Of mensen nu geloofden dat de serie er echt aankwam, of ervan overtuigd waren dat het een door fans gemaakte video betrof: er werd over gepraat. Er werd véél over gepraat. Analyse in Coosto leert dat de discussie rond Westeros meer dan 10 miljoen mensen bereikte. Toegegeven, niet iedere marketing- of communicatieprofessional heeft de redactie en het budget tot zijn beschikking om dergelijke professionele video’s te maken. Maar ook op kleinere schaal zijn er wel degelijk dingen die we kunnen leren van de viralmachine die Arjen Lubach heet:
1. Kennis over je publiek is het startpunt
In de kern zijn de virals van Lubach extreem goed gelukte inhakers. Een inhaker is een manier om als bedrijf of merk in te spelen op een al bestaande discussie. Zo’n inhaker begint bij kennis van onderwerpen die voor je publiek relevant zijn. Omdat het potentiële publiek van Zondag met Lubach zeer breed en groot is, is het logisch dat het programma telkens kiest voor actualiteiten die een groot deel van Nederland bezighouden: de verkiezingen in de VS, de verkiezingen in Nederland en nu dus Game of Thrones.
Waarschijnlijk heeft jouw organisatie een wat specifiekere doelgroep. Ook dan kunnen inhakers op een goedkope manier bereik opleveren. Is jouw specifieke doelgroep bijvoorbeeld begaan met een bepaald evenement? Hebben de mensen binnen je doelgroep gemeenschappelijke interesses? Probeer er op een originele manier op in te haken. Via social media monitoring tools kun je die interesses achterhalen. Vind wie er praat over jouw merk en onderzoek wat hen nog meer bezighoudt.
{"preview_thumbnail":"https://www.coosto.com/sites/default/files/styles/video_embed_wysiwyg_preview/public/video_thumbnails/JPVIJlKfAOs.jpg?itok=h59LjUm2","video_url":"https://www.youtube.com/watch?v=JPVIJlKfAOs","settings":{"responsive":1,"width":"854","height":"480","autoplay":0},"settings_summary":["Embedded Video (Responsive)."]}
2. Timing is de sleutel
Weten wat je publiek bezighoudt is een goede eerste stap, maar zonder timing is je inhaker bij voorbaat waardeloos. De video van ‘Netherlands second’ was spot-on, maar ik kan je op een briefje geven dat hij niets had opgeleverd als hij op dit moment was uitgezonden. Soms is de timing heel gemakkelijk te bepalen. Sommige feestdagen of evenementen kun je namelijk al van verre zien aankomen. Denk aan Koningsdag, de Nijmeegse Vierdaagse of Carnaval.
Maar meestal ligt het wat gecompliceerder dan dat. Neem dit voorbeeld van Lubach en Game of Thrones. Game of Thrones is een tv-serie die draait vanaf 2011 en al 7 seizoenen kent. De online buzz rond de show fluctueert sterk, en als je besluit erop in te haken is het essentieel om het verloop van het gesprek in kaart te brengen, zodat je pieken kunt voorspellen. Lubach koos ervoor om zijn video een dag na de laatste aflevering te publiceren (29 augustus). Die keuze heeft uitstekend gewerkt. Hoewel de data uit Coosto laat zien dat Game of Thrones rond de eerste aflevering van het seizoen (17 juli) een nog hotter topic was, zou die timing niet goed hebben aangesloten op het nieuwe seizoen van Zondag met Lubach. Het was voor de redactie zaak om het snijpunt te vinden tussen product (eerste aflevering Zondag met Lubach) en pieken in het online gesprek (Game of Thrones in dit geval). Dat hebben ze feilloos gedaan als je het mij vraagt.
3. Influencers zijn de motor van je viral
Een video is pas een viral video als hij veel wordt gedeeld. Betekent dat dat je rustig op je stoel kunt zitten wachten op de eerste ‘shares’ en ‘likes’? Absoluut niet. Hopen dat je video toevallig wordt opgepikt door iemand met een groot bereik en veel invloed, levert je doorgaans niet veel op. Dat lijkt de redactie van Zondag met Lubach ook te hebben begrepen. Slechts een paar uur na de upload op YouTube werd de video gedeeld door Blendle-oprichter Alexander Klöpping en Jan Böhmermann, een comedian die in Duitsland een soortgelijk programma als Zondag met Lubach presenteert.
WESTEROS THE SERIES - YouTube. Is dit echt? https://t.co/bQLtBr0wWD
— Alexander Klöpping (@AlexanderNL) 29 augustus 2017
Zij hebben zich in het afgelopen jaar al vaker positief uitgelaten over Zondag met Lubach en ze hebben een indrukwekkend aantal volgers. Kortom: het zijn belangrijke influencers voor Zondag met Lubach. Of de redactie hen daadwerkelijk heeft benaderd om de online buzz rond de video aan te wakkeren laat zich raden, maar het zou een goede en logische zet zijn geweest.
Ook dit kun je zelf op kleinere schaal aanpakken. Weet je wie er praat over je merk of bedrijf? Zorg dat je daar achter komt, en ga vervolgens na wie van hen een groot bereik heeft en wie veel invloed heeft op jouw publiek. Werk aan een duurzame band met deze influencers, zodat je hen zonder schroom kunt benaderen als je een keer een scoop of exclusieve content te bieden hebt.
Ik kan je niet beloven dat je inhakers de successen van Arjen Lubach gaan evenaren, maar door ze al in de voorbereidende fase professioneel uit te denken, kun je ook op jouw schaal mooie resultaten boeken. En wie weet, misschien kun jij je binnenkort ook met recht een viralmachine noemen.
Het resultaat van de online klantenservice: churn versus leads
Enerzijds kun je kijken naar de hoeveelheid churn je weet te voorkomen. Churn? Yep. Dit is het aantal klanten dat een bedrijf in een bepaalde periode heeft verlaten. Je kunt aan de andere kant ook de hoeveelheid extra leads in kaart brengen die je hebt aangeleverd door webdare.
Webdare richt zich op het proactief beantwoorden van vragen en opmerkingen die mensen hebben, met als gevolg dat er leads uit kunnen komen voor sales om op te volgen.
