
Als organisatie heb je lang niet altijd invloed op het ontstaan van een crisissituatie. Denk aan een DDOS-aanval op je bedrijf, een medewerker die ongewenst verdrag vertoont of het instorten van een parkeergarage. Het zijn scenario’s die niet direct het resultaat zijn van strategische keuzes die je als organisatie maakt, maar waarbij de link met je organisatie wel heel duidelijk aanwezig is. Om die reden is het relatief gemakkelijk om snel tot actie over te gaan: je organisatie staat immers in het middelpunt van de aandacht.
Er doen zich echter ook situaties voor waar je als organisatie 1) geen invloed op hebt, 2) waarbij je niet direct in het middelpunt van de aandacht lijkt te staan en 3) je reputatie tóch op het spel staat. Zo’n situatie is te verduidelijken met het model van invloed en reputatie, geïnspireerd op de cirkel van invloed en betrokkenheid.

In de middelste cirkel zit je zelf als bedrijf. Hier maak je de (strategische) keuzes, de koers die je wilt varen en de identiteit die je daarmee wilt uitdragen. Meteen ook de reden waarom je daar het meeste invloed op hebt. De middelgrote cirkel (primaire stakeholders) kent meer dynamieken. Dit zijn bijvoorbeeld je medewerkers, aandeelhouders, investeerders en de ondernemingsraad. De invloed die je daar als organisatie uitoefent, werkt twee kanten op. Je kunt bijvoorbeeld je medewerkers sturen met richtlijnen voor gedrag op social media. Als een medewerker deze echter overtreedt en een flinke misstap begaat, zal dat direct reflecteren op jou als organisatie. De grootste cirkel kun je zien als je secundaire stakeholders. Denk daarbij aan klanten, media/pers en gebruikers van social media. Dat zijn stakeholders waar je als organisatie niet altijd invloed op hebt, maar die zelf wel van grote invloed kunnen zijn op jouw organisatie.
Een perfect – en tevens recent - voorbeeld dat de werking van de buitenste cirkel illustreert, is het voorbeeld van Transavia. De vliegmaatschappij werd beschuldigd van plagiaat, nadat de videoserie ‘Geen stress met Stef’ werd ontdekt door Lize Korpershoek. Lize, die zelf succesvolle en creatieve video’s maakt in haar serie ‘Adviezen van Lize’, zag grote overeenkomsten tussen haar serie en die van Transavia. Sterker nog, het concept leek een exacte kopie. En niet alleen Lize en haar vriend Tim Hofman vielen erover, maar heel social media leek verontwaardigd. Transavia kwam uiteindelijk met de volgende reactie:
1/2 Hoi Lize, ook wij zien de overeenkomsten in onze series, dit is inherent aan de stijl van dit moment. We hebben niet bewust jou willen kopiëren.
We hebben onze afleveringen er nu afgehaald omdat we onze energie willen steken in het entertainen van onze kijkers.
— Transavia (@transavia) January 5, 2018
2/2 Er is genoeg andere leuke content op ons kanaal die ook de moeite waard is. Succes met jouw kanaal! Groetjes, Transavia.
— Transavia (@transavia) January 5, 2018
Even daargelaten hoe Transavia heeft gereageerd: het voorval is ontstaan naar aanleiding van keuzes die de vliegmaatschappij zélf heeft gemaakt. De link tussen de situatie en Transavia is dan ook overduidelijk. Daardoor heeft de vliegmaatschappij gelukkig wel zélf invloed op de oplossing, en kan ze dus ook relatief snel tot actie overgaan. Hoe anders is dat bij situaties waarbij die link verder weg lijkt? Situaties waar je dus 1) totaal geen invloed op hebt en 2) het verband met jouw organisatie in eerste instantie niet duidelijk te zien is?
Het zijn de situaties die escaleren zónder dat je daar zelf ook maar enigszins bij betrokken bent. En juist omdat die zo ongrijpbaar zijn, wordt het daar pas echt interessant. Laat ik het verduidelijken met een recent voorbeeld: de ophef rondom rapper Boef. Ophef die is ontstaan nadat de rapper drie jonge vrouwen – die hem een lift hadden gegeven op nieuwjaarsdag - kechs noemde. Kechs is straattaal voor hoeren, en schoot bij velen dan ook in het verkeerde keelgat. De rapper deed er overigens later nog een flink schepje bovenop door vrouwen “die nog zo laat op pad zijn en ’s nachts in korte rokjes naar clubs gaan en alcohol drinken” ook kechs te noemen.
De (online) discussie rondom deze voorvallen is niet mis. De publieke opinie lijkt duidelijk.
Dat rapper Boef reputatieschade oploopt, ligt in dit geval voor de hand. Maar de bedrijven en organisaties die - of ze dat nu willen of niet - aan de rapper zijn gekoppeld, worden ook ineens geconfronteerd met zijn gedrag. Denk aan radiostations die zijn muziek draaien, festivals waar de rapper optreedt en reisorganisaties die met hem samenwerken. Ze voelen zich genoodzaakt om een standpunt in te nemen in de hele situatie. Al dan niet gedwongen. Begrijpelijk ook. Niet adequaat acteren kan dan ook voor hen reputatieschade betekenen.
@GoFunvakanties ik lees dat jullie samenwerken met een stuk straatvuil die nederlandse vrouwen "hoeren" noemt. Ik geloof dat ik een vakantie ga afzeggen. #boef
— violetpanther (@violetpanther2) January 2, 2018
Bovenstaande tweet illustreert dan ook perfect hoe er een beroep wordt gedaan op de veranwoordelijkheid van organisaties die indirect gelinkt zijn aan de rapper. In dit geval heeft GOFun – het jongerenmerk van Corendon - in geen enkel geval invloed op het gedrag van de rapper waar ze mee samenwerken. Het gedrag van de rapper blijkt dan ook gevolgen te hebben voor organisaties waarbij er geen direct verband te vinden is. En met een sterke publieke opinie hijgend in je nek, kun je het daar als communicatieprofessional Spaans benauwd van krijgen. Gevolg? GOFun besloot de samenwerking op te zeggen.
En GOFun is niet de enige. Ook festivals Paaspop, Dauwpop en Muze Misse hebben optredens van rapper Boef geannuleerd. De organisatie van Paaspop gaf aan dat het een beslissing betreft waar het Paaspop-publiek achter staat, gezien de vele reacties die Paaspop ontvangen heeft. Radio DJ’s Mattie van der Valk (Q-Music) en Karolien Debecker (MNM) geven aan zijn muziek niet meer te draaien. Al deze organisaties geven hierbij gehoor aan de publieke opinie. Een verleidelijke keuze: het lijkt immers de weg met de minste weerstand. Het laatste wat je als organisatie wilt, is aangesproken worden op je programmering of samenwerking. Maar is gehoor geven aan een sterke publieke opinie wel de manier waarop je met een dergelijk voorval om moet gaan? Hoe zou je überhaupt met situaties om moeten gaan waar je als organistie ongewild in mee wordt getrokken? Hoe maak je de juiste beslissing, en op basis waarvan?
Het voorbeeld van rapper Boef leert ons eigenlijk 2 hele belangrijke lessen, die iedere communicatieprofessional in het achterhoofd zou moeten houden.
Er kunnen in de toekomst nou eenmaal situaties ontstaan waar je als organisatie ongewild in mee wordt getrokken. De kunst is om te blijven luisteren naar dat waar je als organisatie voor staat, en niet naar wat de publieke opinie wilt dat er gebeurt. En als blijkt dat jouw standpunt haaks staat op dat van het publiek, onderbouw dan vooral jouw overtuiging. Een tegengeluid kan namelijk niet verkeerd zijn als het is gebaseerd op de kernwaarden en identiteit van je organisatie. Ook dan ben je bezig met reputatiemanagement. Probeer deze lessen daarom te hanteren als je in een dergelijke crisissituatie belandt. Je zult zien dat je op langere termijn niet alleen je reputatie beschermt, maar deze ook versterkt. En dat is net zo belangrijk.
Sterken merken zijn immers niet sterk geworden door hun reputatie alleen maar te beschermen.

Want het probleem van een gedachte als ‘Content moet snackable zijn’ is de redenering die erachter schuilt. Feit is natuurlijk dat de tijd van mensen schaars is. Maar de oplossing die we daarvoor lange tijd hanteerden als marketeers, was om content dan maar zo snel en kort mogelijk te laten zijn. Dan zou de doelgroep namelijk veel meer verschillende content in die beperkte tijd kunnen proppen. Maar hoeveel nut heeft het eigenlijk als je 1 van de tientallen of misschien wel honderden merken bent die een 10 seconden aandacht krijgt? Hoeveel impact kun je dan echt maken?
We moeten stoppen genoegen te nemen met die 10 seconden aandacht, want het levert te weinig op en het maakt ons lui. Natuurlijk, er zijn heel veel merken die vissen in dezelfde vijver, maar wij marketeers moeten onze concurrentie helemaal niet als een beperking zien.
Als de productie van je content, de relevantie voor je doelgroep en de distributie van zeer hoog niveau zijn, dan is er wel degelijk uitgebreide aandacht. Mensen trekken er rustig 10 minuten voor uit om een artikel te lezen, een kwartier om een video te bekijken of een uur om een podcast te luisteren. En ja, dat kan een heftige strijd om aandacht worden, die je vast en zeker af en toe gaat verliezen. Je gaat soms merken dat je video minder bekeken wordt dan je had gehoopt, dat je longread minder goed gelezen wordt dan verwacht. Dan heb je twee opties: óf je gaat terug naar je snelle snippets, óf je zet de schouders eronder en gaat voor content met een nóg hogere kwaliteit. Want alleen dan maak je echte, blijvende impact.

Boven: de snelle snippets die we nu nog vaak zien. Onder: de manier waarop je blijvende impact kan gaan maken.
En er zijn inmiddels voldoende merken die bewijzen dat het kan. Mensen luisteren podcasts van merken, kijken merkdocumentaires en lezen uitgebreide interviews in tijdschriften. Soms wel uren achter elkaar. Maar dat doen ze alléén als het de concentratie waard is. Voor de marketingafdeling – en contentmakers in het bijzonder - ligt er daarom een grote uitdaging de komende jaren: de denkwijze over content moet veranderen. Hoge productie van snelle artikelen, video’s of audiofragmenten – om op die manier zo vaak mogelijk aandacht te krijgen – moeten we achter ons laten. In plaats daarvan moet de focus liggen op kwaliteit, op het toevoegen van waarde. Plaats content op de voorgrond, en laat zien dat je er vooral bent om mensen te helpen in plaats van snel te willen scoren op likes, views en andere conversies.
Gemakkelijker gezegd dan gedaan, maar daar is het ook een uitdaging voor. Deze denkwijze gaat er in 2019 voor zorgen dat je niet om aandacht schreeuwt, maar deze aandacht eindelijk terecht gaat verdienen.
Er zijn tal van ontwikkelingen die deze marketing- en communicatietrend hebben ingeluid. Zo is er al jaren het besef dat mensen liever communiceren met mensen dan met bedrijven. Niet voor niks dat het succes van influencer marketing aantoont dat we ons gemakkelijker laten overtuigen door mensen dan door bedrijven. Nu social media platformen hebben aangekondigd dat ze hun platformen vooral weer ‘social’ maken en minder bedrijfsposts gaan tonen, is de optelsom gemakkelijk gemaakt: jouw medewerkers zijn - ook als het gaat om marketing - je meest waardevolle bezit.
Nu social media een stabiele factor zijn in ons medialandschap, is vrijwel iedere communicatieafdeling ervan doordrongen dat de oude manier van communiceren (centraal geregisseerd, alles verloopt via de communicatieafdeling) niet meer houdbaar is. Je collega’s zijn allemaal een potentiële woordvoerder van de organisatie. Maar dat wordt vooral als iets reactiefs gezien, waaruit een duidelijke angst spreekt om de controle te verliezen. ‘Besef wat voor gevaren dit met zich meebrengt, dus maak je collega’s mediawijs’, horen we dan vaak. Het is voor veel marketeers en communicatieprofessionals nog een stap te ver om al die monden ook proactief te gaan benutten. Om hen het verhaal van de organisatie te laten zijn. Maar die terughoudendheid kun je je in 2019 niet meer veroorloven.
Hoe breng je ‘social’ terug in social media? @SLAM: “Merkaccounts verliezen impact, en medewerkers klakkeloos berichten laten delen is niet authentiek. Start met gemotiveerde collega’s en help hen om zélf content te creëren en het gesprek aan te gaan.” #SSC18 pic.twitter.com/HGjB5CI9G7
— Coosto Nederland (@CoostoNL) 29 november 2018
Berichten van merken worden namelijk 24 keer meer gedeeld als ze via een medewerker komen, medewerkers genereren 2x zoveel clicks dan een bedrijfspost op LinkedIn, en als een medewerker content deelt, dan krijgt die post 8x zoveel engagement als wanneer een bedrijf die content deelt. Zomaar drie feitjes uit een presentatie van digital specialist Stéphan Lam, over precies dit onderwerp. Het bewijs dat het loont om via medewerkers aan je merk te werken, stapelt zich op. Sterker nog, het lijkt de enige manier te worden om nog een organisch bereik te behouden. Ga dus aan de slag met programma’s en projecten om collega’s te faciliteren zodat ze zélf content kunnen gaan maken, cureren en delen. De grootste uitdaging daarbij? Het voorbereiden van de interne organisatie.
Dat onderschrijft ook inbound marketeer Edwin Vlems: “Als parttime zelfstandige krijg ik de kans om bij andere bedrijven een kijkje in de keuken te nemen. Daar kom ik opvallend genoeg nog veel weerstanden tegen.” De interne organisatie heeft echt nog veel aandacht nodig. Daarvoor moet je overigens klein beginnen: richt je op mensen die positief en gemotiveerd zijn. Benut de kennis en expertise van je medewerkers en train ze om hun kennis te delen met de rest van de wereld. Als marketing- of communicatieprofessional sta je op de achtergrond en geef je de juiste handvatten en begeleiding. Je collega’s als woordvoerder dus. Het wordt cruciaal om dat als een kans in plaats van een bedreiging te zien.
Uit de Stand van Webcare kunnen we traditioneel veel lessen halen voor het volgende webcare-jaar. Zo lag de nadruk van het onderzoek dit jaar - met de opkomst van chatbots en AI in het achterhoofd - op hoe persoonlijk digitaal klantcontact nog is. Doen webcareteams nog wel waar ze ooit voor zijn opgericht: de klant op een persoonlijke en prettige manier helpen? Er zijn zo ontzettend veel razendsnelle ontwikkelingen geweest op het gebied van webcare, zowel technologisch als organisatorisch, dat we zien dat dat soms niet meer helemaal het geval is.
Webcare wordt steeds vaker als een soort contentkanaal geclaimd door de marketingafdeling, om met bombastische acties viral te gaan en zo te werken aan branding. Is het niet dat, dan wordt de webcare-afdeling weer door management gezien als een gemakkelijk ‘slachtoffer’ om verder te automatiseren via kunstmatige intelligentie. Is dat per se iets slechts? Verre van. Maar toffe virals en slimme chatbots zouden vooral uitbreiding van webcare moeten zijn, in plaats van een vervanging van. Nu zie je af en toe mediagenieke en tijdsintensieve acties die één klant als een kind zo blij maken, maar ondertussen een wachtende klant gedesillusioneerd achterlaten. Webcareteams worden soms afgeleid van hun kerntaak en van dat waar ze goed in zijn: mensen op een persoonlijke manier helpen met hun problemen. En dat is wél een slechte zaak, die we in 2019 moeten gaan oplossen. Terug naar de kern dus, om vanuit daar te bekijken hoe we verder kunnen werken aan allerlei leuke extraatjes, waarvan ook andere afdelingen profiteren.
Met Coosto behandelde @NS_online tijdens een januaristorm de drukste webcare-dag ooit zonder problemen. Sterker nog, ze startten de hashtag #StormPoolen en in samenwerking met de reizigers zorgden ze ervoor dat iedereen veilig thuis kwam. #SSC18 #ServiceDoeJeSamen pic.twitter.com/ltSJ3izkJr
— Coosto Nederland (@CoostoNL) 29 november 2018
De toonaangevende organisaties op het gebied van webcare zijn ook in deze terug-naar-de-kern-trend leidend. Zo vertelde een webcare-agent van NS in augustus in de Volkskrant: “Viral gaan is geen doel op zich (…) Ik krijg meer een kick wanneer iemand een tas met dierbare foto’s verliest, we direct de conducteur inschakelen en de tas vinden.” En min of meer hetzelfde geldt voor T-Mobile, waarvan webcare-manager Willem Evers ons op het Social Service Congres toevertrouwde dat het zijn missie is om met T-Mobile eerst het probleem oplossen, en pas daarna eventueel een lolletje te maken. En als die missie door het hele bedrijf doorleefd wordt, hoeft deze trend niet eens meer te zijn dan dat ene zinnetje. Eerst de klant helpen, pas daarna - als de situatie het toelaat - een lolletje.

