Meest recente berichten

Contentmarketing
How-to & Tips

De beste gratis video editing apps voor je smartphone

Ik ben fan van videocontent. Je kan zo veel meer delen in een video dan in een tekstuele bijdrage en de creativiteit is eindeloos. En ik ben zeker niet enige die gelooft in de kracht van video: In 2020 groeit de kijktijd van video’s in een rap tempo verder en ontwikkelt het gebruik van video in (social media) marketing zich verder. Videocontent op social media is een must-have en inmiddels hoeft het maken van video’s ook niet veel meer te kosten. Met de huidige generatie smartphones schiet je de mooiste plaatjes. En deze plaatjes kun je ook gemakkelijk bewerken op je telefoon.

Voordat we daaraan beginnen: heb je meer hulp nodig met je content? Download onze gratis kit met 10 hulpmiddelen om je te helpen bij de creatie, strategie en optimalisatie van je content. 

contentkit

Hoe video's bewerken en met welke apps?

De basis zit ‘m al in je smartphone zelf. Tegenwoordig kun je met elke telefoon basisbewerkingen uitvoeren. Je kunt video’s gemakkelijk trimmen, croppen en basis effecten toevoegen. Het nadeel is dat je dan nog geen muziek kan toevoegen of filmpjes aan elkaar kunt plakken. Daarvoor heb je een andere app nodig.

Een snelle Google-search laat zien: er zijn zóveel verschillende soorten apps! Van simpel tot vergevorderde video-editing. De kosten variëren daarin net zo sterk. Vaak is een app in beginsel gratis, maar moet je al snel veel gaan betalen. Ik heb er tientallen geprobeerd en afgewogen op de volgende aspecten:

  • Mobile-editing – Ik heb alleen gekeken naar editing apps geschikt voor je telefoon, niet met extra mogelijkheden voor desktop.
  • Gebruiksgemak – De app moet intuïtief werken en niet te veel ‘knoppen’ bevatten.
  • Kosten – Ik heb gekeken naar gratis apps die eventueel een kleine, schappelijke bijdrage vragen.
  • Functionaliteiten – Zoals basisbewerking, filters, design en templates voor je video, mogelijkheden tot toevoegen van muziek en subtitels, formaten van opslaan en deelbaarheid op social media.

En natuurlijk zijn ze beschikbaar voor zowel Android als iOS.

InShot-VideoShow-Quik-GoPro

InShot

Met InShot bewerk je in een mum van tijd je video. Handig: je kan kiezen uit diverse formaten, geschikt voor verschillende social media kanalen. Met een paar klikken deel je je video direct op social media of verstuur je ‘m per e-mail. Je kan het bestand ook gemakkelijk opslaan in je telefoon of andere digitale opslag, zoals Dropbox. De gratis versie heeft voldoende filters en effecten en je wordt in het gebruik daarvan niet beperkt. Een nadeel van de gratis versie is wel het watermerk. Dat verdwijnt alleen als InShot Pro aanschaft. Gelukkig is dat maar 12 euro per jaar. De gratis versie voldoet prima om de app een tijdje te testen. Daarna maak jij video’s als een pro en geloof me: dat is die 12 euro meer dan waard!

Tipje: wil je nou niet alleen razendsnel je video’s editen, maar ze ook verspreiden op de verschillende social media platformen?
Met Coosto plan, publiceer en optimaliseer je al je social media content vanuit één overzicht.

VideoShow

VideoShow is vergelijkbaar met InShot, maar focust zich voornamelijk op video-editing voor vloggers. Dat zie je ook direct aan hun twee meest onderscheidende functies, namelijk een GIFjes bibliotheek én de mogelijkheid tot toevoegen van ondertiteling. Dat laatste is een groot pluspunt, want dit kan bijna bij geen een mobiele editor. VideoShow is ook voor het basisgebruik gratis en je betaalt extra voor de features die jij belangrijk vindt. De kosten hiervoor starten op €2,29 per feature. De app is compatibel voor zowel iOS als Android, maar wordt wel het beste getest op Android devices.

Quik – GoPro

If it looks too good to be true, it probably is…. Gaat in het geval van Quik niet op, want deze app bevat werkelijk alles wat je nodig hebt om een mooie, professionele video te maken. De app is van GoPro en hun doel is om jou als GoPro gebruiker alle mogelijkheden te geven om de mooiste herinneringen te delen. Dit doen ze goed, want de app werkt supersimpel én je hebt bijna eindeloze opties aan filters, effecten en templates. Overigens hoef je geen GoPro te hebben. Je kunt gewoon clips vanaf je smartphone toevoegen.

Quik bevat een eigen muziekbibliotheek en je hebt ook de mogelijkheid om eigen muziek toe te voegen (let wel op dat deze rechtenvrij is). Best of all: de app is gratis. Als ik dan toch één nadeel moet noemen, is het dat je geen ondertiteling kunt toevoegen. Maar je video is straks zo mooi, dat iedereen hem toch met geluid wil bekijken ;)

Dit zijn wat mij betreft de beste drie. Mocht jouw ‘parel’ er niet tussen staan: ik hoor héél graag wat volgens jou de beste app is en waarom! :)

Community management

Community-building 101: Zo creëer je een digitale community

Ga op zoek naar de gemeenschappelijkheid

Een community is een erg breed begrip en we hebben allemaal onze eigen versie van wat een community nu precies betekent. Over het algemeen kunnen we bij een community wel spreken over een groep mensen die veel met elkaar gemeen heeft, en nog belangrijker; die hetzelfde doel heeft. De sleutel tot het vormen van een community, is mensen met elkaar laten praten, en ervoor te zorgen dat ze zich betrokken voelen met elkaar.

Je gaat dus op zoek naar wat jouw doelgroep met elkaar verbindt. Dat kan zijn hun achtergrond, kennis of interesses. Een manier om die gemeenschappelijke interesse te delen is via content marketing. Door regelmatig waardevolle content te maken en te delen, zorg je ervoor dat jouw publiek genoeg stof heeft wat hen verbindt. Het merk Peloton heeft dat erg sterk gedaan. Zij hebben een enorme community opgebouwd op Facebook met mensen die het gemeenschappelijk doel hebben om fitter te worden. De leden delen ervaringen, trainingen en motiveren elkaar. Daarbij worden ze ondersteund door blogs die Peloton deelt op haar website, met verhalen, kennis en tips.

Focus op brand advocacy

Een community kan ook een fanbase zijn. Als merk kun je zelf een loyale community - van fans - opbouwen. Je gaat dan op zoek naar je meest tevreden medewerkers, klanten of partners (oftewel: brand advocates) om hen vervolgens te activeren positieve mond-tot-mondreclame te verspreiden. Er zijn mensen die jouw merk leven en ademen en die jouw product daadwerkelijk gebruiken of dragen. Begin dus eerst met het selecteren van die ambassadeurs. Wanneer je bouwt aan een community, begin dan met een reeks ambassadeurs van je merk en zorg ervoor dat ze alle verschillende aspecten van jouw merk vertegenwoordigen. Zij vormen de ‘basis’ en bepalen de cultuur van je community. Het kost tijd om een ​​community te laten groeien. Het duurt minimaal een jaar tot anderhalf jaar om de impact van je community op je bedrijf te meten. En dat is zelfs alleen wanneer je echt investeert in betrokkenheid, interactie en in de content van je community.

Wanneer je direct impact wil zien op je bedrijf, kies je beter voor influencer marketing. Influencers hebben vaak al een community met zeer loyale fans. Jij als merk zet dan als het ware voet in die community en maakt gebruik van de fans van die influencer om je boodschap over te brengen.

Het resultaat van je community is dus afhankelijk van je KPI’s. Wat wil je bereiken met je community? Wil je groei en een stabiele gemeenschap? Of direct impact hebben op je bedrijf of merk? Vergelijk het met een appelboom. Het kost tijd om een ​​boom te planten, te laten groeien en uiteindelijk appels te hebben. Voordat je de appels daadwerkelijk kunt oogsten, heb je wel een mooie boom om naar te kijken. En ook dat is impact.

appelboom-community

Het draait allemaal om betrokkenheid en interactie

Een derde manier om naar een community te kijken, is door te erkennen dat deze er al is. Je doelgroep is er, en heeft dezelfde interesse en behoeften. Alleen daarom kun je het ook een 'groep' noemen. Het is alleen zaak om manieren te vinden om deze groep onderling met elkaar te verbinden. Het draait bij communities om samenwerken en gezamenlijk te streven naar hetzelfde doel. Een geweldige manier om dit te doen is via sociale media.

Afhankelijk van je doel en doelgroep zijn andere platformen geschikt om met je publiek in gesprek te gaan. Het verschilt nogal of je spreekt vanuit een B2B- of B2C-rol:

Instagram is bijvoorbeeld hét platform voor influencer marketing. Het platform is geweldig voor het vertellen en delen van verhalen (Stories) en het visuele karakter maakt het erg geschikt voor B2C-marketing. LinkedIn is vanwege de sterke netwerkcomponent ideaal voor je B2B-community. En Facebook is voor zowel de B2B- als B2C-markt nog steeds een geweldige plek voor community building.

Maar je kunt voor community building ook WhatsApp gebruiken. WhatsApp is perfect voor het maken van groepen en voor directe gesprekken. Je zou het platform kunnen gebruiken om video's en interviews met mensen te delen. WhatsApp zorgt voor een diepere betrokkenheid bij je publiek. Het open-percentage van merkberichten in WhatsApp is 90%. Dat is waanzinnig hoog, als je bedenkt dat het open-percentage van e-mails gemiddeld 20% is.

Je bereikt juist door verschillende kanalen te combineren met één centraal platform het sterkste resultaat. Een mooi voorbeeld van een krachtige community is de Nike Run Club. Nike verbindt hardlopers over heel de wereld met elkaar. Dit doen ze op verschillende social media en via hun app waar ze trainingen, tips, persoonlijke schema’s en ook hardloopevents aanbieden.

nike-run-club-community

Uiteindelijk gaat het er bij community building om verbinding te houden met je doelgroep en mensen te faciliteren bij het behalen van hun doelen. Deel kennis, ga in gesprek met je doelgroep en geef aandacht aan jouw merkambassadeurs.

 

Contentmarketing
Social media management

Content distributie: zo zorg je voor maximale zichtbaarheid van jouw content

Om maar direct met de deur in huis te vallen: het publiceren en distribueren van content is niet hetzelfde. Contentpublicatie kun je zien als de basis: je publiceert jouw content gebruikelijk op één platform, iets wat je in eigen beheer hebt. Vaak is dat jouw website, applicatie, blogpagina of kennisbank. 

Een onderscheidend stuk content creëren, waarmee je een gat aanboort in jouw contentmarkt, kost doorgaans veel tijd en moeite. Een investering die zichzelf niet uitbetaalt als je jouw content geen podium geeft. Alleen het publiceren van deze goede content is namelijk niet genoeg als je wil dat je content door het grote publiek gezien wordt. Daarom moet je jouw content actief distribueren. Om dit tot een succes te brengen, is het belangrijk om eerst te begrijpen hoe verschillende soorten media zich tot elkaar verhouden. Dat is waar het welbekende PESO-model meer duidelijk in biedt. In dit model wordt media opgedeeld in 4 categorieën: Paid, Earned, Shared en Owned. 
 

PESO-model content distributie kanalen

Onder ‘Owned Media’ vallen, zoals de naam al zegt, de media die volledig in jouw bezit zijn. Dat is jouw website, maar ook contentstukken van jouw hand, zoals infographics, podcasts, whitepapers, magazines en video’s. Het voordeel hiervan is dat je het beheer hiervan volledig in eigen hand hebt en dus niet afhankelijk bent van externe factoren waar je geen invloed op hebt. Maar als je alleen het stukje ‘Owned’ benut, loop je nog kansen mis op het gebied van zichtbaarheid. En dat maakt het lastig om jouw contentdoelen te behalen. 

Want jouw content kan nog zo sterk, onderscheidend en waardevol zijn, als het de doelgroep niet (volledig) bereikt, levert het je weinig op. Ook jouw (SEO-proof) websitecontent kan wel een duwtje in de rug gebruiken om de welverdiende aandacht van jouw doelgroep te krijgen. Want als je alleen moet bouwen op het proactieve zoekgedrag van deze groep via zoekmachines als Google en Bing haal je niet de volledige potentie uit jouw content. Daarnaast is SEO gericht op de lange termijn; het duurt even voordat de effecten hiervan zichtbaar zijn. 

Natuurlijk is het goed om evergreen content te creëren die hierop focust, want op de lange termijn blijf je hiermee relevant voor de doelgroep. Maar ook deze content kan best een duwtje in de rug gebruiken. Daarom is het zo belangrijk om niet stil te blijven staan na het publiceren van jouw content, maar om vervolgens doelgericht aan de slag te gaan met de distributie hiervan. 

Tip: werk ieder onderwerp uit aan de hand van contentmapping. Zo denk je direct na over verschillende contentvormen, die je op verschillende kanalen kunt verspreiden voor een grotere distributie en dus een groter bereik. 

Van publicatie naar distributie

Goed, het is tijd om verder te kijken dan alleen je owned kanalen. Door middel van content distributie zorg je ervoor dat de content ook op andere kanalen zichtbaar en vindbaar wordt. Met paid kanalen, zoals digital advertising, retargeting en advertorials kan je in korte tijd veel impact maken. Maar de naam zegt het al: het is betaald, en dus is er budget voor nodig. Natuurlijk staat hier de garantie dat jouw content doelgericht vertoond tegenover. Dat is veel waard, maar wij weten net zo goed dat dit budget nu eenmaal niet altijd voorhanden is.

Earned media is media-aandacht die verkrijgt via publiciteit, door bijvoorbeeld benoemd te worden in (online) artikelen, social media berichten of reviews. Alles wat door de media, jouw klanten of misschien zelfs influencers wordt gedeeld, valt onder deze categorie. Enerzijds een ontzettend waardevolle manier om aandacht te krijgen, die vaak gepaard gaat met een groot bereik én betrouwbaarheid, omdat het van een onafhankelijke bron afkomstig is. Anderzijds ben je hier enorm afhankelijk en heb je weinig tot geen inspraak op wat er over je gezegd (of geschreven) wordt. En dat zorgt voor onzekerheid en kan soms zelfs een risico vormen, want dat kan ook negatief uitpakken. 

Dan is er nog shared media: dit is bij uitstek de meest laagdrempelige en een zeer effectieve manier om jouw content aan de (juiste) man te brengen. Shared media draait om alle sociale media kanalen waar jij als organisatie actief gebruik van maakt. Dat is niet alleen het delen van content op deze kanalen, maar ook het monitoren van deze berichten. Zeer aantrekkelijk wat betreft het kostenplaatje, aangezien je hier vaak gebruik maakt van gratis kanalen. Bovendien heb je ook hier grotendeels zelf de regie in handen en heb je dus veel controle over deze manier van content distributie.

Zoek de balans

Natuurlijk zou je in een ideale wereld de goede balans willen aanhouden in het PESO-model, waarin je de voor jou relevante mediakanalen uit alle categorieën inzet. In de praktijk is het niet altijd mogelijk om de diverse kanalen optimaal te benutten, bijvoorbeeld door een gebrek aan budget, afhankelijkheid van media of simpelweg omdat je niet genoeg mankracht hebt binnen jouw organisatie om dit te realiseren. En daarom is het handig om te kiezen voor de weg met de minste obstakels en de grootste voordelen op korte termijn.

Social media: dé laagdrempelige weg voor content distributie

De makkelijkste en meest laagdrempelige mogelijkheid tot content distributie is via social media. Ook hier kun je beter niet op één paard wedden. Leg je jouw focus op één social media kanaal, dan is de kans alsnog groot dat je een aanzienlijk deel van je doelgroep mist. Te veel kanalen inzetten is echter ook niet ideaal: dan loop je niet het risico dat je de kanalen niet optimaal inzet, omdat je je niet volledig kunt verdiepen in de juiste etiquette en tone-of-voice, evenals het monitoren van deze kanalen. In dit geval geldt: overdaad schaadt.

Het is dan ook beter om te focussen op 3 à 4 social media kanalen. Zo spreid je je kansen en kun je de doelgroep via meerdere wegen bereiken. In jouw contentstrategie heb je als het goed is al een doelgroepbeschrijving opgenomen, en op basis hiervan bepaald welke social media kanalen jij het beste kunt inzetten om deze doelgroep te bereiken. 

