De opkomst van AI-tools zit volop kansen. De nieuwste AI-technologieën stellen in staat om efficiënter dan ooit te voren content te creëren. Ook voor social media berichten zijn AI-gegenereerde teksten een echte uitkomst als het gaat om efficiëntie en tijdsbesparing.
Toch hangt er ook een negatieve connotatie aan al deze ontwikkelingen: wordt ons werk als marketeer binnenkort overbodig en worden we overgenomen door de nieuwste AI-technologieën? De snelle ontwikkeling op dit gebied wakkeren af en toe de nodige angst aan. Als je het ons vraagt is er geen reden voor angst of onzekerheid. AI stelt ons juist in staat om efficiënter te werken, maar moet vooral worden gezien als een hulpmiddel in plaats van een vervangend middel. Wel belangrijk: als marketeer moet je dus goed weten hoe je deze AI-ontwikkelingen in jouw voordeel gebruikt. Daar liggen op dit moment de kansen: het zo kunnen toepassen van AI op jouw dagelijkse contentcreatie, waardoor je efficiënter wordt. En daar vertellen wij je graag meer over.
ChatGPT wordt inmiddels breed ingezet voor het automatisch genereren van hoogwaardige content. De voordelen zijn duidelijk: dankzij deze AI-technologie bespaar je enorm veel tijd met het schrijven van teksten. De kracht van ChatGPT ligt in de brede inzetbaarheid en het aanpassingsvermogen om zo moeiteloos content op maat te creëren, geheel in lijn met jouw merk en markt.
Het schrijven van een prompt vergt echter wel wat handigheid. Het is namelijk soms best even zoeken hoe je de tool de juiste instructies meegeeft om passende content als output te krijgen. Dat zit ‘m niet zozeer in het concreet meegeven van de juiste gegevens, maar ook een zekere denkwijze waarmee je moet werken. Een simpele prompt in ChatGPT kan namelijk nog alle kanten op wat betreft de output. Maar er is een makkelijkere manier om snel passende social media content te maken.
De AI Content Generator in Publish, de social media planning module van Coosto, is zo ontwikkeld dat je slechts met een paar klikken op de knop content op maat krijgt voorgeschoteld. Hét antwoord op inspiratieloze momenten of het zoeken naar de juiste woorden om jouw doelgroep effectief te bereiken. Coosto’s Hoe dat in z’n werk gaat? Heel eenvoudig.
Selecteer het belangrijkste doel van de social media post: meer bereik, interactie of conversie. Vervolgens is het een kwestie van de juiste input geven. Beschrijf met enkele kernwoorden, zinnen of een wat langere beschrijving waar de content over moet gaan. Hoe concreter de omschrijving, hoe beter de output. Selecteer vervolgens de gewenste tone of voice: dit kan door middel van een term als formeel, humoristisch of enthousiast, maar je kan er ook voor kiezen om in de huid te kruipen van een bekend personage met een uitgesproken manier van spreken. Dat kan natuurlijk zo gek als je het zelf bedenkt: van Donald Duck tot Barack Obama.
Tot slot kies je voor de gewenste taal: Nederlands, Engels en Spaans behoren tot de opties. Zo bereik je niet alleen de lokale doelgroep in eigen land, maar ook een groter en internationaal publiek! Het is zover: de automatische contentgeneratie kan van start. Klik op de button en voilà! Jouw content op maat staat klaar om gedeeld te worden op social media.
Het automatisch generen van social media content is dus zo gepiept. Maar waar haal jij je inspiratie vandaan voor nieuwe content? En hoe zorg je dat jouw social media posts aansluiten bij het gesprek van de dag? Of sterker nog: opkomende trends voor zijn, zodat jij de eerste in jouw markt bent om aan te haken op een spraakmakend onderwerp.
Het antwoord hierop vind je in Discover van Coosto. In deze module analyseert onze tool real-time miljoenen bronnen en sorteert alle content op algoritmisch berekende Trending Scores.
Extra tip! Kies een trending artikel dat relevant is voor jouw doelgroep en kopieer simpelweg de titel van het artikel. Plak deze in het topic veld van Coosto’s AI Content Generator en pas het doel, de tone of voice en eventueel de taal aan. Zo heb je binnen een mum van tijd trending content klaarstaan om te delen op jouw social media kanalen!
Sommige contentmarketing-experts raden aan om te starten met een contentplan. Een contentplan is het kleine broertje van een contentstrategie, en gaat in op praktische zaken: welke content wordt door wie gecreëerd, wanneer gepubliceerd en waar verspreid?
Het risico van de praktische benadering van een contentplan is dat content zijn doel voorbijschiet. Draagt je content wel daadwerkelijk bij aan de organisatiedoelen? Bevat de content een consistente boodschap en spreekt het een gewenst publiek aan? Een contentplan kan deze essentiële vragen onmogelijk beantwoorden.
Daarom heeft een bovenliggende contentstrategie veel voordelen. De meeste organisaties hebben wel zo’n contentstrategie (73% in zowel B2C als B2B), maar die is in ongeveer de helft van de gevallen niet op papier uitgewerkt of gedeeld met collega’s. Het gevolg? Minder consistente content, minder gestructureerde content en minder doelgerichte content. Een opgefriste breed gedragen contentstrategie is daarom geen overbodige luxe.
Zo pak je dat aan:
Een strategie moet zo snel mogelijk van papier naar de praktijk. Een contentstrategie is wat ons betreft geen boekwerk, maar een verslagje van de keuzes die je maakt in 4 korte stappen. Je kunt er zo ambitieus mee uit de voeten als je zelf wilt:
Je begint je contentstrategie met je doelstellingen. Logisch: pas als je weet wat je met content wil bereiken, kun je achteraf gaan meten of je die resultaten ook daadwerkelijk hebt behaald. Doelen zorgen bovendien voor focus, en geven richting aan de content die je uiteindelijk gaat creëren. De meest bereikte doelstellingen met contentmarketing zijn meer merkbekendheid (80% van de organisaties bereikt dit doel met contentmarketing), vertrouwen (72%), klantloyaliteit (59%) en het stimuleren van de vraag naar producten of diensten (47%).
In deze fase ga je jouw publiek beschrijven. Je hebt je als doel gesteld om iets voor elkaar te krijgen bij een groep mensen, dus dan moet je ook weten wie die mensen zijn, wat hen drijft en via welke media ze te bereiken zijn.
Een handig hulpmiddel hiervoor is het maken van een persona, in dit geval jouw ideale contentconsument. Wie zou je het liefst willen bereiken met je content?
Als je straks content gaat maken met dit perfecte publiek in je achterhoofd, ga je zien dat het publiek dat jij aanspreekt steeds meer op het ideaalplaatje gaat lijken.
