beschikbare kleuren voor teksten en markeringen in Stories op het eerste zicht heel beperkt – een stuk of 8 staan er standaard aan.
Maar een heel eenvoudige hack laat zien dat het aantal beschikbare kleuren bijna onbeperkt is. Houd bij het selecteren van een kleur in je Stories de kleurkeuze net even wat langer ingedrukt, en er opent een keuzevenster waarbij je door te bewegen met je vinger elke denkbare kleur kunt selecteren. Heel simpel, maar je moet het net even weten.

Voilà, dit waren onze tips. Wellicht kende je er al een paar, misschien zelfs allemaal, misschien ook niet. Hoe dan ook, we denken dat het voor geen enkele marketeer kwaad kan om deze handige weetjes over Instagram op zak te hebben.
Wil je meer van deze tips bekijken, die jou direct kunnen helpen aan meer views, clicks en interactie? Download onze gratis bundel met 50 verrassende Social Media Tips voor meer engagement via het formulier hieronder?

Het internet staat vol met tips, maar ze zijn vrijwel allemaal gedateerd, tegenstrijdig of zelfs uit de duim gezogen. Het is hoog tijd voor aantoonbare, datagedreven optimalisaties. We presenteren daarom vandaag de eerste Coosto Social Media Benchmark. De Social Media Benchmark is een onderzoek op basis van onze analyse van 188.004 social media posts. De resultaten bieden een uniek inkijkje in het optimale gebruik van hashtags, emoji, berichtlengte, URL’s en media voor meer clicks, views en interacties. Download het rapport hieronder direct voor alle inzichten.
Excellence is in the details - Gregory L. Sullivan
Natuurlijk, de nummer 1 succesfactor in contentmarketing is kwaliteit en de unieke waarde van je content. Maar wie graag wil dat zijn content op social media de aandacht krijgt die het verdient, kan niet ‘zomaar’ de content één-op-één overnemen en verspreiden op al zijn social media kanalen. Een succesvolle social media post vereist aandacht voor context en oog voor detail.
Het verschil tussen een totale mislukking en een geweldig succes zit namelijk grotendeels in de details. Wel of geen hashtags, een afbeelding, een video of juist alleen tekst. Het zijn deze op het eerste oog ‘onbenullige’ keuzes die uiteindelijk tot grote verschillen in de resultaten leiden.
Logisch dat social media managers, content marketeers, communicatieadviseurs en marketeers massaal naar online bronnen grijpen om hét antwoord te vinden op die ultieme vraag: hoe ziet de perfecte social media post eruit? En omdat daar volop vraag naar is, zijn er ook volop antwoorden. Het probleem: niet alle antwoorden zijn op empirisch onderzoek gebaseerd. Vaak zijn tips gestoeld op anekdotes, geruchten of onderbuikgevoel. Daardoor kan het zomaar gebeuren dat één en dezelfde zoekopdracht volstrekt tegenstrijdige resultaten oplevert:


Dit soort headlines waren voor ons aanleiding om te gaan werken aan een datagedreven alternatief. Een alternatief dat het vak kan helpen om onderbouwd slimme optimalisaties te kunnen doen aan details van een post.
Dat is nog niet zo gemakkelijk, want dé perfecte post bestaat natuurlijk helemaal niet. Wat vandaag goed werkt op Facebook, kan morgen op Instagram totaal de plank misslaan. Dat een LinkedIn-post veel clicks oplevert, wil niet zeggen dat hij op Twitter veel bereik oplevert. Slimme optimalisaties zijn platformspecifiek, tijdsgebonden en afhankelijk van je doel.
Daarvoor hebben we Post Optimizer ontwikkeld. Post Optimizer is een geavanceerd systeem dat proactieve adviezen geeft voor het gebruik van media, hashtags, emoji, URL’s en de ideale berichtlengte van je post. Niet naar aanleiding van eenmalig of verouderd onderzoek, maar op basis van realtime analyses van honderdduizenden posts. Post Optimizer vertelt je wat op dit moment wel en niet werkt op je favoriete social media platform, en daarmee is het systeem 100% algoritme-proof.
Post Optimizer is een tool die geïntegreerd is in het Coosto-platform, maar om je alvast eenmalig kennis te laten maken met deze inzichten, hebben we de Social Media Benchmark voor je klaarstaan. Dit benchmark report geeft je een momentopname van de perfecte post per platform en doel.
Maar, zoals gezegd, de perfecte post is ook tijdsgebonden. Wil je dat de rekenkracht van Coosto jou real-time, continu en proactief slimme adviezen geeft voor beter presterende social media posts? Vraag een gratis demonstratie aan.

Video: het is geen nieuw concept. Integendeel. Maar de afgelopen jaren is er volop beweging te zien bij de inzet van video in contentmarketing en social media. Je moet immers wel onder een steen geleefd hebben als de TikTok video’s en Instagram Reels je nog niet om de oren zijn gevlogen. Ook organisaties hebben deze trend opgepikt en gebruiken video steeds vaker als onderdeel van hun contentstrategie.
Dit voorbeeld van het Rijksmuseum laat zien dat videocontent toegankelijk is voor vrijwel alle organisaties en branches. Het Rijksmuseum weet je te verrassen met hun leuke video’s vol met grappige weetjes, handige tips en meer educatieve content.
De opkomst van videomarketing is met een reden. Het wordt steeds lastiger om op te vallen tussen de enorme hoeveelheid content. Video is een ontzettend krachtig middel om je te onderscheiden van de concurrentie en jouw verhaal te vertellen aan jouw doelgroep. Bovendien zijn er eindeloos veel mogelijkheden in vorm en inhoud en daardoor kan je als organisatie nog alle kanten uit: van een uitgebreid klantverhaal tot een productvideo of sfeerimpressie. Video is om die reden overal én multi-inzetbaar. Met video kan je écht een verschil maken in je resultaten, zoals bijvoorbeeld op social media. De succesvolle resultaten spreken voor zich.

Het onderzoeksrapport van Content Marketing Institute bevestigt: videomarketing is nog altijd in opkomst. In dit rapport komt naar voren dat er naar verwachting de komende tijd nóg meer marketingbudget geïnvesteerd worden in video als onderdeel van contentmarketing. Logisch, als je bovenstaande cijfers bekijkt. Bovendien: video’s trekken de aandacht van je doelgroep, geven je de mogelijkheid een compleet verhaal te vertellen met beeld én tekst en zijn bovendien een unieke manier om jouw doelgroep ook emotioneel te bereiken.
Daar kunnen we kort en bondig over zijn: nee. Het maken van videocontent wordt steeds toegankelijker en betaalbaarder. Zeker als je je bedenkt dat korte video’s tegenwoordig ontzettend succesvol zijn. Dat betekent overigens niet dat lange(re) video’s helemaal van de baan zijn. Voor beide formats valt wat te zeggen. Het succes is afhankelijk van jouw doel.
Want een succesvolle aanpak is grotendeels afhankelijk van een goede voorbereiding. En daarin speelt het stellen van het juiste doel een grote rol. Zonder doel kun je immers achteraf niet bepalen hoe succesvol je bent geweest. Bedenk dus goed wat je wil bereiken met deze content: van het opwekken van interesse door vermakelijke content tot informeren en overtuigen. Dat maakt het ook veel makkelijker om uiteindelijke een passende vorm van (video)content te kiezen. Denk aan testimonials, instructievideo’s of een grappig filmpje dat bijdraagt aan de positieve associaties met jouw merk!
Om de investering in jouw video zich uit te laten betalen, is het zaak om je videocontent optimaal in te zetten. Denk hierbij aan verspreiding op verschillende kanalen én het hergebruiken van je video op verschillende manieren. Een video leent zich namelijk perfect als basis, maar denk ook aan een fragment als teaser, stills als beeldmateriaal of misschien zelfs een pakkende quote. Ideaal als social media post, bijvoorbeeld! Zo kies je voor een duurzame aanpak en levert die ene video jou véél meer op!
Video heeft nog een ander ontzettend belangrijk voordeel: het kan ook enorm bijdragen aan jouw marketingdoelen op het gebied van SEO. De kracht van YouTube wordt nog wel eens onderschat. Wetende dat dit platform na Google de meest gebruikte zoekmachine is, is dit je kans om daar gebruik van te maken.
Daarnaast draagt videocontent ook bij aan je ranking-score in Google: boeiende video’s op jouw website zorgen ervoor dat jouw websitebezoekers langer blijven hangen. En laat dat nou een positieve invloed hebben op je ranking. Nóg meer reden dus om vandaag nog te beginnen met videocontent!
Het mag duidelijk zijn: video biedt ontzettend veel kansen binnen contentmarketing. Maar zoals bij iedere marketinguiting geldt ook hier: stel eerst duidelijke doelen voordat je blindelings aan de slag gaat met video. Het doel moet immers wel aansluiten bij de eigenschappen van videocontent. En uiteindelijk weer bijdragen aan jouw contentstrategie.
Zodra je hebt besloten dat video inderdaad de juiste contentvorm is om het gekozen doel te bereiken, is het tijd om te focussen op de inhoud. Video mag dan een populaire contentvorm zijn, om op te kunnen vallen moet je wel met iets goeds komen. En niet zomaar iets goeds, je moet er echt uit springen ten opzichte van je concurrenten. En niet alleen dat: je moet de aandacht ook vast weten te houden, zodat jouw doelgroep de gehele video bekijkt.
Dat is een uitdaging. Maar zoals in het algemeen geldt voor content, schuilt ook hier het geheim in kwaliteit. De kwaliteit van de inhoud én visuele aspecten, in dit geval. Een kijker moet geboeid blijven kijken (en luisteren) naar jouw verhaal. Uiteindelijk is dat dé manier om je boodschap over te brengen.
Tot slot zetten we nog wat extra tips voor jou op een rijtje om jouw videocontent extra succesvol te maken. Doe er je voordeel mee!
Een korte video kan tegenwoordig binnen een handomdraai gemaakt worden. Daar hoeft geen urenlange montage bij te komen kijken. Maar zoals gezegd is kwaliteit dé voorwaarde voor succesvolle content. Zorg dus voor passende inhoud, een goede afwerking en zet de puntjes op de i met creatieve visuals en/of achtergrond muziek. Succes zit in de details!
Videocontent wordt ook vaak genoeg bekeken zonder geluid. Zorg er dus voor dat de inhoud óók te begrijpen is zonder audio. Laat de beelden voor zich spreken of denk aan ondertiteling, als tekst onmisbaar is om de boodschap over te brengen. Want het zou zonde zijn als je hierdoor kijkers verliest!
Eh ja, maar hoe dan? Door niet zomaar jouw boodschap in een filmpje te verwerken. Bouw er een concept omheen dat het leuk, boeiend en interessant maakt! Op die manier is de kans bovendien vele malen groter dat de boodschap blijft hangen bij jouw doelgroep.
Planning is key. Als je bijvoorbeeld video wil inzetten om aan te haken op een relevant inhaakmoment, wil je die content niet op de dag zelf nog moeten maken. Plan én werk vooruit.
Extra tip: met Publish van Coosto plan en publiceer je gemakkelijk videocontent op jouw verschillende social media kanalen. Van video’s op YouTube tot Reels op Instagram: Plan ze alvast in of publiceer ze direct wanneer het jou uitkomt!