De volgende stap

Tijd om aan de slag te gaan met de verspreiding van jouw content. Een contentplanning is hierbij onmisbaar. Hiermee creëer je overzicht en kijk je alvast vooruit: wanneer ga je welke content delen? Met een contentkalender maak je het jezelf extra makkelijk: hierin vul je gemakkelijk in wanneer je welke content gaat verspreiden. Natuurlijk kan je zelf een contentkalender in elkaar knutselen, maar waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Met onze interactieve contentkalender hoef je alleen nog maar te plannen wanneer je welke content deelt. 

Branding
Contentmarketing

Zo komt je social media strategie tot leven

‘Bedrijven moeten vooral de focus leggen op het social zijn in plaats van het social doen’, dat is voor mij dé takeaway van #SocialToday17 afgelopen dinsdag. Met mijn blik gericht op hoe je een social media strategie echt laat leven, deel ik graag mijn takeaways van deze dag.

Een social transformatie begint met een digitale transformatie. Een proces dat je niet zomaar begint en vooral een proces van vallen en opstaan, waar veel anderen je al in voorgingen. Eerst kijken naar de overkoepelende strategie in plaats van enkel social media is cruciaal. Je social media strategie is een uitwerking van je missie, visie en strategie. Iets wat de sprekers op SocialToday massaal ondersteunen. Ik deel graag 3 learnings waarmee jou dat ook gaat lukken.

1. De organisatie first

IKEA gooide met de nieuwe merkpositionering ‘Aandacht maakt alles mooier’ twee jaar geleden het roer om. Tijdens SocialToday sprak Frederike den Ottelander, socialmediamanager bij IKEA Nederland, vol passie over deze transformatie. Hoe zorg je ervoor dat alle neuzen dezelfde kant op staan? Welke fases doorloop je om dit voor elkaar te krijgen en hoe vertaalt dit zich op social media? Volgens Den Ottelander begint het met het kijken naar de interne organisatie. Wat houden je nieuwe positionering, missie, visie nu concreet in en ga je als bedrijf hier voor de volle 100% voor?

Hoe vertaal je het voorbeeld van IKEA, ‘Aandacht maakt alles mooier’, concreet naar jezelf, naar je product of dienst maar vooral ook naar je doelgroep? Aandacht uit zich namelijk in IKEA’s geval niet alleen in hoe het bedrijf producten maakt en aan de man brengt, maar ook in het benaderen van doelgroepen en de opstelling in de wereld. Een vertaling kan onder andere zijn dat je een andere advertising-strategie opstelt en de focus niet op bereik, maar juist op het creëren van engagement legt.

Danny Oosterveer van Burgers’ Zoo ondersteunt het verhaal van Frederike. Hij start met het vertalen van normen, waarden, missie en visie naar een belofte en uit die belofte vervolgens onder andere op social media.

Deze boodschap brengt elke spreker! Zo ook @DannyOosterveer ��#socialtoday17 pic.twitter.com/JTDuvNc6Vl

— Kirsten Jassies (@KirstenJassies) 14 februari 2017

Een van de meest krachtige quotes gehoord op SocialToday. Na het in kaart brengen van je strategie en waar je als bedrijf werkelijk voor staat, ontstaat als het goed is het volgende besef:

"Eigenlijk hadden we hier al bekend om moeten staan – Frederike den Ottelander, IKEA Nederland"

Het feit dat intern mensen dit zeggen, betekent dat alle neuzen in de juiste richting gaan staan. Dat hoeft niet direct na je strategische sessies te gebeuren, maar is vaak het gevolg van een lang proces van vallen en opstaan. “Pak daarom je tijd”, vertelt Frederike. “Verwacht tegenslagen. Als je intern echt gelooft in waar je voor staat, dan is dat alle tegenslagen waard.” Mocht je nu nog niet klaar zijn voor deze transformatie? Start dan met tekenen, beschrijven en dromen. Stine Påskesen van Nordisk Film Biografer gaf op SocialToday aan dat het in kaart brengen van je dromen helpt bij het ernaartoe werken, ook al heb je nu niet de mogelijkheden om te doen waar je in droomt. Je doelgroep zal merken dat jij je dromen in kaart hebt.

2. Hoe gaan we dit vertellen?

Na weten waar je voor staat, is het vervolgens taak om te kijken hoe je dit naar de buitenwereld gaat uiten. Hoe verwerk je de missie, visie en strategie om ze over te brengen naar anderen? Welke kanalen zet je in? Wat vertel je, aan wie en waarom? Stel je verhaal centraal, zoals Bart van Olphen (Fish Tales) zei: “Producten zijn een logisch gevolg van je verhaal.” En dat geldt ook voor je uitingen naar de buitenwereld.

Bart van Olphen van @fishtalestweets: "Het moet gaan over een verhaal vertellen, niet over een product verkopen." #socialtoday17 pic.twitter.com/R4SjsQJxL5

— Diana Groot (@dianagroot90) 14 februari 2017

Anders Lunde van het Deense marketingbureau Pravda schetste in zijn presentatie het ‘Content marketing wheel’, waarin de spaken fases uitbeelden. Dit start bij het kijken naar de problemen en doelen van je persona’s (de weergaven van je doelgroep). Na het in kaart hebben van wat je wil vertellen, kijk je naar hoe ze dit willen hebben (het format) en via welke kanalen ze dit willen hebben. Pas dit toe op je social strategie. Kijk naar de boodschap en verwerk die in het format dat de doelgroep wil zien, op de kanalen die ze willen zien. Blijf altijd denken aan het volgende: wat heeft onze doelgroep hieraan? Social media zijn verschillende kanalen met verschillende doelstellingen. Zo zet IKEA social media in om wat op tv is geweest is door te vertalen.

3. Wat vindt de doelgroep?

Het is belangrijk om niet enkel de interne waarheid te volgen. Wat je intern denkt dat de doelgroep interessant vindt, hoeft immers niet de waarheid te zijn. Test of datgene wat jij denkt dat de doelgroep waardevol vindt ook echt zo ervaren wordt. En meet het effect van al je uitingen.

"Zolang we blijven meten en we weten wat we willen vertellen dan komen we vooruit – Frederike den Ottelander, IKEA Nederland"

Dit meten kan zo simpel zijn als vragen wat je doelgroep leuk vindt. Gedurende de hele dag pleitten alle sprekers voor openheid. Stel je doelgroep de vraag: wat vind je wel of niet leuk? En wat houdt je echt bezig?

Stel daarnaast vooral ook data centraal. De huidige tijd geeft ons ontzettend veel mogelijkheden om het effect van ons werk te meten. Onder andere HEMA, Nordisk, IKEA en Revolt geven aan data centraal te stellen. Ga enerzijds in gesprek met mensen middels bijvoorbeeld een panel, het stellen van vragen via owned media en kijk daarnaast ook vooral naar het grotere plaatje. Onder andere Google-data en social media data bieden ontzettend veel mogelijkheden om onder andere het huidige sentiment, trends en populaire onderwerpen in kaart te brengen. Zo zie jij direct wat wel of niet in de smaak valt en waar je op kunt inhaken.

Goede quote! Haal die Rembrandt in je naar boven ;) #smm #SocialToday17 #socialdata pic.twitter.com/k2sSUzjdQl

— Coosto Nederland (@CoostoNL) 14 februari 2017

VolgensGus Murrayvan Revolt geeft data je ontzettend veel mogelijkheden om creatief te zijn. Gebruik daarom deze data zoals Rembrandt zijn verf en kwasten gebruikte.

"In our work the hero is creativity but we insist on it being informed, validated and scaled using data – Gus Murray, Revolt"

Kortom: het centraal stellen van de ‘why’ loont. Kijk eerst kritisch naar waarom je doet wat je doet, voordat je kijkt naar hoe je dit gaat uitvoeren en wat voor middelen daarvoor nodig zijn. Kijk hierbij goed naar de volgende zaken.

- Start with the why

Wat drijft jou en je collega’s echt en waarom ben je er als organisatie? Het in kaart krijgen van deze zaken is dé start van jouw social media strategie.

- Vertaal je why

Weet wat je doelgroep echt belangrijk vindt. Wat zijn de doelen die ze hebben, wat frustreert ze en wat vinden zij echt belangrijk? Door dit te matchen met de eigen why vind je iets waar je vol overtuiging de doelgroep mee kunt bereiken.

- Kijk naar de strategie en kanalen

Als je weet wat je wil communiceren, aan wie en om welke reden, is het vervolgens belangrijk om te kijken naar de beste kanalen hiervoor. Zo ook voor de verschillende social media kanalen. Elk kanaal heeft zijn eigen sterktes en zwaktes waardoor het maken van keuzes belangrijk is.

- Start met meten en stop er nooit mee

Het is belangrijk om niet enkel te sturen op de interne waarheid. Start daarom met het meten van je eigen acties. Test wat je wilt doen bij de doelgroep zelf en kijk naar belangrijke bronnen van data zoals social media data.

Contentmarketing

Zo kies je de kanalen die het beste bij jouw social media strategie passen

In tegenstelling tot wat je in eerste instantie misschien zou denken, hebben de meest succesvolle mensen in het bedrijfsleven (en eigenlijk in elk vakgebied) één ding met elkaar gemeen: het zijn geen generalisten. Ze zijn uniek in wat ze doen of verkopen en hebben heldere keuzes gemaakt met betrekking tot waar ze zich op willen focussen.

En daar zou je van moeten leren in je social media strategie. Er zijn veel social mediakanalen, en als het gaat om techniek zijn ze al erg verschillend, maar de verschillen gaan verder dan functies en het aantal gebruikers. De verschillen liggen o.a. in tone-of-voice en populariteit bij een bepaalde doelgroep. En juist in al die verschillen liggen keuzemogelijkheden voor de profilering van jouw merk of organisatie. Maar hoe bepaal je nou waar je jouw aandacht op moet vestigen?

Een overzicht van alle mogelijkheden

Eerst toch even alle opties onder elkaar, waar staat elk medium voor? We lichten de meest gebruikte sociale media in Nederland toe.

WhatsApp
Met 11,9 miljoen gebruikers is Whatsapp het meest gebruikte sociale medium (als je WhatsApp schaart onder social media) in Nederland. WhatsApp is een ideaal kanaal om met je klant in gesprek te blijven, snel en op een laagdrempelige manier vragen te beantwoorden en daarmee je klanttevredenheid te verhogen.

Facebook
Volgens het Nationale Social Media Onderzoek 2019 van Newcom maken nog steeds 10,1 miljoen Nederlanders gebruik van Facebook. Het gebruik is voornamelijk hoog bij volwassenen tussen de 23 en 57 jaar. Daar ligt dus een diverse doelgroep en een potentieel groot bereik. Facebook is met zijn bereik en brede publiek ideaal voor community-building. Helaas heeft Facebook wel veel aangepast in het algoritme, en heeft onder andere het bereik van gedeelde berichten drastisch verminderd vanwege de overvloed aan content en de focus van Facebook op advertentiefuncties. Maar door consequent te posten en de interactie op te zoeken kun je nog steeds jouw doelgroep bereiken. Bijvoorbeeld met evenementen en video’s.

YouTube
YouTube is nog steeds het hoofdkanaal als het gaat om video’s. Acht op de tien Nederlanders maakt wel eens gebruik van YouTube. Het platform trekt doelgroepen aan van alle leeftijden. Muziekvideo’s worden over het algemeen het meest bekeken. Bij jongeren zijn vlogs steeds populairder.

Instagram
Instagram is booming! Met 4,9 miljoen gebruikers en een constante groei is Instagram favoriet bij voornamelijk jongeren (14 – 22 jarigen). Het platform is gericht op visuals, zoals afbeeldingen en video's. Voor lifestyle merken gericht op eten, fitness, reizen, mode of bedrijven die een verhaal willen vertellen, is Instagram een goede match.

LinkedIn
LinkedIn is het online netwerkplatform. Focus op LinkedIn als je je netwerk wilt uitbreiden.  Voor B2B-marketing ben je hier aan het goede adres. Het platform is geweldig als je thought leadership wilt ontwikkelen, kennis of bedrijfsnieuws wilt delen. Het platform wordt intensief gebruikt door Millenials. 44% van de 23 tot 37 jarigen is actief op LinkedIn.

X
X definieert zichzelf als een realtime nieuwsnetwerk. In tegenstelling tot Facebook, tonen onderzoeken aan dat berichten met afbeeldingen veel beter presteren dan videoposts. De X-tijdlijn werkt snel doordat het korte berichten zijn die inspelen op het nieuws en trending topics. Dit is de beste plek om gesprekken te voeren met je doelgroep en je klanten. Veel merken gebruiken het om vragen, opmerkingen en klachten op te vangen en te beantwoorden.

Nu je dit weet; hoe kies je dan het beste kanaal? Door na te denken over de volgende drie elementen en daar scherpe keuzes in te maken, heb je wat ons betreft een goede basis.

1. Wat is je doel?

We kunnen het niet vaak genoeg vragen. Wat wil je met social media bereiken? Wil je een hogere naamsbekendheid? Of wil je werken aan het verbeteren van de reputatie van je organisatie? Misschien wil je social media gebruiken om snel te kunnen reageren op vragen van je klanten en daarmee bouwen aan een (nog) hogere je klanttevredenheid? Of is je doel juist om meer conversies halen uit social media? Denk dan bijvoorbeeld aan meer websiteverkeer of zelfs omzet uit social media.
Kies dus eerst waar je je op wilt focussen, want dat bepaalt bijvoorbeeld welke functionaliteiten een kanaal moet hebben om voor jou geschikt te zijn. 

2. Wie is jouw doelgroep?

Op wie richt je jouw product of dienst? Wat voor type mens is het? Alleen al de leeftijdscategorie maakt uit voor de voorkeur in social media kanalen. Hoe meer je weet over je doelgroep, hoe gerichter je jouw kanalen daarop kunt afstemmen. Om een compleet plaatje te krijgen van jouw ideale klant kun je een buyer persona schrijven. In dit whitepaper leggen we uit hoe je dat doet.

3. Luister naar je klanten

En dan bedoelen we natuurlijk online, op social media. Van welke kanalen maken zij gebruik? Waar wordt er over jouw merk, jouw organisatie of product gesproken? Maar kijk ook eens bij de concurrenten. Van welke kanalen maken hun klanten gebruik? Je kunt dit soort metingen heel gemakkelijk doen met een social media tool, zoals Coosto Listen. In onderstaand voorbeeld hebben we dat uitgezocht voor het modemerk Loavies. Op welke kanalen wordt er voornamelijk over dit merk gesproken?

Loavies-bronnen-social-media

Hier zie je dat Loavies het meest besproken wordt op YouTube, Facebook en X. Dit zegt iets over hun klanten. En als je dan kijkt wáár je klanten zich bevinden. Dan kun je ook zien wie er over je spreekt. Heb je trouwe volgers? Wellicht vloggers of bloggers? In het geval van Loavies zie je dat de meeste berichten door vrouwen worden geschreven. Deze gegevens kun je allemaal overwegen in het maken van je beslissing. Luister dus naar wat je publiek zegt. Zowel de positieve als de eventuele kritische verhalen, en neem deel aan het gesprek!

Loavies-auteurs-Coosto

En dan kiezen

Je hebt nu je doel helder, je hebt gekeken naar je doelgroep, en je hebt geluisterd naar hoe en waar er al over je gesproken wordt. Nu is het zaak om die drie samen te pakken en een keuze te maken in je social media kanalen. 

Leer en verbeter

Door te meten kun je verbeteren. Pas je social media strategie toe en monitor wat er gebeurt op je kanalen. Door die data te analyseren zie je wat wel of niet werkt voor jouw merk, en kun je steeds je content aanscherpen en verbeteren.

Community management
Social media management

Waarom je vaker moet reageren op comments onder je Facebook-posts

Algoritme van Facebook

Het algoritme van Facebook geeft voorrang aan content die 'betekenisvolle interactie' uitlokt. Dat betekent dat posts die bewezen waardevol zijn voor een lezer of kijker, vaker vertoond worden. In een eerder blog over het Facebook-algoritme schreven we hoe bepaald wordt of een post 'waardevol' is. Het komt erop neer dat Facebook berekent of een post betekenisvolle interactie oproept. Dat doet Facebook met behulp van 2 factoren: passieve en actieve signalen.

Een voorbeeld van zo'n passief signaal is weergavetijd (hoe lang kijkt een Facebook-gebruiker naar je post?). Een voorbeeld van een actief signaal is - je voelt hem aankomen - het aantal comments.

De logica daarachter? Een post met veel reacties is kennelijk de moeite van het reageren waard. De post 'doet' blijkbaar iets met de personen die hem onder ogen krijgen, en is dus waardevol. Facebook laat die post daarom automatisch aan meer mensen - vaak vrienden van de personen die reageren - zien. 