Het precies in kaart brengen van de opbrengsten van webcare is lastig. Hoe toon je namelijk aan dat jouw hulp de churn heeft verlaagd? Immers is het moeilijk om aan te tonen dat jouw hulp de churn heeft verlaagd. Een manier om dit te meten is het verrichten van een klanttevredenheidsonderzoek. Ook het gebruik van UTM tags – een code die je áchter je url’s plaatst - helpt om te achterhalen of leads uiteindelijk klant worden. Hierdoor kun je achterhalen hoeveel mensen op jouw links hebben geklikt.
Onthoud één ding: de toegevoegde waarde van webcare laat zich nooit volledig zien in euro’s. Doordat je de (potentiële) klant weet te helpen, creëer je positieve awareness én exposure voor jouw organisatie. Webcare is immers openbaar. Er kijken veel mensen mee hoe jij service verleent. Veel organisaties starten veelal met webcare om simpelweg de klant vaker en beter te kunnen helpen. Dat dit zich vertaalt in een lagere churn en meer leads is voor velen een logisch gevolg van de visie om klanten perfecte service te bieden. Waarvoor het inzetten van webcare ontzettend bruikbaar is.
Bovenstaand voorbeeld laat zien dat Natuurmonumenten in januari 2017 ruim 2,6 miljoen mensen wist te bereiken op social media. Een ontzettend groot aantal met een overwegend positief sentiment.
Wil je je prestaties inzichtelijk maken? Dan is het cruciaal om eerst doelen te stellen. Alleen zo weet je of jouw prestaties ook van voldoende niveau zijn. Vraag jezelf af wanneer je webcare succesvol is: het startpunt om doelstellingen te maken. Een veelgebruikte manier is het inzetten van KPI’s. KPI staat voor Key Performance Indicator en is een set aan variabelen waarmee je een aantal zaken inzichtelijk maakt. Lig je nog op koers? Loop je misschien achter? KPI’s geven je de indicatie of je wel of niet optimaal presteert. Is dat niet zo, dan is het slim om bij te sturen.
Elke KPI meet hoe je presteert op een van je doelstellingen. Wanneer je bijvoorbeeld de doelstelling hebt om klanten maximaal 30 minuten te laten wachten op een reactie, dan is de KPI ‘responstijd’ een manier om dit in kaart te brengen.
Onderstaande formule geeft kort weer hoe je de ROI berekent:
Return On Investment (ROI) = (((opbrengsten uit webdare + besparingen door verminderde churn) – kosten webcare)/kosten webcare)*100%)
De formule kijkt naar de extra opbrengsten die je als webcareafdeling weet te genereren middels webdare en voegt hier een vermindering aan churn aan toe.
De ROI berekenen is natuurlijk niet de enige manier om je webcare inspanningen in kaart te brengen. We duiken graag wat dieper in de materie van webcare KPI’s in ons whitepaper. We beschrijven hierin de 7 meest gebruikte webcare KPI’s en helpen je met het opstellen van een KPI. Download het whitepaper gratis via het formulier aan de rechterkant.
Het waren niet de minsten, die aanschoven voor een gesprek met een publiek van zo’n 100 geïnteresseerden. Ronald Voorn (senior docent marketing analytics en onderzoeker aan Hogeschool Utrecht) en Betteke van Ruler (emeritus hoogleraar in de communicatiewetenschappen aan Universiteit van Amsterdam) deelden hun kijk op marketing, communicatie, de verschillen en de overeenkomsten.
“Er zijn heel veel marketeers die in de praktijk vooral met communicatie bezig zijn, en communicatieprofessionals die voor een groot deel marketingcommunicatie bedrijven. En toch weten ze onvoldoende wat de toegevoegde waarde is van de een voor de ander”, trapt Voorn af. “Wonderlijk. We willen vooral dat de ander ons niet voor de voeten loopt.”
Van Ruler lijkt het daarmee eens, en betoogt dat het goed zou zijn als we elkaars impact niet proberen in te perken, maar juist met bewondering gaan kijken naar hetgeen we zelf beter zouden kunnen doen.
“Marketing is vaak nog steeds een eilandje, terwijl communicatie als vak veel meer ‘van de organisatie’ is”, vervolgt Van Ruler. “Communicatieprofessionals zijn in de afgelopen jaren de organisatie ingezogen. Ze zijn zich gaan bemoeien met vragen als: hoe kunnen we collega’s helpen op een aangename manier naar buiten te treden? Hoe communiceren we intern met zijn allen? Hoe komen beslissingen tot stand? Wegen we daarbij verschillende belangen af?. Goede communicatie als filosofie voor iedereen in de organisatie. Marketeers zouden dezelfde rol kunnen verdienen.”
Marketing is dan niet langer alleen gericht op waardecreatie richting (potentiële) klant. Het principe van waardecreatie gaat dan ook gelden voor andere stakeholders. “Klantwaarde, aandeelhouderswaarde, belangengroepenwaarde… dan is marketing fantastisch”, knikt Voorn. Van financiën tot HR en de productielijn: als iedereen zich bewust is van de waarde die hij of zij kan creëren voor stakeholders, geeft dat de organisatie een enorme boost.
Van Ruler is duidelijk over wat ze benijdt als ze kijkt naar marketing: het gebruik van data. Ze vindt dat het communicatievak meer moet doen om ook data-driven te worden. Marketeers weten hun positie in de organisatie te claimen door structureel hun waarde aan te tonen met behulp van data. Daar is voor communicatieprofessionals nog een wereld te winnen.
Natuurlijk, sommige gevolgen van marketing (leads, sales, klantretentie) zijn gemakkelijker te meten dan reputatie, weerstand of houding. Maar het is een misverstand dat data altijd cijfers zijn. Hoe wordt over een bepaalde kwestie gedacht? Welke reactie kan een beleidskeuze uitlokken bij een bepaalde belangengroep? Ook dát is data. Communicatie móet op zoek naar goedkope, snelle onderzoeksmethodes om met argumenten te kunnen komen die voor de rest van de organisatie hout snijden. Die data zouden communicatieprofessionals op twee momenten kunnen gebruiken, vertelt Van Ruler. “Allereerst om een probleem te definiëren en tot doelstellingen te komen. Praten met mensen, de tijdsgeest proberen te vatten, breed monitoren, stakeholdersanalyses uitvoeren. Aan dat soort zaken moet je dan denken. Maar vervolgens kun je ook data gebruiken om vast te stellen of je op de goede weg bent, en of je oorspronkelijke probleemstelling überhaupt nog wel geldt.”