Go Ahead Eagles is actief op de verschillende social media-platformen zoals Facebook, Twitter, LinkedIn, Instagram, YouTube, TikTok en Snapchat. Via die kanalen houden zij de fans en volgers van de club op de hoogte van de laatste ontwikkelingen en delen zij de leukste content. Ook is het informeren van supporters via social media is een belangrijk aspect.
Met Coosto kan Go Ahead Eagles vanaf nu alle social media vanuit één centraal platform beheren en dat levert de club veel op. “Voor onze afdeling Communicatie, Media & Marketing is het nu mogelijk om met behulp van een contentkalender alle social media posts in te plannen en te publiceren”, zegt Jan Willem van Dop, algemeen directeur van Go Ahead Eagles. “Het zorgt voor overzicht en bespaart enorm veel tijd doordat er niet steeds tussen onze verschillende social mediakanalen geschakeld hoeft te worden.”
“Daarnaast komen ook de social media reacties van onze supporters en andere voetbalvolgers via het centrale platform van Coosto binnen bij Go Ahead Eagles, wat de interactie vergemakkelijkt. Nog een voordeel is dat we aan de hand van verhelderende rapportages het social media landschap goed in kaart brengen en daarop kunnen inspelen. We zijn dan ook verheugd dat we Coosto als social media partner mogen verwelkomen.”
Coosto is eveneens blij met de samenwerking en heeft veel zin om Go Ahead te helpen. “We kijken ernaar uit om met Go Ahead Eagles samen te gaan werken en de club te helpen op het gebied van online en social media”, geeft Bjorn van Antwerpen (sales and marketing director Coosto) aan. “Social media speelt een grote rol binnen organisaties en dat is in de voetbalwereld niet anders . Wij helpen momenteel ruim 1.600 klanten in binnen- en buitenland en zijn blij om ook Go Ahead Eagles als partner te mogen verwelkomen.”

Influencer marketing richt zich op het betrekken van invloedrijke personen binnen een bepaalde markt of doelgroep om deze kennis te laten maken met een product of dienst. Forbes beschrijft de term als:
"A nonpromotional approach to marketing in which brands focus their efforts on opinion leaders, as opposed to direct target market touchpoints."
Over de afgelopen jaren heeft influencer marketing aan populariteit onder marketeers gewonnen en dat is te zien in het zoekvolume via google en op social media (zie onderstaande afbeeldingen).


Coosto laat zien dat de woorden influencer, influencers en influencer marketing over de afgelopen twee jaar ruim 117.000 keer besproken zijn op Nederlandse social media.
Echt nieuw is het gebruiken van invloedrijke personen natuurlijk niet. Sinds 1760 gebruiken we als mens al de bekrachtiging van anderen om beslissingen te nemen. Het begon met Josiah Wedgwood (van het beroemde servies), die koninklijke aanbevelingen gebruikte om een bijzondere uitstraling rondom zijn merk te creëren, waardoor de waarde van zijn producten steeg. Sindsdien volgden nog velen in zijn voetsporen. Hoe meer iemand verstand heeft of lijkt te hebben van het onderwerp, des te meer we deze persoon vertrouwen. En dat dit werkt, is bewezen met verschillende studies zoals die van Chan, Leung en Luk (2013), Chaudhary en Asthana (2015), Spry, Pappu en Cornwell (2011). Alle reden om verder in de materie te duiken.

De ene influencer is de andere niet. Forrester publiceerde in 2010 om die reden de ‘Online peer influence pyramid’. Deze piramide onderscheidt 3 soorten influencers.
De opsplitsing zorgt voor onderscheid tussen verschillende soorten influencers. Inzicht in het type influencer zorgt ervoor dat je, samen met de influencer, nog beter in staat bent om een waardevolle connectie te maken met je doelgroep. Is het je doel meer merkbekendheid dan passen social broadcasters en mass connectors waarschijnlijk het best bij je doel. Mass mavens en potential influencers zijn juist geschikt wanneer engagement een doel is. Kijkende naar de piramide van Forrester zijn de mass influencers en mass mavens te scharen onder de noemer van micro-influencers.
Afhankelijk van je doel zijn er verschillende afwegingen te maken. Is je hoofddoel vooral het vergroten van je merkbekendheid? Dan zijn de grote bekende influencers (social broadcasters en mass connectors) zeker een optie. Een voorbeeld hiervan is Anna Nooshin. Voor het grote publiek bekend door Expeditie robinson, RTL Boulevard en natuurlijk ook haar samenwerking met Hunkemöller. Maar voor veel anderen vooral bekend en geliefd door het oprichten van NSMBL.com en haar activiteiten als modeblogger. Voor Hunkemöller is ze hierdoor een influencer die leeft onder de doelgroep.

Onder andere het onderzoek van Forrester laat zien dat ook micro-influencers een goede optie kunnen zijn. En deze zijn gemakkelijker te vinden dan je waarschijnlijk denkt. Ben je bijvoorbeeld op zoek naar influencers die fanatiek bloggen over eten? Een simpele zoekopdracht laat je al snel duizenden blogs en reacties zien.

Zoom in op de auteurs van deze berichten, sorteer ze op bereik en je hebt direct een grove selectie aan potentiële influencers.

Zorg ervoor dat je influencers vindt die echt bij je merk en doelgroep passen, des te beter komt jouw boodschap uit de verf. Denk daarna goed na voor hoelang je gebruik wilt maken van de debetreffende influencer(s). Samenwerken voor een langere periode kan zeker lonen door het verhoogde aantal touchpoints dat je hierdoor met je doelgroep krijgt. Daarnaast levert het een schat aan content op, die je op eigen kanalen eventueel weer uit kan lichten.
De hechte band die micro-influencers hebben met hun volgers, laat zich zien in de data. Ter illustratie heb ik gekozen voor de 2960 personen die gedurende 2016 over termen als fashion, mode, kleren en style hebben gesproken en hierbij de hoogste invloedscore hebben.
Door vervolgens deze lijst op aantallen volgers te sorteren, kan er gekeken worden naar de gemiddelde invloedscore per deel van deze groep. Dit resulteert in de volgende uitkomst:

Wat direct opvalt is dat de gemiddelde invloedscore hoger is naarmate een groep gemiddeld meer volgers heeft. Echter kijkende naar de verhouding invloedscore/aantal volgers valt direct op dat juist voor de groep met relatief minder volgers de gemiddelde invloedscore relatief hoger is. Iets wat wijst op een sterke band met veel dialoog.
Johnny Doodle
Chocolademerk Johnny Doodle gebruikte de kracht van influencers in om het merk meer naamsbekendheid te geven. Dit deed het door foodbloggers en foodblogplatformen zoals ‘Uit Pauline’s keuken’ en ‘Brenda Kookt’ producten toe te sturen. Onderstaande afbeelding laat duidelijk het engagement op de posts zien.

Daniel Wellington
Daniel Wellington zet groot in op influencer marketing en is daardoor enorm gegroeid. Onderstaande tweet is een ontzettend goed voorbeeld om te laten zien wat het bereik van een influencer voor een merk kan zijn.
Met ruim 1,7 miljoen volgers heeft Greg Horan (@Greghoran87, de broer van One Direction-zanger Niall Horan) een enorm bereik. Het aantal impressies voor deze ene tweet loopt hierdoor op tot ruim 3.6 miljoen!
Influencer marketing loont, mits je er een goede strategie voor hebt. Bepaal eerst het doel van je campagne en denk vervolgens na over het type influencer dat je wilt gaan inzetten. Met de mogelijkheden die socialmediamonitoringtools je bieden, is het mogelijk om zeer invloedrijke influencers te vinden die nog niet bij het grote publiek bekend zijn. Profiteer hiervan en kijk samen naar de wensen en hoe je voor de volgers van de influencer van waarde kan zijn.

Hoewel ik het niet gemeten heb – daar ga ik al – merk ik dat we als communicatieprofessionals massaal vergeten de effecten van onze campagnes te meten. Zou monitoren en evalueren op basis van cijfers nog onvoldoende in ons DNA zitten?
Dat zou zonde. Want meten maakt je sterker. Een sterke voorbereiding en uitvoering van een campagne zijn natuurlijk hartstikke goed, maar je wordt pas écht beter door de evaluatie. Wat gaat of ging er goed? Is er aanvullende actie nodig om onze doelstelling te behalen? Wat kunnen we hiervan leren voor een volgende keer? Vragen die veel te vaak onbeantwoord blijven.
Ik vergelijk de situatie meestal met een atleet die meedoet aan de 200 meter sprint. Hij traint volop, eet gezond en houdt rust. Op de wedstrijddag zelf probeert hij een nieuwe starttechniek om zo snel mogelijk over de finish te komen. Maar… hij houdt zijn tijd niet bij. Daardoor zal hij er, ondanks al het werk dat er in zijn voorbereiding zit, nooit achter komen of die nieuwe techniek daadwerkelijk goed heeft uitgepakt.
Als je jouw campagne afsluit bij de uitvoering en niet omkijkt naar effectmeting, loop je dezelfde risico’s. Want wie zegt dat je communicatie het gewenste effect op je reputatie heeft gehad? Wie bepaalt of je je doelstellingen hebt gehaald? Of je reputatie in de richting is verschoven die je voor ogen had? Ik merk dat we dat in het communicatievak nog veel te vaak handelen op basis van wat willekeurige reacties in de wandelgangen. Hoe gevaarlijk dat kan zijn, laat onderstaande discussie rond Adidas zien.
Het sportmerk kondigde begin juni aan dat Kendall Jenner, een Amerikaanse tv-personality, het nieuwe gezicht van de Adidas-campagnes zou worden. Daarover ontstond vrijwel direct ophef op social media. Veelgelezen commentaar: ‘Waarom kiezen voor een fotomodel/tv-persoonlijkheid, terwijl je ook voor sporters kunt gaan die daadwerkelijk iets bereiken?’. Social media oordeelden hard: Jenner past niet bij Adidas.

Maar Adidas heeft de campagne tussentijds onvoldoende geëvalueerd, of heeft de ontstane discussie niet op waarde geschat. Want het merk ging onverstoord door met de campagne, en presenteerde in augustus de eerste uitingen met Jenner in de hoofdrol. Het resultaat is voor ons inmiddels niet zo verwonderlijk: een nieuwe storm aan kritiek.


Als Adidas de discussie in een vroeg stadium had gemeten en haar op waarde had geschat, had het de kans gehad om de campagne bij te sturen. Misschien door een ander persoon aan de campagne te verbinden óf door de campagne aan te vullen met meerdere gezichten. Nu is er enorm veel tijd en geld gaan zitten in de voorbereiding op en de uitvoering van de campagne, maar is het resultaat – qua impact op de reputatie althans – zeer teleurstellend.
Les voor ons? Effectmeting is niet zomaar een verplicht nummertje, het is hét belangrijkste sturingsmechanisme dat we als communicatieprofessionals in handen hebben. Het zorgt ervoor dat de resultaten van ons werk inzichtelijk worden zodat we erop kunnen anticiperen. Sla je een keer volledig de plank mis? Geen ramp. Door op tijd de effecten te meten, kom je er snel genoeg achter. Dat stelt je in staat om de situatie opnieuw te bekijken en je campagne aan te passen zodat hij beter past bij de wensen van je publiek.
Door de effecten van iedere actie te meten, bouw je ervaring op en leer je je doelgroep steeds beter kennen. Wat werkt wel en wat niet? Door te meten, krijg je daar steeds beter gevoel bij. Je zal merken dat je campagnes vaker de juiste snaar raken.
Ervoor zorgen dat die effecten positief voor je uitpakken? Lees hier hoe je in een handomdraai bepaalt of je moet reageren op online berichten.