Vanaf vandaag hebben we PR-waarde toegevoegd in Coosto! Ons datascience team heeft een formule ontwikkeld waarmee we in Coosto een geldwaarde toekennen aan ieder bericht. Deze geldwaarde geeft aan wat het had gekost om hetzelfde bereik in te kopen aan advertenties. De som van de waarden per bericht waarin je merk genoemd wordt, vormt de PR-waarde van jouw merk.\
Nog geen Coosto-gebruiker en geïnteresseerd in PR-waarde? Vraag een demo aan!
Voor blogs, nieuwssites en fora is een formule ontwikkeld op basis van onder andere:
Deze cijfers zetten we af tegen de advertentiekosten en wetenschappelijke cijfers over banner blindness. Voor nichesites (nieuwssites die zich richten op een niche, zoals Emerce, VI of IEX) is er een factor toegevoegd, omdat deze nieuwssites doorgaans een relevanter publiek bereiken dan algemene nieuwssites.
De meeste cijfers zitten al sinds 2009 in Coosto, maar om per site het aantal unieke bezoekers, paginaweergaven en unieke bezoekers te weten, is een team fulltime bezig geweest met het benaderen van uitgevers om deze informatie te verzamelen van honderdduizenden websites wereldwijd.
Voor sociale netwerken is onder andere gekeken naar interactie, bereik en invloed, wederom afgezet tegen advertentietarieven. Middels een representatieve steekproef hebben we onderzocht wat adverteerders gemiddeld betalen per weergave op ieder netwerk. Het interactieratio, de invloedscore van de auteur en het sentiment van het bericht - er wordt een correctie uitgevoerd bij neutrale auteurs - hebben allemaal invloed op de score.
We hebben aan verschillende experts in het vakgebied gevraagd hoe de PR-waarde idealiter berekend zou moeten worden. Dit is leidend geweest in de formules die we hebben gedefinieerd. Uit deze gesprekken met experts kwam ook naar voren dat het niet zinvol is om te werken met positieve en negatieve PR-waarde, omdat het ene bedrijf meer waarde hecht aan hun imago en het andere bedrijf juist werkt met de vuistregel “there is no such thing as bad publicity”.

Ohra maakte de afgelopen maanden al gebruik van Coosto's PR-waarde. Iris Wezenberg, Social Business Specialist bij Ohra: “Wij gebruiken de PR-waarde van Coosto om content te meten en te optimaliseren. De formule geeft ons inzicht in de berichtgeving over ons merk en onze eigen berichten en geeft een duidelijke waarde-indicatie waar we periodiek mee kunnen vergelijken.”
We zijn ons ervan bewust dat de formule aan discussie onderhevig is, maar we zijn ervan overtuigd dat we gebruik maken van veel relevante en waardevolle statistieken. We geloven erin dat deze PR-waarde je kan helpen betere beslissingen te maken voor jouw merk. Het is een nieuwe manier om je earned media (o.a. free publicity) en owned media (o.a. je eigen posts op social) te meten.
Alle Coosto-gebruikers kunnen gratis de PR-waarde van hun eigen merk monitoren. Je vindt de zoekopdracht onder je opgeslagen zoekopdrachten. Nog geen Coosto-gebruiker en geïnteresseerd in PR-waarde? Vraag een demo aan!


Coosto gaat een strategische samenwerking met CM.com aan om de WhatsApp Business Messaging Solution in haar producten aan te bieden. Deze officiële oplossing is door WhatsApp ontwikkeld om tegemoet te komen aan het toenemende zakelijk gebruik van WhatsApp. Door de nieuwe samenwerking met CM.com – Authorized Distributor van WhatsApp Business Solution – kan Coosto klantcontact via WhatsApp Business binnenkort faciliteren in haar eigen producten.
WhatsApp is wereldwijd de populairste messaging app, en voor klanten een zeer toegankelijke manier om contact op te nemen met organisaties. Met WhatsApp Business kunnen organisaties eenvoudig en op een persoonlijke manier reageren op deze inkomende berichten. Met WhatsApp Business in Coosto krijgen webcare-medewerkers bovendien zicht op hun volledige gesprekshistorie met een klant. Daarnaast kunnen ze gemakkelijk onderling samenwerken en snel reageren op vragen, zodat ze de ervaring voor hun klanten verbeteren.

Aantal views, jury’s of publiekstemmen doen er bewust niet toe in de lijst, die dit jaar voor het eerst is opgesteld door social media softwarebedrijf Coosto. Bjorn van Antwerpen, marketing manager bij Coosto, vertelt: “Social media is wat ons betreft geen populariteitswedstrijd. Het gaat vooral om sociaal doen en interactie uitlokken en aangaan. Daarom zijn we met onze tool gaan berekenen welke vloggers vooral dat heel goed doen. Wie prikkelt en betrekt abonnees en krijgt daardoor relatief veel reacties op video’s?”
Bibi behaalde een score van meer dan 97 comments per 10.000 abonnees en liet daarmee haar mede-vloggers ruimschoots achter zich. Toch is ze niet de enige die complimenten verdient, volgens Van Antwerpen: “We zien dat Nederlandse vloggers over het algemeen goed scoren. Ze verdiepen zich echt in de persoon aan de andere kant van het beeldscherm, en dagen hun abonnees bijvoorbeeld regelmatig uit om onderwerpen voor nieuwe video’s te verzinnen. Voor de volledige top 100, en ook de vloggers die daar dit jaar niet in staan, is een dikke pluim daarom op z’n plek.

Een carrière in de sales, dat is wat Felicia graag wilde. Tijdens haar studie deed ze al wat ervaring op met de verkoop van advertenties voor magazines, maar bij Coosto maakt ze pas echt stappen. “Het werk is veelzijdiger en je bouwt echt een band op met klanten. Je bent niet alleen maar bezig met platte verkoop, het is zoveel meer.”
Bij Coosto is een rol in de sales anders dan bij veel andere organisaties. “Mensen hebben bij sales vaak het idee dat je iedereen moet bellen die totaal niet op je zitten te wachten. Dat is bij Coosto anders. Je krijgt vanuit marketing bijvoorbeeld leads van professionals die zelf al de stap richting Coosto hebben gezet. Zij willen meer weten over het product omdat ze denken dat het hen kan helpen bij het bereiken van hun doelen. Het is aan mij om te kijken of die leads daadwerkelijk tot een match en een deal kunnen leiden.”
Zodra Felicia een lead aangereikt krijgt, begint haar werk. “Dan ga ik op onderzoek uit. Wat is het voor bedrijf? Hoe doen zij het op social media? Waar maken ze veel gebruik van? Die vragen stel ik mezelf en dan ga ik kijken hoe zij Coosto zouden kunnen gebruiken. Als ik dat heb uitgezocht en er een goed beeld bij heb, dan pak ik de telefoon voor een eerste kennismaking. Als dan blijkt dat ze ready zijn en een fit, dan plan ik een demo in.”
Bij een demo maakt de klant voor het eerst echt kennis met Coosto. Felicia legt dan aan de hand van het bedrijf uit hoe zij de tool zouden kunnen gebruiken. “Bij de demo neem ik de potentiële klant aan de hand van hun eigen organisatie mee door Coosto. Ik laat ze dan zien hoe ze het product kunnen gebruiken en hoe het hen als organisatie kan helpen bij het behalen van de doelstellingen.”
Is Felicia dan alleen maar bezig met het opvolgen van leads en het geven van demo’s? Zeker niet. “Het is heel afwisselend werk en dat maakt het ook zo leuk. Ik ga zelf ook op zoek naar organisaties die in mijn ogen toe zijn aan Coosto, die vrijheid heb ik gelukkig ook. Dat doe ik door bijvoorbeeld op LinkedIn te speuren naar marketing en communicatieprofessionals. Als ik een match zie, dan pak ik de telefoon en bel ik diegene op. Ik doe dat met de intentie om diegene echt verder te helpen. Ik smeer ze niets aan. Coosto is voor heel veel organisaties namelijk echt een toegevoegde waarde.”
Het werken als Junior Accountmanager is de perfecte start van je carrière, vindt de 24-jarige Felicia. “Je leert in korte tijd heel erg veel, krijgt super goede begeleiding van ervaren sales professionals en je krijgt ook nog eens de vrijheid om jezelf te ontwikkelen. Ik denk dat dat best uniek is. Ik mag bijvoorbeeld mijn eigen agenda indelen, maar word niet aan mijn lot overgelaten. Ik durf wel te stellen dat je het niet snel beter kunt treffen als starter. En daarbij zijn er ook nog eens hele mooie perspectieven voor in de toekomst, want bij Coosto houden ze ervan om mensen door te laten groeien binnen het bedrijf.”
Felicia heeft het sales-DNA in de genen zitten en denkt dat je dat ook moet hebben voor de functie bij Coosto. “Je moet sales echt heel leuk vinden. Anders is dit niet de baan die je zoekt. Daarnaast moet je beschikken over een gezonde dosis energie en moet je graag in contact komen met mensen. Ik vind het zelf heel leuk om veel verschillende mensen te leren kennen en te spreken. Bij Coosto kom je echt in contact met hele leuke en interessante mensen van allerlei organisaties. Dat kan gaan van overheidsinstellingen tot aan de marketingmanager van een pretpark. Het kan allemaal. ”
Naast dat het werk heel leuk en uitdagend is, is de sfeer binnen het salesteam ook een reden om voor Coosto te kiezen. “Het is echt top! En dan te bedenken dat ik het alleen nog tijdens de coronapandemie heb meegemaakt. Iedereen is behulpzaam, aardig en altijd in voor een geintje. Er wordt keihard gewerkt, maar successen worden ook gevierd. En als ik de verhalen moet geloven ga ik nog heel veel meemaken als we straks allemaal weer samen mogen komen op kantoor.”
Sta jij zelf aan het begin van je carrière en wil jij een mooie start maken in de sales? Grijp dan je kans als Junior Account Executive bij Coosto. Onze Talent Pool staat altijd open voor nieuw talent!

Taken: De social media manager geeft leiding aan het social media team en rapporteert resultaten aan het hoger management. Hij is ambassadeur van social media in de organisatie. Hij overtuigt interne en externe sceptici van nut en noodzaak van social media, monitort trends en profileert zijn organisatie op congressen en evenementen. Hij ondersteunt en faciliteert, zodat iedereen in zijn team optimaal kan presteren.
Vaardigheden: De manager is bij uitstek een netwerker met overtuigingskracht. Hij is proactief, doelgericht en goed in het motiveren en aansturen van mensen.
Taken: De social media strateeg is verantwoordelijk voor de gehele contentstrategie: van doelstellingen tot content formats en tone-of-voice. Hij kiest passende kanalen en manieren van contentverspreiding. In samenspraak met de rest van het team scherpt hij ze aan.
Vaardigheden: De strateeg is vanzelfsprekend strategisch. Hij is bovendien kritisch nieuwsgierig, analytisch en een interne netwerker.
Taken: De content specialist is degene die de contentstrategie uitvoert. Hij creëert de content die past binnen je strategie. Hij verzorgt ook het plannen en publiceren van de content in het cms en de social media monitoring tool. Als de contentproductie (deels) wordt uitbesteed, brieft hij de opdrachtnemers en beoordeelt hij de kwaliteit van het geleverde werk.
Vaardigheden: De content specialist heeft bovenal een uitstekende pen. Afhankelijk van aanvullende contenttypes (video of afbeeldingen) heeft hij ook een goed gevoel voor beeld en is hij bedreven in beeldbewerking-software. De content specialist heeft daarnaast uitstekende kennis van de branche en/of business en heeft idealiter een uitgebreid netwerk in de media. Hij begrijpt wat wel en niet werkt op social media en heeft oog voor detail.
Taken: De community manager creëert en activeert een online gemeenschap van merkambassadeurs en tevreden klanten. Hij zet originele acties op touw om top-of-mind te blijven bij deze merkambassadeurs. Hij zorgt voor interactie en beantwoordt vragen.
Vaardigheden: De community manager is creatief (met taal) en heeft het lef om origineel uit de hoek te komen in antwoorden, reacties en acties. Hij kan goed luisteren, is zeer dienstverlenend ingesteld en weet als geen ander mensen te enthousiasmeren.
Taken: De analist onderzoekt of je content de resultaten behaalt die de strategie voor ogen had. Hij gebruikt social data om nieuwe inzichten en verbeterpunten te vinden, die hij terugkoppelt aan manager en strateeg.
Vaardigheden: De analist is, niet geheel verrassend, analytisch ingesteld. Hij leeft op data, is zeer nauwkeurig en kan goed overweg met Google Analytics en social media management software. Daarnaast weet hij de juiste gegevens te exporteren uit social kanalen als Facebook, X en LinkedIn, en weet hij hoe hij uitgebreide analyses op die data uitvoert in dataverwerkingsprogramma’s als Excel.
Eén medewerker met meerdere rollen
Het is niet zo dat alle bovenstaande rollen per se door verschillende medewerkers opgepakt moeten worden. Vaak is het niet meer dan logisch dat een goede strateeg zijn sterktes ook inzet als analist. Of een creatieve content specialist die ook delen van het design kan oppakken of origineel uit de hoek kan komen als community manager.

Sowieso is het heel goed om je medewerkers hier en daar wat te laten leren van andere rollen. Een content specialist die zijn weg weet te vinden in Google Analytics en Excel is handig, en een analist die goed kan schrijven is nooit weg. Als je echter te veel taken gaat verspreiden, verhinder je dat mensen zich gaan ontwikkelen tot absolute specialisten. Probeer daarom niet te veel rollen onder te brengen bij één medewerker, als het uit budgettair oogpunt niet absolute noodzaak is.
Dé ultieme social media specialist is misschien niet realistisch, het ultieme social media team volgens mij wel wel. De beste resultaten behaal je door een combinatie te vinden van mensen met de juiste vaardigheden, die elkaar aanvullen en scherp houden.

Black Friday is een dag die is overgewaaid vanuit de Verenigde Staten. Hoewel je in Nederland geen taferelen gaat meemaken zoals in het gifje hierboven, zien we dat steeds meer bedrijven inspelen op deze dag. Of Black Friday goed is voor je portemonnee? Dat hangt af van hoe je het bekijkt. Voor bedrijven kan het wel voer voor inhakers zijn. In Nederland lijken we nog erg voorzichtig op het gebied van creatieve inhakers, maar in de Verenigde Staten gaat het wél los. We zetten de Black Friday inhaker top 5 voor je op een rij, die we baseren op interactieratio (aantal interacties / aantal fans of volgers). Laat je inspireren!
Outdoor retailer REI wist zich vorig jaar – en in 2015 - écht te onderscheiden met Black Friday. Waar bijna alle winkelketens kiezen om all-in te gaan met Black Friday, ging REI all-out. Ze sloot alle winkels en spoorde daarmee niet alleen haar eigen medewerkers maar óók haar klanten aan om juist naar buiten te gaan op Black Friday. Een gouden keuze, want de retailer bleef zo dicht bij de eigen missie: genieten van al het moois wat buiten te vinden is.
Het levert de outdoor retailer niet alleen een #1 plek op in dit rijtje, maar in 2016 ook een prijs bij het Cannes Lions International Festival of Creativity.
Fastfoodketen Denny’s komt op social media wel vaker scherp uit de hoek. Ook op Black Friday liet het merk van zich horen. Tegendraads als Denny’s kan zijn, werd in Denny’s-Stijl een tweet gewijd aan deze dag.
yes we are open on black friday, no you can not purchase and digest a television here
— Denny's (@DennysDiner) November 25, 2016
Het aantal retweets en shares laat zien dat een relatief kleine inhaker al grote impact kan hebben. Groots denken lijkt misschien een must bij inhakers, maar de realiteit laat zien dat dat lang niet altijd hoeft.
Als enig Nederlands bedrijf tussen dit rijtje kunnen we wel zeggen dat Coolblue een voorloper is als het gaat om inhakers rondom Black Friday. De webwinkel heeft slim ingehaakt op deze commerciële dag door afgelopen vrijdag uit te roepen tot Blue Friday. In principe hetzelfde als Black Friday, maar dan dus een week eerder.
Je hoeft niet per se een retailer te zijn om succesvol in te haken op een dag als Black Friday. Neem NASA bijvoorbeeld. Als je denkt dat de ruimtevaartorganisatie onmogelijk kan inhaken op een koopfestijn, think again. . NASA gaf er vorig jaar een eigen draai aan door de dag om te dopen tot Black Hole Friday. Compleet met een landingspagina vol informatie over zwarte gaten, stond voor NASA de dag in het teken van de mysteries van het heelal.
Amazon is een e-commercemerk dat hoge omzetpieken kent tijdens een dag als Black Friday. Maar het Amerikaans bedrijf gaat verder dan alleen scherpe aanbiedingen. Vorig jaar speelde ze in op Black Friday met een simpel maar doeltreffend kattenplaatje. Grappig: dat kattenplaatjes goed scoren op internet, zochten we laatst uit in de social check.
De Black Friday inhaker top 5 is - zoals je ziet - divers. Zélfs als je niks met Black Friday te maken hebt, kun je erop inhaken. Opvallend: 4 van de 5 voorbeelden bevat foto óf video. Sterke vormen van content, bleek ook bij de immens populaire Facebookpagina van Tasty. Lees alles over het geheim achter deze smakelijke content.