De kernboodschap is de essentie die impliciet in alle content verweven moet zijn. Van blogposts tot aan video’s en van whitepapers tot podcast-afleveringen. De beste content ligt op het snijvlak van wat jij kunt vertellen, wat je publiek wil horen en wat je concurrentie nog niet vertelt. Oftewel, de ‘sweet spot’.
Tip: het ‘message house’-model kan helpen om je kernboodschap te laden en inhoud te geven.
Als je de vorige stappen grondig hebt doorlopen, is het kiezen van de juiste kanalen niet meer dan een logisch vervolg. Je weet door je publieksbeschrijving immers waar je jouw ideale publiek kunt vinden en wat hun mediagebruik is. Het is daarbij slim om in je contentstrategie onderscheid te maken tussen kanalen voor contentpublicatie en kanalen voor contentverspreiding.
Content publiceer je standaard op één plek - meestal je website - waar je jouw publiek via verschillende kanalen naartoe stuurt. Voor een optimale verspreiding van je content kun je denken aan SEO, e-mail en social media.
Bekijk ook ons webinar waarin we je uitleggen hoe je in 4 stappen tot een succesvolle contentstrategie komt:
Als je een contentstrategie als uitgestippelde route ziet, is de uitvoeringsfase de daadwerkelijke reis. Heb je ook hierin behoefte aan structuur? Dan kun je onderstaande 4 stappen uitwerken in een contentplan.
Het bedenken van content die past bij jou contentstrategie begint met luisteren. Want ook al is het prettig om je kernboodschap op zak te hebben en te weten over welke thema’s je wil vertellen: het is nog geen concrete invulling van je contentkanalen.
Dat ‘luisteren’ varieert van het spreken met klanten op evenementen tot het analyseren van zoekgedrag in Google en het onderzoeken van trends en actuele onderwerpen in jouw markt. Vooral social media zijn een belangrijke informatiebron om te achterhalen wat er speelt rond de thema’s die voor jou relevant zijn. Die inzichten kun je vervolgens gebruiken om op voort te bouwen met je eigen content.
Ontdek wat er speelt in jouw markt met Discover in Coosto.
Met een goed gevulde rugzak aan inspiratie en ideeën kun je naar de volgende stap: het daadwerkelijk creëren en publiceren van content. De meeste organisaties kiezen ervoor om een gezonde mix van de 6 verschillende contentsoorten te gebruiken, afhankelijk van hun de doelstelling in de contentstrategie en de wensen van hun publiek.
De derde fase van de uitvoering draait om het verspreiden en het vindbaar maken van je content, via de kanalen die je in de contentstrategiefase hebt vastgesteld. Vrijwel altijd maken social media deel uit van je kanalen, omdat deze bij uitstek geschikt zijn voor het vergroten van bereik, interactie en websiteverkeer. Optimaliseer jouw content doelgericht om de best mogelijke resultaten te krijgen via deze kanalen.
Om deze verspreiding tijdsefficiënt en overzichtelijk te houden, gebruikt vrijwel iedere contentmarketeer een social media planner, zoals Publish in Coosto.
De vierde en laatste stap van de uitvoeringsfase wordt vaak vergeten of overgeslagen: de interactie met je publiek. En dat is vrij vreemd, aangezien we allemaal geleerd hebben dat goede communicatie nooit eenrichtingsverkeer is. Dat geldt dus ook voor contentmarketing.
Daarbij is het zo dat de grootse doelen die je in je contentstrategie vaststelt (meer klantloyaliteit, meer interesse in je product, meer autoriteit, etc.) nooit behaald kunnen worden na het lezen of bekijken van één enkele blog of video. Daarvoor is herhaaldelijk contact nodig, en zal je jouw publiek nadrukkelijker moeten betrekken bij je content. In andere woorden: community management.
Hulp nodig om alle interactie via social media, messengers en livechat te organiseren en in goede banen te leiden? Engage in Coosto biedt uitkomst!
Een korte evaluatie van de contentstrategie en uitvoeringsfase is een must in elk contentmarketingproces. Nu is het zaak om je route aan te scherpen, zodat je de volgende keer nog effectiever en efficiënter je doel bereikt.
Bereikt een bepaald kanaal structureel meer mensen dan het andere? Slaat het ene format beduidend beter aan dan het andere? Meet je impact, trek er minimaal maandelijks je conclusies uit en pas je strategie eventueel hierop aan.
Begin deze evaluatie bij je owned media. Dit zijn de kanalen waarop je de content volledig in eigen hand hebt, zoals je eigen social media kanalen. Ga hier doelgericht te werk, en focus op de KPI’s die je vertellen of je op de goede weg bent om je doelen te behalen. De data vliegen je namelijk om de oren, en soms kun je door de bomen het bos niet meer zien.
Earned media is aandacht die externe bronnen, auteurs en kanalen genereren voor jouw content. Denk aan nieuwsmedia die je content overnemen, social media accounts die je content uit eigen beweging delen of ernaar linken, of mensen die een positieve recensie over je laatste podcast schrijven.
Meet de volledige impact (owned én earned) van je contentstrategie met onze mediamonitor: Listen in Coosto.
Het is goed om de impact van je content te weten; het is nóg beter om het te delen. Door collega’s, management en andere stakeholders te betrekken bij de resultaten die je met jou content behaalt, creëer je draagvlak. Je laat zien wat contentmarketing concreet oplevert en je kan zo de ROI aantonen. Rapportages helpen bovendien om het overzicht te bewaren, en ze geven je kansen om concrete verbeterpunten te vinden voor je contentstrategie om direct mee aan de slag te gaan.
Tip: gebruik Report in Coosto om cijfers van verschillende platformen en bronnen samen te brengen in overzichtelijke rapportages en dashboards.
Klaar met alle 10 stappen? Goed bezig! Je hebt de contentstrategie, uitvoering en evaluatie van contentmarketing gestructureerd aangepakt. Zo heb je jezelf verzekerd van content die bereik, interactie en conversie oplevert en op die manier bijdraagt aan de organisatiedoelen.
En het allerleukste van ons vak is dat je nu gewoon weer bij stap 1 mag beginnen! ? Pak je strategie erbij, bekijk of je wat moet aanscherpen, en ga aan de slag met nieuwe ambitieuze contentplannen en -evaluaties. Succes!
Welke SEO-tips je ook napluist, deze zal er altijd tussen staan. ‘Schrijf op relevante keywords’ is de SEO-variant van wat wij content marketeers zouden noemen ‘schrijf waar je publiek op zit te wachten’.