Als je als Nederlands bedrijf in België succesvol marketing wil bedrijven, dan moet je kiezen voor een andere aanpak dan in Nederland. Dat zegt de Belgische marketeer Mark Tollenaere van Motionmill. “Om voet aan de grond te krijgen in België moet je ervoor zorgen dat de Belg je gaat vertrouwen. Hoe je dat doet? Ik denk dat je vooral aandacht aan je campagnes en contacten moet schenken. Niet denken dat je als Nederlander wel even de Belgische markt komt veroveren, zo werkt het namelijk niet.”
Tollenaere is al jaren professioneel bezig met online marketing en heeft zijn meeste klanten rondom Antwerpen. Hij weet als geen ander hoe hij de Belgische markt moet benaderen, maar heeft inmiddels ook veel ervaring opgedaan met Nederlanders en de Nederlandse markt. Met name door de pandemie is het werkveld naar online verschoven, waardoor afstand een minder grote rol speelt. “Afstand is minder een issue geworden, waardoor bedrijven ook verder durven te kijken dan het bureau dat bij ze om de hoek zit. Daar liggen voor Nederlandse bedrijven kansen in België en andersom voor Belgische bedrijven ook in Nederland.”
De Nederlandse en Vlaamse taal zijn nagenoeg gelijk, maar verschillen wel. Hoe moet je omgaan met die verschillen? Volgens Tollenaere moet je geen duizenden euro’s gaan steken in speciale campagnes of dure copywriters als je wil scoren met content. “Met een paar kleine aanpassingen kun je al heel ver komen. De manier van aanspreken bijvoorbeeld. Je hoeft niet direct volledig Belgisch te schrijven om Belgen te bereiken, maar ze worden wel graag op een andere manier benaderd. Wat minder direct, wat vriendelijker. Nederlanders zijn heel erg direct en to the point: ‘ik heb een product en dat heb jij nodig’, die aanpak werkt bij de Belg niet. Voor Belgen is het juist de kunst om wat directer te zijn als ze Nederlanders benaderen. ”
Wat moet je wel doen om als Nederlands bedrijf in België succes te hebben? Je laten zien. “Ik ben zelf gaan spreken in kleine zaaltjes voor een select groepje mensen. Dat deed ik bijvoorbeeld samen met klanten, dan liet ik hen vertellen. Zij verkochten als het ware mijn verhaal. Ik kon vanuit het verhaal van de klant mooie content halen en daar kon ik weer mee naar potentiële klanten. Dat heeft voor mij heel erg goed gewerkt. Ook al kwamen er maar weinig mensen op af. Met de content die uit zo’n avond kwam, kon ik maanden vooruit. Daarbij kost het je enkel koffie en wat biertjes om het te organiseren.”
In Nederland hebben veel mensen het beeld dat België achterloopt op gebied van online marketing, maar dat blijkt niet helemaal te kloppen. Volgens Mark Wijnen, marketeer bij Club Brugge, valt dat namelijk wel mee. De Nederlander kwam via o.a. Willem II en PSV terecht in Brugge en zijn stap naar België heeft hem de ogen geopend.
Hij ziet de verschillen tussen de Nederlandse en Belgische markt dagelijks. “Ik moet bekennen dat ik ook altijd het beeld heb gehad dat ze in België een beetje achterlopen, maar van wat ik heb gemerkt is dat totaal niet het geval. Sterker nog; ik vind ze hier vooruitstrevender en minder stijf. Ze staan meer open voor verandering en innovatie. Al kan ik alleen vanuit mijn werkgever, Club Brugge, spreken natuurlijk.”
In Nederland had Wijnen bijvoorbeeld meer moeite om ideeën erdoorheen te krijgen. “Veel Nederlanders zijn bang voor verandering. Sommige organisaties werken al jaren op dezelfde manier en zitten niet op nieuwe ideeën te wachten. Ze zijn bang voor veranderingen of bang voor hun eigen positie. Hier in België willen ze wat sneller vooruit en durven ze te innoveren en te investeren.”
Een voorbeeld dat Wijnen aanhaalt is Club Brugge Media. Zij scoren met unieke content. “Wij hebben daarin geïnvesteerd omdat we geloven in content marketing. Een voetbalclub is uiteindelijk een entertainmentbedrijf en je moet je volgers/supporters vermaken. Dat doe je door bijzondere content te delen die niemand anders heeft. Een kijkje in de kleedkamer tijdens de rust van een wedstrijd bijvoorbeeld, dat is iets dat in Nederland ondenkbaar is.”
Volgens Wijnen loopt Nederland daarin achter. “Het is vrij ouderwets om bij topsport alleen maar in het belang van de sporters te denken. Natuurlijk draait het om de sporters, maar zonder supporters zijn de clubs en sporters niets of niemand. Kijk maar eens in Amerika, daar is sport echt entertainment. Alles draait om marketing. Spelers staan tijdens de wedstrijd nog interviews te geven bijvoorbeeld. In België durven ze het belang van marketing iets meer in te zien dan in Nederland. Bij Brugge mogen we spelers ook veel meer en makkelijker gebruiken voor marketing-activiteiten dan bij Nederlandse clubs. En denk je dat die spelers dat heel erg vinden? Nee hoor, die vinden het negen van de tien keer zelfs leuk.”
Nederlanders en Belgen zijn in veel dingen hetzelfde, maar kennen op veel gebieden een andere aanpak. Het vertrouwen van de Belg winnen en investeren in een goede band blijkt erg belangrijk te zijn en Nederlanders hechten weer veel waarde aan directheid en duidelijkheid.
Tollenaere heeft nog wel een tip hoe je als Nederlander het beste de Belgische markt kunt aanvliegen. “De beste manier om een ingang te creëren op de Belgische markt is via een Belgische klant. Je eerste klant is vaak het moeilijkst, maar mocht je die eenmaal binnen hebben dan kan die heel waardevol zijn. Mijn advies is dan ook om samen met die klant op te trekken als je hier de markt op wil. Zij kunnen het verhaal voor jou perfect vertellen en dan creëer je een soort sneeuwbaleffect. En kijk ook eens kritisch naar de content die je al hebt. Met een paar kleine aanpassingen kan die heel geschikt zijn voor de Belgische markt. ”
Vertrouwen is dus het keyword als je in België wat klaar wil spelen. Dat vertrouwen krijgen kost tijd en energie, maar als je het vertrouwen eenmaal hebt gewonnen, dan is de kans groot dat je goed zit. “In negentig procent van de gevallen ben je binnen als je het vertrouwen van een Belg hebt gewonnen. Natuurlijk moet je nog je best blijven doen voor je klanten, maar dat is in Nederland niet anders. Ik denk dat je altijd je best moet blijven doen namelijk.”

Er zijn tientallen websites waar je gratis stockfoto’s kunt downloaden. Toch hanteren veel websites bepaalde voorwaarden, wat het lastiger maakt om een écht goede foto te vinden. Mijn top 11 bestaat daarom uit websites waar:
Let's go!
Pexels is voor mij de onbetwiste nummer één: wát een prettige website! Denk aan een overzichtelijke lay-out, een gemakkelijke zoekbalk en diversiteit aan foto’s. Alle foto’s worden gecureerd van websites zoals Unsplash en Gratisography en zijn gratis te gebruiken. Ben je op zoek naar gratis stockvideo’s? Ook dan ben je bij Pexels op de juiste plek. Al met al geen gedoe en veel keuze: fijn!

Meer dan 800.000 afbeeldingen om te doorzoeken: met de database van Pixabay zit het wel goed. Toegegeven: zo af en toe komen er van die stereotype stockfoto’s voorbij. Als je echter creatieve zoekopdrachten gebruikt, is de kans groot dat je er zult vinden wat je zoekt.
Als je van clean designs houdt, dan ga je van deze website heel blij van worden. Rightlight is ontstaan door een groepje webdevelopers, die zelf in het verleden veelvuldig gebruik hebben gemaakt van gratis mockups, fonts en plugins. Deze stockfoto-website is voor hen een manier om wat terug te kunnen doen. De database aan foto’s is misschien niet onwijs groot, maar kwalitatief heel goed.
Eindeloos veel categorieën, een overzichtelijke website én – niet onbelangrijk – mooie foto’s. Selecteer foto’s op basis van datum, populariteit of views, en vind zo eenvoudig de foto die past bij jouw social media post.

Foto’s met hoge kwaliteit vind je bij Unsplash, die daarbij stuk voor stuk gebruikt mogen worden voor commerciële doeleinden. Een account aanmaken is niet nodig, één klik op de download-knop is genoeg. Wil je op de hoogte blijven van de nieuwste stockfoto’s? Abonneer je dan op de nieuwsbrief, waar je elke 10 dagen maar liefst 10 nieuwe foto’s toegestuurd krijgt.
Quirky, creative, always free photos. Dat belooft de gratis stockfoto-site Gratisography. En quirky zijn de foto’s zéker. De afbeeldingen zullen lang niet altijd passen bij de strekking van je social media post, maar als je op zoek bent naar iets anders dan kun je hier je hart ophalen. En – de naam verraadt het al – de foto’s zijn helemaal gratis.
Beelden zeggen meer dan 1000 woorden, en die uitspraak komt tot uiting op Life of Pix. Je vindt er geen afleidende teksten of vage omschrijvingen, alleen maar foto’s die stuk voor stuk bruikbaar zijn voor je social media posts. Tipje: als je een foto tegenkomt die het downloaden waard is, open deze dan in een nieuw tabblad. Hiermee voorkom je dat je weer helemaal opnieuw moet scrollen als je teruggaat naar het overzicht!
Daniel Nanescu, een fotograaf met bijna 10 jaar ervaring, had een hard drive waar duizenden foto’s stof stonden te vangen. Hij besloot ze te delen met de rest van de wereld op SplitShire, waar iedereen de foto’s kan downloaden én gebruiken voor alle doeleinden. Bedankt, Daniel!
Weer een parel van een gratis stockfoto-site. De foto’s zijn van top-kwaliteit en worden onderverdeeld in categorieën zoals ‘Lifestyle’, ‘Business’ en ‘People’. Wat ook handig is: bij elke foto laten ze een bijbehorend kleurenpalet zien. Kaboom!