Vorig jaar brachten we de beste inhakers van 2017, en ook dit jaar hebben we de virals nog eens rustig de revue laten passeren. Veel merken hebben de drang om in te haken op nieuwsgebeurtenissen of events, maar het lijkt erop dat ze (gelukkig!) wat kieskeuriger worden. Er wordt steeds minder ingehaakt ‘om maar in te haken’, en daar word ik persoonlijk heel blij van. De tien beste inhakers van 2018 hebben - op chronologische volgorde - terecht een plek verdiend in deze lijst.
Als ik aan 2018 denk, dan denk ik bijna direct aan de Luizenmoeder. Het nieuwe programma op NPO 3 was elke week weer voer voor de leukste gesprekken bij de koffieautomaat. Albert Heijn zag die commotie, en besloot op een ludieke manier in te haken op een specifiek moment in een van de afleveringen. Alle Luizenmoeder-kenners wisten met “Gewoon een blijk van waardering” precies waar het over ging.
De inhaker was actueel, relevant én bevatte een commercieel tintje. Normaal gesproken zien we liever inhakers zonder commerciële boodschappen, maar omdat deze inhaker in al haar eenvoud zó sterk is, werkt het als een malle. En dat vinden wij niet raar, alleen maar heel erg bijzonder.
In het begin van 2018 was het tv-programma Temptation Island heerlijk voer voor social media. Het koppel Tim en Deborah waren een veelbesproken item, en vooral Tim laaide met zijn acties nogal wat discussies op online. Na zijn inmiddels beroemde uitspraak ‘Huisje, tuintje, kindje’ ging het namelijk alleen maar bergafwaarts met zijn trouw voor Deborah Leemans. Bol.com legde met haar inhaker de vinger precies op de zere plek:
De satirische nieuwssite ‘De Speld’ haakt eigenlijk steevast in op de meest uiteenlopende nieuwsgebeurtenissen. Zo ook in maart afgelopen jaar. Facebook zat in de problemen nadat databedrijf Cambridge Analytica de gegevens van 50 miljoen Facebook-gebruikers in handen kreeg. Dat zorgde voor de nodige onrust, en De Speld gebruikte die onrust zoals alleen De Speld dat kan doen:
Goede inhakers gaan tot het randje, maar niet erover. Wat mij betreft heeft de inhaker van Stichting Zaadbalkanker dat randje gevonden, én gerespecteerd. De stichting speelt in op de social media buzz rondom de weinig verhullende foto van politicus Thierry Baudet, en verbindt dit op een fijne manier met de kern van de stichting. Een inhaker met ballen wat mij betreft:
In september kondigde 3FM aan dat de zender, voor het eerst sinds jaren, geen Glazen Huis opzet met Serious Request. De complete actie, waarbij voorheen altijd aandacht werd gevraagd voor stille rampen, wordt over een hele andere boeg gegooid. Dat h(a)akt er wel even in bij de liefhebbers, maar Praxis besluit het nieuws te kapen op haar eigen manier. Wat mij betreft een classic inhaker die niet in dit rijtje mag ontbreken:
Het is inmiddels alom bekend: de blauwe dozen van Coolblue zijn onweerstaanbaar voor katten. Social media staan bol met foto’s die klanten maken van hun katten in, op of bij een Coolblue doos. Op Dierendag besloot Coolblue met de kattenkalender in te haken op dit fenomeen.
Deze inhaker raakt belangrijke elementen uit het merkverhaal van Coolblue én heeft een sterke onderliggende boodschap. Coolblue is namelijk van mening dat elke kat een (blauwe) doos verdient. De volledige opbrengst van de kattenkalender gaat daarom naar de Dierenbescherming, voor dak- en doosloze katten. Purrrrfect!
In oktober tekende het Rijk en de provincies Groningen, Drenthe, Friesland, Overijssel en Gelderland een convenant waarmee het Nedersaksisch een officieel erkende taal werd. NS zag haar kans schoon, en besloot op deze nieuwsgebeurtenis in te haken. De dienstverlener deed de oproep aan conducteurs met een Nedersaksisch dialect om in hun eigen streektaal om te roepen in de trein. Wat volgde was een authentieke inhaker op social media:
De klok verzetten blijkt ieder jaar weer een dingetje te zijn. Niet alleen omdat we steevast vergeten of de klok een uur vooruit óf achteruit wordt gezet, maar ook omdat er overduidelijk een kamp ‘zomertijd’ en ‘wintertijd’ is. Na jarenlange discussies lijkt het er sterk op dat we straks permanent de wintertijd gaan aanhouden. HEMA nam de tijd om in te haken op de discussie met deze ijzersterke inhaker:
Een heerlijk programma als je het mij vraagt: First Dates. Tientallen singles worden gekoppeld en gaan met elkaar op date in een speciaal daarvoor ingericht restaurant. Het leidt tot zowel hilariteit als ontzetting op social media, want niet alle dates verlopen even vlekkeloos. Zo ook de date van Lisa en Jaimy, waarbij Lisa niet onder stoelen of banken steekt hoe vre-se-lijk ze haar date vindt. RUMAG – die sowieso niet erg fan lijkt te zijn van alle Lisa's in Nederland – zag dat er commotie ontstond over de horrordate en besloot direct in te haken. LEKKER.GEWERKT.MAN.
Er zijn maar weinig kerstreclames die mij vochtige ogen bezorgen, maar bij de reclames van warenhuis John Lewis is het elk jaar weer raak. Dit jaar speelt Elton John de hoofdrol, waarbij we als kijker in slechts enkele minuten worden meegenomen in zijn carrière. Uiteraard staat ook zijn piano centraal, wat perfect past bij de onderliggende boodschap: sommige cadeaus zijn méér dan gewoon een cadeau. De Britse Lidl haakte er feilloos op in, en verdient daarmee een plek in deze top 10:
Jouw merk volgend jaar in dit rijtje? We dagen je uit! Met de Coosto Inhaakkalender 2019 helpen we je alvast een heel eind op weg. We selecteerden namelijk meer dan 150 inhaakdata die de meeste social media buzz veroorzaken. Nog héél even geduld, want hij is bijna af, maar pre-order de Coosto Inhaakkalender 2019 via het formulier en ontvang hem binnenkort als eerste in je mail!

Wij onderzochten met Coosto zo’n 1,7 miljoen verkiezingsgerelateerde openbare berichten op social media tussen 1 februari en 11 maart, en kwamen tot deze top 5:

Er wordt door campagne-analisten weleens beweerd dat corona slechts een kleine rol speelt in de huidige verkiezingen, omdat ‘er moeilijk campagne op gevoerd kan worden’. De meeste partijen zouden het met elkaar eens zijn over de te varen koers. Dat houdt social media echter allerminst tegen om er een andere mening op na te houden. Het is met stip het meest besproken thema dat Nederlanders bezighoudt in de aanloop naar de verkiezingen op 17 maart. Ruim 8% van alle berichten over de verkiezingen gaat over corona en het te voeren beleid.
Issue-eigenaar: VVD. In 12% van alle berichten over het coronabeleid werd de VVD genoemd, al is het sentiment er overwegend negatief: 24% van de berichten is uitgesproken negatief, tegenover 10% positief.

Volgens de meeste partijen aan de linkerflank van het politieke spectrum is het nu of nooit: de verandering van het klimaat móet worden aangepakt. Social media blijken er verdeeld over, maar het onderwerp maakt in elk geval de tongen los.
Issue-eigenaar: D66. Het is weinig verrassend dat de partij van Kaag aan de haal gaat met de meeste positiviteit rond dit onderwerp. In 17% van alle positieve berichten over de aanpak van klimaatverandering wordt D66 genoemd.
Klimaat is één van de belangrijkste speerpunten van de campagne van D66, en op social media weten ze daarmee andere progressieve partijen als GroenLinks en Partij voor de Dieren voor te blijven. Vooral het leiderschap van Kaag wordt geroemd, naast de plannen voor de veestapel en de hoge ambities van D66.


De afgelopen vier jaar is er veel te doen geweest rondom dit thema. Zo waren er stakingen omtrent een hoger loon voor leerkrachten in het basisonderwijs, was er volop discussie over het ingevoerde leenstelsel, daalden de leerprestaties van scholieren en gingen als overmaat van ramp ook de scholen nog eens dicht vanwege de pandemie. Werk aan de winkel dus, dat blijkt ook uit de berichtgeving op social media.
Issue-eigenaar: D66. De zelfverklaarde onderwijspartij weet zich ook richting de buitenwereld te profileren op de gewenste manier. Net als bij de berichtgeving over het klimaat, wordt D66 ook het meest genoemd in combinatie met het thema onderwijs.

Sterk gerelateerd aan corona, maar tóch net wat breder: de zorg. Wat gaan we de volgende vier jaar doen met het eigen risico? De macht van zorgverzekeraars? En hoe zit het met de capaciteit van ziekenhuizen? 4% van alle verkiezingsberichten gaat over de zorg.
Issue-eigenaar: SP. Voor de partij van Marijnissen is het één van de belangrijkste speerpunten: afschaffing van de marktwerking in de zorg en weg met het eigen risico. Die boodschap resoneert duidelijk op social media. De SP wordt van alle partijen het vaakst positief genoemd in combinatie met zorgthema’s. Ze scoort daarin net iets hoger dan de PVV van Geert Wilders.
Wat opvalt zodra we de resultaten induiken: in de positieve berichten over de SP-plannen voor de zorg wordt de partij bijzonder vaak afgezet tegen het CDA, zo toont ook de automatisch gegenereerde samenvattende woordwolk aan.


Migratie is misschien wel het meest ingewikkelde thema in de politiek. Vrijwel elke partij zegt voorstander te zijn van een eerlijk migratiebeleid. Maar wat is eerlijk? Daar lopen de meningen sterk over uiteen. Moet Nederland meer vluchtelingen opvangen, of juist niet? En wat te denken van arbeidsmigratie en Europese samenwerking in migratie?
Issue-eigenaar: PVV. Bijna 25% van alle positieve berichten over de migratieplannen van partijen, komt op naam van de PVV.

De kans is groot dat je deze blogpost leest omdat jij degene bent in jouw organisatie die achter de knoppen zit van de contentstrategie, de contentplannen en de content planning. Toch is het niet verstandig om (in je eentje) de baas te spelen over die documenten.
Als je wil dat de planning die je maakt ook echt behaald wordt, en dat is hoogstwaarschijnlijk het geval, kun je beter afstemming zoeken en het gesprek met stakeholders aangaan. Jij kunt namelijk denken dat een tijdsinvestering van een paar uur prima haalbaar moet zijn, maar wat als iemand al tot over zijn oren in het werk zit voor andere projecten? Als een olifant in een porseleinkast te werk gaan heeft dan niet zoveel zin.
Zorg ervoor dat je van tevoren een beeld hebt van het aantal beschikbare uren vanuit de betrokken stakeholders, en bespreek wat henzelf haalbaar en reëel lijkt. Natuurlijk moet je daarbij ook je eigen doelstelling en deadline in het achterhoofd houden, maar het heeft niet zoveel zin om druk te zetten op stakeholders die de tijd simpelweg niet hebben. Grote kans dat je planning dan in de soep loopt. En daar schiet je weinig mee op.
Plan in de creatiefase niet het laaghangend fruit eerst, maar juist de contentuitingen die het meest bijdragen aan het verhaal dat je wil vertellen. Vaak is het verleidelijk om te starten met de meest praktische, minst tijdrovende content assets – ‘want het is fijn om de smaak te pakken te krijgen’.
Dat is volledig begrijpelijk, maar toch niet slim als je meer resultaat uit je contentplanning wil halen. Je kunt beter beginnen met de allerbelangrijkste content, die het meest bijdraagt aan het verhaal dat je wil vertellen. Plan de meest essentiële content assets als eerst, tot je uiteindelijk – tegen het einde van je planning – alleen nog ‘nice to have’-content over hebt. Lukt het je om die ook te maken? Top! Gaat er iets mis, en loop je vertraging op? Dan is er alsnog geen man overboord: het verhaal dat je met jouw content wil vertellen staat nog steeds als een huis.
Deze tip hangt samen met de vorige: plan niet te veel content. Natuurlijk is het verleidelijk om alle content assets die je hebt bedacht in te plannen, maar niets zo demotiverend als een deadline die steeds niet gehaald wordt. En bedenk dat er altijd onvoorziene tegenslagen zijn, waardoor geen enkele planning precies loopt zoals je had bedacht.
Als je met jouw team te vaak een deadline misloopt, kan het er zelfs toe leiden dat die deadline nog amper als deadline wordt beschouwd. De uiterste datum waarop een stuk content af moet zijn is dan eerder een ‘richtdatum’. Om dat te voorkomen, kun je beter wat minder taken inplannen.
Eventueel plan je de taken die te veel zijn op een reservelijst. Mocht er tijd over zijn, kun je die taken alsnog gaan oppakken. Zo niet, zijn het wellicht nog goede ideeën om in de toekomst op te pakken.
Je verkijkt je soms op de haalbaarheid van taken als je puur focust op het aantal uren dat nodig is om een taak te volbrengen. Dat heeft te maken met onderlinge afhankelijkheden. Zo kan een contentstrateeg pas met de uitwerking van het verhaal aan de slag als de marketingmanager zijn akkoord geeft. Pas dan kan de copywriter het uitgewerkte verhaal aanscherpen. Pas dan kan de contentbeheerder de content online zetten en pas dan kan de online marketeer ermee gaan adverteren. Het zijn allemaal geen enorme klussen – wellicht zijn ze allemaal binnen een dagdeel afgerond. Maar de onderlinge afhankelijkheid zorgt ervoor dat deze klussen niet allemaal tegelijk uitgevoerd kunnen worden.
Bedenk dus niet alleen hoe lang het duurt voordat een taak is afgerond, maar ga vooral uit van wanneer de betrokken stakeholder ermee kan starten, als je wil dat jouw planning gehaald wordt.
Een content planning kan op papier feilloos lijken, maar de praktijk is weerbarstig. Zelfs met de vier voorgaande tips is de kans groot dat je planning in de praktijk enigszins aangepast moet worden. Er staan nu eenmaal regelmatig verrassingen voor de deur, die jouw planning toch net weer een andere wending geven.
Ons advies: steek niet te veel tijd in het perfectioneren van een content planning. Zorg ervoor dat de grote lijnen voor iedereen duidelijk zijn, en ga vervolgens zo snel mogelijk aan de slag. Je leert vooral van de praktijk, en pas na een aantal contentplannen en planningen zal je merken dat je écht volledige controle hebt over het volledige creatie-, activatie-, promotie- en analyseproces. En zelfs dan zul je flexibel moeten blijven: het loopt nu eenmaal regelmatig net even anders dan je had verwacht.
We beseffen het ons maar al te goed: deze laatste tip is niet altijd mogelijk en vaak verkeer je in een luxepositie als er sprake is van extra tijd. Maar zoals gezegd, een deadline of planning die niet gehaald wordt, werkt ontzettend demotiverend. Plak daarom in het ideale geval een extra weekje achter jouw content planning aan, zodat je ruimte hebt voor uitloop en onvoorziene omstandigheden. In het beste geval heb je deze extra tijd helemaal niet nodig en kan je dit gebruiken voor je ‘nice to have’-content.
Het gebeurt vaak genoeg: er is een aanleiding waardoor er nieuwe content moet komen en het moet uitgewerkt worden. Een logisch proces, maar hier mist nog een belangrijke tussenstap: het contentplan. Dit plan is groter dan alleen de content planning. Hierin vertaal je een idee, vraag of behoefte naar een verhaal met concrete uitwerkingen. Om vervolgens de verspreiding, activatie én analyse van de content die tot deze uitwerkingen behoort op papier te zetten.
Door blindelings aan de slag te gaan met een content planning zonder achterliggend plan, is de kans groot dat je iets over het hoofd ziet of simpelweg niet het onderste uit de kan haalt. Zonde! Neem daarom de tijd om een contentplan uit te werken. Iets wat je gegarandeerd helpt dankzij de vele voordelen.
Om zoveel mogelijk structuur aan te brengen in je content planning is het verstandig om eerst een contentplan te maken. Hierin bepaal je de verhaallijn, welke content assets hierbij horen, de taakverdeling en als laatste de daadwerkelijke planning voor zowel de creatie als de verspreiding aan de hand van een tijdlijn.
Begin bij de basis en ga eerst aan de slag met een contentplan!