“Communicatieprofessionals hebben de juiste houding om dit tot een succes te maken. Ze zijn gewend om te luisteren, om niet vanuit zichzelf te redeneren, maar op de ander gericht te zijn. Ze ontberen alleen onderzoeksmethoden die er daadwerkelijk voor kunnen zorgen dat ze zich niet langer alleen op onderbuikgevoel of ervaring hoeven te baseren.”
Ondanks de verschillen is er ook voldoende overlap tussen marketeers en communicatieprofessionals. Dat kan ook bijna niet anders, gezien de vaak vloeiende scheidslijn tussen de twee vakgebieden.
Voorn weet het in één zin te vatten: “Marketeers en communicatieprofessionals zijn beiden enorm gedreven in hun interesse in mensen.” Ze zijn gedreven om te begrijpen hoe mensen denken, wat ze vinden, waarom ze dat vinden, en wat daar dan weer aan ten grondslag ligt. Hoewel ze die kennis vaak voor verschillende doeleinden gebruiken, is dat het gezamenlijke vertrekpunt van zowel communicatie als marketing.
Dat verklaart wellicht de grote belangstelling voor mediamonitoringtools vanuit beide beroepsgroepen. Waar Van Ruler in eerste instantie nog stelt dat vooral communicatieprofessionals vanuit hun natuurlijke neiging tot luisteren fan zijn van monitoring, vult Voorn al gauw aan: “Ook marketeers gebruiken in heel veel gevallen tools als Coosto, om brand mentions in kaart te brengen, de tijdgeest beter te begrijpen en merkattitudes te onderzoeken.”
Voor communicatieprofessionals is het motto ‘de buitenwereld naar binnen halen’ gesneden koek. Een moderne communicatieadviseur is er in al zijn werkzaamheden op gericht om grenzen tussen organisatie en externe stakeholders weg te nemen. Niet alleen zenden of reageren, maar vooral luisteren als basis voor communicatiebeleid, vaak georganiseerd in een newsroom of communicatieteam.
In de praktijk houdt dat in dat (online) nieuwsberichten, blogs en social media nauwlettend in de gaten worden gehouden, met behulp van monitoringtools zoals Coosto. De uitdaging is vervolgens om alle opgehaalde informatie ook daadwerkelijk te verspreiden binnen de organisatie.
Dat blijkt in sommige gevallen toch een mentale of technische drempel. We zien dat inzichten uit social en online media nog te vaak ophouden bij het managementteam of de communicatieafdeling zelf, en vervolgens niet verder de organisatie binnendringen. De achterliggende gedachte: "We gebruiken het nieuws zelf wel in onze communicatieadviezen. Dan profiteert de rest van de organisatie er indirect van."
Men blijkt enerzijds huiverig om negatief of gevoelig nieuws zomaar te delen met collega’s. Dat is misschien begrijpelijk, maar wel jammer. Zeker gezien het feit dat veel communicatieteams zichzelf als doel gesteld hebben om hun gehele organisatie ‘communicatiever’ te maken. Ze beseffen dus ergens wel dat niet alle communicatie via hen kan verlopen, en dat er een beroep moet worden gedaan op de vaardigheden van alle collega's.
Die ambitie betekent echter ook dat iedereen baat kan hebben bij een volledig en actueel beeld van de context waarin ze werken. Wat speelt er op dit moment rond onze organisatie? Zijn er gevoeligheden of positieve nieuwtjes waar collega’s rekening mee moeten houden in hun werk? Vaardigheden als ‘omgevingssensitiviteit’, ‘politieke antenne’, ‘mediagevoeligheid’ zijn voor vrijwel iedere functie relevant, en sluiten hier naadloos op aan.
Kortom: houd deze inzichten uit online en social media niet voor jezelf, maar deel ze structureel met collega’s die ervan kunnen profiteren in hun dagelijkse werk.
Zie ook het webinar: Beter communicatieadvies met social media data.
Anderzijds is er een praktische drempel die voorkomt dat nieuws uit social en online media in de gehele organisatie gaat ‘leven’.
De logische manier om nieuws en inzichten te delen is een interne nieuwsbrief, die binnen overheidsorganisaties vaak een TamTam wordt genoemd. Het is een soort knipselkrant van relevante en actuele nieuwsberichtjes voor jouw organisatie.
Veel communicatieteams stellen die knipselkrant samen op een nogal ouderwetse manier: al het intern te delen nieuws wordt handmatig gekopieerd en geplakt. Dat werkt perfect, maar is bijzonder veel werk.
Gelukkig kan Coosto dat handmatige werk voor je uit handen nemen. Geen ingewikkeld gedoe met extra mailingprogramma’s, maar gewoon in de tool die je toch al gebruikt om alle relevante berichtgeving te volgen.
Het begint bij een zoekopdracht. Hiermee filter je alle berichten in Coosto, en houd je alleen de berichten die jij mogelijk interessant vindt (over je organisatie, stakeholders of ketenpartners) over. Dit is een eenmalige actie. Nieuwe berichten die voldoen aan de zoekopdracht vind je vervolgens automatisch terug.
Zodra je jouw nieuwsbrief wilt creëren (bijvoorbeeld elke dag, week of maand), open je de zoekopdracht en label je de berichten die je daadwerkelijk wilt opnemen in je nieuwsbrief. Je hebt hierbij toegang tot miljoenen bronnen van online nieuwssites, social media, blogs, fora, reviews, en – afhankelijk van je Coosto-licentie – ook artikelen van offline kranten en tijdschriften en fragmenten van radio en televisie.
Kies bijvoorbeeld voor een nieuwsbericht met grote impact, een veelzeggende review, een interessant blog, een eigen social media post of een bijzondere reactie daarop. De mogelijkheden zijn eindeloos.
Nu je de gewenste berichten hebt geselecteerd, ga je de nieuwsbrief daadwerkelijk creëren. Je hebt de keuze uit twee types nieuwsbrieven.
De eerste is een PDF, die je collega’s via mail of in Coosto periodiek kunt toesturen. Voor elke nieuwe editie van de nieuwsbrief vervang je dan de nieuwsberichten van de vorige dag, week of maand. Het voordeel van dit type nieuwsbrief is dat je hem gemakkelijk opslaat op je eigen pc of server, zodat je op een later moment berichten kunt teruglezen.