Normaal gesproken gebruik je misschien (of eigenlijk: hopelijk) je buyer persona’s om te bepalen waar je over gaat schrijven en met welke toon je schrijft. Het mooie van het SEO-domein is echter dat je veel nauwkeuriger kunt achterhalen waar je publiek precies op zit te wachten. Gebruik de zoekwoordenplanner van Google om te onderzoeken welke exacte zoekwoorden mensen gebruiken om te zoeken naar jouw producten of diensten.
Kies één of twee keywords per tekst uit om op te gaan schrijven (of een bestaande tekst te verbeteren). Daar kun je vervolgens rekening mee houden in je webteksten, en dat brengt ons bij quick win 2.
Als je de exacte keywords kent die mensen gebruiken, kun je daar je tekstuele content op gaan baseren. Dat werkt het beste als je zo specifiek mogelijk bent. Je kunt beter hoog scoren op één heel specifieke zoekopdracht, dan gemiddeld op een algemeen zoekwoord.
Dat zit zo: stel, je produceert dikke, uitwasbare viltstiften. Dan kun je jouw teksten richten op het zoekwoord ‘viltstiften’, maar de concurrentie daarop is ongetwijfeld hoog. Het is dan lastig om hoog in de zoekresultaten te komen. Het is bovendien onduidelijk of de mensen die zoeken op ‘viltstiften’ wel op zoek zijn naar jouw product. Misschien zoeken ze namelijk wel dunne watervaste viltstiften.
Het is daarom veel slimmer om je tekst te richten op de zogenaamde long-tail zoekopdracht ‘dikke uitwasbare viltstiften’. Het zoekvolume hierop is veel lager, maar de concurrentie ook. Bovendien zijn mensen die deze zoekopdracht intikken en op jouw website terechtkomen veel relevanter voor jouw bedrijf. De kans is namelijk groter dat ze daadwerkelijk op zoek zijn naar jouw product. Schrijf dus zo specifiek mogelijk op zoekwoorden die voor jou relevant zijn.
Google Bot is het systeem dat jouw pagina’s doorzoekt, zodat Google jouw pagina’s kan opnemen in de zoekresultaten. Hoewel het een superslimme bot is, kan het (nog steeds) geen kwaad om het systeem een handje te helpen. Met interne links - je verwijst dan met een linkje naar andere pagina’s van jouw eigen website – laat je de bot beter begrijpen waar jouw website over gaat.
Als je bijvoorbeeld op een pagina over ‘koolmezen’ verwijst naar een pagina over ‘merels’, is het voor Google gemakkelijker te snappen dat jouw website over vogels gaat. Met die interne links creëer je als het ware een spinnenweb, waardoor de bot (net als jouw website-bezoekers) niet vastloopt en gemakkelijk kan doorzoeken binnen jouw website.
Er zijn twee belangrijke zaken waar je als SEO-beginner op moet letten als je links gaat maken. Eén: zorg ervoor dat je altijd linkt naar relevante content. Als je op jouw webpagina over vogelvoer een stuk over ‘koolmezen’ hebt geschreven en je linkt naar een pagina over ‘smartphones’, dan werkt dat verwarrend.
Het tweede punt: maak inhoudelijke linkjes. Dat is het gemakkelijkst te laten zien met een voorbeeld:
Niet: Wil je meer lezen over de pimpelmees? Klik dan hier.
Wel: De koolmees lijkt sterk op de pimpelmees.
Doordat je het woord ‘pimpelmees’ klikbaar maakt, is het voor Google gemakkelijker te begrijpen dat de pagina waar je naar verwijst over pimpelmezen gaat.
Als je denkt aan SEO, denk je automatisch aan website-teksten. Maar ook afbeeldingen hebben invloed op de vindbaarheid van je webpagina. Heb je toegang tot zogenaamde alt-tags als je jouw afbeeldingen uploadt? Zet in deze tags het zoekwoord waarop je gevonden wilt worden.
Als je deze tags niet kunt vinden, is er in veel gevallen toch een kleine winst te behalen. Want veel content makers hebben haast en uploaden hun afbeeldingen met bestandsnamen als IMG_1539.jpg of afbeelding1.jpg naar hun blog of productpagina?
Geef je afbeeldingen namen die passen bij de tekst en het zoekwoord waar de tekst voor geschreven is. Heeft je afbeelding meerdere woorden, scheid ze dan met een ‘-‘. De afbeelding die bovenaan dit artikel staat, heet volgens die methode SEO-quick-wins-beginners.jpg.
Als je dit opvolgt voor al je pagina's, zijn niet alleen je teksten, maar ook je afbeeldingen relevant, specifiek en goed doorzoekbaar voor Google.
We hadden het bij punt 3 al even over links, maar dat ging nog over links binnen je eigen website. De vindbaarheid van je website verbetert ook als andere websites naar jouw pagina’s linken. Google ziet deze links namelijk als een aanbeveling; ‘Hé, deze site is ook de moeite waard om even te bekijken.’
Dit wordt in SEO-taal een backlink genoemd. Hoe meer backlinks je krijgt, hoe beter Google begrijpt dat jouw pagina door veel andere websites wordt aangeraden. Maar niet elke backlink is evenveel waard. Als jij door een pagina wordt aangeraden die op zijn beurt weer veel wordt aangeraden, werkt dat positief voor jouw ranking.
Daarbij is ook hier relevantie belangrijk. Als je als bedrijf in vogelvoer een link krijgt van de vogelbescherming, levert jou dat meer op dan een link van een technologiebedrijf.
Het lastige van backlinks is dat ze buiten jouw eigen beheer vallen. Backlinks moet je als het ware verdienen, door interessante content of webpagina’s te maken, zodat webpagina’s op den duur vanzelf naar jou gaan linken. Je kunt dat proces wel versnellen, door bijvoorbeeld aan te bieden een artikel (met link) te schrijven voor een andere site of simpelweg te vragen of ze een link naar jouw pagina willen opnemen.
Ook al is dit nog maar het begin van het begin als het gaat om SEO, we willen je nu alvast meegeven: sla niet door in het optimaliseren van je webteksten. Overdaad schaadt; Google vindt een te perfect geschreven stuk (lees: je hebt te vaak jouw keyword gebruikt) en te veel geweldige backlinks verdacht. Je krijgt dan een soort ‘straf’ en je pagina’s kelderen in de zoekresultaten.
Een veelgehoorde kreet is dan ook: ‘Schrijf voor je publiek, niet voor Google’. Google is slim genoeg om teksten te herkennen die relevant zijn voor het publiek, ook als ze niet tot in de puntjes geoptimaliseerd zijn.
Het begint dus – gelukkig voor contentmakers en webschrijvers – bij een goed geschreven, fijne tekst. SEO is er vooral om een al goede tekst een extra duw in de rug te geven.
Bovendien is SEO niet de enige vorm van contentoptimalisatie. De resultaten die je behaalt met je content zijn dus niet alleen afhankelijk van organische zoekresultaten.