We namen de top 100 uit de FD Gazellen van 2017 onder de loep en analyseerden waar zelfs de snelst groeiende bedrijven van Nederland nog winst kunnen behalen. Om groei niet alleen snel, maar ook houdbaar en stabiel te laten verlopen. Drie aandachtsgebieden op het gebied van social media:
Werken aan een goede reputatie is het allereerste punt van aandacht als we kijken naar duurzame groei. Want kort door de bocht: als de economie op een gegeven moment in moeilijker vaarwater komt, zijn er minder potentiële klanten (prospects). Minder prospects betekent minder potentiële omzet. Om je hoofd dan ook boven water te houden, moet je ervoor zorgen dat het kleinere aantal prospects wel ‘gewoon’ voor jou blijft kiezen. Een goede reputatie is essentieel om deze merkvoorkeur te realiseren. Dat begint bij het begrijpen van het aankoopproces van je klanten.
Claudia Zuiderwijk van de Kamer van Koophandel vertelt daarover in het magazine van FD Gazellen top 100: “Vroeger kwam men hier [de landelijke Startersdag] om zich te oriënteren, nu hebben bezoekers zich digitaal goed voorbereid en komen ze met gerichte vragen.”
Tekenend voor de houding van moderne consumenten. Doordat ze zich volop online voorbereiden op een aankoop, is dat ook de plek waar je aanwezig zou moeten zijn om je te verzekeren van een goede reputatie. We zien dat er daar nog ruimte voor verbetering is voor veel winnaars van een FD Gazelle. Wat cijfers op een rij:
- 11% heeft geen X-account.
- 12% heeft geen Facebookpagina.
- 3% heeft geen van beide.
- 23% zag het aantal X-volgers in het afgelopen jaar dalen.
- 28% heeft in het afgelopen jaar geen enkele tweet geplaatst.
- 40% reageerde niet op @-mentions die binnenkwamen op X.
- 20% plaatste minder dan eens per maand een post op de Facebookpagina(‘s).
- 18% reageerde niet op reacties die geplaatst werden op de Facebookpagina(‘s).
Kansen genoeg om ook de komende jaren verder te groeien dus. Overigens zijn er ook positieve uitschieters. Organisaties als New York Media Group, MisterGreen Lease, Herbo GroenLeven en Embrace SBS deden het goed op X (op het gebied van activiteit, interactie en positieve reacties). Cruisereizen, WoodWatch, HBL Online en Shinga profileerden zich wat dat betreft uitstekend op Facebook.
Een tweede belangrijke aandachtsgebied is Human Resources. Want toekomstbestendige groei betekent dat je moet investeren in kennis. Dat zit wel snor bij de bedrijven uit de FD-ranglijst. Ze creëerden vorig jaar in totaal bijna 20.000 banen. Maar hoe vul je al die vacatures in?
Economische groei levert namelijk een krappere arbeidsmarkt op. Hoe zorg je ervoor dat jij de knapste koppen wegkaapt en niet jouw eveneens groeiende concurrent? Dat je de beste producten maakt, de beste diensten biedt, en de beste oplossingen vindt als het eens wat minder gaat? Daarvoor zijn niet alleen primaire arbeidsvoorwaarden belangrijk. Je moet een bedrijf zijn waar mensen graag willen werken. Maar hoe doe je dat als mensen nog niet bij je werken? Begin met Employer Branding! Laat zien dat je een tof bedrijf bent om voor te werken, welke activiteiten je onderneemt en welke collega’s iemand krijgt als hij bij jouw bedrijf aan de slag zou gaan.
Social media zijn daar bij uitstek voor geschikt. Jij kunt er laagdrempelig content voor maken, en de potentiële kandidaat kan gemakkelijk van jouw content op de hoogte blijven. Of ernaar zoeken als hij jouw organisatie op het oog heeft. Wij als Coosto kiezen ervoor om dit soort content vooral op Instagram te plaatsen, omdat wij - net als bijvoorbeeld Bol.com - het een geschikt kanaal vinden voor kijkjes achter de schermen bij bedrijven.
De Innovatiemonitor van de Erasmus Universiteit heeft becijferd dat bedrijven gemiddeld 2,1% van hun omzet investeren in Research & Development. De snelgroeiende bedrijven zitten daar ruim boven met gemiddeld maar liefst 6%.
Het succes van deze bedrijven bewijst het nut van al het geld dat naar innovatie gaat. Maar Research & Development is vanzelfsprekend vooral gericht op productontwikkeling. Terwijl degelijk groeien ook betekent dat je innoveert op je verkoop- en servicekanalen. Zeker omdat deze bedrijven over het algemeen een sterke focus op het buitenland hebben, is het belangrijk om dit soort kanalen schaalbaar te maken. We zien bijvoorbeeld dat 2/3e van de bedrijven uit de FD-ranglijst zakendoet met het buitenland.
Social media zijn daarom uitermate geschikt als service- en in sommige gevallen zelfs als verkoopkanaal. Complete teams in het buitenland die je klanten persoonlijk op locatie helpen, zijn namelijk niet alleen duur, maar ook star en log. Want wat nu als je strategie verandert? Als je gaat uitbreiden naar veel meer landen, of juist op andere landen wilt focussen? Je moet volledig nieuwe vestigingen optuigen en de kosten stijgen dan evenredig met je groei.
Door social media als X, Facebook en WhatsApp als servicekanaal te hanteren, maak je je onderneming schaalbaar. Als je innoveert met nieuwe mogelijkheden als Facebook shopping, integraties en koppelingen van social media met je CRM-systemen, bied je een vloeiende klantervaring zónder hoge variabele kosten.
Snelgroeiende bedrijven doen dus héél veel, héél goed. Maar groei werkt verslavend, dus als je wilt blijven groeien, zijn social en online de plekken waar wij de meeste kansen zien. Zodat je ook dit jaar, volgend jaar en alle jaren daarna dit soort groei-lijsten blijft aanvoeren.

Zonder plan geen succes! En dat bereik je alleen door de doelgroep te voorzien in hun behoeften met jouw content. Relevante en unieke content van hoogwaardige kwaliteit is hierbij essentieel. Informeren, inspireren, kennis bijbrengen of vermaken. Wat je doel ook is, door vooraf een plan op te stellen is het veel makkelijker om deze doelen te bereiken én ga je veel efficiënter te werk.
Maar het begint allemaal bij het opstellen van een krachtige contentstrategie, waar je in grote lijnen bepaalt wat je op lange termijn wil bereiken met jouw content, wat de kernboodschap is, op welke doelgroep je je richt en via welke kanalen je jouw doelgroep gaat bereiken. De volgende stap is natuurlijk het daadwerkelijk aan de slag gaan met contentcreatie. Een contentmarketing plan zorgt voor de verbindende factor tussen de strategie en de praktijk: het creëren van content.
Bovendien bestaat er een belangrijk verschil tussen een contentmarketing plan en een -planning: een contentstrategie vormt een groter geheel,. In een contentmarketing plan bepaal je concreet hoe je jouw content daadwerkelijk tot een succes gaat brengen. Vervolgens ga je dit plan uitrollen over een tijdlijn: hieruit ontstaat jouw contentplanning.
Klaar om jouw contentmarketing plan handen en voeten te geven? Hier lees je welke onderdelen onmisbaar zijn in zo’n plan en hoe je deze stappen vorm geeft, om vervolgens aan de slag te gaan met jouw eigen plan met behulp van ons template. In een aantal simpele stappen stel jij zo een krachtig plan op.
De boodschap van jouw verhaal moet vanzelfsprekend aansluiten bij de overkoepelende boodschap, maar hoeft niet exact hetzelfde te zijn. Dit mag specifieker zijn dan de kernboodschap binnen je strategie; deze campagne borduurt immers verder op de algemene marketingdoelstellingen. Vermijd een generieke boodschap en spits de boodschap toe op wat jij precies te bieden hebt en hoe dit aansluit op een specifieke behoefte van de doelgroep.
Bovendien ondersteunt een verhaal je in de creatie van je content: naast de rode draad die je dankzij de kernboodschap hebt, zorgt het concept voor het consistent uitdragen van deze boodschap op een aantrekkelijke manier. Als een paraplu die boven jouw campagne hangt.
De volgende vraag is hoe je dit verhaal gaat vertellen. Met welke contentstukken ga jij dit verhaal overbrengen op je doelgroep? Focus hierbij eerst op de inhoudelijke invulling voordat je overgaat op het bepalen van de contentvormen.
Een fijne manier om dit uit te werken is aan de hand van contentmapping, waarbij je een overzicht maakt van alle content rondom een bepaald thema of een campagne. Zorg hierbij voor inhoudelijke relevantie: welke informatie is bruikbaar voor de doelgroep en is hier ook vraag naar? Beantwoord deze behoeften met jouw content: zo geef je de doelgroep iets waar ze daadwerkelijk mee geholpen zijn.
Tip: focus je niet alleen op het creëren van nieuwe content, maar kijk ook eens naar wat er nog op de plank ligt. Sommige content is geschikt om opnieuw gebruikt te worden of is misschien met een kleine opfrisbeurt weer relevant. Content optimalisatie is een efficiënte manier om het verhaal compleet te maken.
Zodra je inhoudelijk hebt bepaald wat je de doelgroep wil vertellen, kan je hier passende contentvormen aan hangen. Je hoeft je hierbij niet te beperken tot één vorm per onderwerp. Het kan juist heel voordelig zijn om jouw verhaal in meerdere vormen te gieten, zodat je het op meerdere manieren kunt verspreiden en zo een groter bereik creëert. En dat met een kleine moeite, want je verhaal staat immers al.
Zoals gezegd is de planning een onderdeel van het plan. Sterker nog, het is een ontzettend belangrijk onderdeel. Daarom splitsen we dit onderdeel op in 2 delen: een planning van de creatie én een planning voor de verspreiding hiervan. Vanzelfsprekend zijn deze twee planningen onlosmakelijk aan elkaar verbonden.
Het eerste deel van de planning is gefocust op de creatie van alle contentstukken. Wanneer ga je welke content assets maken? En om het meteen lekker concreet te maken: voeg ook toe wie het gaat doen, zodat er vanzelf een actielijst ontstaat. Door dit op een tijdlijn uit te zetten, creëer je overzicht en is het makkelijk om bij te sturen wanneer nodig. Houd in je plan ook rekening met eventuele afhankelijkheden van andere afdelingen.
Vervolgens is het zaak om te bedenken op welke manier(en) je dit naar buiten gaat brengen. Dat is tweeledig: denk hierbij zowel aan hoe de content intern gebruikt kan worden, door bijvoorbeeld Sales, Webteam, Advertising, etc., en vanaf welk moment ze hiermee naar buiten mogen treden.
Ook niet onbelangrijk: de externe verspreiding van de content. Om de content onder de aandacht te brengen van jouw doelgroep, kan je niet alleen bouwen op zoekresultaten: je moet de content proactief aanbieden aan jouw doelgroep. Welke kanalen ga je hiervoor inzetten? Kijk niet alleen naar wat past bij jouw campagne, maar houd ook rekening met waar jouw doelgroep zich bevindt.
Hiervoor geldt overigens niet dat méér altijd beter is. Je kunt beter een paar kanalen heel effectief inzetten, dan overal aanwezig zijn met beperkte resultaten, omdat je jouw content niet optimaliseert voor ieder kanaal.
Tot slot is het tijd om te bepalen wanneer je de content gaat verspreiden. Een effectieve en tijdsefficiënte manier hiervoor door middel van een social media planner. Met Publish in Coosto plan en publiceer je social media posts vanuit één overzichtelijke omgeving automatisch op al jouw social media kanalen. Door middel van labels en kleuren creëer je overzicht en categoriseer je jouw content op basis van thema’s, onderwerpen of gebeurtenissen. Naast een overzichtelijke weergave van al jouw (geplande) content, ondersteunt Publish je bij het creëren van betere social media content: het datagedreven advies van onze Post Optimizer helpt jou naar meer bereik, clicks of interactie. Wat jouw doel ook is, je ziet het terug in de resultaten. En ook die worden automatisch voor jou inzichtelijk gemaakt.
Ook daarin kun je gemakkelijk alle aspecten van je plan verwerken; de boodschap van elke post, de vorm, de platformen, wie ervoor verantwoordelijk is, enzovoort.
Meten is weten! De focus ligt binnen het contentmarketing plan niet op de daadwerkelijke resultaten in cijfers, maar op het proces hieromheen. Bepaal vooraf welke resultaten belangrijk zijn voor dit specifieke contentmarketing plan en leg vast hoe je deze resultaten gaat meten. En ook belangrijk: wie is verantwoordelijk voor welke resultaten en zorgt ervoor dat deze cijfers geanalyseerd gaan worden? Maar ook, met wie moeten de resultaten gedeeld worden?
Denk hierbij niet alleen de resultaten die de content oplevert op verschillende kanalen, maar ook de kosten van de contentproductie zijn belangrijk. Op deze manier kan je bepalen of de investering ook daadwerkelijk oplevert wat er verwacht werd en of dit opweegt tegen de tijd, moeite en daaraan gebonden kosten die erin is gestoken.

Bierviltjes zijn ooit bedacht om een goed glas bier op te laten rusten, maar in de praktijk worden ze vooral gebruikt om het wiebelen van tafels tegen te gaan. Als je het mij vraagt worden influencers op min of meer dezelfde manier misbruikt.
Want hoewel merkambassadeurs (zo heetten ze niet zo lang geleden nog gewoon) uitermate geschikt zijn om je merk langdurig in een breed positief daglicht te zetten, zien we dat bedrijven nog vooral de smash & grab approach hanteren. Influencers worden ingezet als wegwerpproduct: snelle klappen, omzetstijging op korte termijn en eenmalige campagnes. De negatieve bijwerkingen voor zowel merk als influencer (hoe zit het met reputatie en geloofwaardigheid bijvoorbeeld?) worden volkomen genegeerd.
"Duurzame influencer marketing vraagt om een natuurlijke connectie tussen merk, doelgroep en influencer."
Gelukkig zijn er altijd merken die laten zien dat je ook op duurzame manieren met influencers kunt samenwerken. Dat je doel ook gerelateerd kan zijn aan reputatie in plaats van altijd maar die focus op de snelle euro’s. Deze 3 voorbeelden laten zien hoe het óók kan:
Play Unified is een initiatief van Special Olympics, dat de inclusie van mensen met een verstandelijke beperking door middel van sport wil vergroten. De activiteiten rond Play Unified Nederland brengen sporters met en zonder verstandelijke beperkingen bij elkaar.
Om deze activiteiten brede bekendheid te geven, worden topsporters door sporters met een verstandelijke beperking uitgedaagd een sportieve prestatie te leveren. Zo vraagt keeper Bernd uit Uden Arjen Robben van Bayern München of hij een challenge aan durft te gaan: “Leg die bal maar op de stip! Wedden dat ik hem stop?” Er wordt op deze manier veel lokale en landelijke (social-)media-aandacht voor dit soort challenges gegenereerd, wat ertoe heeft geleid dat al 12 challenges werden geaccepteerd.
De kracht:
De perfecte match tussen campagne en merk. Waar het hele initiatief is opgezet om sporters met en zonder verstandelijke beperking bij elkaar te brengen, doet de campagne – op kleinere schaal – exact hetzelfde. Influencers (de topsporters in dit geval) worden niet achter de schermen overtuigd, maar in het openbaar uitgedaagd om deel te nemen voor dit goede doel. Hoe oprecht wil je het hebben? Een goed voorbeeld van een win-win-situatie: de betekenisvolle inzet van influencers onderstreept de merkwaarden van Play Unified en zorgt voor extra naamsbekendheid, terwijl de actie ook de likeability van de topsporter ten goede komt.

We vonden dit mooie voorbeeld na een tip van Influencer Marketeer Philip Brown. Clean & Clear is een producent van anti-acne-producten die influencer marketing eens over een andere boeg wilde gooien. De insteek van het merk was om ‘doorsnee’ tieners met een bijzonder verhaal voor campagnes te vragen, zodat ze hun verhaal kunnen vertellen. Er werd bewust afgeweken van wereldsterren met miljoenen volgers, om juist te kiezen voor jongeren die zichzelf absoluut niet zien als influencer. Zij voelden zich oprecht gestreeld door de interesse van het merk en komen daardoor veel authentieker over in communicatie-uitingen.
Zo komt bijvoorbeeld een 18-jarige jongen uit Californië in de campagne voorbij. Hij heeft ‘slechts’ 1400 volgers op Instagram en repareert apparaten van dakloze leeftijdsgenoten. En zo zijn er veel meer gewone tieners die het merk in de schijnwerpers zet. Hun verhalen staan centraal in de campagne centraal en Clean & Clear bouwt haar merk om die verhalen heen.
De kracht:
Herkenbaarheid. De doelgroep kan zich als geen ander met de gekozen jongeren identificeren, en dat is precies waarom deze jongeren invloed hebben op de doelgroep - en dus wel degelijk influencers zijn. Ze worden niet benaderd om hun glamoureuze levensstijl of aantal volgers, maar om wie ze zijn en wat ze doen. Voor de jongeren in de doelgroep is het daardoor alsof ze in een spiegel kijken. Het voelt aan alle kanten echt, en dat is zowel goed voor de reputatie van het merk als de geloofwaardigheid van de influencer.
Hoewel het merk aangeeft dat de verkoop sinds februari met 19% is gestegen, is dat slechts een gevolg van het reputatie-denken dat eraan voorafging. Naar eigen zeggen ging het merk voor influencers die niet per se beroemd waren, maar die positieve dingen deden en een voorbeeld probeerden te zijn voor andere jongeren. Het merk en de producten van Clean & Clear werden daaromheen gebouwd, in plaats van andersom. Het ging om de natuurlijke connectie tussen merk, doelgroep en influencer, en dat is waar duurzame influencer marketing om vraagt.
Laten we niet langer om de hete brij heen draaien: de samenwerking tussen Nike en Colin Kaepernick is natuurlijk van een compleet andere orde, maar niet te negeren als we het hebben over sterke staaltjes influencer marketing.
Nike koos de hevig bekritiseerde Colin Kaepernick om te schitteren in deze indrukwekkende campagne, met als motto ‘Believe in something. Even if it means sacrificing everything’. De controversiële football-speler Kaepernick werd eerder weggehoond door o.a. president Trump en belangrijke mensen in de football-wereld omdat hij uit protest tegen racisme in de VS knielde tijdens het volkslied. Kaepernick verloor daardoor veel, maar ging dwars door alle weerstand heen. Nike beloonde hem voor zijn onwrikbaarheid met een prominente rol in haar nieuwe campagne. Dat kwam Nike op haar beurt in eerste instantie duur te staan: Nike-sneakers werden verbrand, het aandeel kelderde op de beurs, maar ook Nike wist van geen wijken.
De kracht:
Wat sommige marketeers nog onvoldoende beseffen, is dat je als merk bij influencers niet alleen bereik koopt, maar ook een bepaalde set aan waarden, associaties en dus: een reputatie. Je kunt je dus wel omringen door allerlei duurbetaalde grote influencers, maar als die influencers ongewenste associaties met zich meebrengen, doet dat je merkreputatie meer kwaad dan goed. Is er echt sprake van zo’n sterke overdracht van betekenissen van de influencer naar het merk? Dit voorbeeld van Nike is het levende bewijs. Nike koos heel bewust voor Kaepernick omdat het merk zich wilde ‘laden’ met de associaties die rond de football-speler bestaan. De kracht van de slogan ‘Just do it’ kon daarmee extra onderstreept worden.
Werken aan je merkreputatie is dus keuzes durven maken, standpunten innemen en vrienden (en dus ook vijanden) durven maken. Door een krachtige positie in te nemen creëer je sterke associaties rond je merk en bouw je een echte merkpersoonlijkheid. Omdat een merk in essentie niets meer is dan een verzameling associaties, is dat dé manier om het als merk op termijn te overleven.
Als je dit op een consequente manier doet, en je influencers niet langer kiest om hun bereik maar om hun inhoudelijke match met je merk, dan ben je bezig influencers duurzaam in te zetten. Je bouwt zo aan je reputatie, en zult merken dat de euro’s vanzelf volgen. Ook Nike heeft uiteindelijk de vruchten geplukt van deze betekenisvolle samenwerking: het merk is inmiddels 6 miljard dollar meer waard en de online verkoop steeg na de campagne met 31%.
Dat het de reputatie van Kaepernick zelf ook goed heeft gedaan, vinden we terug in Coosto. Online was het sentiment rond zijn naam overwegend positief:


“Met het klassieke model van marketing probeer je je anders voor te doen dan wie je eigenlijk bent. En dat irriteert mensen. In de jaren 80 kon je nog een positionering en imago kiezen. Denk bijvoorbeeld aan Heineken, dat in twee jaar tijd veranderde van een biertje voor de bouwvakker naar een biertje voor de directeur. Dat is vandaag de dag echt onmogelijk, zeker in de B2B-markt. De wereld is namelijk transparant.
"In de jaren 80 kon je nog een positionering en imago kiezen. Dat is vandaag de dag echt onmogelijk, zeker in de B2B-markt."