De tweede mogelijkheid is een live dashboard; een altijd te raadplegen nieuwsbrief, die je op vaste momenten updatet. Het grote voordeel hiervan is dat je slechts één keer een link hoeft te sturen, de nieuwsbrief op intranetten kunt insluiten en op interne beeldschermen kunt weergeven. De toegankelijkheid en leesfrequentie van je nieuwsbrief neemt daarmee toe. Een vanzelfsprekende kanttekening is dat vorige nieuwsbrief-edities na een update worden overschreven; ze zijn niet terug te lezen of op te slaan.
Voorbeeld live nieuwsbrief:
Enkel berichtjes zijn waarschijnlijk onvoldoende om het doel van een communicatievere, omgevingsbewuste organisatie te behalen. Ze hebben in veel gevallen duiding van de communicatieafdeling of nieuwsbrief nodig. In welke context moet je een nieuwsbericht zien? Hoe gaat de organisatie ermee om? Is een positief of kritisch bericht op social media een uitschieter, of vertegenwoordigt die mening een grotere groep?
In je nieuwsbrief kun je naast berichtjes zelf ook tekst en uitleg toevoegen, of verhelderende statistieken. Je hebt de keuze uit ruim 100 widgets, die allemaal verschillende statistieken uitlichten. Denk bijvoorbeeld aan het aantal auteurs dat over je organisatie heeft geschreven in een bepaalde periode, het sentiment van berichten, je mediabereik of het aantal volgers van je eigen social media kanalen.
Je bent als communicatieadviseur natuurlijk geen doorgeefluik. De toevoeging van duiding en statistieken is daarom dé manier om als communicatieafdeling of newsroom je meerwaarde en expertise te bewijzen. Informeren kan iedereen, maar alleen jij kunt de relatie tussen buitenwereld en organisatie op een juiste manier duiden en gewenst gedrag sturen.
Voorbeeld live dashboard met statistieken:
Het lijkt misschien een detail, maar het toevoegen van je eigen logo, kleuren en andere huisstijlelementen, maken je nieuwsbrief meer ‘echt’ van jouw organisatie. In Coosto kun je ervoor kiezen om je nieuwsbrief, zowel de PDF-versie als de live versie, volledig op te maken in je huisstijl. Voeg eventueel een inhoudsopgave en titelblad toe, en je rapportage is klaar om verzonden te worden.
Voorbeeld PDF-nieuwsbrief met huisstijl:
Natuurlijk hoef je deze handelingen niet telkens te herhalen; je slaat je nieuwsbriefsjabloon één keer op, en ververst de inhoud voor iedere nieuwe editie.
Conclusie: met de juiste duiding hoeft het helemaal niet spannend te zijn om berichten van social en online media te delen met collega’s, en Coosto kan eventuele technische drempels volledig wegnemen. Laat die nieuwsbrieven maar komen!
Vorig jaar lieten de meeste bedrijven 1 april lopen, dat blijkt uit onderzoek in Coosto. Dit had te maken met de coronapandemie die op dat moment net losgebarsten was in Europa. Google riep bijvoorbeeld op om 1 april links te laten liggen uit respect voor iedereen die vocht tegen het coronavirus.
Het coronavirus is nog steeds onder ons, maar we lijken wel weer toe aan wat luchtigheid. Daarmee komen ook de 1 aprilgrappen weer op gang. Opvallend is dat die grappen niet meer zijn zoals vroeger. Organisaties gooien hun grap vaak al weken vóór 1 april online om de verwarring extra groot te maken.
Domino's was er dit jaar als één van de eerste bij, met de vraag: hoort ananas nu wel of niet thuis op een pizza? Domino’s besloot om de ananas in de ban te doen en vanaf 29 maart verder te gaan als ananas-vrij bedrijf. Het leverde de nodige publiciteit op en de ananas gaat ook wel degelijk een aantal dagen van het menu, maar slechts tijdelijk.
Tegenover het AD zegt een woordvoerder van Domino’s dat het inderdaad om een 1 aprilgrap gaat en dat de ananas op de pizza gewoon weer terugkeert. De pizza Hawaii is namelijk één van de meest verkochte pizza’s bij de keten.
In het verleden zijn veel bedrijven Domino’s voorgegaan met 1 aprilgrappen die viral gingen. We hebben de leukste voor je op een rijtje gezet. Sommige bedrijven gingen ver voor de likes, andere kozen juist voor een hele simpele aanpak.
Een zeer gevoelige inhaker op 1 april komt op naam van sauzengigant Remia. Zij besloten de eeuwige friet vs patat-discussie te beëindigen door de naam van hun bekende Fritessaus om te toveren naar Patatsaus. Met name onder de rivieren deed dat stof opwaaien. Boven de rivieren werd het juist met gejuich ontvangen.
Of je nu team patat of team friet bent, op social media sloeg het geintje aan. En ludieke grap, met een overvloed aan interacties. Bijna achtduizend keer werd er gereageerd op de Facebook-post. Indrukwekkend wanneer je bedenkt dat een ‘normale’ post van het bedrijf gemiddeld rond de tien reacties scoort. Het toont aan hoe je kunt scoren met een simpel concept.
Groot nieuws! Op veler verzoek passen wij vanaf volgende maand de naam van onze Fritessaus aan naar Patatsaus. Geen zorgen, er verandert niets aan ons recept. Zelfde vertrouwde smaak, ander jasje ;-)
Geplaatst door RemiaFans op Maandag 25 maart 2019
Baby’s in een achtbaan; gekkenwerk zou je zeggen. De populaire Python ging na lange tijd van restauratie in 2018 weer open en de Efteling kwam met een bizarre primeur. Als eerste pretpark ter wereld zouden zij het mogelijk maken om baby’s een achtbaanrit aan te bieden.
Met een gelikt filmpje, in samenwerking met Maxi-Cosi, werd het nieuws aangekondigd. Het was dusdanig geloofwaardig dat heel veel mensen er instonken. 2,2 miljoen keer werd de video bekeken op Facebook, meer dan 25 duizend likes en er werd ruim 50 duizend keer op gereageerd. Zie dat maar eens te evenaren. En toegegeven; na het zien van deze video denk je niet direct aan een geintje, zo goed zit het in elkaar.
Muren die naar Zwitsal ruiken. Het bleek een droom te zijn van veel mensen, want met deze grap ging Gamma viral. In 2017 kwam de bouwmarkt met het bericht dat zij verf gingen verkopen met de geur van de shampoo: ‘Zwitsal geurverf voor de babykamer’. Het klonk te mooi om waar te zijn en dat was het ook.