Gelukkig kun je dit concept niet misbruiken door zelf zo vaak mogelijk te reageren onder je posts om zo je bereik te vergroten. En volgens mij zou je dat ook niet moeten willen. De reacties moeten authentiek zijn, van gebruikers zelf komen. Toch is het slim om zelf wel degelijk te reageren op comments. 

Reacties lokken reacties uit

Jouw reactie staat namelijk niet op zich. Want als je hem uitdagend of vragend genoeg formuleert, kun je met jouw antwoord een nieuwe reactie uitlokken. En Facebook telt die nieuwe reactie dan weer wél mee als signaal van betekenisvolle interactie. Je post wordt als gevolg vaker en aan meer mensen getoond.

Deze slimme manier van community management zorgt dus voor meer bereik van je posts, en we weten allemaal dat bereik de motor is van andere conversies - clicks, likes en daar heb je hem weer: comments. Het extra goede nieuws is dat dit niet alleen geldt voor je organische posts. Ook je ads worden vaker vertoond als er veel engagement op plaatsvindt

Je kunt op deze manier in sommige gevallen zelf een domino-effect creëren:

bereik > eerste comment > reactie op comment > meer comments > meer bereik > meer comments, enzovoort. 

reageren-op-facebook-comments

Bol.com is bij uitstek een merk dat opvallend vaak op Facebook-comments reageert, zonder dat er duidelijk om hulp of antwoord wordt gevraagd. In het voorbeeld hierboven gaat Bol.com in op de eerste comment, waarmee het merk zorgt voor meer interactie en daarmee nieuwe comments.

Als je deze vorm van community management structureel toepast, merk je als het goed is al gauw een positieve boost op je bereik. De kans voor je merk om écht viral te gaan, neemt bovendien toe. 

Merkambassadeurs en topfans

Er is nog een andere, meer voor de hand liggende reden om vaker te reageren op comments, niet eens alleen Facebook-comments. Het antwoorden op comments is namelijk een ideale manier om je volgers meer bij je merk te betrekken. Met een herkenbare tone-of-voice in je content en reacties kun je werken aan merkambassadeurs en - zoals hierboven bij Bol.com te zien is - 'topfans'.

Interactie op social media is de perfecte gelegenheid om je ware merkidentiteit te laten zien. Hoe zweverig het ook mag klinken, met community management krijgt je merk een persoonlijkheid en een gezicht.

Meer bereik én een kans om je merk van zijn beste kant te laten zien: door vaker te reageren op social media sla je twee vliegen in één klap!

Behandel alle comments op Facebook-posts en ads vanuit één overzicht

Met Engage worden automatisch alle comments op je Facebook-posts én ads in één overzicht geladen (+ die van je andere social platformen, als je die hebt gekoppeld). Je kunt er dan vanuit een handig overzicht op reageren. Je hoeft dus niet de hele dag al je Facebook-notificaties te volgen (zoals 'je advertentie is goedgekeurd') voor die ene melding waar je iets mee kunt. 

Coosto-Engage

 

Contentmarketing

De 10 meest succesvolle inhakers van 2019

Maar ook bij liefhebbers is er discussie. Want wat maakt de ene inhaker nu beter dan de andere? Zoveel mensen, zoveel meningen. Na een paar minuutjes Googlen ben je tientallen tips rijker, maar ontbreekt het aan een goede meetlat. Om kwaliteit of succes wat objectiever te kunnen bepalen, moeten we terug naar het marketingdoel van een inhaker.

Van mening naar meten

Inhakers zijn vrijwel altijd bedoeld om een glimlach op de gezichten van de lezer/kijker te krijgen. Maar om dat voor elkaar te krijgen, moet de inhaker wel door mensen gezien worden. En dat publiek wordt - door de social media algoritmes van vandaag de dag - alleen bereikt als een inhaker in eerste instantie engagement weet uit te lokken. Likes, comments en shares zorgen dus voor een domino-effect op je bereik.

Een extra voordeel van een indicator als engagement: hij is meetbaar. Daarom hebben we voor deze top 10 'interactie' als meetlat gebruikt. Meer specifiek, interactieratioWe zetten met behulp van Coosto Listen de shares en comments op inhakers van meer dan 100 grote Nederlandse merken af tegen het aantal volgers van het account. Daarmee bepalen we het relatieve succes van de inhaker voor het merk erachter. Dit is het resultaat: de top 10 meest succesvolle Nederlandse inhakers (tot dusver).

1. Albert Heijn (Pride)

11,9 comments/shares per 1000 volgers.

Onze boodschap: liefde voor iedereen! #pride pic.twitter.com/fpeRoa6Jed

— Albert Heijn (@albertheijn) August 2, 2019

2. Hornbach (Hete zomer)

9,6 comments per 1000 volgers

3. Hornbach (Songfestival)

8,9 comments per 1000 volgers

4. Allianz (TelevizierRing)

8,7 comments per 1000 volgers

5. Staatsloterij (Koningsdag)

8,7 comments per 1000 volgers

inhakers-staatsloterij-koningsdag

6. Lidl (Prinsjesdag)

8,5 comments per 1000 volgers

7. Etos (De Luizenmoeder)

6,9 comments per 1000 volgers

8. Heineken (Formule 1)

6,4 comments/shares per 1000 volgers

De Formule 1® komt naar Nederland! Proost! #DutchGP #zandvoort #Heineken pic.twitter.com/PrXm2bADg5

— Heineken NL (@Heineken_NL) May 14, 2019

9. Chocomel (Winter)

6,1 comments per 1000 volgers

10. Heineken (WorldRecordEgg)

5,6 comments/shares per 1000 volgers

We zetten in op minimaal 17 miljoen retweets... #eitje pic.twitter.com/z12hZzsqsn

— Heineken NL (@Heineken_NL) January 14, 2019

Natuurlijk wil dit lijstje niet zeggen dat meningen er helemaal niet meer toe doen. Je mag best een persoonlijke favoriet hebben en een bepaalde inhaker helemaal niets vinden. Punt is dat het uiteindelijke resultaat ook een hoop zegt over de kwaliteit van de inhaker. Niet vergeten te meten dus! 

Contentmarketing

Beste content marketeers, stop met streven naar schijnwerpers

Een ding moet ik beamen: het is steeds moeilijker om aandacht van je publiek te verdienen. Dat wil echter níet zeggen dat ons publiek geen aandacht of concentratie meer heeft. De vlieger dat content snackable (lees: kort) moet zijn, gaat niet langer op. Je hoeft alleen maar je eigen kijk- en leesgedrag te bestuderen om daar de bewijslast voor te vinden. In mijn geval ben ik in staat naar vlogs te kijken die 24 minuten duren. Ik spendeer rustig een complete zondag op Netflix, en baal zelfs af en toe dat een uur durende podcast alweer is afgelopen. Concentratie én tijd genoeg. Maar dan moet het de concentratie wél waard zijn.

En precies daar gaan we als contentmakers nogal vaak de mist in.

Maak dankbaar gebruik van de curiosity gap

Veel organisaties zijn inmiddels overtuigd ‘iets’ te moeten met content. En dat ‘iets’ wordt dan ook op grote schaal gedaan. We produceren content aan de lopende band, soms wel meerdere contentstukken per dag. Met zo’n grote hoeveelheid is het bijna onmogelijk om de diepte in te gaan, om zo de nieuwsgierigheid en de aandacht van je publiek te trekken.

Want die aandacht is er dus wel degelijk. Zolang je maar slim inspeelt op het maken van een curiosity gap. Volgens Andrew Davis moet het gat tussen wat we weten en dat wat we wíllen weten zo groot mogelijk zijn. Een bepaalde spanning opbouwen, toewerken naar een hoogtepunt. Als je dat goed aanpakt, dan is je publiek wel degelijk in staat om langdurig aandacht te schenken aan je content. Zelf als het om iets onbenulligs gaat als het laten knappen van een watermeloen.

Het vergt een andere denkwijze. Een denkwijze die anno 2018 echt nodig is in ons vakgebied. Want zolang we blijven denken dat content vooral veel, kort en snel moet zijn, verdienen we de aandacht van ons publiek gewoon niet.

Denk én doe daarom als een uitgever.

Je merk als uitgever

Er is al veel geschreven over het ‘denken als een uitgever’. Toch zijn er in de praktijk slechts een aantal uitgeverstaken die we als marketeer uiteindelijk overnemen. Dat begint vaak bij een contentplan en eindigt met een berg content, met als doel zo veel (en zo snel) mogelijk aandacht te krijgen. En dat is dan weer net níet hoe uitgevers denken. Focus op de missie, en niet op de aandacht. Content zou op die manier helemaal op de voorgrond van je organisatie moeten staan, waardoor het bijna belangrijker wordt dan de daadwerkelijke producten of diensten die je verkoopt. Klinkt heftig, maar dat valt in de realiteit best wel mee. Neem bijvoorbeeld Redbull, dat het businessmodel van uitgevers lijkt te snappen. De website van Redbull is eigenlijk een platform, waarop content staat die de waarden illustreert waarmee Redbull geassocieerd wil worden. Op de homepage zie je niet eens producten terugkomen. 

Website Redbull

Of we dan als content marketeers het wiel opnieuw moeten uitvinden? Gelukkig niet. Want uitgevers beheersen hun vak al veel langere tijd dan dat content marketing een echte expertise is. Met deze 3 tips leer je van de besten.

1. Zie content niet als een campagne

We zetten content nog vaak in als een campagne. Een video waarvan je hoopt dat ‘ie viral gaat, een quiz om mensen betrokken te krijgen bij je merk of een simpele poll in de hoop dat je er interactie mee opwekt. Zulke content staat vaak op zichzelf, doordat er een duidelijk begin en eind aan zit. Wat je eigenlijk zou moeten willen, is het constant voeden van je doelgroep met voor hen relevante content. Dag in dag uit voldoen aan de verwachtingen. Dat schept namelijk vertrouwen, wat weer leidt tot een loyaal publiek.

Het tijdschrift Happinez geeft bijvoorbeeld elke maand gehoor aan haar thema ‘Spiritualiteit’ door op Facebook de horoscopen van die maand te presenteren. Elke dag posten ze een nieuwe horoscoop-update, totdat alle horoscopen voorbij zijn gekomen. Content die aansluit bij wat het publiek van Happinez verwacht van het tijdschrift, en waar Happinez dan ook structureel gehoor aan geeft.

2. Zoek niet naar ‘het’ (content)idee

Als content marketeer heb je vast al meerdere brainstormsessies gehad met je team. Voor nieuwe campagnes bijvoorbeeld, of om de huidige strategie te verbeteren. Vaak komen in zo’n brainstorm allerlei ideeën opborrelen, waarbij vervolgens alleen de ideeën tot uitvoering worden gebracht die de meeste potentie hebben. Er moeten namelijk doelstellingen behaald worden: waarom kiezen voor een ruwe diamant als je ook een gepolijste robijn voor handen hebt?

Als je als uitgever denkt, hoef je helemaal niet op zoek te gaan naar hét (content)idee. In plaats daarvan moet je vertrouwen krijgen in het proces dat de minder goede ideeën kunnen veranderen in echte contentparels. Zolang die ideeën maar met liefde en aandacht worden doorontwikkeld. Ed Catmull, de CEO van Pixar, verwacht helemaal niet dat zijn team begint met een fantastisch idee. Hij verwacht zelfs niet dat ze starten met een goed idee. In plaats daarvan heeft hij vertrouwen in het proces dat Pixar heeft opgebouwd door de jaren heen. Hij weet dat zogenaamd ‘lelijke’ ideeën – míts goed aangepakt – kunnen veranderen in prachtige ideeën. Het proces van creatie zou dus veel meer centraal moeten staan dan het eindproduct.

3. Zet jezelf neer als platform

In 2003 lanceerde Linda de Mol haar eigen tijdschrift: LINDA. Wat begon als een fysiek blad, is nu uitgegroeid tot een waar mediamerk, met een succesvolle nieuwswebsite, LINDA.tv, een festival en binnenkort misschien zelfs LINDA.radio. De mensen achter het tijdschrift hebben slimme keuzes gemaakt door het tijdschrift als een platform te positioneren. En goed voorbeeld doet volgen. Anno 2018 worden er bijna geen nieuwe tijdschriften meer uitgegeven zonder een online platform. Dat zagen we alleen al bij de lancering van &C, het mediamerk van Chantal Janzen. Daar werd de nadruk niet alleen gelegd op het tijdschrift, maar juist ook op het social platform eromheen.

En juist daar kunnen we als content marketeers nog veel van leren.

We moeten de bedrijven en organisaties waar we voor werken niet alleen zien als een leverancier van producten of diensten, maar als een platform. Streef ernaar om dé online plek te worden waar mensen met zelfs minimale interesse naartoe gaan om hun kennis over jouw vakgebied te verbreden of zich te vullen met relevant entertainment. Wees niet alleen de marktleider op het gebied van je praktische aanbod, maar juist op het gebied van je kennis. Dat laatste kan alleen als je content niet langer gebruikt om te scoren op de korte termijn, maar juist om te verbinden op de lange termijn.

Alleen dan krijg je namelijk de aandacht die je écht verdient.

Social media management
Content optimalisatie

Het Facebook algoritme uitgelegd: zo zorg je voor goed presterende posts

Betekenisvolle interacties

Update juni 2022: er gaan geluiden over nieuwe veranderingen binnen het algoritme van Facebook. In de plaats voorrang te geven aan posts van personen die je volgt op Facebook, lijkt het erop dat dit niet langer van toepassing zal zijn. Dat zou betekenen dat de afkomst en de relatie tussen de auteur en de gebruiker die de post te zien krijgt minder belangrijk wordt. In principe hoe TikTok ook werkt: de relevantie met betrekking tot de interesses van een gebruiker staan hierbij voorop. Het succes van TikTok wordt ook op andere manieren gekopieerd door Facebook: Reels zouden vanaf nu voorrang krijgen om vertoond te worden. Hoe gaat Facebook er dan uitzien? Stories en Reels worden bovenaan de Feed weergegeven, met zoals gezegd meer focus op visuele posts. 

Het enige gedeelte van het Ranking-proces waar we als merk invloed op hebben zijn de signalen van onze content. Deze signalen kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën; passief en actief:

  • Passieve signalen zijn onder andere weergavetijd, verhaaltype, geposte tijd en andere niet-actieve statistieken.
  • Actieve signalen zijn onder meer likes, shares en reacties

Je moet dus passende en waardevolle content maken om positieve betrokkenheid te bevorderen. Wanneer jouw doelgroep positief reageert op je content, definieert Facebook het als ‘betekenisvolle interactie’.

1. Zorg voor gespreksstof

Je wil dat jouw posts zorgen voor (positieve) interacties. Zorg dat je met je content een gesprek aanwakkert tussen jouw volgers en andere mensen. Richt je niet alleen maar op wat jij wil vertellen of overbrengen. Jouw content moet ervoor zorgen dat mensen stoppen met het scrollen door hun tijdlijn, dat ze reageren en jouw post willen delen

2. Focus op je publiek

Het is een beetje een open deur, maar de content die je maakt moet wel relevant zijn. Zorg dat je verhalen maakt die de mensen, waarmee je een community wilt opbouwen, willen lezen, bekijken of delen. Of het nu gaat om een product of kennisdeling: het moet allemaal voortkomen uit de vraag van jouw publiek. 

3. Monitor de prestaties van je content

Analyseer je gepubliceerde social media berichten om ze vervolgens te kunnen verbeteren. Voor Facebook kun je al het een en ander aflezen binnen Facebook-insights, maar wil je een volledige analyse doen, maak dan gebruik van een social media tool, zoals Coosto. Met Publish in Coosto publiceer je berichten op al je social media kanalen en zie je direct hoe je posts presteren. Bekijk hoe je berichten presteren op interactie, leer van de inzichten van je posts en optimaliseer vervolgens vanaf daar.

4. Promoot goed presterende posts

Het Facebook-algoritme hecht waarde aan content die organisch goed presteert en dat is gunstig voor als je wilt adverteren. Content die al sterke organische tractie heeft, betekent lagere CPC’s (cost per click), wat in combinatie met een boost-post van Facebook een sneeuwbaleffect voor je content kan creëren. Verspil daarentegen geen geld aan slecht presterende organische content, dat geeft logischerwijs hogere CPC’s. Wanneer een bericht goed presteert op het gebied van betrokkenheid, likes en shares, dan biedt boost-post de mogelijkheid om die prestaties op te schalen.