Ik kwam laatst een mooie quote tegen die het eigenlijk perfect verwoordt: als je ergens een vernislaagje op spuit, dan willen mensen het eraf krabben. Omdat er nog niet met die gedachte werd lesgegeven, ben ik ermee gestopt. Zo’n twee à drie jaar later werd ik benaderd door Noordhoff. Of ik een schoolboek voor het hbo wilde schrijven over contentmarketing. Hoewel ik daar destijds geen tijd voor had, was de manier waarop dat ging wel treffend. Ze hadden onderzoek gedaan bij docenten, en gevraagd welke onderwerpen werden gemist in de lesstof. Toen ze vervolgens gingen Googelen naar die onderwerpen, kwamen ze bij mij uit.
Precies hoe inbound marketing werkt.”
“Je kunt inbound marketing het beste zien als een filosofie, een denkwijze: het niet willen onderbreken of irriteren van je potentiële klant. De focus ligt echt op het aantrekken van je doelgroep, in plaats van het zenden van je boodschappen. Je gaat kennis over je vakgebied gratis delen op je website, en geeft in je blogs of artikelen antwoord op vragen die je doelgroep aan Google stelt. Via die route belanden mensen vervolgens op je website, waardoor ze kennismaken met je expertise én – uiteindelijk – je diensten of producten.
Een directeur van een reclamebureau wist het mooi te verwoorden: je moet mensen niet onderbreken bij wat ze interessant vinden, maar je moet zíjn wat ze interessant vinden. En toch vinden wij marketeers het belangrijk om mensen te onderbreken. Heel gek, want we vinden het zelf ook irritant. Niemand zit namelijk te wachten op een pop-up commercial terwijl je een artikel leest. Het is een modus: ik ben marketeer, dus ik communiceer via reclame. Terwijl we in een tijd leven dat je via andere middelen gewoon gratis kunt communiceren. Op niet irritante manieren.”
“Die vraag krijg ik vaker. Het woord content marketing is populairder dan inbound marketing, omdat je dat overal op kunt plakken. Reclamebureaus heten tegenwoordig contentbureaus. Ze blijven gewoon doorgaan met campagnes maken en producten pushen, maar dat heet dan ineens content. Inbound marketing beperkt zich tot online, en de focus ligt echt op het aantrekken.
"Reclamebureaus heten tegenwoordig contentbureaus, maar blijven gewoon doorgaan met campagnes maken."
Als je een blog plaatst op je website, dan zeggen veel mensen vaak: ‘je moet het wel nog delen, anders leest niemand het’. Maar dat is niet waar. Google vindt en indexeert het, en de meeste mensen komen via die route op je content terecht. Marketeers zitten nu nog in de zendmodus: ‘ik bepaal hoe de markt mijn content ziet’. Ze zijn vaak helemaal niet bezig met bezoekers die op de website komen omdat ze iets hebben ingetypt bij Google. Daar zit denk ik het grote verschil.”
“Er kwam een moment dat we doorhadden dat onze klanten niet meer zaten te wachten op reclame. Toen besloten we onderzoek te doen, waardoor we vervolgens zagen dat heel veel klanten bij Google beginnen als ze meer willen weten over (nieuwe) producten of toepassingen. Toen kwam eigenlijk het besef: waarom betalen we nog voor advertenties die niemand wil zien als we ook gratis onze kennis kunnen delen? In 2012 zijn we met dat inzicht in het achterhoofd begonnen met inbound marketing, als een van de eersten in Nederland. In het begin was het vooral belangrijk om de interne organisatie bewust te maken van het belang van transparantie en het delen van kennis. Vooral dat laatste wordt nog te vaak als een bedreiging gezien namelijk.”
“Jan Willem Alphenaar (trendwatcher en keynote speaker, red.) zei het op een mooie manier: “De concurrent leest mee, dat klopt. Maar de klanten van die concurrenten lezen ook mee.” Het is belangrijk te focussen op de kansen die transparantie biedt, in plaats van de bedreigingen. Je ziet vaak dat als de zogenaamde ramen opengaan bij bedrijven, mensen meer bezig zijn met de vieze luchtjes die naar buiten gaan dan met alle frisse lucht die naar binnen komt.
Bij MCB moest die mindset over transparantie ook groeien. Als er werd overwogen iets online te zetten, dan hoorden we soms een tegengeluid: ‘Als we dit online zetten, dan kan het zo zijn dat die ene persoon er negatief op reageert. Dus doe maar niet.’ Dat is bij veel bedrijven nog steeds een beetje. De modus is ‘niet publiceren, tenzij’. Bij ons is het nu: ‘publiceren, tenzij’. Alles wat we online delen wordt geaccepteerd, en veel collega’s zien LinkedIn bijvoorbeeld als onderdeel van hun werk.
"Bij ons is de modus nu: 'publiceren, tenzij'. Alles wat we online delen wordt geaccepteerd, en veel collega's zien LinkedIn bijvoorbeeld als onderdeel van hun werk."
Daarnaast krijg ik als parttime zelfstandige de kans om bij andere bedrijven een kijkje in de keuken te nemen. Opvallend genoeg kom ik daar nog veel weerstanden tegen. Als de directie het wil, dan wil marketing het niet. En als marketing het wil, dan wil de directie het niet. De laatste tijd merk ik steeds vaker dat managers het wel snappen, maar dat corporate communicatie het weer tegenhoudt. Die afdeling heeft altijd een beetje de macht gehad over wat er gecommuniceerd werd. Tegenwoordig heb je die macht niet meer. Anno 2018 zijn je collega’s de woordvoerders. Zie dat als een kans en geef ze vooral het vertrouwen dat ze dat goed kunnen, in plaats van alles willen beheersen wat er buiten gebeurt. Geef ze handvatten, en help ze om dingen te delen.”
“Met marketing doen we wel nog af en toe campagnes, maar in het algemeen richten we ons niet alleen maar direct op de buitenwereld. De focus ligt hier op onze medewerkers. Zij worden echt op een voetstuk gezet, waardoor we de markt naar ons toe trekken.

Neem bijvoorbeeld mijn collega die alles weet van titanium. We kijken samen wat voor vragen er veel worden gesteld over titanium, en die vragen gaan we beantwoorden. Elke vraag wordt vervolgens een los artikel. We kunnen natuurlijk ook een abstract en zakelijk verhaal vertellen vanuit het bedrijf, over hoe geweldig we zijn en hoe geweldig ons titanium is. Maar toch werkt het beter als je de mensen erachter laat zien. Zulke content doet het veel beter. Hij krijgt nu ook veel meer telefoontjes van potentiële klanten.”
“Ja, dat is voor ons minder belangrijk. Ik gebruik vaak het voorbeeld: stel dat ik vandaag een miljoen blogs op mijn website zet. En ik vertel het tegen niemand. Dan heb ik morgen 1000 nieuwe klanten. Die mensen zijn via Google gekomen, hebben daar iets ingetypt, landen op een van mijn antwoorden en denken: hé das interessant. En gaan dan bellen. In dat geval heb ik niks op social media gezet en niemand geïrriteerd met mijn content.
Ik kreeg laatst een verzoek van een collega, die voor de grap vroeg of we bepaalde content offline konden halen omdat hij zoveel gebeld werd. Dat is content die we ooit eens hebben geplaatst, maar nog elke dag mensen aantrekt. En dat is dus precies de bedoeling van inbound marketing.”
“Onze medewerkers maken het zo’n succes. Het is jammer dat veel bedrijven de medewerkers nog verstoppen achter het merk, het kan namelijk zoveel opleveren. Denk bijvoorbeeld aan het aantrekken van nieuwe medewerkers. In mijn 25-jarige carrière heb ik nog nooit zoveel samengewerkt met HR als nu. Ze hebben een vacature, bijvoorbeeld voor chauffeur. Dan maken we een filmpje waarin we een van onze chauffeurs interviewen. Niks wordt gescript: we laten gewoon een chauffeur vertellen hoe het is om te werken bij MCB.
Binnen no-time was het filmpje opgenomen en klaar. Het is authentiek en komt heel oprecht en betrouwbaar over. Als we dit delen met een vacature, hebben we binnen een week 10 nieuwe chauffeurs. Terwijl er in Nederland op dit moment een tekort aan chauffeurs is.”
“Het levert veel op, juist ook minder tastbare zaken. Denk bijvoorbeeld aan trots. Ons format ‘Klant in beeld’ geeft dat goed weer. Klanten zijn vaak tevreden, wat leuk is voor collega’s om te lezen. Inbound marketing levert bij ons zo ook een grote bijdrage aan een stuk interne communicatie. Ik heb een keer meegemaakt dat ik een collega van de aluminium-afdeling interviewde. Hij zei: ‘Ik heb een blog gelezen waarbij je iemand van de staal-afdeling interviewde over een project in Noorwegen. Het is niet te geloven, maar wij leveren daar het aluminium!’. Ze wisten dus niet van elkaar dat ze beiden een bijdrage hadden geleverd aan datzelfde project. Dat wat we als MCB doen in binnen- en buitenland wordt inbound marketing een belangrijk deel van de interne communicatie.
"Inbound marketing levert bij ons ook een grote bijdrage aan een stuk interne communicatie."
De aanwas van nieuwe medewerkers is natuurlijk ook een belangrijke graadmeter van ons inbound marketing succes. HR gaf het zelf aan: sinds we zijn begonnen met deze aanpak, krijgen we vier keer zoveel reacties op vacatures als voorheen. In één van mijn introductiebijeenkomsten over marketing was een nieuwe verkoper aanwezig. Hij zei: ‘Ik las het interview met verkoper Rick, en na het lezen van dat interview wist ik dat ik bij MCB wilde werken’.”
“Als ik andere bedrijven adviseer, dan begin ik altijd met spiegelen. Hoe ga je zelf op zoek naar producten? Spoel je commercials door? Ja, dat doet iedereen. Gebruik je een adblocker? De meesten wel. Zit je in het Bel-me-niet-register? Bijna iedereen. Waarom zou je nog geloven in cold calling als je zelf in het Bel-me-niet-register zit? Heb je laatst nog een duur product gekocht? Ja? Ben je dan naar de winkel gegaan om het aan de verkoper te vragen, of ben je bij Google begonnen? Meestal bij Google. En precies dát doen klanten ook. Zo’n spiegel is een manier van overtuigen die helpt, vooral omdat je in het begin nog geen bewijzen hebt dat het werkt.
Vervolgens is het zaak om te beginnen bij de mensen die positief en gemotiveerd zijn. Die denkfout maakte ik zelf in het begin: ik wilde iedereen tegelijk overtuigen. Roos van Vugt (momenteel social media manager a.i. bij NOS, red.) gaf toen de tip om me juist te richten op de hardlopers, de mensen die er klaar voor zijn. Dat doe ik nu dus ook altijd. Neem bijvoorbeeld mijn LinkedIn-workshops binnen MCB. Collega’s die er klaar voor zijn, kunnen de workshop bijwonen. Maar ik ga geen verkopers verplichten om het bij te wonen. Ik wacht tot ze er klaar voor zijn, en geef ze dan de tools.”
“Mijn doel is uiteindelijk om alle medewerkers op een podium te krijgen. Ik wil eigenlijk dat ze allemaal beroemd worden in hun markt. Mensen moeten gaan merken dat hun artikelen veel worden gelezen, dat er op wordt gereageerd en dat er complimenten binnenstromen. Met als resultaat dat ze dus steeds vaker bij marketing aankloppen omdat ze content willen maken. Dat gaat stapje voor stapje.
Er is een gezegde dat gaat: ‘Het duurt 7 seconden om een idee naar de andere kant van de wereld te krijgen, en dan nog 7 jaar voordat dat laatste stukje bij iemand in de hersenpan landt’. Dat is herkenbaar. Het kost gewoon heel veel tijd om mensen te veranderen. Je kunt wel eenmalig een overtuigend verhaal vertellen, maar zodra mensen weer achter hun computer kruipen, doen ze weer precies hetzelfde als gisteren. Mensen moeten er toch aan gewend raken om inbound marketing een onderdeel te maken van het dagelijks werk. Toch merk ik dat ik die 7 jaar nu zelf aan het overbruggen ben. Laatst kwam een collega aanzetten met 5 blogs waar ik niet om gevraagd had.
Dat is precies waar ik naartoe wil.”
“Het netwerkmodel van Marco Derksen (oprichter van Marketingfacts en Upstream, red.) laat de toekomst eigenlijk perfect zien. Hij schetst drie fasen. De eerste fase is een instituut dat zendt naar de markt. In de tweede fase, waarin we ons nu bevinden, zitten mensen en instituten dicht op elkaar. In het begin van deze fase stuurde je KLM een tweet, waarop je vervolgens antwoord kreeg. Iets wat voor die tijd heel bijzonder was. We zitten inmiddels al heel ver in die fase, misschien zelfs bijna de fase voorbij.
"Ik ben ervan overtuigd dat de kracht van marketing zit in de medewerker. Collega's zijn de grootste magneet."
De laatste fase is één grote soep waar iedereen in zit. Bedrijven en instituten doen er niet meer toe, het draait alleen nog om de mens en wat die is en weet. Daar gaan we echt naartoe, zowel de B2B als de B2C -markt. Neem Tony’s Chocolonely bijvoorbeeld. Marktleider op het gebied van chocolade, zonder ooit reclame te hebben gemaakt. Tony’s Chocolonely zet medewerkers voorop en laat zien wat er achter de schermen gebeurt. Ze zijn heel open en transparant. Ook de consumentenmarkt gaat die kant op.
Ik ben ervan overtuigd dat de kracht van marketing zit in de medewerker. Collega’s zijn de grootste magneet. Mijn doel is om het vakgebied marketing én de mensen eromheen daarvan te overtuigen. Zeker de commerciële kant, de verkopers. Er zit namelijk vaak zoveel kennis tussen hun oren: dat trekt online heel veel nieuwe klanten aan. Dus zorg ervoor dat het online komt.
Een ding is zeker: er zijn nog veel stappen te zetten voor veel bedrijven. Het goede nieuws?
Marketing wordt wel veel leuker op die manier.”

Al een tijdje weten steeds meer bedrijven de weg naar Instagram te vinden. Maar wat doe je met het platform? Ga je hetzelfde verhaal vertellen als op al je andere social kanalen? Of toch een andere invalshoek? Het kan best lastig zijn om tot een strakke Insta-feed te komen. Daarom helpen wij je even op weg. We selecteerden 6 verschillende Nederlandse bedrijven op Instagram om je te inspireren. Geen dank!
Alles voor een glimlach. En die pay-off maakt Coolblue ook waar op Instagram. Ze plaatst verschillende soorten content. Winacties, productfilmpjes, bedrijfsweetjes maar ook ‘behind the scenes’-foto’s. Eén ding komt in ieder geval terug in de feed: de kleuren blauw en oranje. En laat dat nou nét de kleuren van Coolblue zijn. Looking good guys!

De mobielste bank van Nederland kan natuurlijk ook niet achterblijven op Instagram. ING Nederland vertelt op Instagram verhalen van ondernemers, maar laat ook zien dat ze maatschappelijke initiatieven steunt. Als we een stukje terug scrollen in de feed, zien we veel foto’s voorbij komen van mooie plekken in Nederland. Ingezonden door volgers. Deze user generated content heeft zijn eigen hashtag gekregen: #dichtbijNL. Een goed voorbeeld hoe je volgers kan betrekken bij contentcreatie.

Als er één bedrijf goed is in het creëren van creatieve uitingen, dan is het wel Heineken. Ook op Instagram maakt het biermerk dat waar. De bijschriften zijn gevat, de beelden creatief (‘Beercause of you’: moet ik nog meer zeggen?) én consistent. Elk beeld ademt Heineken. Strak!

Philips zet Instagram in om een verhaal te vertellen. Ze wil inspireren, volgers aan het denken zetten. Dankzij de hashtag #aBetterNow creëren ze een rode draad door de content. Verschillende campagnes (en dus ook beelden) blijven zo dezelfde boodschap uitdragen.

Een echt kijkje in de keuken. Of eigenlijk: vliegtuig. KLM gebruikt hier - heel slim - haar eigen medewerkers voor. Van piloot tot aan stewardess en van vliegtuigslepers tot aan stagiairs. Op die manier kunnen volgers een héél klein beetje dat KLM-blauwe gevoel ervaren. Met zo’n feed is KLM ook op Instagram ready for takeoff!

Ook Albert Heijn maakt dankbaar gebruik van user generated content. Ze zoekt proactief gebruikers op die foto’s posten met #albertheijn tags, om vervolgens die content te regrammen. Daarnaast probeert ze volgers te inspireren door foto’s te plaatsen van de meest smakelijke gerechten. Inclusief het recept. Honger!