Het leverde Gamma wel veel op. Duizenden likes, bijna twintigduizend reacties en meer dan duizend keer werd het bericht gedeeld op Facebook. Een enorm bereik met een heel simpel concept. Hier kwam geen dure video aan te pas of uren werk. Slechts één eenvoudige visual met de boodschap was voldoende om een enorm bereik te genereren. Grap geslaagd!
Ook zo dol op de geur van Zwitsal? Binnenkort bij GAMMA verkrijgbaar als geurverf! Houd onze folder en website in de gaten. De nr. 1 in verf, ook voor de babykamer!
Geplaatst door GAMMA op Dinsdag 28 maart 2017
Kom niet aan Dries Roelvink en zijn gele zwembroek, want dan maak je de volkszanger kwaad. Daar kwam Jamin ook achter. Een aantal jaar geleden dook er een video op waarin een woeste Roelvink eieren tegen een filiaal van Jamin gooide. De reden: zij verkochten chocolade paashazen in Dries Roelvink-stijl, compleet met de bekende gele zwembroek.
De grap zat zo goed in elkaar dat de beelden van de eiergooiende zanger viraal gingen en breed werden uitgemeten in de media. Roelvink dreigde voor de geloofwaardigheid zelfs een advocaat in te schakelen tegen de snoepwinkel.
Het leverde de Amsterdammer naast veel geld ook veel kritiek op. Toen hij uiteindelijk toegaf dat het om een grap ging, kwam Nederland weer tot rust.
Rectificatie: Dinsdag 27 maart jl. is er in de winkels en op de social media kanalen van Jamin Winkelbedrijf een...
Geplaatst door Jamin op Vrijdag 30 maart 2018
Ook dit jaar lijkt Jamin uit te pakken rondom 1 april. Zij gaan voor een heuse naamsverandering. Van Jamin naar Japlus. “Eind vorig jaar hebben we een uitvoerig onderzoek laten doen naar de associaties rondom onze naam. Daar kwam uit voort dat die in veel gevallen een negatieve lading heeft. Dat komt omdat ‘min’ 60% van de naam betreft. Dat klinkt psychologisch overwegend negatief en dat sluit niet aan bij het vrolijke en kleurrijke concept dat we vandaag de dag zijn”, aldus directeur Maarten Steinkamp.
In 2018 kwam Zuivelhoeve met de gemeenste grap van de eeuw. Zij zouden Boer’n yoghurt op de markt brengen met daarin Licor 43 verwerkt. Mensen konden niet wachten en gingen los onder de Facebook-post. 45 duizend opmerkingen en duizenden likes als resultaat .
Hoe zuur was het dat het uiteindelijk om een 1 aprilgrap bleek te gaan. Het bedrijf nam die teleurstelling overigens wel serieus, want inmiddels is de yoghurt daadwerkelijk op de markt, en is de grap alsnog werkelijkheid geworden.
Dit jaar lijkt Zuivelhoeve ook weer toe te willen slaan met een 1 aprilgrap. Op 26 maart presenteerde zij Boer’n yoghurt nachtcrème. Zo’n succes als met de Licor 43 yoghurt lijkt het niet te worden. De 68 reacties die de post momenteel heeft, steken schril af bij de 45 duizend van drie jaar geleden.
Een primeur! Zuivelhoeve slaat de handen binnenkort ineen met Licor 43????????. Welke vriend(in) MOET in ons eerste testteam...
Geplaatst door Zuivelhoeve op Maandag 26 maart 2018
Inhaken op 1 april kan dus een heel erg goed idee zijn voor je merk, vooral voor de interactie op social media. Een belangrijke voorwaarde: kom wel met iets goeds. Haak niet in om het inhaken. Heb je een briljant plan met de potentie om viral te gaan, grijp je kans. Ben je dagen aan het zoeken en aan het denken omdat jullie als organisatie hebben besloten iets met 1 april te doen, dan kun je het beter laten schieten. Een 1 aprilgrap kan namelijk ook helemaal verkeerd vallen bij je achterban, en dan slaat het de andere kant op en komt het je op veel kritiek te staan. Kortom; doe het goed of doe het niet!
Het gemiddelde bereik van een organische post ligt er ongeveer 7x hoger dan op Facebook. De interactieratio is zelfs 3 tot 10 keer zo hoog. Iedereen die zich ook maar een beetje verdiept in Instagram, weet dat het platform op dit moment een parel is voor het vergroten van je merkwaarde. Toch kan het altijd beter. Sterker nog, wie nu nét even het stapje extra zet met deze tips, kan er nóg meer uithalen.
Soms zijn marketeers zo druk bezig met hashtags om hun Instagrampost extra zichtbaar te maken, dat ze een nét zo belangrijk aspect vergeten: locatietagging. En dat is zonde, want een locatie werkt binnen Instagram ook als een soort hashtag.
Dat houdt in dat iedereen die zoekt of klikt op een bepaalde locatie – en dat gebeurt heel regelmatig – posts ziet waarin deze locatie als tag is toegevoegd. De locatie kan zo specifiek of generiek zijn als je zelf wilt: van een volledige provincie tot een straat of bedrijfsgebouw. Daarmee is het een supergemakkelijke manier om je zichtbaarheid te vergroten en meer kans te maken om gevonden te worden. Het mag de plek zijn waar je foto daadwerkelijk genomen is, maar het hoeft zeker niet.
Je post wordt extra zichtbaar als hij terechtkomt in het ‘top-tabje’ van een locatie. De kans dat hij daar een plaats krijgt, is groter als de locatie niet wordt overspoeld door honderdduizenden posts. Aan de andere kant wordt een locatie met amper posts vrijwel nooit bekeken. Tag voor optimale zichtbaarheid een locatie die hier qua populariteit tussenin zit.
Wil je op Instagram de aandacht trekken van een belangrijke samenwerkingspartner, influencer of belangrijke autoriteit in jouw branche? Je kunt posten tot je een ons weegt, maar er is geen enkele garantie dat je post gezien wordt.
Een betere manier is om de accounts van deze personen of organisaties te taggen in je post. Standaard krijgen deze accounts een notificatie, en de kans is dan groter dat zij je content zien, liken of zelfs delen.