Conclusie

Het nieuwe Facebook-algoritme is complex en afhankelijk van veel factoren. Niet alles daarvan is te doorgronden. Gebruik de informatie die wél beschikbaar is om je contenttactieken aan te scherpen en je zichtbaarheid in de nieuwsfeed te vergroten: Zorg voor gespreksstof, schrijf waardevolle verhalen voor je doelgroep en daag ze uit die verhalen te delen voor organisch sterk presterende content.

Webcare

9 tips voor het optimaliseren van online klantenservice

Niettemin zien we nog altijd een worsteling. Sommige bedrijven zijn angstig om de eerste stappen te zetten naar klantenservice via social media. Ook is er twijfel waar ze de werkzaamheden moeten onderbrengen: valt het onder de afdeling Communicatie of Klantenservice? De heilige graal is er niet, ieder bedrijf richt het op zijn eigen manier in. Feit is wel dat webcare steeds meer professionaliseert. Wil je starten met webcare of je webcare optimaliseren en toewerken naar die 100% klanttevredenheid? Hier lees je 9 tips en aanbevelingen hoe je webcare het beste in kan zetten voor customer support.

1. Verhoog de snelheid met workflowinstellingen

Natuurlijk, persoonlijk contact is superbelangrijk bij klantenservice, maar efficiëntie ook. We hebben namelijk net al gezien dat er steeds meer gestuurd wordt op service level en reactietijden. Hoe rijm je die efficiëntieslag met het persoonlijke contact?

Hiervoor hanteer je de digitale instellingen om een automatische workflow te gebruiken die aansluit bij jouw serviceproces. Je kunt automatisch de berichten of klantcases laten verdelen door engage feeds die je in kan stellen per onderwerp, platform, prioriteit, sentiment of auteurstype. Deze wijs je dan toe aan bepaalde personen. Laat ze daarnaast verschijnen in verschillende kolommen gesorteerd op onderwerp, prioriteit, product, klantgroep of social media platform. Stel van tevoren in wie met welke social media accounts mag reageren, wie goedkeuring nodig heeft op zijn berichten en hoe de automatische handtekening van je medewerkers eruit moet zien. Grote én kleine klantenserviceteams kunnen op deze manier snel reageren op online berichten en klachten afhandelen.

Bij onze gebruikers zien we dat een bepaalde handeling heel vaak wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld: er komt een vraag binnen die jij als webcaremedewerker niet kunt oppakken en die moet worden opgepakt door iemand van de afdeling ‘Hypotheken’. Je wilt het bericht dus toewijzen aan Jeroen van het klantenserviceteam Hypotheken, je wilt het label ‘Vraag’ en ‘Hypotheken’ toekennen, je wilt de memo ‘Hoi Jeroen, kun jij hiernaar kijken’ toevoegen en je wilt naar de vraagsteller reageren “bedankt voor je vraag, ik heb het doorgezet naar Jeroen van ons klantenserviceteam en hij reageert binnen 3 uur! ^TR”. Daarnaast wil je elk bericht dat je het label ‘Compliment’ toekent ook liken op X, Facebook en Instagram. Zulke handelingen zijn redelijk arbeidsintensief, terwijl je deze handeling misschien wel twintig keer per dag uitvoert. 

Met macro’s kun je één handeling of meerdere handelingen opslaan als één macro. Dat kan een standaardreactie zijn, dat kan het toekennen van een label of toewijzing aan een persoon zijn. Hiermee is je webcare semi-geautomatiseerd: je voert zelf de regie, maar kunt wel zelf op een knop drukken waarmee je heel veel handelingen tegelijk uitvoert.

2. Schat het humeur van je klant in

Met webcare kun je de klant in veel gevallen zelfs beter helpen dan via de telefoon. Je hebt namelijk alle informatie die je nodig hebt om een klant te helpen direct bij de hand. Profielinformatie vanuit het sociale web, maar ook klantinformatie vanuit je CRM-systeem en de gesprekshistorie is direct zichtbaar wanneer je een bericht in je webcare-inbox bekijkt. Zo hoef je klanten nooit meer te vragen naar eerdere contactmomenten en klantnummers, zodat je samen met je gesprekspartner kunt focussen op het oplossen van een probleem of het geven van de gewenste informatie.

Check het sentiment van je klant. Is het een notoire zeur? Of is het niet per se een zeur, maar zijn wel alle berichten over jouw product, dienst of winkel negatief? Misschien kun je iets extra’s doen om deze persoon tevreden te stellen of iemand zo aardig mogelijk te bejegenen in je taalgebruik.

Ook kan het interessant zijn om naar de combinatie van sentiment en CRM-info te kijken. Zo kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om een vaste klant die klaagt op X direct op te bellen.

Workflowmanagement Coosto

3. Zorg voor een vast contactpersoon per klant

Een conversatie met een klant is een verzameling van publieke berichten en privéberichten tussen jou en één auteur over een bepaald onderwerp. Deze kan dus ook bestaan uit 100 berichten, waardoor deze mogelijk ook honderd keer in de webcare-inbox van je medewerkers verschijnt. Je behandelt nooit per ongeluk dezelfde klantcase wanneer je gebruik maakt van automatische case management. Op het moment dat een klant overschakelt naar een ander type bericht (“Bedankt voor het oplossen van m’n WiFi-probleem, alleen nu stoort de digitale tv”), kun je gewoon een nieuwe case starten. Als je een case afsluit en iemand start na een week weer een nieuw gesprek, wordt dit gezien als nieuwe case. Zo heeft elke klant een vast contactpersoon en ben je als contactpersoon als enige verantwoordelijk voor de afhandeling.

Het is bovendien bevorderend voor de workflow van het hele team. Jij bent de enige die de bijbehorende berichten ziet, zodat jij en je collega’s overzicht kunnen houden. Wanneer je een case actief overdraagt ziet de ander direct alle klantinformatie, zoals gesprekshistorie, algemeen sentiment, lijstlidmaatschap of memo’s van andere teamleden in beeld en wordt de case van jouw inbox naar die van de ander overgezet. Nadat je gereageerd hebt, verdwijnt de case automatisch uit je inbox naar ‘in afwachting’. De discussie verschijnt pas weer in je webcare-inbox als de klant een reactie daarop verstuurd. Voor de klant is het beter dat hij maar door één persoon geholpen wordt en voor de agent is het beter dat hij niet de hele tijd om een nog niet afgehandelde discussie heen moet werken.

4. Meet hoeveel klanten je hebt geholpen

Een vraag aan de telefoon is meestal aan het eind van het gesprek beantwoord, terwijl een vraag via sociale media soms enkele berichten duurt. Daarbij start de discussie vaak openbaar en wordt het gesprek via privéberichten afgerond. Kortom, één telefoontje staat niet gelijk aan één social media post. We merken dat veel agents daarom geneigd zijn om auteurs te tellen in plaats van berichten, maar beide is suboptimaal. Eén auteur heeft –zeker gedurende een lange periode- vaak meerdere vragen gesteld. Het is realistischer om het aantal cases te meten in plaats van het aantal berichten, omdat je dan meet hoe vaak een team of een teamlid mensen daadwerkelijk geholpen heeft. Je kunt zo ook de reactietijd niet alleen per bericht, maar ook per case meten. De klantenservicemanager kan bovendien op het real-time dashboard de status beter meten op basis van het aantal openstaande en gesloten cases. Daarom is het niet alleen prettig voor de workflow om met cases te werken, maar ook voor het meten van je klantenservice-performance.

5. Werk samen als je het even niet meer weet

Heb je een bericht waarvan je niet meteen weet hoe je erop moet reageren? Wijs gemakkelijk berichten toe aan andere teamleden, stel anderen op de hoogte per e-mail of vraag goedkeuring aan je teamleider via een knop bij je bericht. Als manager van je klantenserviceteam wil je natuurlijk snel berichten kunnen goedkeuren of afkeuren. Je stelt bijvoorbeeld in dat je van vijf medewerkers, die nog geen twee maanden in dienst zijn, de antwoorden wilt lezen voor ze eruit gaan. Zij kunnen dan de reactie geven, terwijl jij als manager alleen maar op goedkeuren of afkeuren hoeft te klikken, eventueel voorzien van uitleg. Zo hou je de kwaliteit en de snelheid in de hand.

6. Interpreteer KPI's en stuur live bij

De statistieken in een rapportage zijn voor jou en voor het hoger management handig om beslissingen op te maken. Maar je wilt ook real-time inzicht in de performance van de customer service hebben. Monitor daarvoor de performance via real-time dashboards die je ophangt op de hele afdeling op basis van responstijd, openstaande cases en klantsentiment. Met de uitgebreide rapporteerfuncties en het performance dashboard kun je de webcare-agents, supportafdelingen en het volledige webcareteam voortdurend monitoren en evalueren. Loopt het uit de hand? Dan kun je bijvoorbeeld zelf bijspringen of anderen inschakelen. Zo heb je continu de controle over jouw online klantenservice.
 

Coosto responstijd webcare

Om nog gemakkelijker je servicelevel, reactietijden en maximaal aantal openstaande berichten te monitoren kun je als beheerder nu ook KPI’s instellen. Je kunt dan direct in het live dashboard en je rapportages zien hoe je scoort ten opzichte van je KPI’s en of je je KPI’s die dag behaalt. Zo kun je live zien waar je op moet bijsturen. 
Dat kun je zien voor je hele team, voor delen van je team en per medewerker. Zo kun je reactietijd, het aandeel reacties en voltooide berichten binnen de deadline en maximaal aantal openstaande berichten per medewerker instellen. Om de KPI’s goed te kunnen berekenen, vul je ook de werktijden van de agents in bij de instellingen. Zijn er agents die trager reageren dan de rest en minder berichten afhandelen? Waar ligt dat aan? Je kunt bijvoorbeeld nieuwe medewerkers andere KPI’s geven dan je topmedewerkers. Wil je liever niet dat je medewerkers zien hoe ze ten opzichte van elkaar scoren? Binnen het dashboard stel je in of deze KPI’s wel of niet weergegeven moeten worden.
Naast de medewerkers en de tijd kan het platform ook verschillen: een bericht op Klacht.nl beantwoord je bijvoorbeeld uitgebreider dan een tweet en duurt daardoor langer. Tot slot is er ook nog het onderwerp dat van betekenis kan zijn: worden de vragen over Onderwerp X altijd trager beantwoord dan vragen over Onderwerp Y? Kijk dan of je daar iets aan kunt doen. 

7. Schat je bezetting in op basis van data

Door data-analyse is het steeds eenvoudiger om drukte te voorspellen. Hiervoor analyseer je de tijden waarop consumenten het vaakst een gesprek aanknopen. Wanneer word je ge@-mentioned, er op je Facebookpagina geschreven, Whatsapp-berichten naar je verstuurd, berichten over je gepost op klachtenfora of op je eigen klantenforum gekeken en geschreven? Is dit om 8 uur of
16 uur? Maandag of donderdag? In welke maanden is het niet druk en op welke dagen van de maand juist wel? Met Coosto zie je dit direct terug op je tijdswidget. Zo weet je precies of je de klantenservicetijden voor webcare moet aanpassen, verschuiven, verruimen of verkorten en kun je online zijn wanneer je doelgroep dat is. Ziggo gebruikt de tijdsanalyse in Coosto regelmatig om de bezetting van de klantenservice te plannen. Is de woensdagavond bijvoorbeeld altijd druk? Dan kun je ervoor kiezen je openingstijden te verruimen. Beginnen consumenten in de zomer een uurtje eerder tegen jouw merk te praten? Dan is het voor jou interessant om een uur eerder te beginnen met terugpraten. Is de buzz in december een stuk hoger dan in januari, maar stoppen de berichten met kerst? Hou hier dan rekening mee in de bezetting. Als we ’s middags trager reageren dan ’s ochtends, dan is het wellicht raadzaam te schuiven in de bezetting.
 

Bezetting Coosto Webcare

8. Stuur ook proactief berichten

Reageer ook op social media berichten die niet direct aan jou gericht zijn (proactieve webcare). Zoek buiten je eigen Facebookpagina en klantenforum op berichten waarin je wel genoemd wordt, maar geen @mention of hashtag bevat. Zo kun je ook mensen helpen die daar niet expliciet om gevraagd hebben en maak je nog meer mensen blij. Vermeld altijd wel in je eerste berichtje hoe en waarom je hun bericht hebt gevonden.

9. Deel social media berichten met collega's

Laat het hele bedrijf meegenieten van de complimenten op social media via een live dashboard in de kantine of de lift. Toon ook de meest gestelde vragen en ook het aantal klachten. Deze transparantie zorgt ervoor dat anderen in het bedrijf meer binding met de klant krijgt en meer waardering voor de klantenservice. Met Coosto stel je gemakkelijk je eigen real-time dashboard samen.

Contentmarketing

Het einde van de ‘like’ is in zicht

Het lijkt een ingrijpende verandering. Instagram en Facebook overwegen dus om een van de meest gemakkelijke en toegankelijke manieren van het tonen van sociale erkenning en waardering te verwijderen. Eerst even iets ophelderen. Je kán nog wel posts blijven like’en. Je kan alleen niet meer in je instagram-feed zien hoeveel likes de foto’s hebben. Instagram test wat het betekent om die data niet meer openbaar te tonen. De aantallen likes blijven voor degene die de foto heeft gepost nog wel zichtbaar.

‘Like’-minded community

Dat deze test zorgde voor wereldwijde schrikreactie, onderschrijft direct de reden waarom Instagram deze verandering wil doorvoeren. Het ontvangen – of níet ontvangen – van likes heeft impact op ons gevoel van erkenning en heeft invloed op ons zelfvertrouwen. Dit is overigens niets nieuws. Het krijgen van likes geeft ons een goed gevoel: dat we er mogen zijn en dat we erbij horen. Het ontbreken ervan maakt ons onzeker en minder gewaardeerd. Het gevolg is dat we onze mooiste plaatjes vergelijken met die van anderen. Instagram wil deze negatieve aspecten van social media aanpakken en dit is een eerste zet daartoe. Het zou volgens Instagram beter zijn voor onze mentale gezondheid als we de vergelijkingen met anderen niet meer kunnen maken. Het is duidelijk dat likes de populariteit van een social post aantonen. Ook het ontvangen van likes heeft impact. Het is een heel gemakkelijke en laagdrempelige manier van erkenning geven. Maar wat zegt een like eigenlijk?

Betekenis van de like

Chris Taylor schreef voor Mashable Middle East een artikel over de betekenis van de like. De like-knop heeft een heleboel betekenissen in onze social media-wereld gekregen. De like kan op verschillende manieren gebruikt worden en kan de volgende betekenissen hebben:

  • Ja
  • Ik ben het eens
  • Ik hoor je
  • Zeker
  • Waarom niet
  • Denk ik

Je kan de like zelfs gebruiken als bladwijzer of een reminder van een post. En dit zijn maar enkele voorbeelden. Er zijn nog een heleboel andere redenen, persoonlijk en politiek, waarom we je een hartje of een duimpje omhoog kunnen geven. Deze verschillende betekenissen zijn eigenlijk al opgepakt door een aantal platformen. Facebook en, recent ook, LinkedIn hebben daarom andere reacties dan alleen het duimpje omhoog toegevoegd als mogelijkheid bij een post. Langzaam verandert onze manier van online betrokkenheid tonen.

Aandacht voor elkaar

Of gaat het toch niet zo langzaam? En zijn we er eigenlijk al? Met de introductie van stories op Instagram en Facebook worden er helemaal geen posts geliket. Of denk aan een platform als Snapchat waar alles draait om persoonlijk foto’s en video’s met elkaar te delen en op elkaar te reageren. Bij stories is interactie juist belangrijk en de aandacht die je hebt voor elkaar. Het delen van verhalen en korte filmpjes wordt alleen maar populairder. Zelfs het businessplatform LinkedIn experimenteert daarmee. Deze betrokkenheid in die verhalen is erg hoog en kun je ook meten. Zo kun je onder andere bij je story analytics de volgende metrics zien:

  • Wat je bereik is (reach).
  • Hoeveel mensen je story helemaal afgekeken hebben (completion rate).
  • Hoeveel mensen afhaken (exits).
  • Of mensen je verhaal overslaan (skip).
  • Wie het verhaal nogmaals bekijkt (back).

Meer social media data

Likes zijn altijd een indicatie geweest voor hoe goed een post scoort op social media, maar er zijn nog meer indicatoren die aangeven dat er aandacht is voor jouw berichten. Het algoritme van de platformen bekijkt veel meer om te bepalen hoe populair jouw berichten zijn. Er wordt onder andere gekeken naar waar we scrollen. Hoe lang we een post bekijken en wat we aanklikken. De populariteit wordt bepaald door het aantal shares, comments en clicks, referral traffic, het aantal volgers, en natuurlijk hoeveel mensen je profiel en stories bekijken. Al deze data zegt veel meer dan likes alleen en je kunt het allemaal meten.