De 6 bedrijven leren ons dat je Instagram op veel verschillende manieren kan inzetten. Van user generated content tot aan het delen van recepten en van winacties tot aan het delen van ‘kijkje-in-de-keuken’ foto’s. Wat we vooral niet terugzien, is harde verkoop (‘Koop mij!’). Waarom niet? Simpelweg omdat Instagram zich hier niet voor leent. Met beelden wil je inspireren, een verhaal vertellen om zo onder de aandacht te komen bij je doelgroep. Deze 6 bedrijven gebruiken Instagram misschien op verschillende manieren, ze hebben één gemeenschappelijke deler: ze vertellen het verhaal van de organisatie. En dat is wat telt.
Genoeg inspiratie opgedaan? Heb je misschien al een Instagram account voor je bedrijf? Of is die nog in de maak? In beide gevallen is het Handboek Instagram echt wat voor jou. We vertellen je daarin alles over Instagram en geven je concrete handvatten hoe je het platform zelf optimaal kan inzetten voor je bedrijf.

Het begint allemaal met het inzichtelijk maken van je prestaties. Doelen stellen is daarbij belangrijk. Zo weet je of jouw prestaties ook van voldoende niveau zijn. Je kan namelijk wel meten dat een vraag binnen 30 minuten wordt opgepakt, maar dit zegt pas écht iets als je daadwerkelijk een doelstelling hebt om binnen een half uur te reageren. Inzichten als deze helpen jou de prestaties van de webcare afdeling in kaart te brengen. Op die manier wordt het gemakkelijk om te rapporteren aan je management én creëer je ruimte om de webcare prestaties van het team te optimaliseren.
Begin daarom dus met het maken van doelstellingen. Hoe? Door jezelf de vraag te stellen “wanneer is mijn webcare succesvol?”. Een veelgebruikte manier om vervolgens te meten of je die doelstellingen al dan niet hebt gehaald is het inzetten van Key Performance Indicators. Ookwel KPI’s genoemd.Er is vervolgens één truc om te meten of je die doelstellingen al dan niet hebt gehaald: het inzetten van Key Performance Indicators. Ook wel KPI’s genoemd.
KPI’s zijn variabelen waarmee je dus inzichtelijk maakt of je op koers ligt. Ga ik mijn doelstellingen bereiken? Loop ik misschien achter? Zo ja, hoe vér loop ik achter? Met deze vragen maak je operationele doelstellingen meetbaar. Laten we het volgende voorbeeld gebruiken: je hebt een doelstelling om klanten maximaal 30 minuten te laten wachten op een reactie. Om dat vervolgens te meten, gebruik je de KPI ‘responstijd’. Op basis van deze responstijd beoordeel je prestaties. Moeten klanten momenteel 45 minuten wachten op een reactie? Dan kan het verstandig zijn om in te grijpen. KPI’s helpen je op deze manier een vinger aan de pols te houden.
“KPI’s zijn variabelen waarmee je inzichtelijk maakt of je op koers ligt om jouw doelstellingen te behalen.”
KPI’s zijn dus handig, maar hoe formuleer je het? Daar komt het SMART-principe om de hoek kijken. Dit is een methode waarmee je eenvoudig en snel concrete doelstellingen opstelt. Je kijkt dan naar de volgende facetten:

Wanneer je dit bijvoorbeeld voor de KPI responstijd uitwerkt, krijg je het volgende:
‘In december 2017 dient 90% van alle binnenkomende vragen op Facebook, X en Instagram binnen 30 minuten na het binnenkomen van de vragen beantwoord te zijn door de afdeling webcare.'
Als je begint met het opstellen van doelstellingen, kan het lastig zijn om een startpunt te vinden. Het nattevingerwerk-idee. In dat geval is het slim om de doelstellingen van je huidige, traditionele, klantenservice te gebruiken als leidraad. Voorbeeld: wil je normaal gesproken 3 klantvragen telefonisch behandelen in een half uur? Dan zou een doelstelling kunnen zijn om minstens 3 klantvragen te beantwoorden via Facebook binnen datzelfde half uur. Minstens inderdaad: je wilt namelijk méér service verlenen met webcare.
Let er wel op dat je KPI’s geen doelstelling an sich worden. Goodhart’s law herinnert ons eraan dat wanneer een maatregel het doel wordt, het niet langer een goede maatregel is. Dit geldt ook voor jouw webcare KPI’s.
Ook belangrijk: probeer vooral niet te veel te doen als je begint met doelstellingen opstellen. Misschien ben je er nog niet klaar voor om zaken als het servicelevel uit te rekenen. Dan wordt het dus moeilijk om daar een doelstelling bij te maken. Dat is geen ramp: houd het gewoon bij de basis.
Deze 7 KPI's worden het meest gebruikt voor webcare.
Een blik richting 2020 met Arne Keuning (Upstream)Arne Keuning is als projectmanager, trainer en adviseur al jaren betrokken bij de inzet van social media door organisaties. Zo hielp hij TUI Nederland bij de implementatie van social media en houdt hij zich met Upstream bezig met social media monitoring, webcare, social media analyse en klantcontact.
Zie je het gebruik van KPI’s over de afgelopen jaren meer wordt toegepast?
"Het unieke van webcare is dat er officieel geen average handeling time op zit. Kijk bijvoorbeeld eens naar WhatsApp. Je hebt ontzettend veel korte interacties maar hebt uiteindelijk maar met een klant te maken. In de webcare statistieken is dat soms heel erg moeilijk te duiden met de andere klantcontactcenter statistieken. Soms heb je drie-en-eenhalf uur over een WhatsApp bericht gedaan, maar kan dat bijvoorbeeld komen doordat iemand drie uur niet meer online is geweest. De contactcenter manager vindt dat heel moeilijk. Het is daarom goed om die KPI’s voor ogen te houden. Denk aan de NPS als KPI. De customer average. Of een klanttevredenheid-uitvraag. Toch zijn er een aantal kwantitatieve KPI’s die minder bruikbaar zijn. Mijn advies: Het tevreden stellen van de klant is belangrijker dan de kwantitatieve KPI’s."


Meestal wordt kennis van een doelgroep gebaseerd op aannames of kwalitatief onderzoek binnen een kleine populatie. Groepsdiscussies, interviews en panels. Het idee daarachter? Als je heel veel weet over een kleine groep mensen, krijg je feeling bij de interesses, drijfveren en het mediagebruik van de grote groep.
Een heel goed begin, maar meestal stopt doelgroeponderzoek daar. En dat is om deze drie redenen echt onverstandig.
Je hebt er vast weleens over gehoord en er is wetenschappelijke basis voor: wat we zeggen, is niet altijd wat we doen. Als we willen weten wat onze doelgroep bezighoudt, komen we vaak uit op één oplossing: we gaan het ze vragen. Maar we kunnen lang niet altijd uitgaan van de verkregen antwoorden. Uit een artikel van gedragswetenschapper Lucy Hayes en onderzoeker Hanbin Yang Men blijkt dat mensen hun antwoorden aanpassen zodra ze zich bewust zijn van het feit dat ze bestudeerd worden.
We kennen het ook wel als de ‘social desirability bias’. Dit uit zich in sociaal wenselijke antwoorden: de neiging om bepaald gedrag in overdreven vorm over te brengen op de afnemer van het onderzoek.
"We moeten in doelgroeponderzoek veel meer toe naar observatie van gedrag."
Netflix zag dit terug in de praktijk toen het zijn abonnees vroeg welk soort shows en films ze het meest bekeken. Men gaf aan vooral art-house, diepgaande films en documentaires te bekijken, terwijl downloads lieten zien dat juist vooral de kaskrakers populair zijn onder Netflixers.
We moeten in doelgroeponderzoek daarom veel meer toe naar observatie van gedrag en het stellen van vragen niet altijd als heilige graal beschouwen. Data over mediaconsumptie, socialmediagebruik en ander feitelijk gedrag zijn daarvoor een prima alternatief.
Een fout die we nog veel te vaak maken, is dat we er te gemakkelijk van uitgaan dat wat voor een kleine groep mensen geldt, ook zo is voor de rest van de populatie. “5 van de 5 mensen in je panel houden van paardrijden? Dan houdt jouw doelgroep van paardrijden.” Dat leest nu heel banaal en overdreven, maar in de praktijk maken we ons allemaal weleens schuldig aan dit soort aannames. Terwijl de sleutel voor persoonlijke en nauwkeurige doelgroepkennis niet zit in veel kennis over weinig mensen, maar in weinig kennis over veel mensen.
Misschien contra-intuïtief.
Want wat zegt het dat 92 procent van de mensen die over jouw merk praten, dat doet op Instagram? Leert je dat al iets over de vrijetijdsbesteding, interesses en drijfveren van die mensen? Nee. Maar het is wel betrouwbare informatie en juist dát is de kracht van social data. Het is informatie die niet zomaar voor één persoon geldt, maar die je kunt toepassen op je gehele populatie.
En zo scherp je je eerdere aannames stapje voor stapje aan tot een feitelijk beeld van je doelgroep. Het vereist een andere mindset om op deze manier met doelgroeponderzoeken om te gaan. Je verwerpt aanknopingspunten niet langer omdat ze incomplete informatie bieden, maar zoekt naar haakjes in de data die je wél hebt. En die vind je niet alleen in de geijkte informatiebronnen als Google Analytics.
"Niets menselijks is een doelgroep vreemd: ze zijn constant in beweging, ontdekken nieuwe interesses en andere media."
Wat kan dat ene gegeven, “92 procent van de mensen die over ons merk praten, doet dat op Instagram”, via social data-analyse aan extra informatie opleveren?
a. Wanneer je doelgroep actief is
Als je weet dat je publiek vooral op Instagram zit, kun je die data verder gaan analyseren. Wanneer zijn de mensen die het meest over je praten online actief? Vooral in de weekenden? In de avonden? Welk patroon herken je in hun gebruik van social media?
b. Wie hun voorbeelden zijn
Welke socialmedia-accounts worden gevolgd door jouw doelgroep en welke van die accounts lokken veel interactie uit? Veel socialmedia-monitoringtools kennen bijvoorbeeld een invloedscore aan accounts toe, waardoor je direct inzicht krijgt in de mate waarin een account invloed heeft op gesprekken binnen je doelgroep. Zo onderscheid je de influencers van ‘reguliere’ accounts.
c. Wat hun interesses zijn en hoe ze erover spreken
Bekijk eens in de trending topics waar je publiek in een bepaalde periode veel over heeft gesproken. Is dat politiek? Sport? Muziek? School of juist werk?
De trending topics kunnen ook helpen om het taalgebruik van je doelgroep inzichtelijk te maken. Als je doelgroep iets als positief beoordeelt, doen ze dat dan met ‘fantastisch’ of ‘supervet’? Je ziet dat je in eerste instantie nog geen enorme hoeveelheid data hoeft te hebben om via een eenvoudig haakje toch behoorlijk wat relevante informatie over je doelgroep te vergaren.
We markeren doelgroeponderzoek nog te vaak met een vast begin- en eindpunt. Op het moment dat we een doelgroeponderzoek ‘afgerond’ hebben, denken we: mooi, nu kunnen we ze optimaal gaan bereiken. De denkfout: we zien doelgroepkennis als statische gegevens.
Niets menselijks is een doelgroep vreemd: ze zijn constant in beweging, ontdekken nieuwe interesses en andere media. Wat de ene dag nog het favoriete televisiekanaal is, kan de volgende dag alweer passé zijn. Daarom moeten we de stap zetten naar doelgroeponderzoek als een continu proces: doelgroepen niet planmatig onderzoeken, maar via (social) data procesmatig monitoren.
Zorg ervoor dat je meer gaat observeren en minder gaat vragen. Dat je je focust op je volledige doelgroep en dat je onderzoek gaat zien als continu proces. Laat je niet afschrikken door data die je mist en zie de kleine stukjes informatie die je wél hebt als aanknopingspunt. Probeer er eerst eens achter te komen welke kanalen je doelgroep gebruikt, wanneer ze actief zijn of wie ze volgen. Je zult zien dat de inzichten niet alleen leiden tot een verrijkt doelgroepprofiel, maar dat je ook steeds relevanter wordt.
Zo zorg je ervoor dat je een stuk dichter bij de ‘sweet spot’ komt: de plek waar jouw content precies de juiste snaar raakt en inspeelt op de passie en pijnpunten van je klant.

Met de opkomst van kunstmatige intelligentie, chatbots en virtuele assistenten ligt vervlakking van webcare steeds verder op de loer. Het grootste risico is dat organisaties deze hulpmiddelen te vroeg en te ondoordacht inzetten. Nu wordt een chatbot nog vaak als filter voor veelgestelde vragen gebruikt, maar in enkele gevallen zien we ze zelfs al als vervanger van de webcare-medewerker.
Wat moeten medewerkers doen om deze eventuele concurrentie met chatbots in de toekomst aan te gaan? Een cruciale vraag, zeker nu online klantenservice geen USP, maar een regelrecht vereiste is. Om nog uit te blinken heb je persoonlijkheid nodig en moet je zorgen voor een unieke klantbeleving. Voor De Stand van Webcare 2018 onderzochten we als Coosto, in opdracht van Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en Upstream, in hoeverre Nederlandse webcare-teams daar in de praktijk aan voldoen.
Het behandelen van een klacht is bij uitstek een moment waarop een webcare-medewerker een beroep zou moeten doen op zijn taalvaardigheid. Een klant komt al duidelijk ontevreden ‘binnen’, en wil serieus genomen worden. Het minste wat je dan kan doen is de klant het gevoel geven dat hij ertoe doet. Dat er maar één ding is dat op dat moment voor jou telt: die klacht oplossen. Een klant wil dan niet het zoveelste ‘Wat vervelend dat je…’ lezen, maar oprechte compassie. Dat betekent niet dat je moet gaan meehuilen, maar laat wel blijken dat je het echt rot vindt voor de klant en help hem zo snel mogelijk verder.
Ons onderzoek laat zien dat Nederlandse webcare-teams over het algemeen nog niet vergevorderd zijn in die oprechte, persoonlijke excuses. Het grootste deel blijft de aan inflatie onderhevige term ‘vervelend’ gebruiken. Overigens blijken webcare-medewerkers wel behoefte te hebben aan een manier van excuses aanbieden: 8,7% van alle webcare-berichten bevat een vorm van excuses.

T-Mobile geeft wat mij betreft het goede voorbeeld: bij haar webcare-afdeling zijn de woorden ‘vervelend’ en ‘helaas’ uit den boze. “Niet omdat ze per definitie fout zijn, maar wél omdat ze voor ons symbool staan voor een fabrieksmatige niet oprechte manier van reageren”, aldus Willem Evers, team manager Webcare. Eerder noemde Antina van der Veen, schrijfster van het boek Webcare in de praktijk ‘vervelend’ ook al een non-woord.
Het is een stuk persoonlijker gesteld met de aanspreekvorm die webcare-teams gebruiken. In ruim 99% van de berichten wordt de klant met ‘je’ of ‘jij’ aangesproken. Slechts 0,7% kiest voor ‘u’.

Als je als klant door een persoon geholpen wordt in een winkel, merk je dat natuurlijk meteen. Je wordt geholpen door een Jeroen, een Ahmed of een Thea. Maar online praat je als klant voor je gevoel vaak min of meer tegen een organisatie. De personen achter die organisatie zijn veel minder zichtbaar. Als je het toch zo persoonlijk mogelijk wilt maken, is het daarom verstandig om je bericht af te sluiten met een groet, met je naam of allebei. Zo krijgen klanten, ook op honderden kilometers afstand, toch een beetje het idee dat ze met een persoon in plaats van met een corporate organisatie te maken hebben. Dat voelt een stuk persoonlijker, vindt ook minstens 75% van de door ons onderzochte webcare-accounts. Zij sluiten allemaal regelmatig hun berichten af met een ^ gevolgd door initialen.

Het personaliseren van je webcare kan altijd een stapje verder. Zo heeft Coolblue aparte Facebook-pagina’s voor webcare-medewerkers, die vanuit hun eigen account reageren op vragen en klachten van klanten. Een uitstekend idee om de mensen die achter de knoppen zitten een gezicht te geven.

In face-to-face-gesprekken bestaat een boodschap voor een belangrijk deel uit verbale communicatie, maar volgens veel theorieën is een nog groter deel non-verbaal. Het probleem met tekstueel digitaal klantcontact? Het non-verbale deel mist volledig. Het zorgvuldig kiezen van de juiste woorden is daarom nóg belangrijker, en zelfs als je dat tot in de puntjes beheerst kan je boodschap fout geïnterpreteerd worden. Om je digitaal toch zo nauwkeurig mogelijk uit te drukken, zijn emoji onmisbaar. Dat lijken veel webcare-teams ook begrepen te hebben. In ruim 5% van de onderzochte berichten zien we minstens een emoji terug. Op Facebook is het wat gebruikelijker dan op Twitter.

Als webcare-medewerker en -team moet je de komende jaren vol inzetten op klantbeleving. Dat is de enige manier waarop je je als organisatie op webcare-vlak nog kunt differentiëren van concurrenten (en wie weet van kunstmatige intelligentie, in de toekomst). Een persoonlijke klantbenadering is daarbij de absolute basis. Nederlandse webcare-teams zijn daarin aardig op weg. Tutoyeren, het gebruik van emoji en een persoonlijke afsluiting zijn gemeengoed geworden, maar de originaliteit van berichten (met name de verontschuldigingen) laat soms nog te wensen over. Taalvaardigheid kan helpen oprechte compassie te tonen, waardoor de klant weer echt het gevoel krijgt dat zijn klacht serieus genomen wordt.
Lees alles over De Stand van Webcare 2018 in het volledige onderzoeksrapport.
In het door Coosto uitgevoerde onderzoek zijn de openbare social media accounts van de top 100 van Nederlandse adverteerders (Nielsen, 2017), aangevuld met de lijst respondenten van De Stand van Webcare 2018. In totaal zijn 1.648.243 berichten van 214 Facebook-accounts en 241 Twitter-accounts geanalyseerd.