Een snelle manier om je interactie op Instagram te vergroten en je bij de juiste mensen in de kijker te spelen.
Mooi meegenomen: afhankelijk van de instellingen van getagde accounts, verschijnt je post ook automatisch op hun profieloverzicht onder het tabje ‘tags'. In andere gevallen moet je post dan eerst ‘goedgekeurd’ worden door het getagde account. Maar gebeurt dat, dan kan je dat flink wat extra bereik opleveren, zeker als het getagde account veel volgers heeft.
Interactie is onmisbaar om een sterk merk op te bouwen. Een merkrelatie ontstaat namelijk nooit door alleen te zenden, en wordt altijd opgebouwd door gesprekken. Dat op zich is natuurlijk reden genoeg om te reageren op comments onder je posts. Dat geldt niet alleen voor Instagram, maar voor elk platform.
Maar meer interactie heeft op Instagram een ander voordeel. In ons artikel over het algoritme van Instagram, deelden we welke factoren Instagram meeweegt om te bepalen welke posts bovenaan de feed van een gebruiker komen te staan. Over één factor is Instagram heel transparant: interacties (likes, comments, reshares) behoren tot de belangrijkste signalen dat een bepaalde post waardevol is. Heeft iemand veel interactie met jouw account, dan gaat Instagram ervan uit dat die persoon dicht bij jouw merk staat en meer van je content wil bekijken.
Posts met veel interacties komen bovendien hoger te staan in zoekresultaten, in voorgestelde posts aan anderen, of misschien zelfs wel op de ontdek-pagina. Kortom: meer bereik.
Reageer dus altijd op relevante comments, ga het gesprek aan, lok nieuwe reacties uit en profiteer tegelijkertijd van meer bereik.
De publieke sector heeft er een handje van om onderwerpen te verpakken in wollige, abstracte kreten. De groeiende waardering voor partijen die ‘zeggen waar het op staat’, bewijst dat dit soort onbegrijpelijke uiteenzettingen hun beste tijd gehad hebben. Pakkende one-liners met inhoud hebben de toekomst. Die blijven plakken. Zorg er daarom voor dat mensen iets van je campagne letterlijk onthouden (al is het maar één zinnetje). Liever dat, dan dat ze met moeite een brei aan woorden zonder enige samenhang uitbrengen, als ze jouw standpunten proberen uit te leggen.
De consequenties van dat laatste heeft de PvdA gemerkt tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2017. De partij zat natuurlijk al in een lastig parket na de impopulaire samenwerking met de VVD, en gaf daarna ook toe een tegenvallende campagne te hebben doorgemaakt. We zetten ter illustratie van die campagne alle tweets van het partij-account in de aanloop naar de verkiezingen in één word cloud. Dat levert met termen als ‘Nederland’, ‘twijfel’, ‘plannen’, en ‘mensen’ nu niet bepaald een goede indruk op van de inhoud van het PvdA-verkiezingsprogramma destijds. De partij ging vervolgens hard onderuit in de verkiezingen.
Conclusie: wees zo concreet mogelijk, en benoem zowel problemen als oplossingen.
De lijst persberichten op X-accounts is bijna overal verdwenen: politieke partijen zoeken massaal de interactie. GroenLinks trekt het zelfs zo ver door, dat ze zich soms geen partij noemen, maar een ‘brede linkse beweging’. Jesse Klaver trekt al tijden hele zalen met enthousiaste, veelal jonge mensen die benieuwd zijn naar het verhaal van GroenLinks. De partij heeft het betrekken en enthousiasmeren van mensen perfect doorgetrokken naar social media, laat ook de word cloud van het partij-account op X goed zien:
Want: Ej? Mt? Wat is dat allemaal? Het is geen toeval dat er zoveel woorden voorbijkomen die uit slechts twee letters bestaan. Het zijn de initialen van de mensen die het GroenLinks X-account in de verkiezingen bemensten. Deze webcare-agents beantwoordden vragen steevast met een ^, gevolgd door hun initialen. Het feit dat ‘ej’, ‘kv’, ‘lo’ en ‘mt’ zo centraal staan, wil dus zeggen dat GroenLinks niet alleen haar eigen boodschap heeft gezonden op social media, maar vooral de interactie is aangegaan.
Het is natuurlijk de vraag of er een causaal verband bestaat tussen interactie en zetelwinst, maar het succes van de GroenLinks-campagne is duidelijk: de partij won maar liefst 10 zetels.
De PvdA verloor in de vorige verkiezingen maar liefst 29 zetels, dus was er volop ruimte voor andere linkse partijen als SP om dat gat te vullen. Toch lukte het de SP niet. De partij verloor zelfs een zetel en kwam aan het eind van de rit uit op 14 stuks. Hoe dat kwam? Vanzelfsprekend is de volledige verklaring een gecompliceerd verhaal. Maar ik ben ervan overtuigd dat de manier waarop de SP zich op social media profileerde, er deel van heeft uitgemaakt.
De Socialistische Partij had het namelijk niet zozeer over haar eigen plannen, maar zette zich in berichten vooral af tegen de VVD, Rutte, Wilders en Asscher. Het gevolg? Vooral aandacht voor deze lijsttrekkers en partijen.
De partij heeft gelukkig wel geleerd van vorig jaar. Als we voor de gemeenteraadscampagne van de SP nú een word cloud zouden uitdraaien, staan ‘SP’ en ‘Voor Elkaar’ fier bovenaan.
Als PR- of communicatieadviseur ben je van nature geneigd om nieuws zoveel mogelijk te spinnen naar het optimistische. Om vooral positieve zaken te belichten. Maar soms kan het juist heel goed zijn om op een negatieve manier stelling in te nemen, als je daarmee je standpunten voor het voetlicht krijgt. Natuurlijk komt dat geloofwaardiger over als je (hard) oppositie voert, dan wanneer je zelf 4 jaar aan het roer hebt gestaan. In feite is dat waar het hele politieke spel om draait, dus we zijn niet verbaasd dat de meeste partijen dat trucje prima onder de knie hebben.
Let bijvoorbeeld op het huidige verschil in berichtsentiment van een harde oppositiepartij als Forum voor Democratie aan de ene kant, en een landelijke coalitiepartij als CDA aan de andere kant:
FVD: 9% positief - 18% negatief
CDA: 62% positief - 6% negatief
Natuurlijk is de toon van je berichten helemaal afhankelijk van waar je voor staat, wie je publiek is en wat je vindt van het huidige beleid. Feit is wel dat Forum voor Democratie volgens de laatste peiling zo’n 12 Tweede Kamerzetels zou winnen, dus hun kritische benadering legt hen bepaald geen windeieren.