We zien dus eigenlijk dat we de iets wat oppervlakkige like voorbij groeien en dat interactie en aandacht belangrijker wordt. Misschien is het toch niet zo’n slecht plan van Instagram en Facebook om openbare data van de hartjes en duimpjes te schrappen.

Contentmarketing

Waarom 'Wij van WC-eend' op social media soms best verstandig is

Social media hebben ons medialandschap compleet veranderd, omdat massacommunicatie in één klap voor iedereen – ook voor de bakker op de hoek – toegankelijk werd. Vrijwel elke organisatie is daar gebruik van gaan maken en post tegenwoordig op social media. Het gevolg is een overvol landschap van megafoons die allemaal roepen om de beperkte tijd en aandacht van het publiek.

De heersende gedachte binnen contentmarketing is daarom dat je die aandacht moet verdienen. Dat doe je niet door je merk centraal te zetten, wordt dan gezegd, maar door content te bieden die aansluit op de wensen van je doelgroep. Niet roeptoeteren over wat jouw merk allemaal doet, maar bewijzen welke waarde jij kunt leveren voor je doelgroep. Zo maken we als Coosto behulpzame content over social media, en vertellen we niet constant hoe goed onze social media tools zijn.

Dat roept vragen op. Zijn er misschien gevallen waarin ‘waarde bieden’ samenvalt met ‘vertellen over je merk’? Willen mensen die persoonlijk betrokken zijn bij een merk, niet juist over dat merk lezen? Merkgerelateerde content zou dan juist extra engagement opleveren. Het kon stiekem weleens lonen om content over je merk te plaatsen.

Grote verschillen tussen Facebookpagina’s

We besloten het te onderzoeken met Coosto Listen, en namen 36.366 willekeurige Facebookposts van kleine en grote merken onder de loep. Daaruit blijkt dat in ongeveer 27% van de posts het achterliggende merk wordt genoemd.

merk-noemen-facebook

De verschillen tussen pagina’s zijn daarin groot. Pagina’s met relatief weinig volgers lijken over het algemeen vaker dit soort merkgerelateerde content te plaatsen dan de pagina’s met veel volgers.

percentage-posts-met-merk

Merkcontent werkt voor pagina’s met weinig volgers

Maar levert het ook daadwerkelijk het verwachte succes op? We vergeleken daarvoor de interactieratio’s van posts waarin de merknaam staat, met posts die de merknaam niet bevatten.

Daaruit blijkt dat kleine pagina’s, vooral de Facebookpagina’s tot 1000 volgers, gemiddeld meer engagement op content krijgen waarin hun merk centraal staat. Pagina’s met veel meer volgers zien in dat geval juist hun interactie dalen. 

effect-engagement-eigen-merk

Een mogelijke verklaring daarvoor zou kunnen liggen in de persoonlijke band die volgers hebben met een merk. Hoe kleiner het aantal volgers, hoe groter de kans dat volgers voor een relatief groot deel bestaan uit mensen die het bedrijf of de organisatie persoonlijk kennen. Familieleden, medewerkers, buren, leveranciers, enzovoort. Voor hen zou het – gezien hun hoge mate van betrokkenheid – logischerwijs interessanter zijn om over het merk te lezen dan voor mensen die wat verder van de organisatie af staan.

Die uitleg wordt ondersteund door de gemiddelde interactieratio, die bij pagina’s met weinig volgers sowieso al hoger ligt dan bij pagina’s met een groot publiek.

gemiddelde-engagement-facebook

Conclusie: voor Facebookpagina’s met weinig volgers is het geen slecht idee om te experimenteren met merkgerelateerde content. De kans is groot dat ze daarmee juist tegemoetkomen aan de wensen van hun betrokken publiek. Onze resultaten laten zien dat die strategie voor pagina’s met veel Facebookvolgers mogelijk minder succesvol is. Zij zouden op zoek moeten naar andere manieren om waarde toe te voegen voor hun publiek.

Contentmarketing
Content optimalisatie

SEO quick wins voor mensen die niets weten over SEO

1. Focus SEO op relevante keywords

Welke SEO-tips je ook napluist, deze zal er altijd tussen staan. ‘Schrijf op relevante keywords’ is de SEO-variant van wat wij content marketeers zouden noemen ‘schrijf waar je publiek op zit te wachten’.

Normaal gesproken gebruik je misschien (of eigenlijk: hopelijk) je buyer persona’s om te bepalen waar je over gaat schrijven en met welke toon je schrijft. Het mooie van het SEO-domein is echter dat je veel nauwkeuriger kunt achterhalen waar je publiek precies op zit te wachten. Gebruik de zoekwoordenplanner van Google om te onderzoeken welke exacte zoekwoorden mensen gebruiken om te zoeken naar jouw producten of diensten.

Kies één of twee keywords per tekst uit om op te gaan schrijven (of een bestaande tekst te verbeteren). Daar kun je vervolgens rekening mee houden in je webteksten, en dat brengt ons bij quick win 2.

2. Richt je SEO op één zoekopdracht

Als je de exacte keywords kent die mensen gebruiken, kun je daar je tekstuele content op gaan baseren. Dat werkt het beste als je zo specifiek mogelijk bent. Je kunt beter hoog scoren op één heel specifieke zoekopdracht, dan gemiddeld op een algemeen zoekwoord.

Dat zit zo: stel, je produceert dikke, uitwasbare viltstiften. Dan kun je jouw teksten richten op het zoekwoord ‘viltstiften’, maar de concurrentie daarop is ongetwijfeld hoog. Het is dan lastig om hoog in de zoekresultaten te komen. Het is bovendien onduidelijk of de mensen die zoeken op ‘viltstiften’ wel op zoek zijn naar jouw product. Misschien zoeken ze namelijk wel dunne watervaste viltstiften.

Het is daarom veel slimmer om je tekst te richten op de zogenaamde long-tail zoekopdracht ‘dikke uitwasbare viltstiften’. Het zoekvolume hierop is veel lager, maar de concurrentie ook. Bovendien zijn mensen die deze zoekopdracht intikken en op jouw website terechtkomen veel relevanter voor jouw bedrijf. De kans is namelijk groter dat ze daadwerkelijk op zoek zijn naar jouw product. Schrijf dus zo specifiek mogelijk op zoekwoorden die voor jou relevant zijn.

3. Verwijs naar andere pagina's

Google Bot is het systeem dat jouw pagina’s doorzoekt, zodat Google jouw pagina’s kan opnemen in de zoekresultaten. Hoewel het een superslimme bot is, kan het (nog steeds) geen kwaad om het systeem een handje te helpen. Met interne links - je verwijst dan met een linkje naar andere pagina’s van jouw eigen website – laat je de bot beter begrijpen waar jouw website over gaat.

Als je bijvoorbeeld op een pagina over ‘koolmezen’ verwijst naar een pagina over ‘merels’, is het voor Google gemakkelijker te snappen dat jouw website over vogels gaat. Met die interne links creëer je als het ware een spinnenweb, waardoor de bot (net als jouw website-bezoekers) niet vastloopt en gemakkelijk kan doorzoeken binnen jouw website.

Er zijn twee belangrijke zaken waar je als SEO-beginner op moet letten als je links gaat maken. Eén: zorg ervoor dat je altijd linkt naar relevante content. Als je op jouw webpagina over vogelvoer een stuk over ‘koolmezen’ hebt geschreven en je linkt naar een pagina over ‘smartphones’, dan werkt dat verwarrend.

Het tweede punt: maak inhoudelijke linkjes. Dat is het gemakkelijkst te laten zien met een voorbeeld:

Niet: Wil je meer lezen over de pimpelmees? Klik dan hier.
Wel: De koolmees lijkt sterk op de pimpelmees.

Doordat je het woord ‘pimpelmees’ klikbaar maakt, is het voor Google gemakkelijker te begrijpen dat de pagina waar je naar verwijst over pimpelmezen gaat.

4. Geef je afbeeldingen passende namen

Als je denkt aan SEO, denk je automatisch aan website-teksten. Maar ook afbeeldingen hebben invloed op de vindbaarheid van je webpagina. Heb je toegang tot zogenaamde alt-tags als je jouw afbeeldingen uploadt? Zet in deze tags het zoekwoord waarop je gevonden wilt worden.

Als je deze tags niet kunt vinden, is er in veel gevallen toch een kleine winst te behalen. Want veel content makers hebben haast en uploaden hun afbeeldingen met bestandsnamen als IMG_1539.jpg of afbeelding1.jpg naar hun blog of productpagina?

Geef je afbeeldingen namen die passen bij de tekst en het zoekwoord waar de tekst voor geschreven is. Heeft je afbeelding meerdere woorden, scheid ze dan met een ‘-‘. De afbeelding die bovenaan dit artikel staat, heet volgens die methode SEO-quick-wins-beginners.jpg.

Als je dit opvolgt voor al je pagina's, zijn niet alleen je teksten, maar ook je afbeeldingen relevant, specifiek en goed doorzoekbaar voor Google.

5. Verdien links van andere websites

We hadden het bij punt 3 al even over links, maar dat ging nog over links binnen je eigen website. De vindbaarheid van je website verbetert ook als andere websites naar jouw pagina’s linken. Google ziet deze links namelijk als een aanbeveling; ‘Hé, deze site is ook de moeite waard om even te bekijken.’

Dit wordt in SEO-taal een backlink genoemd. Hoe meer backlinks je krijgt, hoe beter Google begrijpt dat jouw pagina door veel andere websites wordt aangeraden. Maar niet elke backlink is evenveel waard. Als jij door een pagina wordt aangeraden die op zijn beurt weer veel wordt aangeraden, werkt dat positief voor jouw ranking.

Daarbij is ook hier relevantie belangrijk. Als je als bedrijf in vogelvoer een link krijgt van de vogelbescherming, levert jou dat meer op dan een link van een technologiebedrijf.

Het lastige van backlinks is dat ze buiten jouw eigen beheer vallen. Backlinks moet je als het ware verdienen, door interessante content of webpagina’s te maken, zodat webpagina’s op den duur vanzelf naar jou gaan linken. Je kunt dat proces wel versnellen, door bijvoorbeeld aan te bieden een artikel (met link) te schrijven voor een andere site of simpelweg te vragen of ze een link naar jouw pagina willen opnemen.

6. Sla niet door in je SEO

Ook al is dit nog maar het begin van het begin als het gaat om SEO, we willen je nu alvast meegeven: sla niet door in het optimaliseren van je webteksten. Overdaad schaadt; Google vindt een te perfect geschreven stuk (lees: je hebt te vaak jouw keyword gebruikt) en te veel geweldige backlinks verdacht. Je krijgt dan een soort ‘straf’ en je pagina’s kelderen in de zoekresultaten.

Een veelgehoorde kreet is dan ook: ‘Schrijf voor je publiek, niet voor Google’. Google is slim genoeg om teksten te herkennen die relevant zijn voor het publiek, ook als ze niet tot in de puntjes geoptimaliseerd zijn.

Het begint dus – gelukkig voor contentmakers en webschrijvers – bij een goed geschreven, fijne tekst. SEO is er vooral om een al goede tekst een extra duw in de rug te geven.

Bovendien is SEO niet de enige vorm van contentoptimalisatie. De resultaten die je behaalt met je content zijn dus niet alleen afhankelijk van organische zoekresultaten. 

Contentmarketing

Waarom 'snackable content' een slecht idee is

Ooit een goudvis een Netflix-serie zien bingen?

Laten we allereerst op die 8 seconden ingaan. Het bekt lekker, zo’n fijn cliché over hoe internet en social media ons lui zouden hebben gemaakt, maar het is natuurlijk je reinste onzin. We kunnen onze aandacht er wel degelijk bijhouden.

Bewijzen zijn er genoeg: we trekken rustig een uur uit voor een mooie podcast, we verliezen ons volledig in ingewikkelde onderwerpen die ons interesseren, en een seizoen Narcos kijken we als het moet in één dag. Allemaal zaken die een goudvis niet kan (nooit gedacht die vergelijking te moeten maken), hoewel we het vermogen van een goudvis ook niet mogen onderschatten, zegt Stefan van der Stigchel. 

Aandacht of concentratie is dus duidelijk niet het probleem. Toch hebben de goudviscliché-aanhangers niet helemaal ongelijk als ze wijzen op de toename van beschikbare informatie. Maar waar zij betogen dat we daardoor onze aandacht verliezen, zien wij vooral een afname van geduld. Dat lijkt semantische muggenzifterij, maar het zijn compleet verschillende begrippen.

Aandacht vs. geduld

Het verschil tussen aandacht en geduld is het best te illustreren aan de hand van een YouTube-video. Stel, je houdt van koken en je kijkt een instructievideo voor een nieuw recept. De 10 minuten durende video heeft je volle, jawel, aandacht. Maar als de video halverwege ineens pauzeert, en je een irrelevante advertentie van een energieleverancier in beeld krijgt, dan wordt je geduld op de proef gesteld.

Het verschil zit dus in de intentie waarmee we content consumeren. Aandacht hebben we voor onderwerpen die ons interesseren, geduld moeten we hebben op momenten die we niet boeiend vinden. Wachten op een vertraagde trein, wachten in de rust van een mooie voetbalwedstrijd en dus ook wachten tijdens die vervelende commercials in YouTube-video’s. En dat geduld hebben we inderdaad steeds minder, doordat er altijd informatie voorhanden is die wél interessant is. We zappen weg en slaan de advertentie over.

Geen geduld is dus een gegeven. De vraag is echter vooral hoe we dat gegeven gebruiken in de manier waarop we content bedenken en produceren. Er zijn grofweg 2 opties:

1. Intrusieve content

Je accepteert dat mensen jouw boodschap niet willen zien of lezen, en maakt hem zó spectaculair en kort dat mensen er simpelweg niet omheen kunnen. Voordat ze kunnen wegzappen of wegklikken, hebben ze jouw boodschap ‘per ongeluk’ al gezien. Intrusieve (oftewel ‘onderbrekende’) content, noemen we dat.

2. Gewenste content

Je probeert interessant te worden voor je publiek met content die aansluit op wat mensen willen zien, zodat zij zich er vrijwillig op concentreren, in plaats van er geduld voor nodig hebben. Dat is gewenste content.

De rust of de voetbalwedstrijd?

Eigenlijk komt het neer op de vraag of je de advertentie tijdens een instructievideo wil zijn, of de instructievideo zelf. De rust of de voetbalwedstrijd.

Experts die jou willen overtuigen van korte, spectaculaire content gaan er impliciet van uit dat content van organisaties vrijwel altijd intrusief is, terwijl wij denken dat content in veel gevallen gewenst moet zijn om duurzaam resultaat te blijven behalen.

Bereik is nog geen acceptatie

Dat heeft onder meer te maken met het effect van je boodschap. Stel, je blijft enkel en alleen intrusieve content maken. Je wilt heel graag vertellen hoe fantastisch jouw product, idee of dienst is, en zorgt er met kunst- en vliegwerk voor dat die boodschap je ongeïnteresseerde doelgroep bereikt. Dan is het nog maar de vraag in hoeverre die doelgroep iets doet met je boodschap.

De boodschap wordt gezien, gelezen of gehoord, maar wordt hij ook geaccepteerd? Wordt hij omgezet in een veranderde houding, of ander gedrag? Die kans is vrijwel 0. Intrusieve content (reclame) kan dus bijdragen aan merkbekendheid, maar activeert mensen zelden.

Daarbij verliest intrusieve content al jaren aan effectiviteit door de toegenomen beschikbaarheid van informatie. Als mensen geen zin hebben in jouw reclame, klikken ze gewoon door naar een andere site, terwijl die alternatieven er vroeger – met een paar televisiezenders, de radio en een krant – veel minder waren.

Gewenste content is voor de meeste marketingcommunicatiedoelen dus de enige methode om aandacht te krijgen, te verdienen en vast te houden, om zo waarde toe te voegen. Maar we moeten bekennen: dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Hoe maak je content die mensen wíllen consumeren?

De transitie van intrusieve content naar gewenste content vereist namelijk ook een andere mindset. De essentie van jouw content is niet langer wat jij wil vertellen, maar wat je doelgroep interessant vindt om lezen, zien of horen rond de onderwerpen waar jij je mee bezighoudt.

Gebruik bijvoorbeeld social media management software om te achterhalen wat relevante en actuele thema’s zijn rond jouw organisatie, producten of diensten. Zo kun je altijd content creëren die aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep.