Make magic is wat fotograaf Jay Mantri je gebiedt zodra je zijn website bezoekt. Gelukkig is dat niet zo moeilijk met zijn collectie aan prachtige stockfoto’s! Een handige zoekbalk of categorieënpagina ontbreekt op zijn Tumblr, maar dat is hem vergeven als je zijn foto’s ziet. Wederom gratis te downloaden en te gebruiken.
Eigenlijk een vreemde eend in de bijt, maar ik kon het niet laten om Adobe Spark toe te voegen aan dit lijstje. Want hoe creatief je ook probeert te zijn, de kans is groot dat de door jou gebruikte stockfoto ook door anderen wordt ingezet. Geen ramp, maar uniek is het niet. Met Adobe Spark maak je zélf afbeeldingen voor je social media post. Een gratis dienst, die super gebruiksvriendelijk is. Selecteer wat voor soort post je wilt maken, voeg er filters of teksten aan toe en exporteer de afbeelding naar je laptop. Enige kanttekening: het aanmaken van een account is vereist, maar volledig gratis.
Heb je jouw afbeelding voor social media gevonden? Mooi, dan kun je hem nu gaan plaatsen. Of wil je hem eerst nog wat bewerken? Filtertje, beetje bijsnijden, inzoomen of de beeldverhouding aanpassen? Geen nood, het kan allemaal in de slimme social media planner van Coosto, want daar vind je een uitgebreide Image Editor.


Aandacht krijgen op social media is zo gemakkelijk nog niet. De concurrentie is enorm, en het geduld van consumenten neemt alsmaar af. En als je toch je zuurverdiende aandacht krijgt, begint het pas. Dan volgt een proces van mensen interesseren, verleiden, en tenslotte overtuigen om de gewenste actie te ondernemen.
En dat allemaal in één social media post.
Laat één ding duidelijk zijn: wie met social copy aan de slag gaat, moet talent en gevoel voor taal hebben. Maar met talent alleen kom je er niet. Een juiste structuur in een social media post is even onontbeerlijk als het vinden van de juiste woorden. Als kapstok kun je gebruik maken van het AIDA-model.
AIDA is een acroniem dat staat voor Attention, Interest, Desire en Action. In het Nederlands: Aandacht, Interesse, Verlangen en Actie. Dit model is al in 1925 geïntroduceerd, en was destijds vooral bedoeld om aan te geven welke stappen in een reclame-uiting aan bod moeten komen.
Veel later is het breder opgepakt om de verschillende fases van een klantreis weer te geven, maar je kunt het model net zo goed toepassen op micro-niveau: een social media post bijvoorbeeld. Wat moet een social media post doen om succesvol te zijn?
Wie kijkt naar de meest engaging social media posts van merken, ziet dat de social copy (de begeleidende tekst van een video, foto of link op social media) van deze berichten vrijwel altijd voldoet aan de combinatie van de 4 AIDA-ingrediënten.
Goed om dat patroon vast te stellen, maar hoe kun je nu zelf AIDA toepassen in je social media posts? Dat bespreken we stap voor stap.
Perfect geschreven social media posts kunnen de aandacht trekken, maar zonder relevante inhoud leveren ze alsnog niets op. Ben je nog zoekende naar die relevantie voor jouw merk en jouw publiek? Download dan een gratis exemplaar van het whitepaper ‘Contentstrategie & social media: van strategie naar succes’. Daarin leer je hoe je goed doordachte (social media) content creëert die aanslaat bij jouw doelgroep.
Aandacht draait in eerste instantie om opvallen. Opvallen op social media is niet veel anders dan in het echte leven. Hoe ongemakkelijk die waarheid soms ook is: het genuanceerde midden wordt vaak overgeslagen. Wie iets verrassends te melden heeft, krijgt de aandacht.
Alleen met zeer herkenbare, nieuwswaardige of visueel opvallende openingszinnen, zorg je ervoor dat mensen stoppen met scrollen en verder lezen.
Beschrijvende zinnen, clichés en inhoudsloze aankondigingen lokken veel minder uit om verder te lezen, en zijn daarom vrijwel nooit een goed idee.
⛔️ “In onderstaand artikel kun je lezen welke social media veel worden gebruikt in Nederland.”
⛔️ “Social media zijn niet meer weg te denken uit ons dagelijkse leven.”
✅ “Het is zover: TikTok is nu officieel groter dan Snapchat!”
✅ “Hé, duurt ‘even Instagram checken’ bij jou ook altijd minstens 2 uur?”
Passieve zinnen voelen onnodig traag en wollig aan. Social media zijn actiegedreven, en je opening moet daarom diezelfde insteek hebben. Schrijven in een actieve vorm helpt je direct de aandacht te grijpen. Deze vorm is concreter, en zorgt voor een actievere houding bij de lezer.
⛔️ “Wordt jouw auto nog steeds gewassen met water en groene zeep?”
✅ “Was jij jouw auto nog steeds met water en groene zeep?”

Zodra je eenmaal de aandacht hebt, moet je interesse gaan wekken. De lezer gaat hier in een fractie van een seconde bepalen of jouw social media post zijn aandacht ook daadwerkelijk waard is.
Probeer daarom inhoudelijk voort te borduren op het haakje waarmee je de aandacht hebt gegrepen. Laat hier zien dat je de problemen of verlangens van de lezer begrijpt, zodat je de aandacht vasthoudt. De lezer moet je post bij wijze van spreken instemmend knikkend kunnen lezen.
Naast die inhoudelijke opbouw, zijn er ook in deze fase schrijftips die je helpen die interesse te wekken.
Social media zijn in de regel een stuk informeler dan traditionele media. Wie interesse wil wekken op social media, moet daarom bijna letterlijk de taal van zijn doelgroep spreken. Vind je dat lastig? Een handig trucje is om je tekst hardop voor te lezen. Voelt de tekst onnatuurlijk aan? Je hebt dan waarschijnlijk te veel schrijftaal gebruikt, en kunt beter kiezen voor woorden die je ook in een gesprek zou gebruiken.
Typische schrijftaalwoorden: hetgeen, tevens, aldus, welke (waar ‘dat’ of ‘die’ wordt bedoeld), reeds, etc. hebben geen plek op social media.
⛔️ “Deze schadeposten, welke niet zijn gedekt, worden niet vergoed, hetgeen tevens reeds is vermeld in de voorwaarden.”
✅ “Tja, in de voorwaarden staat dat je er geen vergoeding voor krijgt.”
Nee, social media gaan niet om jou. Kies daarom niet jouw merk als referentiepunt, maar richt je direct tot de lezer.
⛔️ “Wij hebben een nieuwe applicatie ontwikkeld voor bewoners van huurappartementen. Daarmee ziet een huurder direct of hijzelf of de betreffende verhuurder verantwoordelijk is voor een reparatie in huis. Daarmee kan een verstoorde relatie of het maken van juridische kosten worden voorkomen.”
✅ “Er is iets kapot, maar draai jij of de verhuurder voor de kosten op? Met deze nieuwe app weet je het direct, en heb je nooit meer gedoe.”
Bijwoorden in social media posts zijn overbodig, en maken zinnen onnodig lang. Een eenvoudig devies om de aandacht vast te houden: laat ze in je social media posts achterwege. Bijvoeglijke naamwoorden kunnen een zin wél versterken, maar gebruik ze met mate.
⛔️ “Het is misschien wel een bijzonder lastige klus om je heel erg mooie huis op te knappen.”
✅ “Je huis opknappen is een lastige klus.”

Nu je een probleem, situatie of behoefte hebt vastgesteld, is het belangrijk dat je de social media post richting een oplossing schrijft. Daarbij breng je de oplossing natuurlijk zo aantrekkelijk mogelijk, waardoor de lezer ernaar gaat verlangen.
Een positieve insteek helpt dat verlangen te creëren. ‘Positief’ betekent niet dat je post altijd vrolijk moet zijn. Je mag bijvoorbeeld best een negatieve situatie aankaarten, als die wel een positief verlangen kan triggeren.
⛔️ “Vreselijk dat supermarkten nog altijd zijn ingericht alsof we in het jaar 2000 leven.”
⛔️ “Waarom doen we het onszelf nog aan om in die lange wachtrijen te staan?”
✅ “Zou het niet fantastisch zijn als je boodschappen gewoon aan de deur worden bezorgd?”
✅ “Het goede nieuws: die lange wachtrijen kun je vanaf nu overslaan.”
Social media managers laten zich vaak verleiden om te veel te vertellen. Een goede social media post kan impliciet verlangens creëren en heeft daar geen volzinnen voor nodig. Dwing jezelf om het rechttoe rechtaan te houden.
⛔️ “Met deze techniek voorkom je het probleem van vlekken onder je schilderstape. Zo schilder je gemakkelijk rechte lijnen op je muur, en hoef je niet na het schilderen alles nog eens bij te werken. De tijd die je daarmee bespaart kun je besteden aan andere activiteiten of juist aan ontspanning. Wel zo prettig, toch?”
✅ “Schilder gemakkelijk kaarsrechte lijnen op je muur.”
Heb je de aandacht weten vast te houden tot dit punt? Hartstikke goed, maar bewaar de schouderklopjes nog even. Er is namelijk nog één element dat je moet toevoegen aan je social media post. Een element dat gek genoeg vaak wordt vergeten: het aanzetten tot actie!
Je kunt wel een lekker lopende post hebben, maar veel lezers hebben nog een laatste zetje nodig. Geef daarom expliciet aan welke actie je van hem of haar verwacht: de video bekijken, reageren op de poll, zijn mening geven in de comments, op een linkje klikken, een gratis testexemplaar aanvragen?
Met een call-to-action in gebiedende wijs rond je jouw social media post af:
⛔️ “Daarom hebben we deze nieuwe slimme speaker op de markt gebracht.”
⛔️ “De speaker is verkrijgbaar in 3 nieuwe kleuren. Zit er iets voor jou bij?”
✅ “Bekijk de 360°-video en ervaar de nieuwe speaker zelf.”
✅ “Welke kleur is jouw favoriet? Laat het weten in de comments!”
Staat 10 mei al groots gemarkeerd in jouw agenda??
Schrijf je nu in voor ons webinar en ontdek hoe én waar jij de beste inspiratie voor knallende content vindt!https://t.co/qrHhn3dwO1
— Coosto (@CoostoNL) April 25, 2022
Voorbeeld: aanzetten tot actie in een social post

Deze AIDA-methode is ideaal om je social copy op te bouwen, maar een social media post heeft meer elementen waar je tekst in kunt verwerken. Denk bijvoorbeeld aan een linktitel, subtitel, afbeelding of video.
Over het algemeen is het een aanrader om AIDA niet volledig aan te laten komen op de beschrijvende tekst in een social media post. Als je onderdelen van AIDA in de overige elementen verwerkt (bijvoorbeeld aandacht trekken door middel van beeld, of verlangens creëren door een linktitel), kun je de social copy nóg korter houden. Dat betekent minder kans dat een lezer afhaakt, dus gunstig voor jou.
Beoordeel een social media bericht daarom niet alleen op de social copy, maar bekijk hem in zijn geheel. Dan zijn niet alleen je teksten perfect, maar kun je met recht zeggen: ik heb een geweldige social media post geschreven! Details kunnen hierin het verschil maken. Denk aan het toevoegen van links, afbeeldingen of video, hashtags en emoji. Het lijken op het eerste oog ‘onbenullige’ keuzes, maar het zijn juist deze toevoegingen die uiteindelijk tot grote verschillen in de resultaten leiden.
Benieuwd waar de perfecte social media post aan moet voldoen? Jouw eigen data is goud waard. Met onze Perfecte Post Calculator krijg je inzicht in het optimale gebruik van hashtags en de ideale berichtlengte. Daarnaast krijg je ook te zien wat voor jou de beste dag én tijd is om te posten.