Meer statistieken en feitjes over de huidige gemeenteraadscampagne? Bekijk hoe de campagne er per partij voor staat in ons dashboard, of check alle stats in ons overzichtsblog. Doe dan meteen onze politieke zelftest, om te checken of jij genoeg weet van de campagne om op 21 maart je stem uit te brengen.
Eenmalig je basiszoekopdracht veranderen
Rondom je organisatie heb je altijd een basiszoekopdracht staan. Deze basiszoekopdracht bestaat in essentie vaak uit je organisatienaam en eventuele spelvarianten daarop, je X-account, je Facebookpagina en eventueel de berichten vanuit de organisatie zelf via de ‘author:’ operator. Deze basiszoekopdracht is in principe altijd je vertrekpunt en heb je gecombineerd met andere opgeslagen zoekopdrachten. Voor Albert Heijn zou dit betekenen dat die zoekopdracht er als volgt uitziet:
albertheijn OR “albert heijn” OR “albert hein” OR “albert heyn” OR site:facebook.com/albertheijn OR author:albertheijn,”Albert Heijn”
Coosto plaatst automatisch een @-mention of #-hashtag voor zoektermen waarbij dit van toepassing is. Dus voor de zoekterm albertheijn geldt dat Coosto ook @albertheijnen #albertheijn vindt. Deze basiszoekopdracht rondom Albert Heijn combineer je met andere opgeslagen zoekopdrachten over bijvoorbeeld de moestuintjescampagne en de hamsterweken etc.
Mocht je als Albert Heijn merken dat je nog veel berichten mist, omdat mensen het in hun social media berichten vaak over “de appie” hebben dan kan je dit nu eenvoudig aanpassen. Door eenmalig de zoekterm “de appie” aan de basiszoekopdracht toe te voegen en deze te overschrijven wordt dit ook automatisch aangepast in de zoekopdrachten waarin je de albert heijn-zoekopdracht als filter gebruikt.
Snel kunnen schakelen als de situatie erom vraagt
Organisaties hebben te maken met situaties die zich continu voordoen, situaties die zeker elk jaar weer terugkomen en situaties die zich onverwachts kunnen voordoen. Voor elke situatie geldt dat je zo goed mogelijk voorbereid wilt zijn en de ontwikkeling van zo’n situatie met behulp van social media monitoring inzichtelijk wilt maken. Op het moment dat je als organisatie een set standaardzoekopdrachten hebt klaarstaan rondom deze verschillende situaties ben je in staat om hier eenvoudig combinaties van te maken en als de situatie zich ernaar voordoet snel te kunnen handelen.
Er vinden jaarlijks verschillende terugkerende evenementen plaats waar je je bijvoorbeeld als gemeente goed op kunt voorbereiden. Denk aan een evenement als Koningsdag, waarbij je social media monitoring wilt inzetten om op de hoogte te zijn van alle activiteiten in jouw gemeente. Door eenmalig een zoekopdracht rondom koningsdag te maken kun je deze elk jaar weer eenvoudig toevoegen aan de basiszoekopdracht rondom jouw gemeente.
Maar hetzelfde geldt voor situaties die zich meer onverwacht kunnen voordoen. Stel dat er plotseling hevige sneeuwval en ijzel ontstaat en de wegen binnen je gemeente onbegaanbaar aan het worden zijn. In zo’n situatie wil je snel kunnen schakelen en via social media monitoring de situatie inzichtelijk maken om de veiligheid te kunnen waarborgen. Het enige wat je nu hoeft te doen is je basiszoekopdracht te openen en je eerder opgeslagen zoekopdracht rondom ‘gladheid’ hieraan toevoegen.
Organisaties met meerdere merken
Sanoma is een organisatie waar veel grote merken (LINDA., Donald Duck, Autoweek, VTWonen etc.) onder vallen. Voor elk merk geldt dat er een aantal overkoepelende thema’s terugkomen, zoals de abonnementsprijs, de bezorging van het magazine of bijvoorbeeld abonnees die een wijziging willen doorgeven. Op het moment dat je voor elk thema een zoekopdracht hebt klaar staan is deze zoekopdracht nu eenvoudig bij elk merk in of uit te sluiten.
Stel dat je als Sanoma voor elk merk wilt weten hoeveel social media berichten er rondom de abonnementsprijs worden geplaatst en wat het sentiment daarvan is. Omdat je al een generieke zoekopdracht rondom de abonnementsprijs klaar hebt staan hoef je deze alleen nog maar te koppelen aan de zoekopdracht van het merk. Maar andersom kan natuurlijk ook. Op het moment dat je een social media analyse wilt maken over een merk, maar berichten over de abonnementsprijs niet relevant zijn, dan kan je nu eenvoudig in één keer al die berichten uitsluiten.
Voordelen van de filterzoekopdracht
Door gebruik te maken van deze nieuwe feature bespaar je veel tijd en is het mogelijk snel te schakelen als de situatie erom vraagt. Je hoeft geen nieuwe zoekopdracht meer te maken of een oude zoekopdracht te zoeken, omdat je vanuit de ‘Filter’-opties bij de zoekopdracht zelf direct een eerder opgeslagen zoekopdracht kan selecteren en combineren door deze in of uit te sluiten.
Daarnaast levert een combinatie van zoekopdrachten zeer betrouwbare zoekresultaten op, omdat je in één keer een hele set zoekresultaten uitsluit of juist toevoegt.
Om deze nieuwe feature goed te kunnen gebruiken is het van belang om een set zoekopdrachten klaar te hebben staan die verschillende thema’s en situaties dekken, waarvan je weet dat je deze wilt kunnen combineren wanneer de situatie erom vraagt. Neem gerust contact op indien wij je hier mee kunnen helpen en een monitoring omgeving voor je kunnen inrichten waarmee je op een snelle en eenvoudige manier verschillende situaties kunt monitoren.