Een social media ambassadeur, ook wel ‘brand advocate’ genoemd, is iemand die oprecht fan is van je merk en dit – op eigen initiatief - kenbaar maakt op social media. Hij of zij support je producten of diensten structureel, en promoot ze in zijn of haar eigen netwerk. Op die manier wordt er positief sentiment gecreëerd rondom je merk, simpelweg omdat mensen écht enthousiast zijn. En die mond-tot-mondreclame is nog altijd een van de sterkste marketingprincipes. We geloven namelijk veel eerder aanbevelingen afkomstig van vrienden, familie of kennissen, dan (commerciële) boodschappen van bedrijven zelf. Een perfect voorbeeld van een social media ambassadeur is Ria, die een aantal jaren geleden een fanpagina begon voor de Action. Ze deelt dagelijks Action-producten waar ze heel blij van wordt, en met succes. Haar pagina telt op het moment van schrijven 358.435 likes.
Aan de andere kant is deze vorm van mond- tot-mondreclame ook een van de moeilijkste marketingvormen. Je hebt er namelijk nauwelijks grip op. Social media ambassadeurs laten alleen iets van zich horen als ze ook écht enthousiast zijn, en niet omdat je zelf om een positief geluid hebt gevraagd. Laat je overigens vooral niet ontmoedigen door het laaiende succes van de Action fanpagina. Social media ambassadeurs komen namelijk in alle soorten en maten. Een invloedrijk persoon met een groot netwerk die toevallig laaiend enthousiast is over jouw klantenservice is net zo waardevol als je buurvrouw met 200 volgers.
En juist daar schuilt de kracht van dit fenomeen.
Het antwoord is simpel: geloofwaardigheid. Maar liefst 9 van de 10 online consumenten geeft aan dat aanbevelingen van vrienden en familie voor hen de meest betrouwbare vorm van adverteren zijn. Op die manier oefenen social media ambassadeurs invloed uit op de koopintenties van hun netwerk, vergroten ze je bereik én helpen ze je daarnaast om een betrouwbaar imago op te bouwen. Allemaal ‘onbewust’: het enige wat ze namelijk doen is hun oprechte enthousiasme delen op basis van (gebruiks)ervaring. De beste social media ambassadeurs zijn om diezelfde reden vaak bestaande klanten óf medewerkers van je bedrijf. Beiden hebben namelijk al een dieperliggende connectie met je merk.
I love working at @netflix. They even made us a wee trailer for the two ongoing series and the three feature films we're doing right now. SO EXCITING!!! https://t.co/RyHrfSJmyj
— Mark Millar (@mrmarkmillar) 17 juli 2018
Je zou het misschien niet verwachten: slechts 18% van de consumenten vertrouwt influencers, terwijl uit onderzoek van Nielsen blijkt dat 92% van de consumenten social media ambassadeurs vertrouwt. Hoe dat komt, is het beste uit te leggen aan de hand van de verschillen tussen influencers en ambassadeurs. Om te beginnen is de motivatie van ambassadeurs compleet anders: ze willen hun netwerk helpen de juiste beslissing te maken. De rode draad bij influencers blijft uiteindelijk een beloning, of dat nou in de vorm van geld, gratis producten of gratis diensten is. Influencers worden daarnaast vaak gedefinieerd door de grootte van hun publiek. Bij social media ambassadeurs kijken we juist naar de kans dat ze een merk aanbevelen. Er rijst daardoor altijd de vraag hoe oprecht een influencer werkelijk is in zijn uiting. Een laatste belangrijk verschil: influencers worden – helaas – nog vooral voor de kortere termijn ingezet. Denk bijvoorbeeld aan social media campagnes. Social media ambassadeurs zijn daarentegen voor altijd aan je merk verbonden.
Zoals je niet ‘effe’ een Facebookpagina aanmaakt die je merk succes bezorgt, ga je ook niet ‘effe’ aan de slag met social media ambassadeurs. Zorg dat er altijd een plan achter zit, een gedachte die ervoor zorgt dat je weet waarom en waarvoor je het doet. Een social media ambassadeursprogramma is onmisbaar. Deze 3 tips helpen je op weg:
De eerste stap is tegelijkertijd een van de belangrijkste stappen: zet je doelen op een rij. Wat wil je bereiken door social media ambassadeurs in te zetten? Waar doe je het uiteindelijk voor? Ga je puur voor naamsbekendheid en een sterk imago, of wil je er op termijn ook merkloyaliteit, retentie of nieuwe sales uit halen? Op basis van je geformuleerde doelstelling(en), ben je daarnaast sneller in staat om te bepalen wie in aanmerking komt om zich te ontwikkelen tot een social media ambassadeur. Dat kunnen medewerkers zijn, maar ook bestaande klanten die zich regelmatig positief uitlaten over je merk.
Vervolgens is het belangrijk om potentiële ambassadeurs te identificeren. Zoek in je klantenkring naar klanten die nét even iets enthousiaster tegenover je product of merk staan dan de gemiddelde klant. Vaak zijn dat degenen die je nieuwsbrieven lezen en openen, af en toe een enthousiaste tweet de wereld insturen of jouw product of dienst aanraden bij anderen. Met een social media management tool meet je hoe vaak en hoe positief mensen over of tegen je merk praten. Hierdoor identificeer je snel je échte fans en benader je alleen de mensen die kunnen uitgroeien tot een ware social media ambassadeur.
Vergeet echter je medewerkers niet. Hoewel het liefst al je medewerkers een ambassadeur zijn voor je bedrijf, staat niet iedereen open om dit online kenbaar te maken. Richt je daarom vooral op medewerkers die hier wél voor openstaan.
Een social media ambassadeursprogramma kan alleen een succes worden als je bereid bent te investeren in een duurzame relatie. Laat je waardering zien, en beloon klanten om ze zo steeds meer te betrekken bij je bedrijf. Dat kan op verschillende manieren. Denk bijvoorbeeld aan het organiseren van klantsessies, waarbij je ambassadeurs de kans geeft om nieuwe producten te proberen, of co-creatie: samen producten bedenken. Medewerkers kun je belonen door de creatiefste social media posts te highlighten in de interne nieuwsbrief. Je zou daarnaast ook een interne wedstrijd kunnen organiseren, waarbij iedereen die marketing-content deelt kans maakt op een prijs.
Een ding is zeker: blijf je ambassadeurs faciliteren. Werk aan een langetermijnrelatie en zorg dat ze je merk blijven waarderen. Je ambassadeurs zijn namelijk je meest waardevolle marketingmateriaal, dus zorg dat je ze nooit als vanzelfsprekend gaat zien.

Storytelling is voor de meeste organisaties geen vreemde term meer. Verpak je boodschap in een meeslepend verhaal en mensen begrijpen en waarderen je boodschap over het algemeen stukken beter dan wanneer diezelfde boodschap rechttoe rechtaan wordt geformuleerd. Het wordt echter problematisch als achter die mooie praatjes geen daden schuilgaan. Loze reclamepraatjes vullen geen gaatjes.
Wil je echt vooroplopen, dan moet je aan de slag met storydoing. Niet alleen een mooi verhaal vertellen, maar er ook naar handelen. Of beter nog: goede dingen doen en er daarna pas over vertellen. Dat is wat The Ocean Cleanup heeft gedaan. Niet de communicatie, maar de echte actie staat centraal. Alles in het teken van de ‘Why’ van het project: het behoud van ecosystemen in de oceanen. Vooral daarom is het zo’n geloofwaardig en gewaardeerd project. The Ocean Cleanup laat er geen misverstand over bestaan: het is menens. Media-aandacht is geen doel op zich, maar een middel om die plasticvrije oceanen voor elkaar te krijgen.
Laat dat een wijze les zijn als je namens een bedrijf evenementen organiseert of partnerships met goede doelen sluit. Méén die partnerships. Je kunt niet je mond vol hebben van mensenrechten als je producten ondertussen gemaakt worden door mensen die werken in barre omstandigheden. Storytelling is geen manier om schoon schip te maken, maar een manier om de ware aard van je organisatie te tonen. Heb je over jouw organisatie geen mooi verhaal te vertellen? Kruip dan niet geforceerd in een creatieve pen, maar zorg ervoor dat je organisatie weer verhaalwaardige dingen gaat doen, zodat die mooie verhalen automatisch boven komen drijven.

Je kunt je voorstellen dat het een behoorlijke uitdaging is om de aandacht van het grote publiek bij je project vast te houden, als je 5 jaar lang vooral aan het bedenken, ontwikkelen en testen bent. Dat zijn nu niet bepaald natuurlijke hoogtepunten die automatisch zomaar breed worden uitgemeten in de media.
Maar als je geen natuurlijke hoogtepunten hebt, wil dat nog niet zeggen dat je er geen kunt creëren. The Ocean Cleanup had misschien nog geen concrete resultaten om te delen, maar wist wel telkens de aandacht op zich te vestigen. Dat deed de organisatie heel slim, met het communiceren van mijlpalen. Nee, het plastic was in juni 2016 nog niet uit de zee, maar het prototype van het apparaat was wel klaar.
Het resultaat? Meer dan 3500 Nederlandse reacties en berichten over The Ocean Cleanup (bron: Coosto). En in mei 2017 was er ineens het bericht dat The Ocean Cleanup vróeger dan gepland (dat is weer eens iets nieuws) al aan de slag kon. Zo doet de organisatie dat telkens. Een nieuw ontwerp, een grootschalige test: elke mijlpaal wordt gevierd en gedeeld, waarmee ze het enthousiasme van het publiek levend houden.
We noemden deze tip eerder al in ons onderzoek naar de online communities van festivals: houd de beleving van mensen in stand, door hen te faciliteren met nieuwtjes. Een evenement is niet pas verhaalwaardig op het moment dat het plaatsvindt. Net zomin als jouw projecten, ontwikkelingen en plannen dat zijn. De les: bedenk van tevoren een verhaallijn met bijbehorende interessante mijlpalen, en communiceer ze enthousiast en uitbundig.

Gerelateerd aan het communiceren van mijlpalen is het vasthouden en opbouwen van spanning naar het uiteindelijke evenement. Ook dat kun je wel aan The Ocean Cleanup overlaten. Hun eerste échte grote mijlpaal vindt dus aanstaande zaterdag plaats, met het te water gaan van het eerste schoonmaaksysteem. En dat het zaterdag gaat gebeuren, daar mag geen twijfel over bestaan. Op de website prijkt een grote countdown-clock en elke post op X in de afgelopen maand wordt voorafgegaan door een vermelding van het aantal dagen dat men nog moet wachten op ‘de grote dag’.
[31 days to launch] Meanwhile in Rotterdam, the research team is gearing up for a thorough data collection expedition, which will be running during the System 001 deployment. pic.twitter.com/ye0mDazzxp
— The Ocean Cleanup (@TheOceanCleanup) 8 augustus 2018
Dat wordt verder ondersteund door mini-mijlpaaltjes, zoals de bekendmaking van de naam van het eerste systeem, en zelfs die bekendmaking wordt aangekondigd. Voor het laatste beetje extra spanning.
Dat de spanning er goed inzit de laatste maand, zien we in Coosto terug. Met een toepasselijk golvende beweging omhoog, is The Ocean Cleanup gestaag aan het werken naar haar piek (met een overigens bijzonder positief sentiment), die hoogstwaarschijnlijk aanstaand weekend bereikt wordt.

De les is duidelijk: probeer zoveel mogelijk spanning op te bouwen in de aanloop naar het hoogtepunt van je project/evenement/, door zaken aan te kondigen of juist in het ongewisse te laten. Vergroot dingen die misschien verwaarloosbaar lijken, maar oh zo interessant kunnen zijn voor je publiek. Alles valt of staat met de manier waarop je het brengt. Oh, ter info: het eerste systeem heeft de naam ‘Wilson’ gekregen.
Wat een ander zegt, ben je zelf. Dat deel van reputatiemanagement heeft The Ocean Cleanup goed in de oren geknoopt. Je kunt zelf heel enthousiast over je goede doel vertellen, maar je bereik zal altijd beperkter blijven dan dat van andere media. Bovendien komt het veel geloofwaardiger over als juist andere mensen, kanalen en merken positief over je berichten.
Met een multi-channel-strategie en een sterk staaltje PR heeft The Ocean Cleanup het voor elkaar gekregen om in elk denkbaar televisieprogramma besproken te worden, in iedere krant in koeienletters geschreven te worden en online alleen dit jaar al een media reach te genereren van ruim 133 miljoen views (bron: Coosto).
Misschien heeft jouw project niet zo’n enorme likeability-factor als The Ocean Cleanup, maar de les blijft dezelfde: zoek vooral andere kanalen op dan die van jezelf. Dat komt bij het grote publiek niet alleen geloofwaardiger over, maar je bedient jezelf ook ineens van een extra groot publiek dat soms in de miljoenen kan lopen. Zo vertrouwde Damian Bott van Bavaria ons bij een sessie van Digital Wednesday toe dat de Bavaria-campagne ‘Carnavalvrij’ pas echt in een stroomversnelling kwam toen massamedia de actie gingen oppikken. Volg dat voorbeeld dus vooral. Dat kan met behulp van een ouderwets persbericht of journalistennetwerk, maar ook met een bijzondere media-actie en een gezonde portie lef.
5 jaar geleden was het groot nieuws dat een Nederlander voor een prikkie de oceanen wilde gaan schoonmaken. En het kon nog eens gaan werken ook! De actualiteitenprogramma’s konden geen genoeg krijgen van de toen 18-jarige Boyan Slat. The Ocean Cleanup heeft slim beseft dat Slat hét gezicht van het initiatief aan het worden was. Verdere media-aandacht in Nederland was dus een kwestie van meeliften op zijn bekendheid en de wens van media om Slat in studio’s uit te nodigen. Die slimmigheid paste The Ocean Cleanup de afgelopen jaren ook toe. Slat kreeg volop ruimte om zichzelf én zijn project te profileren en dat leverde beide profijt op.
Boyan Slat schoof in januari 2018 aan bij DWDD voor een update over The Ocean Cleanup
De les? Als iemand je organisatie op een positieve manier heeft gerepresenteerd, loont het in het kader van herkenbaarheid deze persoon standaard naar voren te schuiven voor media-optredens. Een telkens wisselende woordvoerder beklijft niet. Een bijzondere, inhoudelijk deskundige en welbespraakte persoonlijkheid des te meer.
Een non-profitorganisatie als The Ocean Cleanup kan niet zonder hulp van buitenaf. Donaties, maar ook partners in benodigde diensten zijn meer dan welkom. Dan komt het er natuurlijk wel op aan dat je de juiste partijen aan je koppelt. Het hele idee van storydoing verliest zijn waarde als je een partner of leverancier kiest die lijnrecht tegenover je eigen visie staat. Ook daarin is The Ocean Cleanup een voorbeeld voor andere organisaties, omdat de organisatie partners en leveranciers heeft gekozen die het doel van het project expliciet onderschrijven. Wij zijn trots dat wij als Coosto één van die partners mogen zijn. Met Coosto ontdekt The Ocean Cleanup wat er online over de organisatie gezegd wordt, en met Coosto Publishing plaatst het project posts en campagnes op social media. De symbolische band (Coosto komt van Jacques-Yves Cousteau, ontdekkingsreiziger en diepzeeduiker) die Coosto met The Ocean Cleanup heeft, is wat ons betreft een mooi extraatje. We wensen de organisatie al het succes van de wereld met hun missie om de oceanen plasticvrij te maken. We dragen er graag ons steentje aan bij!

Ephemeral komt van het Latijnse ephemerus, en betekent zoveel als ‘kortstondig’ of ‘kortdurend’. Dat is in één zin wat Ephemeral content is: content van voorbijgaande aard, die dus slechts tijdelijk beschikbaar is en daarna verdwijnt. Bij veel marketeers gaat vooral een lichtje branden als we hier platformen en functionaliteiten als Snapchat of Instagram/Facebook Stories noemen. Ook een livestream of X Q&A zou je onder deze tijdelijke content kunnen scharen.
Dit soort tijdelijk materiaal wordt vrijwel altijd gedeeld via social media platformen - zelden of nooit op websites of platformen van merken zelf - omdat veel platformen Ephemeral content uitstekend zelf faciliteren (denk aan automatisch verwijderen van Stories na 24 uur).
Mede door de sterke gebruikersgroei van zowel Snapchat als Instagram komt Ephemeral steeds meer in de spotlight te staan van de grote merken.
Ephemeral content is vooral effectief als je de interactie met je volgers wilt vergroten of je huidige fanbase wilt uitbreiden. In de vorm van een Story kan dit soort content ook goed gebruikt worden om volgers te attenderen op een post die je kortgeleden geplaatst hebt en om ook zo je interactie te vergroten.

Eindhoven City gebruikt meerdere afbeeldingen om het verhaal van een fotowedstrijd in Instagram Stories te vertellen.

Evergreen content gaat juist over de andere kant van het content-spectrum: content die niet na 24 uur verdwijnt, maar nog jarenlang actueel blijft. De term komt van evergreen tree, een boom waar je het hele jaar plezier van hebt doordat hij zijn bladeren behoudt.
Evergreen content ontstaat uit de zogenaamde help-content van je contentkalender. Je geeft in je content antwoord op een vraag waar een potentiële klant vandaag, morgen, maar ook volgende maand of volgend jaar naar kan zoeken.
Als een zoekende potentiële klant jouw content vindt, erop klikt en je artikel of blog leest, verhoog je je positie in de zoekresultaten. Zo zorg je ervoor dat de kans groter is dat ook een volgende potentiële klant jouw content vindt, erop klikt, enzovoort: een domino-effect is geboren.
Evergreen content is vooral effectief als je als doel hebt het verkeer naar je website (en de conversies op die website) structureel te verhogen, zonder daar advertentie-euro’s in te hoeven stoppen.
Wat zijn voorbeelden van Evergreen content?
• Recept
• Tutorial
• Checklist
• FAQ
Wat is Evergreen content niet?
• Nieuwsbericht (een nieuwsbericht verliest snel relevantie, en op deze termen wordt amper gezocht)
• Seizoensgebonden artikelen (hier wordt hoogstwaarschijnlijk niet het hele jaar op gezocht, dus verlies je in de rustige maanden al snel je positie in Google)
Ephemeral content en Evergreen content zijn misschien uitersten, maar ze passen prima in één contentstrategie, omdat je als organisatie vrijwel altijd meerdere doelen hebt. Voor meer interactie en een hechtere band met je publiek zet je de Ephemeral content in, voor de duurzame stroom aan websiteverkeer kies je Evergreen content. Succes!