We hoeven niet uit te leggen dat branding belangrijk is. Maar we willen je wel laten zien hoe je een herkenbaar merk kunt bouwen aan de hand van een aantal voorbeelden. Een enorm marketingbudget is handig, maar niet essentieel: gewoon doen!
Een unieke en uniforme visuele uitstraling zorgt voor herkenning op de lange termijn. Om te beginnen een voorbeeld dicht bij huis. TOTO was nog niet zo lang geleden een grijs merk, totdat ze besloten het roer om te gooien en hun eigen koninkrijk creëerden. Koning TOTO is nu onmisbaar geworden in Nederland.
Als mensen zich tijdens carnaval zelfs verkleden als Koning TOTO, dan weet je dat het met de herkenbaarheid van je merk wel goed zit. De kroon, de huisstijl, de groene mantel, het zijn vaste visuele patronen in elke uiting en reclame van het gokbedrijf. Patronen die zo herkenbaar zijn geworden dat iedereen ze associeert met TOTO.
❗️| Brekend: een bericht van blijkbaar de enige echte koning TOTO ? pic.twitter.com/rwoKJJYqMW
— TOTO (@TOTO_NL) April 1, 2021
Over visuele herkenning gesproken: kun je je voorstellen dat je een reclamecampagne uitrolt zonder je logo te gebruiken? Het klinkt bijna onmogelijk, maar toch doet McDonald's het regelmatig. De kleuren en bogen van de wereldberoemde gele M zijn zo herkenbaar dat we bij het zien van een deel van het logo of alleen al bij het zien van de kleuren meteen de link leggen naar de hamburgerketen.
Ze adverteren bijvoorbeeld met grote reclameborden naast de weg waarop slechts een klein stukje van de M te zien is. Dit is om aan te geven in welke richting je moet gaan om je Big Mac te halen. De naam van het bedrijf wordt nergens genoemd en het logo is ook niet te zien, maar toch weet iedereen dat het McDonald's is.
Een herkenbare slogan kan enorm belangrijk zijn voor je merk. Er zijn talloze voorbeelden van goede slogans die al jaren verbonden zijn aan bepaalde merken. Een van de bekendste is ongetwijfeld “Just Do It. In dit verband hoeven we niet eens te zeggen om welk merk het gaat. Nike gebruikt de slogan al sinds de jaren 1980.
Maar hoe kom je aan zo'n ijzersterke slogan? Een manier om dat te doen is door het kort en krachtig te houden, je te richten op de essentie van je merk en woorden en zinnen te gebruiken die mensen gemakkelijk overnemen. De zin waarmee Nike al meer dan 30 jaar adverteert, voldoet aan die kenmerken, maar heeft een lugubere oorsprong. Gary Gilmore, een ter dood veroordeelde crimineel, was namelijk de inspiratie voor het sportmerk. Zijn laatste woorden voor zijn executie waren: “Let's do it!
Die woorden inspireerden het reclamebureau dat de campagnes voor Nike deed en zo werd de wereldberoemde slogan geboren. Trouwens, in de strijd tegen racisme in Amerika gebruikte Nike deze slogan op een zeer krachtige manier. Zo krachtig dat zelfs concurrent Adidas de video deelde. Voor één keer, doe het niet'.
Laten we allemaal deel uitmaken van de verandering.#UntilWeAllWin pic.twitter.com/guhAG48Wbp
— Nike (@Nike) May 29, 2020
In Nederland zijn er natuurlijk ook voorbeelden van goede slogans. “Het komt goed schatje” is een zin die onlosmakelijk verbonden is met Roosvicee. Zij hebben een zin die dagelijks door heel veel mensen wordt gebruikt, weten om te zetten in hun slogan. Als je nu die bemoedigende woorden uitspreekt, denk je bewust of onbewust aan Roosvicee. Super krachtig en super herkenbaar dus.
Je merk een gezicht geven is altijd een goed idee. Denk maar aan Frank Lammers. De acteur van onder andere Undercover is enorm populair in Nederland en ook het gezicht van Jumbo. Elke dag krijgt hij wel honderd keer “Hallo Jumbo” naar zijn hoofd geslingerd, zoals hij onlangs toegaf in Rooijakkers over de vloer op RTL4. Het laat zien hoezeer mensen Lammers associëren met de supermarkt.
Wat Frank Lammers nu is voor Jumbo, was Harry Piekema zo'n tien jaar voor Albert Heijn. Hij verscheen in elke commercial en werd het gezicht van de AH. Je denkt nog steeds aan de Albert Heijn op het moment dat je Piekema voorbij ziet komen. Zodra het bbq-seizoen begint en er een hamburger op de grill gaat is er altijd wel iemand die “hamburgers met korting” zingt. Herkenbaar toch?
Telfort weet ook hoe goed het kan zijn om je merk een gezicht te geven. De naam Patrick Stoof doet misschien niet meteen een belletje rinkelen, maar als je zegt: 'Wie had dat gedacht; van golfbaan naar bijbaan', weet iedereen meteen wie je bedoelt en gaat er een Telfort-belletje rinkelen. De herkenbare uitspraken uit de reclames worden nog dagelijks door iedereen gebruikt.
Een unieke en duidelijke tone-of-voice is ook erg belangrijk voor je merk. Spreek je je volgers heel formeel, informeel of met veel humor aan? Zorg ervoor dat de stijl bij je merk past en dat je het consequent toepast, dan word je vanzelf herkenbaar.
Een goed voorbeeld is voetbalclub Telstar. Een kleine club, maar groot in hun unieke communicatie. Ze gebruiken veel humor en zelfspot. Het is typisch Telstar. Andere clubs hebben het ook geprobeerd, maar die kregen al snel te horen: “Jullie proberen Telstar te imiteren. Dat laat zien hoe herkenbaar hun tone of voice is. Het kopiëren van deze stijl voelt meteen 'nep' en onnatuurlijk. Want bij deze tone-of-voice t denk je meteen aan het clubje uit Velsen-Zuid. Die herkenbaarheid is wat je wilt.
Wijsheid komt met de jaren. Wij zijn klaar voor je komst! @rafvdvaart @HeldenMagazine pic.twitter.com/MOnNilO6OA
— Witte Leeuwen (@telstar1963nv) December 1, 2016
Reisorganisatie Eliza was Here heeft ook een heel herkenbare en onderscheidende tone of voice. Als je kijkt naar de communicatie van die organisatie heb je het gevoel dat je altijd met Eliza te maken hebt. Ze spreekt constant vanuit de eerste persoon waardoor je met haar meeleeft en de reizen die ze aanbieden vanuit haar ogen bekijkt. Je vergeet even dat er een grote organisatie (TUI Group) achter zit. En dat maakt deze persoonlijke tone-of-voice zo krachtig.
De bovenstaande punten en gerelateerde voorbeelden kunnen je op weg helpen bij het bouwen van een herkenbaar merk. Branding is ontzettend belangrijk. Je kunt nog zo'n goed product hebben, zonder een goede merkstrategie wordt het een stuk moeilijker om je product op de markt te brengen. Neem branding daarom serieus en besteed er tijd en aandacht aan. Raak niet in paniek als je niet binnen een maand een wereldberoemd merk hebt, Rome is niet in een dag gebouwd.

Facebook blijft met kop en schouders het grootste sociale-mediaplatform in Vlaanderen. 8 op de 10 Vlamingen is actief op sociale media, en Facebook neemt daarvan het grootste deel voor haar rekening. 74% van de Vlamingen opent en bekijkt Facebook minstens maandelijks. Op gepaste afstand volgen YouTube en Instagram. Pinterest, LinkedIn en Twitter ontlopen elkaar daarachter niet veel. TikTok en Snapchat noteren rond de 14%. Reddit is en blijft een niche-platform, met zo’n 6% van alle Vlamingen die het platform minstens maandelijks bekijkt.

De opvallendste groei zien we bij TikTok - van 3% vorig jaar naar 14% - en Instagram en Pinterest, die al drie jaar een consistente stijging laten zien. Instagram groeide gestaag van een penetratie van 30% in 2017 naar een gerapporteerde 45% in 2020. Pinterest maakt kleinere stappen, met jaarlijks een paar procentjes erbij. Drie jaar geleden bekeek 21% van de Vlamingen het platform maandelijks, in 2019 was dat 26%, en nu dus 27%.
LinkedIn daalt juist voor het eerst in drie jaar, van 24% vorig jaar naar 20% nu. Andere platformen blijven redelijk stabiel op hun langjarig gemiddelde.
Tip: een populair sociale-mediaplatform is niet automatisch een geschikt kanaal. Lees hier welke kanalen het best bij jouw merk aansluiten.
De Vlaming besteedt gemiddeld 39% van zijn smartphone-schermtijd aan sociale media, zo’n 6% meer dan vorig jaar. Dat komt dagelijks neer op zo’n 73 minuten, tegenover 49 minuten vorig jaar. 54% van alle Vlamingen is bovendien een actieve gebruiker van minstens vier sociale media en/of chatplatformen. Bij 16- tot 24-jarigen is dat maar liefst 9 op 10. Het percentage Vlamingen dat wekelijks (77%) en zelfs dagelijks (66%) gebruik maakt van social media, steeg met respectievelijk 1 en 3 procent.
Kortom: het sociale-mediagebruik wordt frequenter en intensiever. De Digimeter werpt terecht de vraag op of dit tijdelijke corona-effecten zijn of langetermijntrends, maar het is in elk geval de realiteit van vandaag.
Daarbij is het wel interessant om op te merken dat slechts een handjevol sociale-media-apps verantwoordelijk is voor deze intensivering. Voor vrijwel elk platform wordt gemiddeld een lager dagelijkse en wekelijkse gebruiksfrequentie gerapporteerd, op TikTok en Instagram na. Instagram is zelfs na Facebook de sociale-media-app die het vaakst dagelijks wordt geopend: 32% van alle Vlamingen kijkt iedere dag op Instagram.
Tip: deze statistieken voor Vlaanderen vergelijken met Nederland? Bekijk de social media gebruikscijfers van Nederland.
Om te kunnen vaststellen waar jouw doelgroep actief is, is het relevant om niet alleen de algemene penetratiegraad van sociale-mediaplatformen te bekijken, maar ze per leeftijdscategorie onder de loep te nemen. De Digimeter stelt ook deze gegevens ter beschikking. Onderzocht in 2020, maar gerapporteerd in april 2021, en daardoor zijn dit de meest recente gegevens om je kanaalkeuze op te baseren.
Facebook blijft redelijk stabiel in het aandeel maandelijkse gebruikers onder de Vlaamse bevolking. We zien wat kleine dalingen binnen alle leeftijden, met uitzondering van de groep tussen 35 en 44 jaar. Zoals bij veel sociale media zijn het ook op Facebook vooral de jongere Vlamingen die relatief goed vertegenwoordigd zijn.