Negatieve reviews zijn een uitgelezen kans om je merkreputatie te verbeteren. Reageer met begrip, toon empathie en probeer een misverstand recht te zetten. Zo laat je in één klap aan de hele wereld zien hoe oplossingsgericht en behulpzaam je bent. Maar ook positieve recensies lenen zich perfect voor een reactie. Bedank mensen voor hun compliment, of voor het feit dat ze de moeite hebben genomen hun mening te geven.
Wat je reactie ook wordt: vanaf nu is het mogelijk met Coosto. Koppel eenvoudig je Google My Business account, en alle (nieuwe) Google-reviews worden automatisch ingeladen zodat je direct kunt reageren!
Zondagavond, 20:25 uur. Met een kop thee in de ene hand en de afstandsbediening in de andere, zap ik naar NPO 1 voor het lekkerste programma van de zondagavond: Heel Holland Bakt. Al sinds het programma in 2013 voor het eerst in Nederland op de buis verscheen, ben ik fan. En ik blijk niet de enige. Afgelopen zondag bleek een recordaflevering, met 3.036.000 kijkers. Gigantisch veel, en ik vroeg mezelf direct af: zien we dit ook terug in de social buzz? Leidt meer kijkers ook tot meer X-ers? De social check geeft antwoord!
Social data als ingrediënt
Om in de #HHB-sferen te blijven: de social data zijn het belangrijkste ingrediënt om de beste social check te maken. Daarom gaan we terug naar de social data van het jaar 2013: het allereerste seizoen. In dat jaar werden er gedurende het seizoen 10.075 berichten geplaatst over én aan Heel Holland Bakt. Tijdens de finale-aflevering op 24 juli vond daarbij de meeste social buzz plaats.
Dat is anders bij de rest van de seizoenen. De piek in de social buzz was juist te zien bij elke eerste aflevering van het seizoen. Ook het seizoen van dit jaar beleeft haar piek in social buzz bij de allereerste aflevering op 3 september. Met 10.087 berichten in totaal is dit tevens de meest besproken Heel Holland Bakt-aflevering op social ooit.
En waar we het dan over hadden die specifieke uitzending? De ‘chocoladezoenen’ gingen er op social in ieder geval in als zoete koek.
Als ik verder ga kijken naar de gesprekken die plaatsvinden rondom het programma, dan kan ik alleen maar concluderen dat we óók op social in de ban zijn van het programma. Dat is alleen al af te lezen aan het aantal gerelateerde reacties tijdens dit seizoen. Maar liefst 63,8% van de 99.834 berichten zijn berichten waarin we het programma niet expliciet benoemen, maar het er wél over hebben.
Het is ook een heerlijk programma!!
— hanny ter doest (@hannyterdoest) October 16, 2017
De social buzz rondom Heel Holland Bakt
Aan de hand van deze statistieken, kunnen we concluderen dat een kijkcijferrecord niet per se een social record betekent. Maar waarom is de social buzz rondom de eerste aflevering van Heel Holland Bakt meestal het grootst? En wat heeft ervoor gezorgd dat in het eerste seizoen de finale-aflevering de meeste social buzz kreeg? Om op die laatste vraag meteen door te pakken: grote kans dat het te maken heeft gehad met de winnaar van dat seizoen. Van X tot aan verschillende nieuwssites: iedereen had het over Rutger, dé allereerste winnaar van Heel Holland Bakt. Maar waarom is het in de volgende seizoenen telkens de eerste aflevering die voor zoveel social buzz zorgt? Dat lijkt vooral te komen door aankondigingen op nieuwssites, aangevuld met ongeduldige kijkers die niet kunnen wachten op een nieuw seizoen Heel Holland Bakt.
A post shared by Leonie Ter Veld (@lterveld) on Sep 6, 2015 at 12:01pm PDT
En niet alleen voorafgaand aan de allereerste aflevering, maar ook tijdens en erna wordt er volop (na)gepraat. Over de presentatie, de baksels, de meesterbakker en de verliezer. Dit is elke aflevering het geval, maar gezien de afname in social buzz lijkt er inmiddels een ‘vaste kern’ over te blijven die nog wekelijks praat over het succesprogramma.
*Ine zegt iets*
- Televisiekijkend Nederland:#hhb pic.twitter.com/YcuUtozS0E
— Paul Peeters (@palpeet) October 15, 2017
Conclusie
In het geval van Heel Holland Bakt betekenen kijkcijferrecords dus niet per se social records. Desalniettemin kunnen we concluderen dat we niet alleen graag kijken naar het programma, maar er ook maar wat graag over praten. Benieuwd wat er dan zoal voorbij komt op social? De Beste Social Media selecteerde de leukste berichten over het programma. Herbeleef de halve finale met een selectie van de heerlijkste tweets.
Honger gekregen? Check dan vooral ons blog over het geheim achter smakelijke content!
Is het inderdaad zo dat slechts een kleine minderheid voorstander is van de keuze van HEMA? We gaan die stelling eens bekijken door middel van social data in Coosto. Bijbehorende hypothese: er is sinds het nieuws over het aanpassen van labels in kinderkleding veel meer negatief dan positief sentiment rond het merk HEMA waar te nemen.
Analyse
Onderstaande grafiek met de Activiteit & Sentiment rond HEMA, laat zien dat het besluit in de afgelopen uren op z’n zachtst gezegd aardig wat stof doet opwaaien. Coosto telt 11865 berichten over HEMA tot 14.00 uur vanmiddag. Daarmee is er meer dan voldoende data beschikbaar om de hypothese te testen.
Het sentiment schiet echter niet duidelijk de negatieve kant op. Sterker nog, er zijn online meer positieve (15%) dan negatieve (12%) berichten verschenen rond de beslissing van HEMA.
Verder is er een grote groep mensen die niet expliciet kant kiest, maar de hele discussie wel met verbazing volgt:
150 doden door 'n aardbeving, maar ons 'gave land' schudt op z'n grondvesten vanwege labeltjes die verdwijnen uit kinderkleding?! #hema
— Merel Morre (@MerelMorre) 20 september 2017
Conclusie
We verwerpen de hypothese. Hoewel de keuze van HEMA controversieel is, lijkt het niet slechts een kleine minderheid te zijn die het besluit van HEMA steunt. Sterker nog, social data suggereren dat die groep zelfs in de meerderheid kan zijn. Kanttekening daarbij: ten opzichte van het sentiment dat we in 2017 tot dusver zien voor HEMA (27% positief vs. 6% negatief) lijkt men in de huidige discussie minder uitgesproken positief over het bedrijf.