Het lijkt een ingrijpende verandering. Instagram en Facebook overwegen dus om een van de meest gemakkelijke en toegankelijke manieren van het tonen van sociale erkenning en waardering te verwijderen. Eerst even iets ophelderen. Je kán nog wel posts blijven like’en. Je kan alleen niet meer in je instagram-feed zien hoeveel likes de foto’s hebben. Instagram test wat het betekent om die data niet meer openbaar te tonen. De aantallen likes blijven voor degene die de foto heeft gepost nog wel zichtbaar.
‘Like’-minded community
Dat deze test zorgde voor wereldwijde schrikreactie, onderschrijft direct de reden waarom Instagram deze verandering wil doorvoeren. Het ontvangen – of níet ontvangen – van likes heeft impact op ons gevoel van erkenning en heeft invloed op ons zelfvertrouwen. Dit is overigens niets nieuws. Het krijgen van likes geeft ons een goed gevoel: dat we er mogen zijn en dat we erbij horen. Het ontbreken ervan maakt ons onzeker en minder gewaardeerd. Het gevolg is dat we onze mooiste plaatjes vergelijken met die van anderen. Instagram wil deze negatieve aspecten van social media aanpakken en dit is een eerste zet daartoe. Het zou volgens Instagram beter zijn voor onze mentale gezondheid als we de vergelijkingen met anderen niet meer kunnen maken. Het is duidelijk dat likes de populariteit van een social post aantonen. Ook het ontvangen van likes heeft impact. Het is een heel gemakkelijke en laagdrempelige manier van erkenning geven. Maar wat zegt een like eigenlijk?
Betekenis van de like
Chris Taylor schreef voor Mashable Middle East een artikel over de betekenis van de like. De like-knop heeft een heleboel betekenissen in onze social media-wereld gekregen. De like kan op verschillende manieren gebruikt worden en kan de volgende betekenissen hebben:
Je kan de like zelfs gebruiken als bladwijzer of een reminder van een post. En dit zijn maar enkele voorbeelden. Er zijn nog een heleboel andere redenen, persoonlijk en politiek, waarom we je een hartje of een duimpje omhoog kunnen geven. Deze verschillende betekenissen zijn eigenlijk al opgepakt door een aantal platformen. Facebook en, recent ook, LinkedIn hebben daarom andere reacties dan alleen het duimpje omhoog toegevoegd als mogelijkheid bij een post. Langzaam verandert onze manier van online betrokkenheid tonen.
Aandacht voor elkaar
Of gaat het toch niet zo langzaam? En zijn we er eigenlijk al? Met de introductie van stories op Instagram en Facebook worden er helemaal geen posts geliket. Of denk aan een platform als Snapchat waar alles draait om persoonlijk foto’s en video’s met elkaar te delen en op elkaar te reageren. Bij stories is interactie juist belangrijk en de aandacht die je hebt voor elkaar. Het delen van verhalen en korte filmpjes wordt alleen maar populairder. Zelfs het businessplatform LinkedIn experimenteert daarmee. Deze betrokkenheid in die verhalen is erg hoog en kun je ook meten. Zo kun je onder andere bij je story analytics de volgende metrics zien:
Meer social media data
Likes zijn altijd een indicatie geweest voor hoe goed een post scoort op social media, maar er zijn nog meer indicatoren die aangeven dat er aandacht is voor jouw berichten. Het algoritme van de platformen bekijkt veel meer om te bepalen hoe populair jouw berichten zijn. Er wordt onder andere gekeken naar waar we scrollen. Hoe lang we een post bekijken en wat we aanklikken. De populariteit wordt bepaald door het aantal shares, comments en clicks, referral traffic, het aantal volgers, en natuurlijk hoeveel mensen je profiel en stories bekijken. Al deze data zegt veel meer dan likes alleen en je kunt het allemaal meten.
We zien dus eigenlijk dat we de iets wat oppervlakkige like voorbij groeien en dat interactie en aandacht belangrijker wordt. Misschien is het toch niet zo’n slecht plan van Instagram en Facebook om openbare data van de hartjes en duimpjes te schrappen.
De meest gedeelde content is content die voldoening geeft na het lezen ervan. De lezer (of kijker/luisteraar) moet zich nét iets slimmer of vrolijker voelen dan hij was voordat hij jouw content tot zich nam. Zo’n gevoel van voldoening is gemakkelijk te creëren: bied gewoon een antwoord of oplossing voor een bestaande vraag, die relevant is voor je publiek. Hoe maak ik appelflappen? Hoe ontstond de bankencrisis exact? Waarom zijn bananen krom? Wat is de beste tijd om te posten op social media? Door dit soort vragen niet alleen te stellen, maar ook te beantwoorden, ontstaat er een prettig gevoel bij je lezer: ‘Mooi, weet ik dat ook weer’.
Hoe komt het nu dat dit soort content met oplossingen en antwoorden beter gedeeld wordt? Dat zit zo. Je lezer krijgt niet alleen zelf voldoening bij het lezen van het stuk, maar ontvangt ook een soort beloning als hij jouw content besluit te delen. Hij bezorgt zijn volgers dan immers de oplossing én dat fijne gevoel van voldoening, wat bijdraagt aan zijn sociale waardering.
Of het nu om een webpagina, nieuwsartikel of video gaat: het design van content kan een stuk maken of breken. Dat begint al bij het moment waarop een bezoeker onbewust bepaalt of hij doorleest of afhaakt. Omdat een afhakende bezoeker niets kan delen, is design een belangrijke factor in de deelbaarheid van je content.
Daarnaast kan goed design helpen een wow-factor te creëren. Content wordt dan voornamelijk vanwege het design verder verspreid op social media. De special van NOS over depressie is een goed voorbeeld. Deze pagina werd een jaar geleden gepubliceerd, maar levert nog steeds shares op social media op.
In tijden van bubbels en cognitieve dissonantie zou je het niet verwachten, maar content die niet strookt met bestaande denkpatronen, wordt vaker gedeeld. Een klein testje. Ga eens na welk artikel je eerder zou willen lezen:
A. Begin je strategie met een duidelijk doel
B. Houd rekening met je doelgroep in jouw communicatie
C. Waarom contentmarketing onzin is
Ik ga hem nu voor je invullen, maar ik vermoed dat je op titel C zou klikken. Terwijl je nota bene in het vak van contentmarketing zit. De eerste twee titels zijn namelijk open deuren, waar de derde echt stopping power heeft. Je bent het hoogstwaarschijnlijk oneens met de auteur, maar kan het toch niet laten om even een kijkje te nemen. Je leest het stuk hoofdschuddend, raakt gefrustreerd en besluit het te delen op je social media met kritische kanttekeningen. Maar... je déélt het wel.