Lees meer over de mogelijkheden van Facebook in Coosto.
De opkomst van TikTok lijkt bij de jongere generatie niet tot een daling van het YouTube-gebruik te hebben geleid. De groep tussen 16 en 24 jaar is zelfs de enige waar het YouTube-gebruik is toegenomen. Het grootste verschil tussen Facebook en YouTube zien we bij de groep ouder dan 55 jaar. Minder dan de helft van hen opent YouTube minstens maandelijks, terwijl bijna 2/3e wel actief is op Facebook.

Instagram is al jaren groeiende, al lijkt de explosieve stijging van eerdere jaren wat af te vlakken. Traditioneel is het platform vooral populair bij leeftijdsgroepen tot 34 jaar, en dit jaar is daarin geen uitzondering. Bij de groep tot 24 jaar is Instagram voor het eerst zelfs groter dan Facebook (87% tegenover 85%).

Lees meer over de mogelijkheden van Instagram in Coosto.
Wellicht zijn mensen minder op zoek naar vacatures of professioneel netwerken in tijden van de coronacrisis en het bijbehorende thuiswerken. Wat de onderliggende reden ook is: LinkedIn maakt een opvallende daling door in Vlaanderen. Binnen de groepen tussen 25 en 54 jaar, waar LinkedIn normaal gesproken goed vertegenwoordigd is, gaat het platform relatief hard onderuit, met respectievelijk 6 en 7 procentpunten.

Lees meer over de mogelijkheden van LinkedIn in Coosto.
Pinterest is ook in Vlaanderen een stille kracht in het sociale-medialandschap. Zelden in het nieuws, maar een gestage groeier op de achtergrond. Dit jaar doet vooral de groep tussen 25 en 34 jaar een duit in het zakje, met een groei van 8 procentpunten. Het valt bovendien op dat het platform over alle leeftijdsgroepen relatief gelijk is vertegenwoordigd. Twijfel je om Pinterest in te gaan zetten voor jouw organisatie, dan hoeft de leeftijd van je doelgroep dus geen struikelblok te zijn.

Lees meer over de mogelijkheden van Pinterest in Coosto.
Nu de ambtstermijn van Donald Trump als president van de Verenigde Staten is afgelopen, levert Twitter overal wat actieve gebruikers in, na een stijging in eerdere jaren. Dat is in Vlaanderen niet anders. Opmerkelijke uitzondering: de groep tussen 16 en 24 jaar, waar het platform zelfs 3% wint.

Lees meer over de mogelijkheden van Twitter in Coosto.
Heb je als social media manager de razendsnelle opkomst van TikTok gemist, dan heb je hoogstwaarschijnlijk onder een steen geleefd. Het spraakmakende videoplatform schiet vooral bij jongere doelgroepen als een raket omhoog, en is bij 16- tot 24-jarigen zelfs plots het 5e grootste sociale-mediaplatform. 50% van hen gebruikt het plaform minstens maandelijks. Ook de 19% van 25- tot 34-jarigen is het vermelden waard. In absolute getallen kan TikTok zich nog niet meten met Facebook of Instagram, maar het is zonder meer een trend om in de gaten te houden.

De chatapp Snapchat scharen we bij Coosto vanwege de mogelijkheid tot het volgen van accounts onder sociale media, en zoals bekend is dit platform vooral onder jongere doelgroepen populair. Wie vermoedde dat Snapchat ‘last’ zou hebben van de opkomst van TikTok, komt bedrogen uit. Ruim 7 op de tien adolescenten logt nog minstens maandelijks in, iets meer zelfs dan vorig jaar.

Alles beschouwd lijken sociale media een steeds belangrijkere rol in het leven van de Vlaming te krijgen. Toch ontstaat er een soort attitude-kloof, of misschien zelfs een intrinsiek dubbel gevoel over sociale media bij veel Vlamingen. Eerder zagen we dat het sociale-mediagebruik intensiveert. 38% zegt een gevoel van verbondenheid te ervaren door sociale media, en 26% kan naar eigen zeggen geen dag zonder sociale media.
Tegelijkertijd zien we dat 61% vindt dat sociale media te tijdsintensief zijn (dit was 'slechts' 34% vier jaar geleden). Ook groeit het aandeel mensen dat nooit gebruik maakt van sociale media, van 10% naar 13%.
Attitudes en gedragingen ten aanzien van sociale media lopen dus uit elkaar, maar het staat vast dat sociale media een vaste plek in de mediaconsumptie van veel Vlamingen hebben gekregen. Als organisatie is het verstandig om je te verdiepen in deze cijfers, en te bedenken welke platformen passen bij jouw marketing- of communicatiestrategie, doelgroepen en doelstellingen.

Of mensen nu geloofden dat de serie er echt aankwam, of ervan overtuigd waren dat het een door fans gemaakte video betrof: er werd over gepraat. Er werd véél over gepraat. Analyse in Coosto leert dat de discussie rond Westeros meer dan 10 miljoen mensen bereikte. Toegegeven, niet iedere marketing- of communicatieprofessional heeft de redactie en het budget tot zijn beschikking om dergelijke professionele video’s te maken. Maar ook op kleinere schaal zijn er wel degelijk dingen die we kunnen leren van de viralmachine die Arjen Lubach heet:
In de kern zijn de virals van Lubach extreem goed gelukte inhakers. Een inhaker is een manier om als bedrijf of merk in te spelen op een al bestaande discussie. Zo’n inhaker begint bij kennis van onderwerpen die voor je publiek relevant zijn. Omdat het potentiële publiek van Zondag met Lubach zeer breed en groot is, is het logisch dat het programma telkens kiest voor actualiteiten die een groot deel van Nederland bezighouden: de verkiezingen in de VS, de verkiezingen in Nederland en nu dus Game of Thrones.
Waarschijnlijk heeft jouw organisatie een wat specifiekere doelgroep. Ook dan kunnen inhakers op een goedkope manier bereik opleveren. Is jouw specifieke doelgroep bijvoorbeeld begaan met een bepaald evenement? Hebben de mensen binnen je doelgroep gemeenschappelijke interesses? Probeer er op een originele manier op in te haken. Via social media monitoring tools kun je die interesses achterhalen. Vind wie er praat over jouw merk en onderzoek wat hen nog meer bezighoudt.
{"preview_thumbnail":"https://www.coosto.com/sites/default/files/styles/video_embed_wysiwyg_preview/public/video_thumbnails/JPVIJlKfAOs.jpg?itok=h59LjUm2","video_url":"https://www.youtube.com/watch?v=JPVIJlKfAOs","settings":{"responsive":1,"width":"854","height":"480","autoplay":0},"settings_summary":["Embedded Video (Responsive)."]}
Weten wat je publiek bezighoudt is een goede eerste stap, maar zonder timing is je inhaker bij voorbaat waardeloos. De video van ‘Netherlands second’ was spot-on, maar ik kan je op een briefje geven dat hij niets had opgeleverd als hij op dit moment was uitgezonden. Soms is de timing heel gemakkelijk te bepalen. Sommige feestdagen of evenementen kun je namelijk al van verre zien aankomen. Denk aan Koningsdag, de Nijmeegse Vierdaagse of Carnaval.
Maar meestal ligt het wat gecompliceerder dan dat. Neem dit voorbeeld van Lubach en Game of Thrones. Game of Thrones is een tv-serie die draait vanaf 2011 en al 7 seizoenen kent. De online buzz rond de show fluctueert sterk, en als je besluit erop in te haken is het essentieel om het verloop van het gesprek in kaart te brengen, zodat je pieken kunt voorspellen. Lubach koos ervoor om zijn video een dag na de laatste aflevering te publiceren (29 augustus). Die keuze heeft uitstekend gewerkt. Hoewel de data uit Coosto laat zien dat Game of Thrones rond de eerste aflevering van het seizoen (17 juli) een nog hotter topic was, zou die timing niet goed hebben aangesloten op het nieuwe seizoen van Zondag met Lubach. Het was voor de redactie zaak om het snijpunt te vinden tussen product (eerste aflevering Zondag met Lubach) en pieken in het online gesprek (Game of Thrones in dit geval). Dat hebben ze feilloos gedaan als je het mij vraagt.

Een video is pas een viral video als hij veel wordt gedeeld. Betekent dat dat je rustig op je stoel kunt zitten wachten op de eerste ‘shares’ en ‘likes’? Absoluut niet. Hopen dat je video toevallig wordt opgepikt door iemand met een groot bereik en veel invloed, levert je doorgaans niet veel op. Dat lijkt de redactie van Zondag met Lubach ook te hebben begrepen. Slechts een paar uur na de upload op YouTube werd de video gedeeld door Blendle-oprichter Alexander Klöpping en Jan Böhmermann, een comedian die in Duitsland een soortgelijk programma als Zondag met Lubach presenteert.
WESTEROS THE SERIES - YouTube. Is dit echt? https://t.co/bQLtBr0wWD
— Alexander Klöpping (@AlexanderNL) 29 augustus 2017
Zij hebben zich in het afgelopen jaar al vaker positief uitgelaten over Zondag met Lubach en ze hebben een indrukwekkend aantal volgers. Kortom: het zijn belangrijke influencers voor Zondag met Lubach. Of de redactie hen daadwerkelijk heeft benaderd om de online buzz rond de video aan te wakkeren laat zich raden, maar het zou een goede en logische zet zijn geweest.
Ook dit kun je zelf op kleinere schaal aanpakken. Weet je wie er praat over je merk of bedrijf? Zorg dat je daar achter komt, en ga vervolgens na wie van hen een groot bereik heeft en wie veel invloed heeft op jouw publiek. Werk aan een duurzame band met deze influencers, zodat je hen zonder schroom kunt benaderen als je een keer een scoop of exclusieve content te bieden hebt.
Ik kan je niet beloven dat je inhakers de successen van Arjen Lubach gaan evenaren, maar door ze al in de voorbereidende fase professioneel uit te denken, kun je ook op jouw schaal mooie resultaten boeken. En wie weet, misschien kun jij je binnenkort ook met recht een viralmachine noemen.

Enerzijds kun je kijken naar de hoeveelheid churn je weet te voorkomen. Churn? Yep. Dit is het aantal klanten dat een bedrijf in een bepaalde periode heeft verlaten. Je kunt aan de andere kant ook de hoeveelheid extra leads in kaart brengen die je hebt aangeleverd door webdare.
Webdare richt zich op het proactief beantwoorden van vragen en opmerkingen die mensen hebben, met als gevolg dat er leads uit kunnen komen voor sales om op te volgen.