Contentmarketing is een marketingdiscipline die zich richt op het creëren en verspreiden van waardevolle, relevante en consistente informatie. Het doel daarvan is om een publiek aan te trekken en te behouden, om uiteindelijk winstgevend klantgedrag te verwezenlijken.
De twee belangrijkste elementen in deze definitie zijn ‘waardevol’ en ‘relevant’. In die twee woorden zit namelijk het grote verschil tussen contentmarketing en traditionele marketing, zoals advertising. Informatie vanuit organisaties is er genoeg – denk aan productaanbiedingen, tv-reclames en social ads – maar hoe vaak is die informatie ook relevant en bruikbaar voor de ontvanger?
Het korte antwoord op de vraag 'wat is contentmarketing?': contentmarketing draait niet om producten, maar om de doelgroep. Welke vragen, behoeften en problemen hebben zij? Door die vragen te beantwoorden en oplossingen te bieden, zorg je ervoor dat jouw marketing niet langer als een hinderlijke onderbreking wordt ervaren, maar juist als een gewenste boodschap.
Het idee achter een contentmarketing-benadering is simpel: als je ervoor zorgt dat mensen jouw organisatie beter leren kennen, leuker gaan vinden en meer gaan vertrouwen, zullen ze uiteindelijk vaker bij jou kopen. – Joe Pulizzi
Eigenlijk legt deze quote de werking van contentmarketing al perfect uit. In plaats van rechtstreeks te sturen op de verkoop van jouw product of dienst (waarbij veel potentiële klanten afhaken, omdat ze vinden dat ze jouw product niet nodig hebben), richt je je op het vergroten van merkbekendheid, likeability of merkvertrouwen. Dat doe je door (online) content aan te bieden die jouw potentiële klant ook daadwerkelijk wíl lezen, zien en horen.
Waarom zou je je richten op de vragen van een doelgroep, in plaats van direct over je product te praten? Omdat het een veel duurzamere manier van marketing is. Veel minder potentiële klanten haken direct af, ze begrijpen veel beter wat je voor hen kunt betekenen, worden vaker klant en komen vaker terug.
Onder content verstaan we alle middelen die je kunt inzetten om waardevolle en relevante informatie over te dragen. Veelgebruikte voorbeelden zijn blogs, artikelen, social media posts, video’s, e-books, podcasts, nieuwsbrieven, infographics, webinars, enzovoort.
Wist je dat een Europeaan gemiddeld wordt blootgesteld aan zo’n vijfduizend(!) merkboodschappen per dag? Dat aantal is in de afgelopen decennia geëxplodeerd, terwijl de tijd van de moderne consument juist alleen maar schaarser wordt. Die ontwikkeling heeft enorme gevolgen met zich meegebracht voor het marketingvak. Er heerst toenemende ‘krapte op de aandachtsmarkt’: niet de marketeer, maar de consument zelf is in charge en bepaalt wat hij ziet, hoort en leest.
Een groot deel van alle reclames, merkboodschappen en andere irrelevante inhoud wordt simpelweg genegeerd. Tenzij het iets is waar mensen persoonlijk belang bij hebben. Iets waar ze daadwerkelijk in geïnteresseerd zijn.
Een organisatie die anno nu succesvol wil zijn in marketing, moet daarom niet redeneren vanuit wat zij wil vertellen, maar wat haar doelgroep wil horen. Waardevolle, relevante content is de enige route naar succes. Tijd wordt steeds schaarser, en marketeers begrijpen dat steeds beter. Dat verklaart de alsmaar stijgende populariteit van contentmarketing.
Het is niet voor niets dat grote én kleine organisaties wereldwijd steeds meer investeren in contentmarketing. Contentmarketing draagt meetbaar bij aan diverse marketingdoelen, zoals het vergroten van merkbekendheid, merkautoriteit en vertrouwen. Die doelen staan natuurlijk niet op zich, want ze leveren direct bedrijfsresultaat op. Goede contentmarketing leidt uiteindelijk tot meer conversie, loyalere klanten en meer omzet.
De beste contentmarketeers houden van aanpakken, maar wel met een duidelijk achterliggend idee. Van klakkeloos blogs, artikelen en video’s publiceren is nog geen enkel merk groot geworden. Een strategie moet daarom je startpunt zijn. Geen nood, het hoeft geen dik pak papier te zijn, maar het is wel slim om de hierna volgende onderdelen uit te werken. Of je nu nog moet beginnen aan een strategie, of je bestaande strategie wil aanscherpen of structureren: in dit whitepaper vind je de stappen die je moet volgen.
Omdat contentmarketing universele basisprincipes heeft - wie in zijn marketing relevant is voor zijn doelgroep, zal daar uiteindelijk van profiteren - is de discipline voor zowel B2B als B2C geschikt. De verschillen in resultaten van contentmarketing tussen B2B en B2C zijn dan ook klein.
Van de B2B-marketeers geeft 54% aan redelijk succesvol te zijn met contentmarketing, tegenover 49% van de B2C-marketeers. 31% van de B2B-marketeers is naar eigen zeggen zeer of extreem succesvol. Binnen de groep van B2C-marketeers is dat zelfs 34%.
Dat betekent dat slechts 15% van de B2B-marketeers en 17% van de B2C-marketeers amper of geen succes boekt met contentmarketing. Succes verzekerd is misschien wat te sterk geformuleerd, maar de kans op succes is met contentmarketing enorm.
Content publiceer je standaard op één plek - meestal je website - een vaste hub waar je jouw publiek via verschillende kanalen naartoe stuurt. Vervolgens is het belangrijk om de gepubliceerde content te verspreiden; via diverse kanalen zichtbaar en vindbaar te maken bij je publiek. Dat kan bijvoorbeeld door middel van SEO, waarmee je ervoor zorgt dat jouw publiek de content makkelijk kan vinden in Google en andere zoekmachines. Andere veelgebruikte kanalen zijn e-mails of websites en accounts van anderen (influencers).
De beste, laagdrempeligste, en populairste manier van contentverspreiding is echter via social media. 89% van B2B-marketeers gebruikt ze voor onbetaalde ('organische') contentverspreiding, en 82% van B2C-marketeers. Het is over het algemeen aan te raden om meerdere platformen te gebruiken, zodat je je kansen om de doelgroep te bereiken spreidt.
Wees echter niet al te enthousiast, want overdaad schaadt. Het kost voor elk kanaal namelijk tijd om een passende toon en etiquette te leren kennen, en om je content goed te onderhouden. De meerwaarde (lees: hoeveel extra mensen uit mijn beoogde publiek kan ik bereiken) van nóg een platform is na 3 of 4 gering, en loont daarom bijna nooit de moeite.
Iemand die professioneel bezig is met contentmarketing heet officieel een contentmarketeer, maar in veel gevallen zijn ook allround marketeers, social media managers en communicatieprofessionals (een deel van hun tijd) bezig met contentmarketing.
Het dagelijkse werk van een contentmarketeer bestaat samenvattend uit deze 5 stappen, die elkaar telkens opvolgen: content bedenken, content creëren, content verspreiden, publiek betrekken en resultaten analyseren.
Dit is het creatieve proces waarin een contentmarketeer ideeën voor nieuwe content opdoet of optimalisaties zoekt voor bestaande content. Vaak wordt voor inspiratie gebruik gemaakt van een content discovery tool of inzichten in zoekvolumes van zoekmachines als Google en Bing.
Dit is het productieproces, wat in de praktijk neerkomt op schrijven, opnemen, monteren, designen, corrigeren en allerlei andere uitvoerende taken die nodig zijn om de content tastbaar te maken.
Dit is het vindbaar en bereikbaar maken van content, bijvoorbeeld via zoekmachines, social media en e-mail. Hiervoor gebruikt vrijwel iedere contentmarketeer een CMS, mailprogramma's en een social media planner.
Het werken aan vertrouwen, autoriteit en likeability gaat niet over één nacht ijs. Daar zijn meerdere contactmomenten met de doelgroep voor nodig. Herhaaldelijke blootstelling aan je boodschappen zorgt bovendien voor meer actieve merkbekendheid. Daarom is het belangrijk dat mensen vaker met diverse content van een organisatie in contact komen, zodat er een echte relatie tussen merk en doelgroep ontstaat. Om overzichtelijk die interactie aan te kunnen gaan, biedt een gezamenlijke social media inbox vaak uitkomst.
De laatste stap is het meten van de impact die content heeft gemaakt en het delen van alle resultaten. De doelstellingen van de contentmarketeer bepalen wat hij of zij precies analyseert. Dat kan het aantal sessies op de website zijn, maar ook de prestaties op social media. In veel gevallen wordt een media monitor gebruikt om te meten (en te vergelijken met concurrenten) hoe er buiten de eigen kanalen over de content of organisatie wordt gesproken.
Na het verzamelen van alle resultaten wordt een contentrapportagetool gebruikt om alle resultaten samen te voegen en te delen met stakeholders. Deze gegevens zijn vervolgens weer input voor het bedenken van content, aangezien de contentmarketeer heeft geleerd wat wel en wat niet goed werkt.
Seth Godin zei ooit 'content marketing is the only marketing left'. En hoewel hij gelijk heeft, betekent het niet dat contentmarketing een statisch vak is geworden. Sterker nog, ontwikkelingen gaan razendsnel. Helaas is het onmogelijk om alles te leren over contentmarketing in deze 10 beknopte vragen en antwoorden. Dus, hoe blijf je leren en houd je jezelf op de hoogte van nieuwe tips, trucs en termen als evergreen content, content framing en message houses?
Heel simpel: schrijf je gewoon in voor onze nieuwsbrief! We sturen je dan elke twee weken gratis de nieuwste inzichten, blogs en andere must-reads. Uitschrijven kan op elk gewenst moment ?.

Maar eerst even een stapje terug. Een contentanalyse klinkt wellicht al snel als een tijdrovende en intensieve klus. Dat hoeft niet altijd het geval te zijn. Er bestaan verschillende manieren om deze analyse aan te pakken, waarbij ook een groot verschil zit in de tijd die je ermee kwijt bent. Dat is uiteindelijk allemaal afhankelijk van je doel. Welke vragen wil je beantwoorden met deze analyse en welke resultaten verwacht je te vinden? Dat zijn belangrijke vragen om jezelf te stellen voordat je lukraak gaat analyseren en verdrinkt in de enorme hoeveelheid beschikbare data.
De eerste manier om een analyse aan te vliegen is door je complete contentvoorraad eens onder de loep te nemen. Leer van goed presterende content, verbeter content met meer potentie en behaal met weinig moeite meer resultaat! Maar wees ook kritisch. Hoewel sommige content wellicht op het moment zelf een goed idee leek, kan dat achteraf toch anders uitpakken. Ook niet erg, want juist door te experimenteren en eens buiten de comfort zone te stappen, kan je ook het tegenovergestelde bereiken: content die onverwachts ontzettend goed gaat en misschien wel viral gaat!
Hoe je zo’n contentinventarisatie aanpakt, beschreven we al eerder in dit blog. Maar wat is nu het beste moment om hiermee aan de slag te gaan? Het lijkt een enorme klus, maar het hoeft niet allemaal in één keer. Rome is, zoals het bekende spreekwoord luidt, ook niet binnen één dag gebouwd. Door hier een structurele taak van te maken, maak je het jezelf dan ook een stuk gemakkelijker.
Bovendien biedt dat ook ruimte om de uitkomsten van zo’n inventarisatie op te pakken. Het optimaliseren van content met meer potentie is immers weer een aparte taak. Goed scorende content wil je continu in de gaten houden, want zo’n goede score wil je natuurlijk wel behouden. Plan daarom vaste momenten voor je contentinventarisatie. Of dat nu wekelijks, maandelijks of jaarlijks is: Neem er dan ook echt de tijd voor, zodat je alle stappen zorgvuldig kunt doorlopen.
Als marketeer ben je ongetwijfeld ook regelmatig bezig met het opzetten van campagnes. Van eenmalige acties tot campagnes die zich jaarlijks herhalen: ze bestaan in vele vormen en maten. Eén ding hebben ze in ieder geval met elkaar gemeen. Ze zijn opgezet om een bepaald resultaat mee te boeken. En om erachter te komen wat zo’n campagne oplevert, moet je natuurlijk aan de slag met cijfers.
Een eenmalige rapportage is de ideale manier om terug te blikken op een campagne. De specifieke resultaten die bijvoorbeeld uit een zomerkorting, winactie of influencer campagne voortkomen worden in zo’n rapport uitgewerkt.
Om te kunnen beoordelen of zo’n campagne daadwerkelijk iets opgeleverd heeft, wil je dit kunnen vergelijken. Dat wil zeggen, een vergelijking de resultaten je met je gebruikelijke activiteiten behaalt. Je kunt natuurlijk ook verschillende campagnes naast elkaar zetten, bijvoorbeeld als je met meerdere influencers werkt of een seizoensactie jaarlijks herhaalt. Door dit tegen elkaar af te zetten, bepaal je de mate van succes van je campagne.
Het moment om deze analyse uit te voeren spreekt redelijk voor zich: zodra de campagne ten einde is. Toch kan je er ook baat bij hebben om dit al eerder op te zetten, zodat je ook tijdens de campagne zicht hebt op de vooruitgang. Dat scheelt ook weer werk achteraf: dan hoef je de analyse alleen nog aan te vullen met de laatste resultaten en klaar is kees!
Een terugkerende analyse, die je bijvoorbeeld maandelijks of ieder kwartaal uitvoert, kan je helpen om inzicht te krijgen welke resultaat behaald worden op bepaalde kanalen over een langere termijn.
Denk bijvoorbeeld aan je social media kanalen. Op welke kanalen zie je een stijging in bereik, interactie of clicks? Door dit over een langere periode op regelmatige basis in kaart te brengen, krijg je duidelijk inzicht in de huidige stand van zaken per kanaal. Het social media landschap is nu eenmaal een omgeving die constant onderhevig is aan verandering. Des te belangrijker om regelmatig een oogje in het zeil te houden. Dat kan je doen beslissen om meer aandacht te besteden aan bijvoorbeeld Facebook, omdat je daar veel conversie behaald met link clicks, of dat Instagram veel interactie met je doelgroep oplevert.
Maar het werkt ook de andere kant op: als je ziet dat je veel moeite steekt in een platform, maar het levert niet voldoende op, kan je er ook voor kiezen dit kanaal niet meer actief in te zetten en je te focussen op de kanalen waar wél winst te behalen valt.
Ook hiervoor geldt: kies je vaste momenten voor zo’n periodieke check. Het belangrijkste is regelmaat én houvast. Door dit op te nemen in je maandelijkse planning, bijvoorbeeld aan het einde van iedere maand, bouw je een vast moment in én zorg je voor eerlijk vergelijkmateriaal. Je zult al snel inzien hoe waardevol deze meetmomenten gaan zijn voor je prestaties in de toekomst!
Soms is het zaak om eens wat dieper in de cijfers te duiken. We weten het, vaak is dit juist het type analyse waar nooit tijd voor is en die ergens onderaan de to-do lijst bungelt. Zaak om er dus echt eens tijd voor vrij te maken! Want zo’n analyse is ontzettend waardevol. Het perfecte moment hiervoor? Dat bestaat volgens velen niet, maar toch kan je er veel winst mee behalen. Neem dus jaarlijks zo’n moment om eens op onderzoek uit te gaan. Zo’n ‘deep dive’ in je eigen statistieken kan je eigenlijk zien als een klein onderzoek. En daarom geldt ook hier: zorg voor een afgekaderde onderzoeksvraag.
Het geeft je de kans om echt eens op een ander niveau te kijken waar jouw resultaten nu eigenlijk ontstaan. Waar komen de conversies vandaan? Hoe komt de doelgroep in eerste instantie bij jou terecht? Welke content zorgt dat ze blijven hangen? Of welke content zorgt ervoor dat een websitebezoeker weer terugkeert? Stuk voor stuk vragen die je niet 1,2,3 kunt beantwoorden. Maar juist die vragen leveren heel veel input op voor een succesvolle voortzetting van jouw contentstrategie.
Een analyse uitvoeren hoeft vandaag de dag echt niet altijd handmatig. Er zijn genoeg manieren om handige tools het werk voor jou te laten doen. Een perfect voorbeeld hiervan is een dashboard.
Hierop vind je een real-time weergave van jouw resultaten op een bepaald (marketing)gebied. Een dynamische manier om alles bij te houden. Zie deze soort van analyseren als een investering: een dashboard bouw je één keer (wellicht met wat tussentijdse aanpassingen en hier en daar wat bijschaven, vooruit) en kan je daarna gemakkelijk delen met collega’s of andere betrokken stakeholders.
Die hoeven het dashboard dan alleen nog maar te openen en krijgen direct een overzicht van de stand van zaken. Zo bepaalt iedereen zelf wanneer ze de resultaten er bij willen pakken. Ideaal!
Tip: in Report van Coosto bouw je ontzettend gemakkelijk je eigen dashboards aan de hand van templates of door gewoon from scratch zelf iets op te zetten.