Misschien is bovenstaande niet de manier waarop je wilt dat jouw content gedeeld wordt. Toch kun je het concept in afgezwakte vorm prima gebruiken om op een positieve manier veel shares te krijgen. Neem een belangrijk of populair thema en bekijk het eens van een andere, minder belichte kant. Maak bijvoorbeeld een verrassende vergelijking (Hoe je betere content maakt door te kijken naar Netflix) of neem een controversieel standpunt in (Waarom marketeers schuldig zijn aan influencerfraude). Je gaat merken dat dit soort content vaker aangeklikt en gedeeld gaat worden.
Informatieve en praktische content heeft een positief effect op de deelbaarheid, zagen we bij punt 1. Maar je kunt het ook over de tegenovergestelde boeg gooien, en juist emotionele content publiceren. Emoties en gevoelens willen we namelijk van nature delen, positief en negatief. Dat is waarom je van vrienden en contacten bij uitstek emotionele content op social media aangeraden krijgt; “Wat een aangrijpend stuk, dit moet je echt even lezen”, of “Haha, check dit filmpje” zal je bekend in de oren klinken.
Daar kun je gebruik van maken in je content. Het maakt niet uit of het nu een aangrijpend filmpje, een humoristische column of een verdrietig verhaal is. Als je een emotie losmaakt bij je lezer, zal hij veel eerder geneigd zijn om je content te delen.
Het laatste punt is nogal wiedes, maar wordt toch weleens vergeten: als je wilt dat je content gedeeld wordt, vraag het gewoon. Soms kan het heel simpel zijn, zoals de veelbesproken ‘World Record Egg’, die op Instagram een wereldrecord aan likes behaalde door simpelweg te vragen een post te liken.
Wat houdt je werk als ‘Head of Influencer Marketing’ precies in?
“Bij Come Round helpen we bedrijven met marketing via influencers. Anders gezegd: we laten merken niet zelf vertellen hoe goed ze zijn, maar we proberen personen (die bijna per definitie invloedrijker zijn) dat te laten doen.
Mijn werk bestaat voor een groot deel uit strategie- en conceptontwikkeling. Als een klant zich bij ons meldt, dan vraag ik hun eerst een briefing-formulier in te vullen. Aan de hand van die briefing ga ik aan de slag. Wat is het doel? Hoe ziet het publiek van het merk eruit? Vervolgens werk ik een concept uit, en zoek ik geschikte influencers die we binnen dat concept willen gebruiken. Voor merken met een klein budget werken we met standaardprogramma’s die we vrij gemakkelijk kunnen invullen. Als een merk zelf al een specifiek doel voor ogen heeft, gaan we aan de slag met maatwerk.
Zo hebben we afgelopen zomer rond Tomorrowland, het populaire dance-festival in België, een speciale campagne voor Mazda opgezet. We nodigden voor Mazda relevante Europese contentmakers (voornamelijk vloggers), uit voor een unieke VIP-beleving. Daar hoorde natuurlijk ook een ritje in een Mazda bij. Die campagne leverde echt heel goede resultaten op. Niet alleen omdat de enthousiaste berichten van de influencers oprecht en geloofwaardig waren, maar ook omdat ze helemaal pasten bij de gewenste associaties van het automerk.
Veel van mijn werk gaat overigens ook zitten in de wat minder sexy maar des te belangrijkere onderdelen van het vak. Onderzoeken, meten en rapporteren zijn essentieel in een vakgebied dat zich nog moet bewijzen.”
Bewezen of niet, influencer marketing is enorm gegroeid in de laatste jaren. Hoe verklaar je die gestegen belangstelling?
“Om daar iets over te kunnen zeggen, zal ik eerst uitleggen wat ik versta onder influencer advertising: reclame via personen op social media. Dat fenomeen is wat veel mensen bedoelen als ze het hebben over influencer marketing. Influencer advertising is vooral gegroeid doordat het gebruik van social media steeds verder is gestegen, en dat van televisie en radio is gedaald.
Want social media zijn wezenlijk anders dan televisie. Mensen volgen op social media vooral personen, in plaats van The Voice of Holland of sportwedstrijden. En dat is waar influencer advertising op inhaakt: reclame vanuit een persoon. Een YouTuber met een miljoenenbereik die staat te vertellen dat hij geweldige make-up heeft gekregen, is dus eigenlijk gewoon een vervanger van een reclameblok tijdens Goede Tijden Slechte Tijden.
In beide gevallen gaat het om grote budgetten en een groot bereik, zodat je snelle klappen kunt maken voor je naamsbekendheid.”
"Ik moet de eerste persoon nog ontmoeten die voor de lol reclames kijkt."
Maar waarom zou je specifiek via influencers reclame maken als je ook reguliere advertenties op een social platform kunt plaatsen?
“Vergeleken met televisiereclame heeft een advertentie op social media natuurlijk al veel voordelen. Laatst was ik in Nederland en zag ik een hele rits tv-reclames van Coop, terwijl er in mijn buurt helemaal geen Coop zit. Ik ben voor die supermarkt dus ruis. Irrelevant en duur. Op social media zal zoiets niet gauw gebeuren, omdat je heel specifiek en geografisch kunt aangeven welke mensen je wel en niet wilt bereiken.
Maar hoe specifiek je jouw advertentie ook maakt, een reclame staat niet per definitie gelijk aan attentiewaarde en relevantie. En dat is het grote verschil tussen social advertising en influencer advertising. Mensen kiezen er namelijk voor om de posts van celebrity X of Y te volgen, terwijl ik de eerste persoon nog moet ontmoeten die voor de lol reclames kijkt. Als jouw favoriete beroemdheid een filmpje op zijn Instagram-account plaatst, ga je dat kijken. Dat is bij reclames vrijwel nooit het geval.
Een bijkomend voordeel van influencer advertising is het enorme keuzeaanbod voor bedrijven. Vroeger had je een beperkt aantal televisieprogramma’s en moest je met je reclames aanhaken bij de meest bekeken programma’s die voor jouw merk relevant waren. Op social media zijn er veel méér niche-kanalen te vinden. Waar je dus vroeger als ski-handschoenenmerk bijvoorbeeld reclame maakte tijdens RTL Travel, doe je dat nu veel specifieker via het Instagram-account van een bekende snowboarder.”
"Wat de meeste mensen verstaan onder influencer marketing, is helemaal geen influencer marketing."
En wat is het verschil tussen influencer advertising en influencer marketing dan precies?
“Het is een onderscheid dat ik meestal maak om duidelijk te maken dat wat de meeste mensen verstaan onder influencer marketing, helemaal geen influencer marketing is. Ik ben zelf geen fan van influencer advertising alléén. Het is snel scoren, maar er zit geen oprechte interactie of merkbetrokkenheid in. Op lange termijn levert een strategie die zich puur richt op advertising dus amper iets op.