Het precies in kaart brengen van de opbrengsten van webcare is lastig. Hoe toon je namelijk aan dat jouw hulp de churn heeft verlaagd? Immers is het moeilijk om aan te tonen dat jouw hulp de churn heeft verlaagd. Een manier om dit te meten is het verrichten van een klanttevredenheidsonderzoek. Ook het gebruik van UTM tags – een code die je áchter je url’s plaatst - helpt om te achterhalen of leads uiteindelijk klant worden. Hierdoor kun je achterhalen hoeveel mensen op jouw links hebben geklikt.
Onthoud één ding: de toegevoegde waarde van webcare laat zich nooit volledig zien in euro’s. Doordat je de (potentiële) klant weet te helpen, creëer je positieve awareness én exposure voor jouw organisatie. Webcare is immers openbaar. Er kijken veel mensen mee hoe jij service verleent. Veel organisaties starten veelal met webcare om simpelweg de klant vaker en beter te kunnen helpen. Dat dit zich vertaalt in een lagere churn en meer leads is voor velen een logisch gevolg van de visie om klanten perfecte service te bieden. Waarvoor het inzetten van webcare ontzettend bruikbaar is.

Bovenstaand voorbeeld laat zien dat Natuurmonumenten in januari 2017 ruim 2,6 miljoen mensen wist te bereiken op social media. Een ontzettend groot aantal met een overwegend positief sentiment.
Wil je je prestaties inzichtelijk maken? Dan is het cruciaal om eerst doelen te stellen. Alleen zo weet je of jouw prestaties ook van voldoende niveau zijn. Vraag jezelf af wanneer je webcare succesvol is: het startpunt om doelstellingen te maken. Een veelgebruikte manier is het inzetten van KPI’s. KPI staat voor Key Performance Indicator en is een set aan variabelen waarmee je een aantal zaken inzichtelijk maakt. Lig je nog op koers? Loop je misschien achter? KPI’s geven je de indicatie of je wel of niet optimaal presteert. Is dat niet zo, dan is het slim om bij te sturen.
Elke KPI meet hoe je presteert op een van je doelstellingen. Wanneer je bijvoorbeeld de doelstelling hebt om klanten maximaal 30 minuten te laten wachten op een reactie, dan is de KPI ‘responstijd’ een manier om dit in kaart te brengen.
Onderstaande formule geeft kort weer hoe je de ROI berekent:
Return On Investment (ROI) = (((opbrengsten uit webdare + besparingen door verminderde churn) – kosten webcare)/kosten webcare)*100%)
De formule kijkt naar de extra opbrengsten die je als webcareafdeling weet te genereren middels webdare en voegt hier een vermindering aan churn aan toe.

Het waren niet de minsten, die aanschoven voor een gesprek met een publiek van zo’n 100 geïnteresseerden. Ronald Voorn (senior docent marketing analytics en onderzoeker aan Hogeschool Utrecht) en Betteke van Ruler (emeritus hoogleraar in de communicatiewetenschappen aan Universiteit van Amsterdam) deelden hun kijk op marketing, communicatie, de verschillen en de overeenkomsten.
“Er zijn heel veel marketeers die in de praktijk vooral met communicatie bezig zijn, en communicatieprofessionals die voor een groot deel marketingcommunicatie bedrijven. En toch weten ze onvoldoende wat de toegevoegde waarde is van de een voor de ander”, trapt Voorn af. “Wonderlijk. We willen vooral dat de ander ons niet voor de voeten loopt.”
Van Ruler lijkt het daarmee eens, en betoogt dat het goed zou zijn als we elkaars impact niet proberen in te perken, maar juist met bewondering gaan kijken naar hetgeen we zelf beter zouden kunnen doen.
“Marketing is vaak nog steeds een eilandje, terwijl communicatie als vak veel meer ‘van de organisatie’ is”, vervolgt Van Ruler. “Communicatieprofessionals zijn in de afgelopen jaren de organisatie ingezogen. Ze zijn zich gaan bemoeien met vragen als: hoe kunnen we collega’s helpen op een aangename manier naar buiten te treden? Hoe communiceren we intern met zijn allen? Hoe komen beslissingen tot stand? Wegen we daarbij verschillende belangen af?. Goede communicatie als filosofie voor iedereen in de organisatie. Marketeers zouden dezelfde rol kunnen verdienen.”
Marketing is dan niet langer alleen gericht op waardecreatie richting (potentiële) klant. Het principe van waardecreatie gaat dan ook gelden voor andere stakeholders. “Klantwaarde, aandeelhouderswaarde, belangengroepenwaarde… dan is marketing fantastisch”, knikt Voorn. Van financiën tot HR en de productielijn: als iedereen zich bewust is van de waarde die hij of zij kan creëren voor stakeholders, geeft dat de organisatie een enorme boost.
Van Ruler is duidelijk over wat ze benijdt als ze kijkt naar marketing: het gebruik van data. Ze vindt dat het communicatievak meer moet doen om ook data-driven te worden. Marketeers weten hun positie in de organisatie te claimen door structureel hun waarde aan te tonen met behulp van data. Daar is voor communicatieprofessionals nog een wereld te winnen.
Natuurlijk, sommige gevolgen van marketing (leads, sales, klantretentie) zijn gemakkelijker te meten dan reputatie, weerstand of houding. Maar het is een misverstand dat data altijd cijfers zijn. Hoe wordt over een bepaalde kwestie gedacht? Welke reactie kan een beleidskeuze uitlokken bij een bepaalde belangengroep? Ook dát is data. Communicatie móet op zoek naar goedkope, snelle onderzoeksmethodes om met argumenten te kunnen komen die voor de rest van de organisatie hout snijden. Die data zouden communicatieprofessionals op twee momenten kunnen gebruiken, vertelt Van Ruler. “Allereerst om een probleem te definiëren en tot doelstellingen te komen. Praten met mensen, de tijdsgeest proberen te vatten, breed monitoren, stakeholdersanalyses uitvoeren. Aan dat soort zaken moet je dan denken. Maar vervolgens kun je ook data gebruiken om vast te stellen of je op de goede weg bent, en of je oorspronkelijke probleemstelling überhaupt nog wel geldt.”
“Communicatieprofessionals hebben de juiste houding om dit tot een succes te maken. Ze zijn gewend om te luisteren, om niet vanuit zichzelf te redeneren, maar op de ander gericht te zijn. Ze ontberen alleen onderzoeksmethoden die er daadwerkelijk voor kunnen zorgen dat ze zich niet langer alleen op onderbuikgevoel of ervaring hoeven te baseren.”
Ondanks de verschillen is er ook voldoende overlap tussen marketeers en communicatieprofessionals. Dat kan ook bijna niet anders, gezien de vaak vloeiende scheidslijn tussen de twee vakgebieden.
Voorn weet het in één zin te vatten: “Marketeers en communicatieprofessionals zijn beiden enorm gedreven in hun interesse in mensen.” Ze zijn gedreven om te begrijpen hoe mensen denken, wat ze vinden, waarom ze dat vinden, en wat daar dan weer aan ten grondslag ligt. Hoewel ze die kennis vaak voor verschillende doeleinden gebruiken, is dat het gezamenlijke vertrekpunt van zowel communicatie als marketing.
Dat verklaart wellicht de grote belangstelling voor mediamonitoringtools vanuit beide beroepsgroepen. Waar Van Ruler in eerste instantie nog stelt dat vooral communicatieprofessionals vanuit hun natuurlijke neiging tot luisteren fan zijn van monitoring, vult Voorn al gauw aan: “Ook marketeers gebruiken in heel veel gevallen tools als Coosto, om brand mentions in kaart te brengen, de tijdgeest beter te begrijpen en merkattitudes te onderzoeken.”

Voor communicatieprofessionals is het motto ‘de buitenwereld naar binnen halen’ gesneden koek. Een moderne communicatieadviseur is er in al zijn werkzaamheden op gericht om grenzen tussen organisatie en externe stakeholders weg te nemen. Niet alleen zenden of reageren, maar vooral luisteren als basis voor communicatiebeleid, vaak georganiseerd in een newsroom of communicatieteam.
In de praktijk houdt dat in dat (online) nieuwsberichten, blogs en social media nauwlettend in de gaten worden gehouden, met behulp van monitoringtools zoals Coosto. De uitdaging is vervolgens om alle opgehaalde informatie ook daadwerkelijk te verspreiden binnen de organisatie.
Dat blijkt in sommige gevallen toch een mentale of technische drempel. We zien dat inzichten uit social en online media nog te vaak ophouden bij het managementteam of de communicatieafdeling zelf, en vervolgens niet verder de organisatie binnendringen. De achterliggende gedachte: "We gebruiken het nieuws zelf wel in onze communicatieadviezen. Dan profiteert de rest van de organisatie er indirect van."
Men blijkt enerzijds huiverig om negatief of gevoelig nieuws zomaar te delen met collega’s. Dat is misschien begrijpelijk, maar wel jammer. Zeker gezien het feit dat veel communicatieteams zichzelf als doel gesteld hebben om hun gehele organisatie ‘communicatiever’ te maken. Ze beseffen dus ergens wel dat niet alle communicatie via hen kan verlopen, en dat er een beroep moet worden gedaan op de vaardigheden van alle collega's.
Die ambitie betekent echter ook dat iedereen baat kan hebben bij een volledig en actueel beeld van de context waarin ze werken. Wat speelt er op dit moment rond onze organisatie? Zijn er gevoeligheden of positieve nieuwtjes waar collega’s rekening mee moeten houden in hun werk? Vaardigheden als ‘omgevingssensitiviteit’, ‘politieke antenne’, ‘mediagevoeligheid’ zijn voor vrijwel iedere functie relevant, en sluiten hier naadloos op aan.
Kortom: houd deze inzichten uit online en social media niet voor jezelf, maar deel ze structureel met collega’s die ervan kunnen profiteren in hun dagelijkse werk.
Zie ook het webinar: Beter communicatieadvies met social media data.
Anderzijds is er een praktische drempel die voorkomt dat nieuws uit social en online media in de gehele organisatie gaat ‘leven’.
De logische manier om nieuws en inzichten te delen is een interne nieuwsbrief, die binnen overheidsorganisaties vaak een TamTam wordt genoemd. Het is een soort knipselkrant van relevante en actuele nieuwsberichtjes voor jouw organisatie.
Veel communicatieteams stellen die knipselkrant samen op een nogal ouderwetse manier: al het intern te delen nieuws wordt handmatig gekopieerd en geplakt. Dat werkt perfect, maar is bijzonder veel werk.
Gelukkig kan Coosto dat handmatige werk voor je uit handen nemen. Geen ingewikkeld gedoe met extra mailingprogramma’s, maar gewoon in de tool die je toch al gebruikt om alle relevante berichtgeving te volgen.
Het begint bij een zoekopdracht. Hiermee filter je alle berichten in Coosto, en houd je alleen de berichten die jij mogelijk interessant vindt (over je organisatie, stakeholders of ketenpartners) over. Dit is een eenmalige actie. Nieuwe berichten die voldoen aan de zoekopdracht vind je vervolgens automatisch terug.
Zodra je jouw nieuwsbrief wilt creëren (bijvoorbeeld elke dag, week of maand), open je de zoekopdracht en label je de berichten die je daadwerkelijk wilt opnemen in je nieuwsbrief. Je hebt hierbij toegang tot miljoenen bronnen van online nieuwssites, social media, blogs, fora, reviews, en – afhankelijk van je Coosto-licentie – ook artikelen van offline kranten en tijdschriften en fragmenten van radio en televisie.
Kies bijvoorbeeld voor een nieuwsbericht met grote impact, een veelzeggende review, een interessant blog, een eigen social media post of een bijzondere reactie daarop. De mogelijkheden zijn eindeloos.
Nu je de gewenste berichten hebt geselecteerd, ga je de nieuwsbrief daadwerkelijk creëren. Je hebt de keuze uit twee types nieuwsbrieven.
De eerste is een PDF, die je collega’s via mail of in Coosto periodiek kunt toesturen. Voor elke nieuwe editie van de nieuwsbrief vervang je dan de nieuwsberichten van de vorige dag, week of maand. Het voordeel van dit type nieuwsbrief is dat je hem gemakkelijk opslaat op je eigen pc of server, zodat je op een later moment berichten kunt teruglezen.
De tweede mogelijkheid is een live dashboard; een altijd te raadplegen nieuwsbrief, die je op vaste momenten updatet. Het grote voordeel hiervan is dat je slechts één keer een link hoeft te sturen, de nieuwsbrief op intranetten kunt insluiten en op interne beeldschermen kunt weergeven. De toegankelijkheid en leesfrequentie van je nieuwsbrief neemt daarmee toe. Een vanzelfsprekende kanttekening is dat vorige nieuwsbrief-edities na een update worden overschreven; ze zijn niet terug te lezen of op te slaan.
Voorbeeld live nieuwsbrief:
Enkel berichtjes zijn waarschijnlijk onvoldoende om het doel van een communicatievere, omgevingsbewuste organisatie te behalen. Ze hebben in veel gevallen duiding van de communicatieafdeling of nieuwsbrief nodig. In welke context moet je een nieuwsbericht zien? Hoe gaat de organisatie ermee om? Is een positief of kritisch bericht op social media een uitschieter, of vertegenwoordigt die mening een grotere groep?
In je nieuwsbrief kun je naast berichtjes zelf ook tekst en uitleg toevoegen, of verhelderende statistieken. Je hebt de keuze uit ruim 100 widgets, die allemaal verschillende statistieken uitlichten. Denk bijvoorbeeld aan het aantal auteurs dat over je organisatie heeft geschreven in een bepaalde periode, het sentiment van berichten, je mediabereik of het aantal volgers van je eigen social media kanalen.
Je bent als communicatieadviseur natuurlijk geen doorgeefluik. De toevoeging van duiding en statistieken is daarom dé manier om als communicatieafdeling of newsroom je meerwaarde en expertise te bewijzen. Informeren kan iedereen, maar alleen jij kunt de relatie tussen buitenwereld en organisatie op een juiste manier duiden en gewenst gedrag sturen.
Voorbeeld live dashboard met statistieken:
Het lijkt misschien een detail, maar het toevoegen van je eigen logo, kleuren en andere huisstijlelementen, maken je nieuwsbrief meer ‘echt’ van jouw organisatie. In Coosto kun je ervoor kiezen om je nieuwsbrief, zowel de PDF-versie als de live versie, volledig op te maken in je huisstijl. Voeg eventueel een inhoudsopgave en titelblad toe, en je rapportage is klaar om verzonden te worden.
Voorbeeld PDF-nieuwsbrief met huisstijl:

Natuurlijk hoef je deze handelingen niet telkens te herhalen; je slaat je nieuwsbriefsjabloon één keer op, en ververst de inhoud voor iedere nieuwe editie.
Conclusie: met de juiste duiding hoeft het helemaal niet spannend te zijn om berichten van social en online media te delen met collega’s, en Coosto kan eventuele technische drempels volledig wegnemen. Laat die nieuwsbrieven maar komen!

Vorig jaar lieten de meeste bedrijven 1 april lopen, dat blijkt uit onderzoek in Coosto. Dit had te maken met de coronapandemie die op dat moment net losgebarsten was in Europa. Google riep bijvoorbeeld op om 1 april links te laten liggen uit respect voor iedereen die vocht tegen het coronavirus.
Het coronavirus is nog steeds onder ons, maar we lijken wel weer toe aan wat luchtigheid. Daarmee komen ook de 1 aprilgrappen weer op gang. Opvallend is dat die grappen niet meer zijn zoals vroeger. Organisaties gooien hun grap vaak al weken vóór 1 april online om de verwarring extra groot te maken.
Domino's was er dit jaar als één van de eerste bij, met de vraag: hoort ananas nu wel of niet thuis op een pizza? Domino’s besloot om de ananas in de ban te doen en vanaf 29 maart verder te gaan als ananas-vrij bedrijf. Het leverde de nodige publiciteit op en de ananas gaat ook wel degelijk een aantal dagen van het menu, maar slechts tijdelijk.
Tegenover het AD zegt een woordvoerder van Domino’s dat het inderdaad om een 1 aprilgrap gaat en dat de ananas op de pizza gewoon weer terugkeert. De pizza Hawaii is namelijk één van de meest verkochte pizza’s bij de keten.
In het verleden zijn veel bedrijven Domino’s voorgegaan met 1 aprilgrappen die viral gingen. We hebben de leukste voor je op een rijtje gezet. Sommige bedrijven gingen ver voor de likes, andere kozen juist voor een hele simpele aanpak.
Een zeer gevoelige inhaker op 1 april komt op naam van sauzengigant Remia. Zij besloten de eeuwige friet vs patat-discussie te beëindigen door de naam van hun bekende Fritessaus om te toveren naar Patatsaus. Met name onder de rivieren deed dat stof opwaaien. Boven de rivieren werd het juist met gejuich ontvangen.
Of je nu team patat of team friet bent, op social media sloeg het geintje aan. En ludieke grap, met een overvloed aan interacties. Bijna achtduizend keer werd er gereageerd op de Facebook-post. Indrukwekkend wanneer je bedenkt dat een ‘normale’ post van het bedrijf gemiddeld rond de tien reacties scoort. Het toont aan hoe je kunt scoren met een simpel concept.
Groot nieuws! Op veler verzoek passen wij vanaf volgende maand de naam van onze Fritessaus aan naar Patatsaus. Geen zorgen, er verandert niets aan ons recept. Zelfde vertrouwde smaak, ander jasje ;-)
Geplaatst door RemiaFans op Maandag 25 maart 2019
Baby’s in een achtbaan; gekkenwerk zou je zeggen. De populaire Python ging na lange tijd van restauratie in 2018 weer open en de Efteling kwam met een bizarre primeur. Als eerste pretpark ter wereld zouden zij het mogelijk maken om baby’s een achtbaanrit aan te bieden.
Met een gelikt filmpje, in samenwerking met Maxi-Cosi, werd het nieuws aangekondigd. Het was dusdanig geloofwaardig dat heel veel mensen er instonken. 2,2 miljoen keer werd de video bekeken op Facebook, meer dan 25 duizend likes en er werd ruim 50 duizend keer op gereageerd. Zie dat maar eens te evenaren. En toegegeven; na het zien van deze video denk je niet direct aan een geintje, zo goed zit het in elkaar.
Muren die naar Zwitsal ruiken. Het bleek een droom te zijn van veel mensen, want met deze grap ging Gamma viral. In 2017 kwam de bouwmarkt met het bericht dat zij verf gingen verkopen met de geur van de shampoo: ‘Zwitsal geurverf voor de babykamer’. Het klonk te mooi om waar te zijn en dat was het ook.
Het leverde Gamma wel veel op. Duizenden likes, bijna twintigduizend reacties en meer dan duizend keer werd het bericht gedeeld op Facebook. Een enorm bereik met een heel simpel concept. Hier kwam geen dure video aan te pas of uren werk. Slechts één eenvoudige visual met de boodschap was voldoende om een enorm bereik te genereren. Grap geslaagd!
Ook zo dol op de geur van Zwitsal? Binnenkort bij GAMMA verkrijgbaar als geurverf! Houd onze folder en website in de gaten. De nr. 1 in verf, ook voor de babykamer!
Geplaatst door GAMMA op Dinsdag 28 maart 2017
Kom niet aan Dries Roelvink en zijn gele zwembroek, want dan maak je de volkszanger kwaad. Daar kwam Jamin ook achter. Een aantal jaar geleden dook er een video op waarin een woeste Roelvink eieren tegen een filiaal van Jamin gooide. De reden: zij verkochten chocolade paashazen in Dries Roelvink-stijl, compleet met de bekende gele zwembroek.
De grap zat zo goed in elkaar dat de beelden van de eiergooiende zanger viraal gingen en breed werden uitgemeten in de media. Roelvink dreigde voor de geloofwaardigheid zelfs een advocaat in te schakelen tegen de snoepwinkel.
Het leverde de Amsterdammer naast veel geld ook veel kritiek op. Toen hij uiteindelijk toegaf dat het om een grap ging, kwam Nederland weer tot rust.
Rectificatie: Dinsdag 27 maart jl. is er in de winkels en op de social media kanalen van Jamin Winkelbedrijf een...
Geplaatst door Jamin op Vrijdag 30 maart 2018
Ook dit jaar lijkt Jamin uit te pakken rondom 1 april. Zij gaan voor een heuse naamsverandering. Van Jamin naar Japlus. “Eind vorig jaar hebben we een uitvoerig onderzoek laten doen naar de associaties rondom onze naam. Daar kwam uit voort dat die in veel gevallen een negatieve lading heeft. Dat komt omdat ‘min’ 60% van de naam betreft. Dat klinkt psychologisch overwegend negatief en dat sluit niet aan bij het vrolijke en kleurrijke concept dat we vandaag de dag zijn”, aldus directeur Maarten Steinkamp.
In 2018 kwam Zuivelhoeve met de gemeenste grap van de eeuw. Zij zouden Boer’n yoghurt op de markt brengen met daarin Licor 43 verwerkt. Mensen konden niet wachten en gingen los onder de Facebook-post. 45 duizend opmerkingen en duizenden likes als resultaat .
Hoe zuur was het dat het uiteindelijk om een 1 aprilgrap bleek te gaan. Het bedrijf nam die teleurstelling overigens wel serieus, want inmiddels is de yoghurt daadwerkelijk op de markt, en is de grap alsnog werkelijkheid geworden.
Dit jaar lijkt Zuivelhoeve ook weer toe te willen slaan met een 1 aprilgrap. Op 26 maart presenteerde zij Boer’n yoghurt nachtcrème. Zo’n succes als met de Licor 43 yoghurt lijkt het niet te worden. De 68 reacties die de post momenteel heeft, steken schril af bij de 45 duizend van drie jaar geleden.
Een primeur! Zuivelhoeve slaat de handen binnenkort ineen met Licor 43????????. Welke vriend(in) MOET in ons eerste testteam...
Geplaatst door Zuivelhoeve op Maandag 26 maart 2018
Inhaken op 1 april kan dus een heel erg goed idee zijn voor je merk, vooral voor de interactie op social media. Een belangrijke voorwaarde: kom wel met iets goeds. Haak niet in om het inhaken. Heb je een briljant plan met de potentie om viral te gaan, grijp je kans. Ben je dagen aan het zoeken en aan het denken omdat jullie als organisatie hebben besloten iets met 1 april te doen, dan kun je het beter laten schieten. Een 1 aprilgrap kan namelijk ook helemaal verkeerd vallen bij je achterban, en dan slaat het de andere kant op en komt het je op veel kritiek te staan. Kortom; doe het goed of doe het niet!