“Maar wat heb ik eraan om te vertellen wat mijn doelgroep wil? Daar verkoop ik geen producten mee”, horen we dan af en toe. Dat is een gedachte die de pure waarde van relevantie voor je doelgroep onderschat. Bedenk eens hoe die doelgroep van houding en gedrag verandert als jij hem niet direct jouw producten probeert te verkopen, maar waarde toevoegt. Als je behulpzaam bent, zonder daar een tegenprestatie voor te verwachten.

Je zorgt dan niet alleen voor acceptatie van je boodschap, maar je creëert ook merkvoorkeur, waardoor mensen eerder geneigd zijn jouw producten kiezen als ze een aankoop overwegen. ‘Dit is een merk dat mij begrijpt, dat mij uitlegt hoe ik mijn problemen moet oplossen.’

Je doelgroep kosteloos helpen levert geld op

Auteur Jay Baer gaf op Content Marketing World 2020 een treffend voorbeeld van een Amerikaanse makelaar die zichzelf bewust overbodig maakte met content. Hij bood gratis en voor niets alle informatie, handleidingen en tips aan die je nodig hebt als je je huis gaat verkopen. Gewoon, omdat dat de informatie was die huisverkopers zochten.

Maar wat hij impliciet met al die informatie liet zien: een huis verkopen is ontzettend ingewikkeld, en het kost zóveel tijd dat je het beter aan een professional kunt overlaten. Dat deden de meeste mensen die zijn content hadden gedownload dan ook. En bij welke professional klopten ze aan? Juist, bij de makelaar die zo vrijgevig was geweest om alle informatie kosteloos aan te bieden. En zo werft hij nog altijd klanten.

Race to the bottom

Je kúnt dus gerust doorgaan met het kort, korter, kortst maken van je boodschap. Niemand houdt je tegen als je opdringerige reclames wilt blijven maken. Maar weet wel dat het een race to the bottom is. Dat je steeds meer kunstmatige trucjes moet uithalen om de boodschap door de strot van je doelgroep te duwen.

Dus als je wilt dat jouw content gezien wordt, en dat die content mensen activeert, heb je maar één keuze: content maken die je doelgroep wíl zien. Die hoeft dan niet kort, spectaculair of flitsend te zijn. We hebben immers gezien dat we genoeg aandacht hebben, zolang de content maar interessant genoeg is.

 

Nu je dit artikel hebt gelezen, ben jij daar het levende bewijs voor. En dat zien we dan weer als een compliment voor dit artikel, waarvoor dank. Hopelijk was deze content gewenst.

Content analytics
Social media management

Hoe je social media content analyseert als je daar eigenlijk geen tijd voor hebt

Want uit onze statistieken blijkt dat marketeers vaak helemaal niet toekomen aan analyses. Ze zijn zo druk met creëren, plannen en posten, dat het analyseren en optimaliseren van social media content er simpelweg bij inschiet. Zelfs als ze gebruikmaken van een efficiënte social media planner.

‘Analyseren’ klinkt misschien zwaar, ingewikkeld en tijdrovend, maar dat hoeft het niet te zijn. We laten je zien hoe je ook in tijdnood kunt ontdekken welke social media content goed werkt.

Negeer 90% van de statistieken

Er is een eindeloze lijst statistieken, cijfers en grafieken die je door social media platformen krijgt aangereikt. Van clicks tot likes, bereik en aantal comments, tot de momenten waarop je volgers online zijn en het aantal bekeken seconden van je video’s.

Superhandig voor diepgaande en specifieke analyses, maar om tot een goede conclusie te komen ben je zo een kwartier verder. Als het niet meer is. Als je weinig tijd hebt en toch wilt weten wat voor jou werkt, kun je het best 90% van de getallen negeren. Focus je in plaats daarvan op samenvattende statistieken.

Interactieratio is de sleutel

‘Maar wat zijn samenvattende statistieken?’

Een samenvattende statistiek is een getal dat allerlei statistieken over jouw post verzamelt en combineert in één getal. Daardoor hoef je alleen naar dat ene getal te kijken om een prima analyse te maken van je social media content. Dat is niet alleen makkelijk, maar zorgt ook voor een eerlijke vergelijking. In Coosto bieden we bijvoorbeeld interactieratio aan. De formule daarvan is als volgt:

Onder betrokken gebruikers vallen alle likes, reacties, shares, antwoorden en clicks. Dat aantal delen we door het unieke aantal mensen dat jouw post gezien heeft. Zo krijg je een goed, samenvattend beeld van het succes van je post.

Er zijn verschillende social media platformen (zoals LinkedIn en Twitter) die werken met een statistiek die lijkt op interactieratio. Zij berekenen dit getal echter allemaal op hun eigen manier. Doordat we binnen in de berichtstatistieken van Publish in Coosto één en dezelfde formule gebruiken, vergelijk je het succes van je post gemakkelijk met andere platformen.

30 seconden is genoeg

We hebben zelf de proef op de som genomen. We zijn gaan testen hoe snel we met de statistiek interactieratio konden analyseren welke van onze Facebookposts het best presteerde in de afgelopen maand. We leren niet alleen van die informatie, maar we willen ook het maximale halen uit eerder succes.

Onderdeel van de proef was dus om de meest succesvolle post direct nog eens in te plannen. Het resultaat? 30 seconden was genoeg om een goede indicatie te krijgen van de meest succesvolle post én hem meteen nog eens te plaatsen. Dat lijkt ons zelfs voor de meest gehaaste marketeer niet te veel gevraagd.

En hoe analyseer je social media content als je wél tijd hebt?

Soms is er toch een zeldzaam moment dat je wél de diepte in kan gaan met jouw social media en content analyse. Denk aan een rustige periode, zoals de zomer, als er toch weinig gebeurt. Hét ideale moment om eens wat beter in de resultaten te duiken. 

Dat kan je op verschillende manieren aanpakken. Er zijn talloze analyses die je los kunt laten op jouw social media content. Een deep-dive in een bepaald aspect van jouw contentstrategie bijvoorbeeld. Waar komen je resultaten vandaan? Welke kanalen leveren het meeste resultaat op? Of is er een bepaalde trend te ontdekken in het type content dat je creëert en deelt op social media? De mogelijkheden zijn eindeloos.

Het belangrijkste is dat je een duidelijk doel voor ogen hebt. Welke informatie is relevant om jouw prestaties te verbeteren? Breng focus aan in je analyse om er zo concrete resultaten mee te behalen, waar je echt ook iets mee kunt. Met andere woorden, doelgericht analyseren!

Benieuwd naar alle ins en outs van een goede contentanalyse? En wil je weten hoe je dit beste aanpakt? Download ons gratis whitepaper 'Hoe je het succes van jouw content en social media aantoont'. 

Community management
Webcare

Webcare op X: terug van nooit weggeweest

Als we webcare onder de loep nemen, moeten we natuurlijk verder kijken dan het aantal gebruikers van een platform. Daarom bekijken we in Coosto de 50 meest actieve Nederlandstalige webcare-afdelingen op X*. Hoe heeft webcare zich daar ontwikkeld in de afgelopen jaren?

Dalende activiteit

Op het eerste oog zien we een bevestiging van het beeld dat heerst over X: na 2015 is er een afname in het aantal inkomende gesprekken. Waar de 50 onderzochte organisaties 4 jaar geleden gezamenlijk nog bijna 900.000 openbare inkomende gesprekken te verwerken kregen, is dat inmiddels nog slechts 550.000; een daling van ruim 37 procent. Het aantal geholpen klanten daalt echter veel minder hard, met zo’n 25% naar in totaal 185.000 per jaar. Er blijkt dus nog steeds een aanzienlijke markt te zijn voor X-webcare.

twitter-activiteit-webcare
Grafiek 1. X activiteit op 50 webcare-afdelingen

Webcare steeds vaker privé

Daarnaast is dalende activiteit niet het volledige verhaal. Want het gaat hier om openbare gesprekken, terwijl ons onderzoek laat zien dat X gesprekken in veel gevallen privé plaatsvinden. Tekenend is het dat inmiddels in ruim 22% van de webcare-reacties gevraagd wordt om het gesprek via DM voort te zetten. Een belangrijk deel van de daling van openbare X-webcare is dus te verklaren door de opkomst van privé X-webcare.  

Twitter-percentage-DM
Grafiek 2. Webcare via DM voortzetten

Stijging van het aandeel vragen 

Los van de aantallen zijn er ook andere ontwikkelingen die aantonen dat webcare via X verre van dood is. Zo zien we dat berichten aan bedrijven steeds vaker een vraag bevatten. In 2014 stond in 45,1% van de berichten een vraag, nu is dat al 50,8%. Dit is een belangrijke ontwikkeling, omdat vragen – veel meer dan ‘gewone’ mentions – bij uitstek een kans zijn voor merken om zich te profileren als dienstbare organisaties. Een snelle en behulpzame reactie kan dan rechtstreeks bijdragen aan klanttevredenheid. Kortom: de kwantiteit van openbare inkomende daalt dan wel, de kwaliteit voor webcare-afdelingen lijkt juist toe te nemen.

percentage-tweets-vraag
Grafiek 3. Percentage inkomende X berichten dat een vraag bevat

Webcare steeds professioneler

Het goede nieuws over dat stijgend aandeel vragen op X? Ze worden ook steeds vaker beantwoord. Inmiddels krijgt 85,7% van de vragen een reactie, terwijl dat in 2015 nog slechts 78% was. De grootste winst werd al geboekt in 2014, toen veel merken met webcaretools begonnen en hun webcare daardoor konden opschalen. Onderstaande grafiek laat zien dat deze professionalisering doorzet. Steeds minder mensen vallen tussen wal en schip en steeds vaker krijgen ze antwoord op hun vraag.

Percentage-twitter-vragen-waarop-reactie-komt
Grafiek 4: Percentage X-vragen waarop gereageerd wordt

Webcare via X draait dus nog altijd op volle toeren. Hoewel het aantal openbare gesprekken sterk terugloopt, blijft het jaarlijks aantal geholpen klanten substantieel. Daarnaast vinden steeds meer gesprekken via DM plaats, waardoor de daling sterker lijkt dan hij in de praktijk is. De openbare X-gesprekken die overblijven, bevatten vaker (relevante) vragen voor webcare-afdelingen. Bovendien is de kwaliteit van webcare op X, het percentage mensen dat daadwerkelijk antwoord krijgt, de afgelopen jaren alleen maar verder gestegen. Webcare op X is terug van nooit weggeweest.

* De 50 meest actieve Nederlandstalige webcare-accounts op X

1. NS (@NS_online)
2. PostNL (@PostNL)
3. Ziggo (@ZiggoWebcare)
4. KPN (@KPNwebcare)
5. Arriva (@Arriva_NL)
6. Bol.com (@bol_com)
7. Telenet (@Telenet)
8. T-Mobile (@tmobile_webcare)
9. NMBS (@NMBS)
10. Albert Heijn (@albertheijn)
11. Vodafone (@vodafoneNL)
12. ING (@ingnl)
13. KLM (@KLM)
14. Samsung (@Samsung_NL)
15. ABN AMRO (@ABNAMRO)
16. Efteling (@Efteling)
17. DHL (@DHLNL)
18. Rabobank (@Rabobank)
19. Tele2 (@Tele2Nederland)
20. Rijkswaterstaat Verkeersinformatie (@RWSverkeersinfo)
21. Belastingdienst (@Belastingdienst)
22. Coolblue (@Coolblue_NL)
23. DUO (@Duostudent)
24. De Lijn (@delijn)
25. De Bibliotheek (@bibliotheek)
26. Telfort (@Telfort)
27. GVB (@GVB_klanten)
28. Ikea (@IKEAhelpt)
29. Mediamarkt (@mediamarkt_nl)
30. Connexxion (@Connexxion)
31. Pathé (@Pathe)
32. RET Rotterdam (@RETRotterdam)
33. Nuon (@Nuon)
34. Jumbo Supermarkten (@JumboSupermarkt)
35. Schiphol (@Schiphol)
36. Rijkswaterstaat (@Rijkswaterstaat)
37. HEMA (@HEMA)
38. Transavia (@transavia)
39. OV-chipkaart (@OVchipkaart)
40. Proximus (@proximus)
41. Lidl (@LidlNederland)
42. Ticketmaster (@Ticketmaster_NL)
43. Feyenoord (@VraagFeyenoord)
44. Wehkamp (@wehkamp)
45. ANWB (@ANWB)
46. Gemeente Utrecht (@GemeenteUtrecht)
47. Kamer van Koophandel (@KvK_NL)
48. Thuisbezorgd (@thuisbezorgd)
49. Mobile Vikings (@mobilevikingsBE)
50. UWV (@UWV_Webcare)

Nieuws

De Beste Social Awards wederom groot succes

Naast het publieksevent was er dit jaar voor het eerst een eigen event voor de zakelijke branche: De Beste Social Awards - Business. Hier koos een vakjury welke organisaties het beste presteren op social media. De grote winnaar was Heineken (Beste Inhaker, Beste Advertising en Beste Copywriting). Netflix (Beste Design, Beste Story) en Albert Heijn (Beste Webcare, Beste Campagne) mochten beiden twee awards op hun naam schrijven. Bijzonder aspect is dit jaar de grote winst voor video’s. Maar liefst zeven van de twaalf awards hadden video als contentvorm.

De Beste Social Awards in cijfers

Tim Hofman tweet

Social minded Nederland liet massaal van zich horen tijdens de award-show in B. Amsterdam. In totaal werden er deze avond maar liefst 3.500 berichten gestuurd op X, Instagram en Facebook. Deze ochtend komen daar nog eens 400 berichten bij (gemeten tot 11.00u) en dat aantal loopt nog altijd op. Al deze berichten samen bereikte in potentie maar liefst 9.3 miljoen mensen.

tijdlijn
meeste online buzz

Peternauts zorgde gisteren voor de meeste online buzz. Daarbij is gekeken naar het aantal retweets en de reacties die een auteur verzamelde met zijn posts. DeBesteSocial staat op plek twee, gevolgd door het AD.nl, Elger en Suuz_.

auteurs

We kijken nu alweer uit naar de uitreiking van volgend jaar!

PR & Communicatie
Contentmarketing

De 5 meestgemaakte fouten bij het schrijven van een persbericht

Het internet staat vol met blogs die uitleggen waar een goed persbericht aan moet voldoen. Ikzelf leer meer van de fouten die ik heb gemaakt, dan van de dingen die al goed lopen. Deze keer geen blog met tips voor het schrijven van het perfecte persbericht, maar een lijstje met #fails. Dit zijn de 5 meest voorkomende fouten met betrekking tot het schrijven van persberichten.

#1 Niet scanbaar

Het hele idee van een persbericht is dat je nieuws deelt met een journalist en dat hij of zij niet zélf hoeft te zoeken en snel aan de slag kan met een artikel. Het is een grote tegenvaller wanneer je als journalist een bericht opent en je moet nog naar het nieuws gaan zoeken. Waar staat het? Wat wilde deze organisatie melden? Dit gebeurt vaker dan je denkt. De oplossing: zorg dat het belangrijkste nieuws bovenaan staat. Zo kan de journalist direct scannen op relevantie en beoordelen of jouw bericht nieuwswaardig is.

#2 Onlogische structuur

Een persbericht moet een logische opbouw hebben waarin je begint met het belangrijkste nieuws, aangevuld met de feiten en eindigt met achtergrondinformatie. Te vaak zien we persberichten waar alle feiten verspreid staan door het artikel. We willen zó veel vertellen dat we verzanden in irrelevante details. Dat gebeurt meestal wanneer we proberen er een wat levendiger of mooier artikel van te maken. Persberichten zijn natuurlijk meestal wat droge kost, en dat is niet erg. Maak het niet mooier dan dat het is en zorg voor een helder opgebouwd en beknopt verhaal.

Onderstaande snippet van een persbericht van KidsRights is een goed voorbeeld waar de structuur onlogisch is. Dit bericht is zeker nieuwswaardig, maar erg lang en alle feiten staan door elkaar. Zonde!

Voorbeeld-structuur-persbericht

#3 Vage onderwerpregel

Het begint met ervoor zorgen dat de journalist je persbericht opent. Vage onderwerpregels en lange koppen dragen daar niet aan bij. De titel en het onderwerp moet in ieder geval het nieuws beschrijven, prikkelen en to-the-point zijn.

voorbeeld-persbericht
Kun jij achterhalen wat er aan de hand is in bovenstaand persbericht van Raad van State?

#4 Onduidelijk taalgebruik

In lijn met de vaagheid van het onderwerpregel is het taalgebruik. Laat jargon daar waar het hoort; bij je vakgenoten. Een persbericht dat vol staat met vaktaal is voor een journalist en het gemiddelde leespubliek van een krant niet te begrijpen. Zorg dat je begrijpelijke taal gebruikt, vermijd afkortingen en leg begrippen eventueel uit.