Influencer marketing gaat veel verder dan een eenmalige betaling om maar zoveel mogelijk mensen te bereiken. Het gaat in mijn ogen om het aanwenden van álle vormen van invloed. Ook de vriend die een bakker bij je aanraadt omdat hij het brood daar zo lekker vindt. Of de collega die een telecomprovider aanraadt vanwege de vriendelijke klantenservice. Het gunstige daarvan? Dit zijn merkambassadeurs die je volledig zelf kunt creëren, zonder ze vet te betalen. Een glimlach en een gratis extra croissantje kunnen al genoeg zijn om positieve word-of-mouth te laten rondgaan. Jouw klanten hebben immers ook familie, vrienden en collega’s aan wie ze aanbevelingen doen. De marketingtruc zit hem in het vinden, benaderen en overtuigen van dit soort ambassadeurs. Hen stimuleren om aan anderen te gaan vertellen hoe enthousiast ze zijn over jouw merk. Vervolgens die mensen enthousiasmeren om het in hun kring verder te vertellen, en zo gaat het balletje rollen.
Daarom is een social media monitoring tool veel nuttiger voor influencer marketing dan veel mensen denken. Je kunt via monitoring namelijk heel goed invloedrijke mensen vinden die positief over je praten, en het aantal enthousiaste klanten door middel van goede webcare en community management verhogen.
Het gaat misschien tegen je gevoel in, maar veel bedrijven in de B2B-sector zijn al verder met influencer marketing dan bedrijven in B2C. De B2B-industrie zoekt namelijk al sinds de jaren 90 intensief de samenwerking met ambassadeurs, fans en experts. Social proof – ‘het zal wel goed zijn, want X gebruikt het ook’ – is daar een enorm belangrijke factor. Dat komt omdat de meeste niche-bedrijven in B2B altijd al problemen hebben gehad met het traditionele adverteren, vanwege de grote hoeveelheid ruis. Hun producten zijn vaak zo specifiek dat je er niet even een tv-reclame op RTL4 voor uitzendt.”
"Niet B2C, maar B2B neemt het voortouw in influencer marketing."
Wat vind je zelf eigenlijk van de explosieve groei die influencer marketing de laatste jaren doormaakt?
“Daar heb ik op z’n zachtst gezegd een dubbel gevoel bij. Aan de ene kant is het voor onze business natuurlijk heel fijn dat het vakgebied nu ‘hot’ is bij marketeers. Maar influencer marketing kent ook de wat minder fijne groeistuipen. Zoals we eerder zagen bij de explosieve groei van social media, zijn er nu ook in influencer marketing veel zelfbenoemde experts zonder echte kennis van het vak. Een slechte zaak, want veel merken raken daardoor hun vertrouwen kwijt in de potentie van influencer marketing.
Een ander probleem is dat veel bureaus hun succes in influencer marketing nog steeds puur meten op basis van bereik, en dat is ook het argument waarmee campagnes worden verkocht. Het wordt dan alsnog een ordinair wedstrijdje oogballen tellen, dus. Of ze met die campagnes ook de juiste doelgroep bereiken, wat die doelgroep precies vindt van de boodschap? Vragen die in vrijwel iedere marketingdiscipline eenvoudig worden beantwoord, maar in influencer marketing schort het er vaak aan.
Het gevolg daarvan is dat bereik gemakshalve gelijk wordt gesteld aan invloed, terwijl ze niets met elkaar te maken hebben. In theorie kan een Instagrammer met een miljoen volgers een verwaarloosbare invloed hebben, terwijl de organisator van een boekenclubje van hooguit 10 mensen als dé autoriteit wordt gezien voor boekentips. Ik kan het niet genoeg benadrukken: bereik is nog geen invloed. En dat laatste is toch echt waar we in influencer marketing met z’n allen naar op zoek zijn.”
"Er zijn heel veel zelfverklaarde 'influencers' die volgend jaar hun inkomsten gaan kwijtraken."
Wat zijn dan wel goede doelstellingen en KPI’s, als bereik niet genoeg is?
“Bij Come Round proberen we vooral de balans te zoeken tussen bereik en bijvoorbeeld interactie/engagement. Maar we kijken ook verder dan onze neus lang is. Wat zegt het dat 10% van de volgers van een bepaald account, een post aangeklikt of geliked heeft? Als dit een publiek is dat voor het merk niet relevant zijn, heb je alsnog je doel niet behaald.
Daarom zijn we steeds kritischer op data: wat is nu het daadwerkelijke bereik? Welk type publiek bereikt een bepaalde influencer? En wie zijn precies de mensen die de interactie aangaan? Verder werken we ook met enquêtes en social media monitoring om op metrics te focussen die verder gaan dan bereik en engagement. Wat is bijvoorbeeld de social buzz rond een campagne? Wat vinden mensen ervan? Zijn de merkassociaties verschoven in de richting die we voor ogen hadden? Dat soort dingen willen onze klanten natuurlijk ook weten.
Op deze manier zijn we er zelf achter gekomen dat veel online influencers van wie we dachten dat ze relevant zijn, toch niet de juiste doelgroep kunnen overtuigen. Er zijn bovendien steeds meer mensen die de fake accounts met gekochte volgers beginnen te herkennen. Je kunt dus wel stellen dat daarin dus echt een shake-up aan de gang is. Er zijn heel veel zelfverklaarde ‘influencers’ van wie ik verwacht dat ze hun inkomsten komend jaar gaan kwijtraken.”
Wat zou je bedrijven aanraden die een beperkt budget hebben, maar toch iets met influencer marketing willen?
“Alles hangt af van je doelstelling. Je kunt zelfs met een heel beperkt budget een effectief influencer marketing programma opstellen. Maar in de basis zou ik iedereen aanraden: zorg voor bereik in alle lagen van invloed. Dat klinkt nu vaag, maar ik zal het illustreren met een voorbeeld. Als we nu eens teruggrijpen op die bakkerij. Laten we zeggen, eentje met weinig naamsbekendheid in de buurt.
Je kunt dan als onderdeel van je influencer-campagne vragen aan een lokale bekendheid of hij, eventueel tegen een kleine betaling, een fotootje op zijn social media wil plaatsen van een bezoekje aan jouw winkel. Maar denk er ook aan om af en toe zomaar een broodje weg te geven en focus volledig op klantvriendelijkheid: offline én online. Een glimlach achter de toonbank en een vriendelijk antwoord als er online een vraag gesteld wordt.