#5 Contactgegevens ontbreken

Last but not least: contactgegevens. Het is een open deur, maar wel een die vaak vergeten wordt. Laat in de ‘noot aan de redactie’ je contactgegevens achter. Ook is dit een goede plek om eventuele linkjes naar bronnen, onderzoeken of aanvullende informatie toe te voegen. Een journalist moet je wel kunnen bereiken met eventuele aanvullende of verdiepende vragen en dat gaat niet zonder gegevens van de afzender.

Ok, en hoe dan wel?

Bovenstaande voorbeelden laten zien hoe het niet moet. Maar waar moet een goed persbericht dan wel aan voldoen? Daar hebben we de Persbericht Checklist voor opgesteld. Zo kun je stap voor stap checken of alles erin zit én we hebben er een overzichtelijk template bij gedaan. Vanaf nu is er geen reden meer om bovenstaande fouten in je persbericht te maken. Je kunt ‘m hier gratis downloaden of klik op de button naast het blog! Succes :)

Social media management

De 5 nieuwe Facebook features die iedere marketeer zou moeten kennen

1. Nieuwe lay-out

Als je Facebook regelmatig bezoekt, is het je vast opgevallen: Facebook is bezig een vernieuwde lay-out uit te rollen. Omdat het bedrijf nog niet alle pagina geüpdatet heeft met het nieuwe design heb je voorlopig de keuze tussen de oude en nieuwe lay-out, maar dat zal niet lang meer duren. Het nieuwe uiterlijk oogt fris, opgeruimd en vooral moderner.

"Oké, een prettige lay-out lijkt vooral goed nieuws voor gebruikers. Maar wat moet ik als marketeer ermee?” Het is vooral goed om te beseffen dat het nieuwe uiterlijk ook gevolgen heeft voor jouw bedrijfspagina op Facebook, met name op deze 3 punten:

A. Prominentere plek voor bedrijfsinformatie

Misschien wel de grootste verandering die je pagina heeft gekregen op desktop, is de About-sectie. Helemaal linksboven, op de eerst zichtbare plek, vind je daar voortaan de bedrijfsomschrijving.

Bijzonder, want in het oude design was deze überhaupt nog niet zichtbaar op de overzichtspagina. Aangezien de beschrijving nu de eerste indruk is geworden voor bezoekers op je pagina, is het extra belangrijk om hier tijd en aandacht aan te besteden.

facebook-nieuwe-layout

B. Meer aandacht voor media

We hebben bij Coosto nooit precies begrepen waarom ‘Pages Liked by This Page’ opengeklapt op een Facebook-bedrijfspagina te zien was. Facebook is nu zelf blijkbaar ook tot inkeer gekomen, en heeft - veel logischer - een plekje gereserveerd voor foto’s en video’s.

Een stuk interessanter voor je volgers en gunstiger voor jou, als je het ons vraagt. Iets om rekening mee te houden wanneer je media gaat uploaden.

pages-liked-by-this-page
Voorheen uitgelichte blok

foto-video-facebook
Nieuw uitgelichte blok

C. Meer focus op call-to-action

Als marketeer gebruik je een Facebook-bedrijfspagina natuurlijk met een reden. Je wilt een gesprek aanknopen met een (potentiële) klant, meer websitebezoekers of direct een aankoop mogelijk maken. Facebook had daar altijd al een button voor, maar die werd in het oude design wat gecamoufleerd onder de omslagfoto.

call-to-action-facebook

In de nieuwe lay-out is deze knop veel zichtbaarder; hij springt er duidelijk uit. De kans is daardoor veel groter dat de button ook bij jouw volgers opvalt. Extra belangrijk om eens goed na te gaan welke actie je achter die knop wilt zetten en/of naar welke webpagina je bezoekers wilt leiden.

learn-more-facebook

2. Rechtenvrije muziek

Goed nieuws voor marketeers die door alle aangeraden bronnen van rechtenvrije muziek heen zijn. Facebook heeft duizenden nieuwe nummers gratis beschikbaar gesteld in de ‘sound collection’.

Het doel ervan is duidelijk: Facebook wil voorkomen dat video’s van contentmakers offline moeten worden gehaald door gebruik van beschermde muziek. Met de aanvullingen in de sound collection biedt Facebook een alternatief, waardoor marketeers ook met een beperkt budget professionele video’s kunnen blijven maken.

3. Facebook Shops

Facebook stapt in de wereld van marketplaces. Het bedrijf is bezig het platform Shops te lanceren, waarop gebruikers gratis zelf een webwinkel op Facebook kunnen opzetten. Die werkt vervolgens ook op Instagram (en later misschien andere Facebook-platformen).

Volgens Facebook is de functionaliteit vooral bedoeld voor kleine bedrijven, die door de coronacrisis in de problemen zijn gekomen. Zij kunnen nu alsnog laagdrempelig hun producten aan de man brengen.

Door de introductie van deze functionaliteit gaat Facebook dus de concurrentie aan met platformen als Amazon, Google en Bol.com. Het nadeel van die sites is echter dat mensen alleen naar die websites navigeren wanneer ze een koopintentie hebben. Het gebruik van Facebook is veel breder en mogelijk lukt het bedrijven daar dus een veel grotere groep aan te spreken.

Een mooie kans om niet alleen te adverteren, maar ook direct te verkopen op Facebook (al moet er buiten de VS nog wel doorgeklikt worden naar een website). Potentie genoeg, dus zeker iets om in de gaten te houden.

4. 3D-afbeeldingen

Van 360°-foto’s tot carrousels: merken hebben op Facebook altijd gezocht naar visuele formats om nét even anders te zijn dan de concurrentie. Nadeel: hoe vaker zo’n format gebruikt wordt, hoe minder bijzonder het wordt..

Deze ‘nieuwe’ 3D-foto-mogelijkheid is eigenlijk helemaal niet zo nieuw, maar wordt nog weinig gebruikt en is daarom nog met recht opvallend te noemen. Je kunt iPhone-foto’s uploaden naar Facebook als 3D-foto, waardoor een bijzonder scroll-stoppend effect ontstaat.

Experimenteer zeker eens met 3D-afbeeldingen om je social media posts beter te laten presteren. Hier lees je hoe dat werkt.

5. Oud-nieuws-waarschuwingen

Facebook is aan het testen met waarschuwingen op het moment dat iemand een oud artikel deelt. Daarmee wil het bedrijf voorkomen dat er achterhaalde informatie op het platform terechtkomt die inmiddels bewezen onjuist is. Natuurlijk staat oud niet gelijk aan fout, maar de consequentie van deze feature is wel dat oudere artikelen waarschijnlijk veel minder vaak worden gedeeld op social media. Een extra reden voor jou als marketeer om contentcreatie een continu proces te laten zijn, en niet te lang te leunen op succesvolle content uit het verleden. 

Blijf vooruitgang boeken

Deze 5 features kun je direct gebruiken, maar het blijft slim om een schuin oog te houden op nieuwe ontwikkelingen. Het gaat razendsnel, en je hoeft heus niet overal in te stappen, maar het is je verantwoordelijkheid als professional om stappen te blijven zetten.

PR & Communicatie

Fake news: wat te doen tegen deze ‘moderne plaag’

Wat maakt fake news uitgerekend nu zo’n belangrijk onderwerp?

“Je ziet twee ontwikkelingen”, vertelt Mirck. “Aan de ene kant kan iedereen zelf content uitgeven via social media. Daardoor wordt iedereen een beetje journalist, of contentmaker of verhalenverteller. Doordat media democratischer worden, loop je automatisch meer risico op nepnieuws. Denk bijvoorbeeld aan blogs en fora, waar iedereen ‘nieuws’ kan maken. Aan de andere kant zie je dat alles politiek geladen wordt, dat zie je bijvoorbeeld met de opkomst van purpose marketing. Je moet als merk steeds vaker stelling innemen en dat verwachten we dan ook als consument. Je ziet daarnaast dat discussies steeds meer worden gepolariseerd. Elke stellingname creëert tegenstanders. Dat maakt het voor belangengroepen of extreme opiniemakers aantrekkelijk om tactieken, zoals verspreiding van fake news, in te zetten. Je ziet dat fake news echt impact kan maken op bijvoorbeeld de beurswaarde van een bedrijf, de reputatie of de kredietwaardigheid.”

Dus belangengroepen weten ook dat fake news een pressiemiddel kan zijn om dingen van merken voor elkaar te krijgen?

“Tijdens mijn presentatie gaf ik een voorbeeld van Starbucks.” Starbucks is een, progressief merk dat onder vuur genomen werd door mensen uit de conservatieve, alt-right hoek. In het kort: Starbucks zou illegalen in Amerika helpen. Het nieuws was dat iedereen die geen verblijfsvergunning had, tijdens ‘Dreamersday’ een gratis frappuccino zou krijgen. Onzin natuurlijk, maar het doel was om het merk Starbucks schade toe te brengen en dat is deels gelukt. Het nieuws kreeg namelijk tractie en werd door een groep op social media voor waarheid aangenomen. Een typisch voorbeeld van nepnieuws, dat je volgens Mirck vooral ziet bij merken die symbool staan voor progressief denken “In Nederland hebben we bijvoorbeeld Tony Chocolonely. Dat is echt een purpose merk, en ik denk hoe meer uitgesproken je bent op dat vlak, hoe progressiever, en hoe groter de kans is dat je slachtoffer wordt van zo’n fake news-aanval. Die lijkt, tot nu toe, vooral uit de niet-progressieve hoek te komen”.

De kans wordt steeds groter dit ook eens in Nederland gaat gebeuren. Wat voor soort organisaties zijn vatbaar voor fake news?

“Ik geloof dat bedrijven die stelling nemen in het debat of duidelijke progressieve waarden hebben eerder geraakt worden. Merken met een purpose zullen daardoor vaker slachtoffer zijn. Zeker toonaangevende organisaties, marktleiders of corporate bedrijven lopen risico.”

Voorbereiding is vaak het halve werk

Ondanks dat je je als organisatie niet kunt voorbereiden op de onderwerpen van fake news, kun je je wel voorbereiden op een aanval. Daarvoor geeft Mirck een 7-stappenplan:

1.Monitor social media
Zorg dat je weet wat er over je merk gezegd wordt. Wees dus daar aanwezig waar jouw publiek is en maak deel uit van het online gesprek. Met een social media monitoringstool, zoals Coosto, kun je eenvoudig monitoren wat er over je merk gezegd wordt en welk sentiment daaraan gekoppeld is. Mocht er een piek zijn in een bepaald onderwerp, dan kun je daar snel op reageren en op die manier de impact op je reputatie beperken.

2. Reageer snel
Reageer niet emotioneel, maar juist rustig, koel en vriendelijk. Dat betekent overigens niet dat je altijd moet reageren. Wanneer het een bericht is dat niet opgepikt wordt of zeer beperkt interactie krijgt (bijvoorbeeld 1 like of 1 comment), dan hoef je het niet groter te maken dan het is. Maar zie je in het begin dat er steeds meer op gereageerd wordt, dan wordt het een soort sneeuwbaleffect. Dan is het wel goed om daar iets mee toe doen.

3. Interacteer met trollen
Zoals bij alle effectieve communicatie begint het bij het erkennen van het sentiment. Een trol kun je niet tevreden stellen, want die stopt nooit. Het gaat dus vooral om de mensen die meelezen die je nog kunt beïnvloeden met je reactie. “In het geval van Starbucks; zij reageerden koel, beheerst en vriendelijk. Hun reactie was duidelijk bedoeld voor het tweede publiek, namelijk het publiek dat meeleest.”

4. Informeer klanten
Breng je klanten en stakeholders direct op de hoogte van wat er gebeurt. Zo worden ze niet verrast. Heldere communicatie gaat over korte lijnen. Als je beschikt over e-mailadressen, gebruik je die om klanten te informeren. Is dat niet het geval, dan kun je zoals gezegd gebruik maken van social media en communities om je boodschap in de schijnwerpers te zetten. 

5. Gebruik kanalen medewerkers
Je eigen medewerkers zijn je ambassadeurs. Laat hen via social media uitleg geven en gebruik hun betrokkenheid om het juiste verhaal te vertellen. Medewerkers worden over het algemeen gezien als betrouwbaar en authentiek, dus de boodschap zal beter aankomen, vooral bij een wat sceptischer publiek.

6. Geef zelf content uit
Mirck vindt reageren op nepnieuws alleen niet voldoende: “Je moet ook zelf content maken en publiceren voor het grote publiek.” Daarvoor geeft hij twee redenen. Allereerst omdat je niet alleen de trollen moet voeden. Je wil juist het grote publiek daaromheen bereiken, en dat doe je met content die je breed verspreidt via social media. Daarbij is het belangrijk dat je deze content ook tekstueel en SEO-vriendelijk op je website plaatst. zo kan je van een crisis gebruikmaken - is er een nepnieuws dat beweert dat jouw bedrijf racistisch is, dan is dit een mooie kans om te laten zien dat je inclusief bent

Zo zorg je ervoor dat jouw waarheid – niet het nepnieuws - het eerste zoekresultaat is als mensen via Google op jouw merk zoeken in combinatie met het nepnieuwsonderwerp.

7.Procedeer (niet)
Liefst vecht je een welles-nietes-spel over nepnieuws niet uit in de rechtbank. Daarom is deze stap dus meestal af te raden. Je maakt er het nepnieuws namelijk groot mee en je zorgt voor een nasleep die je liever wil voorkomen. Men noemt dat ook wel: wrijven in een vlek. Maar als je merkt dat de gevolgen van het nepnieuws je reputatie, bedrijfsresultaten of beurswaarde blijvend schaden, kan je een rechterlijke procedure starten. Is jouw bedrijf slachtoffer van nepnieuws en valt aan te tonen dat je daardoor omzet of winst misloopt, dan valt dit via een gerechtelijke procedure te compenseren.

Onze conclusie

Behandel fake news als een specifieke vorm van een reputatiecrisis. Zorg voor duidelijke draaiboeken en werk een fake news-scenario uit in je crisiscommunicatieplan. Bedenk hoe dan ook: het succes van nepnieuws valt of staat met geloofwaardigheid. Als je zo’n sterk merk hebt dat niemand het nepnieuws van trollen gelooft, zal fake news amper vat op je krijgen. De beste manier om je te wapenen tegen een fake news-aanval is daarom te blijven werken aan je merkreputatie.

Social media management

Zo (her)haal jij het maximale uit je social media posts

Wanneer moet je social media posts hergebruiken?

Succesvolle posts

Over het algemeen wordt geadviseerd om vooral goed presterende content te herhalen. De gedachte daarachter is helder: wie succes wil hebben, doet precies wat de vorige keer succes opleverde. De kracht van herhaling, toch? In de praktijk werkt dat in veel gevallen inderdaad zo, al zwakt het effect na iedere herhaling wat af. Content die al eens is geplaatst wordt namelijk lager gewaardeerd door de meeste social media algoritmes. Te vaak herhalen kan bovendien leiden tot irritatie bij je publiek (zie ook ‘Hoe vaak kun je social media posts hergebruiken?’).

Het is daarom zeker niet verstandig om elke succesvolle post zomaar te herhalen. Bekijk nauwkeurig welke content jou uiteindelijk het meeste resultaat oplevert. En bedenk: resultaat is relatief. Een modemerk met 1 miljoen volgers zal hogere eisen hebben aan wat 'goed presterende posts' zijn dan een staalbedrijf met 1000 volgers. Probeer de posts die relatief goed presteren gerust nog eens te plaatsen, maar wees kieskeurig en laat je niet verleiden door de gedachte ‘iedere klik is er één’. Overmatig posten ligt dan op de loer.

Een voorbeeld. Eén van onze meest succesvolle Facebookposts verwijst naar een blog dat advies geeft over de beste tijden om te posten op social media.

Contentmarketing
Social media management

Zo behaal je meer succes met contentverspreiding

Er zijn verschillende kanalen en mogelijkheden om jouw content te verspreiden. Want zoals gezegd is passief afwachten totdat jouw content scoort op basis van populaire zoekwoorden niet voldoende. Het online landschap is tegenwoordig zo groot dat er meer dan genoeg manieren zijn waarop je jouw content actief onder de aandacht van jouw doelgroep kunt brengen. Tot nu toe waarschijnlijk niets nieuws voor je. De uitdaging zit in het behalen van maximale resultaten door contentverspreiding zo efficiënt mogelijk aan te pakken. En dat doe je door de verschillende kanalen optimaal in te zetten. Wij helpen je graag op weg.  

Welke kanalen zet ik in voor mijn contentverspreiding?

Het bepalen van de meest geschikte kanalen voor jouw organisatie is iets wat je vóóraf aan de creatie van de content al duidelijk wil hebben. Jouw contentstrategie is de ideale plek om vast te leggen op welke kanalen je actief wil zijn, zodat je jouw doelen behaalt. Gebaseerd op onder andere jouw doelgroep, de eigenschappen van deze kanalen en de overeenkomsten met jouw marketingdoelen, maak je vooraf een keuze waar jouw focus ligt.   

Zorg voor optimale contentverspreiding

Maar er is meer dan alleen het kiezen van de juiste kanalen. Het gebruik van deze kanalen speelt natuurlijk ook een belangrijke rol in jouw contentsucces. Vaak wordt content eenmalig ingezet: het wordt vaak nog als een single-use product gezien in plaats van een duurzame investering. De content wordt gepubliceerd op de website, er wordt nog een social media post aan gewijd of met een beetje geluk een linkje vanuit de nieuwsbrief, en daar blijft het dan vaak bij. 

Maar waarom eigenlijk? Je bereikt namelijk een veel groter publiek als je een contentstuk op verschillende manieren deelt en (her)gebruikt. Je kunt jouw blog (of je video, podcast) vaker veel breder en creatiever uitwerken. Snippets van je grotere, kwalitatieve content zijn bijvoorbeeld ideaal om te delen via andere kanalen, zoals social media of je nieuwsbrief. Denk bijvoorbeeld aan een kort fragment uit een video of een quote uit een blog. 

Contentmapping is een effectieve methode waarbij je vooraf bedenkt hoe je ieder onderwerp zo goed mogelijk kunt uitwerken, in verschillende contentvormen en -uitingen. Bepaal een overkoepelend thema en hang daar diverse invalshoeken én uitwerkingen onder, zodat je dit op diverse kanalen kunt verspreiden. Ideaal!

De uitwerking van de verschillende contentuitingen is best een karwei: ook al ga je efficiënt te werk door dezelfde content op verschillende manieren in te zetten, het denken, creëren en uitwerken hiervan kost hoe dan ook tijd. Iets waar je niet op kunt besparen, wil je kwalitatieve content maken. Des te meer reden om er alles aan te doen om de gewenste resultaten te behalen. En daarom is het best fijn als je aan de verspreiding van deze content zo min mogelijk tijd kwijt bent. Gelukkig is daar een oplossing voor: tools die dat werk een stuk efficiënter maken. 

Welke tools helpen je naar contentsucces?

Om de verspreiding van jouw content tot een succes te brengen, heb je meerdere tools nodig. En die zetten wij voor je op een rijtje. 

1.    E-mail marketingtool

E-mail is een ideaal kanaal voor de verspreiding van je content. Binnen je eigen database kun je de content gericht delen met jouw doelgroep, door bijvoorbeeld een wekelijkse of maandelijkse nieuwsbrief uit te sturen. Zodra je een potentiële klant kunt toevoegen aan je e-maildatabase kun je deze op meerdere momenten benaderen. Die contactmomenten via e-mail zijn belangrijk om aan te grijpen voor verspreiding van (extra) waardevolle content.

Het is een zeer waardevolle manier om je content te verspreiden, maar zoals gezegd heb je dus eerst wel toestemming nodig om jouw potentiële klant via dit kanaal te benaderen. Daardoor weet je enerzijds dus wel dat er interesse is vanuit de ontvangers, maar anderzijds moet je dus wel eerste de benodigde actie ondernemen om deze toestemming te verkrijgen. 

2.    Marketing automation tool

Met een marketing automation tool ga je een stapje verder: hiermee kijk je niet alleen de resultaten van uitgestuurde nieuwsbrieven en andere e-mailcommunicatie. Met een marketing automation tool breng je geautomatiseerde campagnes en e-mailflows tot stand. Hiermee zorg je dat de juiste content op het juiste moment onder de aandacht wordt gebracht van jouw doelgroep. 

Dat betekent meer structuur en meer overzicht in de resultaten, maar ook zeker een (tijds)investering in het opzetten van de campagnes. Een investering die zich op lange termijn uitbetaalt, doordat (repetitieve) taken niet langer handmatig hoeven worden uitgevoerd en content dus automatisch op het juiste moment bij de juiste ontvanger terecht komt. Zeer waardevol, maar de afhankelijkheid blijft: je hebt toestemming nodig van de ontvanger om deze te mogen benaderen en jouw content te delen. 

3.    Social media content tool

Social media mag natuurlijk niet ontbreken in dit lijstje van kanalen voor content distributie. Met als grote voordeel: social media kanalen leveren een enorm bereik op. De eigenschappen per social media kanaal zorgen ervoor dat er voor ieder merk, organisatie of doelgroep één of meerdere geschikte platforms zijn. Het kiezen van de juiste social media kanalen is niet voor niets een cruciaal onderdeel van jouw contentstrategie. 

Natuurlijk kun je ervoor kiezen om jouw content per kanaal handmatig in te plannen en analyseren, maar met een content en social media tool maak je het jezelf een stuk gemakkelijker. Hiermee publiceer je social media posts gemakkelijk vooraf in, en heb je ook direct een overzicht van de resultaten. 

Publish in Coosto is dé slimme social media planner die jou helpt om aantoonbaar betere content te delen via diverse social media kanalen. Publish ondersteunt namelijk niet alleen het inplannen, publiceren en analyseren van social media posts, maar geeft ook datagedreven suggesties om jouw bereik, clicks of interactie doelgericht te verhogen. Denk bijvoorbeeld aan hints voor de beste tijd om het bericht te posten, suggesties voor trending hashtags en advies over de berichtlengte en het ideale aantal emojis. Zo versla jij de algoritmes van alle social media kanalen en behaal je gegarandeerd succes met jouw content. 

Content optimalisatie
Contentmarketing

Zo bepaal je jouw contentmarketing doelen

Met behulp van onderstaande vragenlijst kom je uit op jouw belangrijkste contentmarketing doel. De doelstelling waar op dit moment jouw focus op moet liggen. Dat wil niet zeggen dat je daadwerkelijk op slechts één doel hoeft te focussen binnen contentmarketing, omdat veel doelen elkaar beïnvloeden. Zo gaat merkbekendheid bijvoorbeeld in veel gevallen samen met meer productinteresse, merkvoorkeur en zelfs omzet. Wees daarom niet te strikt en neem andere doelstellingen ook altijd mee in je achterhoofd. 

Aan de slag met jouw doelen

Super, je hebt nu bepaald waar jouw focus ligt. Met deze kennis op zak is het tijd om te bepalen hoe je het gestelde contentmarketing doel gaat behalen. Voordat je hiermee begint, is het belangrijk om je doel te concretiseren: maak het Specifiek, Meetbaar, Realistisch, Acceptabel en Tijdsgebonden. Oftewel, maak je doelen SMART. Deze methode helpt je om van jouw doelstelling(en) haalbare contentmarketing doelen te maken. De methode geeft je sturing. En dat helpt bij het behalen van je doelen. KPI's komen goed van pas bij het meten van je contentmarketing doelen, zeker voor lastig meetbare doelen zoals autoriteit of klantloyaliteit. Met KPI's maak je je doelstelling als het ware tastbaar en kun je deze vervolgens omzetten in targets. 

Vooral de R van realistisch kan in het begin een uitdaging zijn. Je weet immers nog niet goed wat je kunt verwachten van de resultaten van je content. Probeer toch vanaf de start te werken met SMART-doelstellingen, omdat ze je in elk geval helpen te focussen. Later bijsturen of aanpassen kan altijd nog, mocht je toch te ambitieus te lijken óf als blijkt dat je je doelen ruim gaat behalen. Dat zijn de leermomenten!

Contentmarketing doelen als onderdeel van je contentstrategie

Om succesvol te zijn in je content, zijn niet alleen de contentmarketing doelen van belang. Ze vormen slechts een onderdeel van jouw contentstrategie. Heb jij een uitgeschreven strategie die je ook daadwerkelijk gebruikt? Bij veel bedrijven ligt deze strategie op de plank en wordt er zelden naar omgekeken. Zonde, want een sterke contentstrategie biedt volop voordelen, zoals houvast en een doelgerichte werkwijze. Ga dus aan de slag en creëer jouw contentmarketingstrategie of schaaf deze bij waar nodig voor optimale resultaten!

Webcare
Ai & Automatisering

6 fabels doorgeprikt: de zin en onzin van chatbots

I. 'Chatbots zijn een compleet nutteloze, overschatte hype'

Dit is de meest gehoorde fabel uit de mond van chatbot-critici. ‘Ja, de technische mogelijkheden zijn er, maar dat wil nog niet zeggen dat het gebruik van chatbots ook praktisch nut heeft’. Waarschijnlijk denken ze nog aan MSN Chatman uit 2005, maar de huidige chatbots zijn in geen enkel opzicht nog te vergelijken met de bot van Hi-KPN destijds. 

chatbot trend

We zien niet voor niets dat chatbots pas recentelijk een enorme vlucht hebben genomen. Er zijn 3 ontwikkelingen die maken dat chatbots vanaf 2018 wel degelijk nuttig en rendabel zijn in webcare-strategieën: 

  • Technologische vooruitgang: met de sterke opmars van AI en big-data-analyse in de afgelopen jaren, worden chatbots alsmaar slimmer (al dan niet zelflerend). Daardoor kunnen chatbots steeds accurater antwoord geven op ingewikkelde vragen van klanten. Waar je een paar jaar geleden nog veel half werk zag, hebben chatbots inmiddels het stadium van volwassenheid bereikt. 
  • Platform-verschuivingen: de laatste jaren zien we een verschuiving van webcare op openbare kanalen (X en Facebook) naar gesloten kanalen (X DM, Facebook Messenger, WhatsApp). Klanten versturen hun vragen, klachten en opmerkingen steeds meer privé, en dat opent deuren voor chatbots, die vooral werken in één-op-één contact.
  • Webcare-volume: doordat klantenservice via social media anno 2018 zo vanzelfsprekend is, zien we bij veel bedrijven het aantal telefonische klachten afnemen. Door het groeiende volume van vragen via social media, wordt een investering in een chatbot die een deel van deze vragen – of juist het eerste deel van alle vragen – kan afhandelen steeds rendabeler.

II. 'Chatbots kunnen je klantenservice volledig overnemen'

Dan de grootste fabel aan de andere kant van het chatbot-spectrum: de fans. Zij schetsen af en toe beelden (al dan niet in de nabije toekomst) van chatbots die in een oogwenk je volledige klantenservice overnemen. Toekomstmuziek, als je het ons vraagt. 
Wat ons betreft zijn chatbots geen wondermiddel, maar wel een prima manier om webcare-teams enigszins te ontlasten. Niet het één of het ander: juist de samenwerking tussen mens en machine leidt tot synergie.

Een vlekkeloze overdracht van chatbot naar webcare-agent is essentieel.

Zorg ervoor dat je passende rollen inricht: stel chatbots zo in dat ze de meest voorkomende standaardvragen feitelijk kunnen beantwoorden, en laat je webcare agents de complexe vragen die om menselijke emotie vragen oppikken of overnemen. Om dit proces in een soepele workflow te kunnen vormgeven, kan een chatbot niet zonder webcare-software. Daarmee zorg je voor webcare-medewerkers die doen waar ze goed in zijn, en hun tijd niet verdoen met ‘automatische-piloot-werk’.

Álle chatbots zijn bijvoorbeeld haarfijn te integreren in Coosto, waardoor je als webcare-medewerker naadloos chatbot-conversaties kunt overnemen. (Lees hier meer over de mogelijkheden van chatbots in combinatie met Coosto). 

samenwerking chatbot webcare agent
Voorbeeld van samenwerking tussen chatbot en webcare-agent in de app van Vodafone UK.

III. 'Chatbots zijn alleen voordelig voor organisaties, niet voor de klant'

Chatbots worden soms gezien als ordinaire saneringsmaatregel van bedrijven die hun webcare-afdeling meer lean & mean willen inrichten. Dat is echt veel te kort door de bocht. De vele voordelen van chatbots voor de klant/consument worden daarmee volledig genegeerd. Denk alleen al aan de enorm toegenomen snelheid waarmee ze geholpen kunnen worden. 

Is je strategie erop gericht om klantvragen alsnog door personen af te laten handelen? Ook dan blijft de meerwaarde van een chatbot aanwezig. Al is het maar in de vorm van een eerste begroeting of informatie over eventuele wachttijd.

Bovendien kunnen maar weinig bedrijven het zich permitteren om 24/7 webcare aan te bieden. Mensen die midden in de nacht of in de weekenden vragen stellen, moeten bij veel organisaties tot de volgende dag wachten om antwoord te krijgen op hun vragen. Chatbots daarentegen staan altijd aan. Als de vraag eenvoudig te beantwoorden is, kan de chatbot de vraag direct afhandelen. Zo niet, dan kan de klant in elk geval informatie krijgen over wanneer hij/zij antwoord mag verwachten. En dat ga je ongetwijfeld merken in je klanttevredenheid.

IV. 'Upsell door chatbots is onmogelijk'

Veel mensen zien het nut van chatbots in voor het behandelen van vragen, klachten en opmerkingen, maar worden sceptischer bij ‘conversational commerce’. “Waarom zou iemand iets kopen van een robot?”, horen we dan vaak.

Hoewel het een toepassing is die wat minder vaak voorkomt, is het zeker niet onmogelijk om chatbots te gebruiken voor leadgeneratie of upsell. Zo worden chatbots op websites weleens gebruikt om persoonlijke aanbiedingen te doen, en zijn er verschillende bedrijven die al indrukwekkende cijfers kunnen overleggen. Emirates Vacations verhoogde haar advertentie-engagement bijvoorbeeld met 87% door haar ad niet in een display te tonen, maar via een chatbot aan te bieden. Vodafone gebruikt haar chatbot vooral voor abonnement-gerelateerde zaken, en weet daardoor haar conversie te verhogen. 

V. 'Een chatbot is een kwestie van één keer implementeren, en je kunt achteroverleunen'

Sommige experts geven deze wel héél simplistische weergave van de werkelijkheid, als het aankomt op chatbot-implementatie. Natuurlijk kan een chatbot veel dagelijkse kleine klusjes uit handen nemen, maar het is niet zo dat je niets meer te doen hebt als je chatbot eenmaal live is. Nee, beter is juist om klein te beginnen. Kies bijvoorbeeld één specifieke use-case waar je je chatbot voor inzet. Vragen over betalingen, bezorginformatie of databundels zijn geschikte, veelvoorkomende en te standaardiseren vragen die een chatbot uit handen kan nemen. 

Naarmate je chatbot slimmer wordt en je klanten hem weten te vinden, kun je uitbreiden naar meerdere onderwerpen. Maar de stelregel met chatbots blijft: beter uitblinken in één onderdeel, dan over de hele linie half werk afleveren. Een niche-bot krijgt daarom vooralsnog onze voorkeur boven een generieke chatbot.

VI. 'Chatbots staan gelijk aan onpersoonlijke gesprekken' 

Fabel nummer 6. Het is niet omdat je chatbot een ‘pratende robot’ is, dat je chatbot moet praten als een robot. Vergeet niet dat de gesprekken die chatbots kunnen voeren in eerste instantie worden ontwikkeld door mensen. Je kunt er dus wel degelijk persoonlijke antwoorden in verwerken. Zet er simpelweg een goede copywriter op, zorg voor natuurlijk taalgebruik, grapjes, human interest-praatjes en empathie. 

Kleed je chatbot verder aan met een naam en avatar. Je zult versteld staan hoeveel dat al scheelt in de gebruikerservaring van je chatbot.
Conclusie? We horen in ons vak heel wat blabla (niet eens afkomstig van Chatman) over chatbots. Feit is dat chatbots – zoals elk middel in marketingcommunicatie – geen wondermiddel zijn, maar wél heel bruikbaar voor organisaties die veel klantcontact hebben of veel vergelijkbare vragen afhandelen. 

Chatbots in Coosto

Door een chatbot te beheren in webcare-software houd je al je klantconversaties op één plek. Til je klantenservice naar het volgende niveau en combineer Coosto met één of meerdere chatbots. Of je nu Coosto-gebruiker bent en een chatbot zoekt of juist andersom: Coosto heeft de oplossing voor je. De software van Coosto:

  • Ondersteunt elke chatbot, en kan dus elke chatbot integreren. 
  • Kan gebruikt worden om chatbot-conversaties vanaf web of mobiele apps over te nemen.
  • Zorgt voor een optimale workflow en naadloze samenwerking tussen webcare agents en chatbots. 

Lees hier meer over alle mogelijkheden.