Dan heb je in het klein opgezet wat ik zie als de ideale, complete influencer-campagne. Bekijk zoiets eens vanuit het perspectief van een gebruiker. Je bent je aan het voorbereiden op je wintersportvakantie en opent een app op je smartphone. Je ziet dat een vriend ski-handschoenen heeft gekregen en daar trots mee poseert. Even later zie je een filmpje met je favoriete snowboarder die precies dezelfde handschoenen draagt. En om af te sluiten krijg je later tijdens een borrel van een andere vriend te horen dat hij die ski-handschoenen ook heeft gekocht, en dat hij toen ze kapotgingen zonder problemen een nieuw paar kreeg.
De praktijk leert dat maar heel weinig merken hun influencer-campagnes zó verfijnd hebben dat ze al in dit stadium beland zijn. De interesse is er wel, maar de know-how ontbreekt. En ik vind dat wij als influencer marketeers hen daar ook onvoldoende bij helpen. Daarom denk ik dat 2018 het jaar wordt van kennisontwikkeling. Ons vakgebied moet haar niveau echt flink opschroeven om het vertrouwen van organisaties te verdienen. Het alternatief is namelijk dat influencer marketing een hype blijkt die als een nachtkaars uitgaat. En dat zou eeuwig zonde zijn.”
Het is niet de eerste keer dat de Big Tasty er even tussenuit knijpt. In 2011 werd hij ook al eens halverwege het jaar doorgekrast op de menukaart. McDonald’s koos er toen voor om dat niet aan de grote klok te hangen. Mensen kwamen er daardoor langzaam maar zeker zelf achter, en werden bij het bestellen negatief verrast: de Big Tasty pronkte niet meer tussen de Big Mac en McChicken. Dat leverde op social media toen langdurige buzz op, met vooral negatief sentiment (24% negatief versus 12% positief):
Waarschijnlijk koos McDonald’s er mede daarom voor om de tijdelijke exit van de burger ditmaal anders aan te pakken. Het bedrijf maakte het slechte nieuws zelf wereldkundig via social media. Verpakt in een knipoog, waarmee McDonald’s zelf invloed kreeg op de tone-of-voice van de discussie:
De fastfoodketen had haar publiek goed ingeschat, want de post bleek hetzelfde soort reacties uit te lokken:
Als het de strategie van McDonald’s was om een lange discussie en overwegend negatief sentiment te vermijden, dan zijn ze daarin geslaagd. Onze sentimentsanalyse laat zien dat er vorige week zelfs iets meer positieve dan negatieve berichten verschenen rond het ‘tot ziens’ van Big Tasty:
Dan de brandende vraag: waarom besluit McDonald’s in vredesnaam om zo’n populaire burger op vakantie te sturen? Dat blijft gissen, maar wij denken dat we een deel van het antwoord hieronder terugvinden in Coosto. Het gejuich om de terugkeer van de Big Tasty in april 2012 was vele malen groter dan het verdriet om het vertrek.
Je weet immers pas wat je hebt, als het er niet meer is, toch?
Of mensen nu geloofden dat de serie er echt aankwam, of ervan overtuigd waren dat het een door fans gemaakte video betrof: er werd over gepraat. Er werd véél over gepraat. Analyse in Coosto leert dat de discussie rond Westeros meer dan 10 miljoen mensen bereikte. Toegegeven, niet iedere marketing- of communicatieprofessional heeft de redactie en het budget tot zijn beschikking om dergelijke professionele video’s te maken. Maar ook op kleinere schaal zijn er wel degelijk dingen die we kunnen leren van de viralmachine die Arjen Lubach heet:
1. Kennis over je publiek is het startpunt
In de kern zijn de virals van Lubach extreem goed gelukte inhakers. Een inhaker is een manier om als bedrijf of merk in te spelen op een al bestaande discussie. Zo’n inhaker begint bij kennis van onderwerpen die voor je publiek relevant zijn. Omdat het potentiële publiek van Zondag met Lubach zeer breed en groot is, is het logisch dat het programma telkens kiest voor actualiteiten die een groot deel van Nederland bezighouden: de verkiezingen in de VS, de verkiezingen in Nederland en nu dus Game of Thrones.
Waarschijnlijk heeft jouw organisatie een wat specifiekere doelgroep. Ook dan kunnen inhakers op een goedkope manier bereik opleveren. Is jouw specifieke doelgroep bijvoorbeeld begaan met een bepaald evenement? Hebben de mensen binnen je doelgroep gemeenschappelijke interesses? Probeer er op een originele manier op in te haken. Via social media monitoring tools kun je die interesses achterhalen. Vind wie er praat over jouw merk en onderzoek wat hen nog meer bezighoudt.
{"preview_thumbnail":"https://www.coosto.com/sites/default/files/styles/video_embed_wysiwyg_preview/public/video_thumbnails/JPVIJlKfAOs.jpg?itok=h59LjUm2","video_url":"https://www.youtube.com/watch?v=JPVIJlKfAOs","settings":{"responsive":1,"width":"854","height":"480","autoplay":0},"settings_summary":["Embedded Video (Responsive)."]}
2. Timing is de sleutel
Weten wat je publiek bezighoudt is een goede eerste stap, maar zonder timing is je inhaker bij voorbaat waardeloos. De video van ‘Netherlands second’ was spot-on, maar ik kan je op een briefje geven dat hij niets had opgeleverd als hij op dit moment was uitgezonden. Soms is de timing heel gemakkelijk te bepalen. Sommige feestdagen of evenementen kun je namelijk al van verre zien aankomen. Denk aan Koningsdag, de Nijmeegse Vierdaagse of Carnaval.
Maar meestal ligt het wat gecompliceerder dan dat. Neem dit voorbeeld van Lubach en Game of Thrones. Game of Thrones is een tv-serie die draait vanaf 2011 en al 7 seizoenen kent. De online buzz rond de show fluctueert sterk, en als je besluit erop in te haken is het essentieel om het verloop van het gesprek in kaart te brengen, zodat je pieken kunt voorspellen. Lubach koos ervoor om zijn video een dag na de laatste aflevering te publiceren (29 augustus). Die keuze heeft uitstekend gewerkt. Hoewel de data uit Coosto laat zien dat Game of Thrones rond de eerste aflevering van het seizoen (17 juli) een nog hotter topic was, zou die timing niet goed hebben aangesloten op het nieuwe seizoen van Zondag met Lubach. Het was voor de redactie zaak om het snijpunt te vinden tussen product (eerste aflevering Zondag met Lubach) en pieken in het online gesprek (Game of Thrones in dit geval). Dat hebben ze feilloos gedaan als je het mij vraagt.
3. Influencers zijn de motor van je viral
Een video is pas een viral video als hij veel wordt gedeeld. Betekent dat dat je rustig op je stoel kunt zitten wachten op de eerste ‘shares’ en ‘likes’? Absoluut niet. Hopen dat je video toevallig wordt opgepikt door iemand met een groot bereik en veel invloed, levert je doorgaans niet veel op. Dat lijkt de redactie van Zondag met Lubach ook te hebben begrepen. Slechts een paar uur na de upload op YouTube werd de video gedeeld door Blendle-oprichter Alexander Klöpping en Jan Böhmermann, een comedian die in Duitsland een soortgelijk programma als Zondag met Lubach presenteert.
WESTEROS THE SERIES - YouTube. Is dit echt? https://t.co/bQLtBr0wWD
— Alexander Klöpping (@AlexanderNL) 29 augustus 2017
Zij hebben zich in het afgelopen jaar al vaker positief uitgelaten over Zondag met Lubach en ze hebben een indrukwekkend aantal volgers. Kortom: het zijn belangrijke influencers voor Zondag met Lubach. Of de redactie hen daadwerkelijk heeft benaderd om de online buzz rond de video aan te wakkeren laat zich raden, maar het zou een goede en logische zet zijn geweest.
Ook dit kun je zelf op kleinere schaal aanpakken. Weet je wie er praat over je merk of bedrijf? Zorg dat je daar achter komt, en ga vervolgens na wie van hen een groot bereik heeft en wie veel invloed heeft op jouw publiek. Werk aan een duurzame band met deze influencers, zodat je hen zonder schroom kunt benaderen als je een keer een scoop of exclusieve content te bieden hebt.
Ik kan je niet beloven dat je inhakers de successen van Arjen Lubach gaan evenaren, maar door ze al in de voorbereidende fase professioneel uit te denken, kun je ook op jouw schaal mooie resultaten boeken. En wie weet, misschien kun jij je binnenkort ook met recht een viralmachine noemen.
Grote verschillen in groei aantal Twittervolgers
De cijfers zijn duidelijk. De 30 grootste Nederlandse merken op Twitter zagen hun volgers in het afgelopen jaar gemiddeld met slechts 1,9% stijgen (1 januari - 8 december). Veel van de wat kleinere merken verloren zelfs een deel van hun publiek. Dat is een enorm contrast in vergelijking met Netflix en Bol.com, die hun fanbase spectaculair lieten groeien met respectievelijk 16% en 26%.
De vraag blijft echter: hoe dan? Wat doen zij anders dan alle andere merken die hun prestaties alleen maar verder achteruit zien gaan?
Niet méér content publiceren
Het antwoord zit hoogstwaarschijnlijk niet in méér posten. De top 30 plaatste in het afgelopen jaar 0,9 tweets per dag, en zowel Bol als Netflix wijken daar niet extreem van af, met gemiddeld 1 en 2,1 tweets per dag. En hoewel de kwaliteit van de tweets zonder twijfel een belangrijke bijdrage levert aan het succes van deze merken, ligt ook daar niet het grootste deel van de verklaring.
Conversational marketing
Die verklaring vinden we namelijk in de manier waarop er wordt omgegaan met reacties op social media.
Wat we veel zien op social media (en waar we onszelf ook nog weleens schuldig aan maken), is dat er een post wordt geplaatst, en dat men vervolgens rustig achteroverleunend wacht op likes, clicks en andere conversies. Reacties komen er nauwelijks, en áls ze al komen, worden ze voor kennisgeving aangenomen. De traditionele manier van social media marketing, zeg maar.
Netflix en Bol.com pakken dat compleet anders aan. Hun strategie is juist overduidelijk gericht op interactie in plaats van directe conversie. Met taalgebruik dat past bij het platform dagen ze mensen uit te reageren en gaan ze met lef het gesprek aan. Conversational marketing, om het in een hippe term te vangen.
Geen twijfel over mogelijk: jij moet Atypical kijken.
— Netflix NL (@NetflixNL) December 6, 2019
Het geheim zit in de reacties
De truc van conversational marketing zit hem niet zozeer in de oorspronkelijke tweet, als wel in de reacties erop. De marketeers bij Netflix en Bol.com maken er namelijk een echt gesprek van, en reageren volop. En dat doen ze niet één keer, maar constant, als onderscheidende strategie.
De twee merken samen reageerden dit jaar tot nu toe een duizelingwekkende 9800 keer op hun eigen tweets. En let op: we hebben het hier niet over webcare naar aanleiding van vragen of klachten. 9800 reacties. Op eigen tweets.
Het beeld dat ontstaat als we het aantal geplaatste reacties op eigen tweets in een grafiek zetten, vertoont gelijkenissen met de groei van het aantal volgers. Zou dit dan de verklaring voor het succes kunnen zijn?
Het lijkt er wel op. De grafiek met het effect van al die geplaatste reacties (lokken die reacties daadwerkelijk interactie uit?), is namelijk nagenoeg identiek aan die van de groei van Twittervolgers.
De theorie achter conversational marketing zien we hier in de praktijk: gesprekken aangaan levert meer interactie op, waardoor je aantallen volgers en fans stijgen. En hoe groter je publiek, hoe meer conversies je uiteindelijk mag verwachten. Dat kunnen clicks zijn als je er een keer voor kiest om wél een commerciële boodschap te verspreiden, maar die conversies gaan ook vaker op een compleet andere tijd of plek plaatsvinden. Puur omdat je met conversational marketing hebt gewerkt aan een aantrekkelijker merk.
Interactie is de vergeten sleutel tot succes
Ironisch genoeg is interactie natuurlijk altijd al de kern van social media geweest, ook voor (commerciële) merken. We zouden allemaal volop met conversational marketing bezig moeten zijn, en ergens weten we dat ook gewoon. Het lijkt ons alleen aan durf, kennis, overzicht en tools te ontbreken om een oprecht online gesprek met onze doelgroep op gang te krijgen en te houden.
Laat een gebrek aan overzicht of tools je niet langer tegenhouden om het gesprek met je doelgroep aan te gaan en succes op social media te boeken. Met Coosto reageer je vanuit één omgeving op alle berichten op social media.
Ik ben fan van videocontent. Je kan zo veel meer delen in een video dan in een tekstuele bijdrage en de creativiteit is eindeloos. En ik ben zeker niet enige die gelooft in de kracht van video: In 2020 groeit de kijktijd van video’s in een rap tempo verder en ontwikkelt het gebruik van video in (social media) marketing zich verder. Videocontent op social media is een must-have en inmiddels hoeft het maken van video’s ook niet veel meer te kosten. Met de huidige generatie smartphones schiet je de mooiste plaatjes. En deze plaatjes kun je ook gemakkelijk bewerken op je telefoon.
Voordat we daaraan beginnen: heb je meer hulp nodig met je content? Download onze gratis kit met 10 hulpmiddelen om je te helpen bij de creatie, strategie en optimalisatie van je content.
De basis zit ‘m al in je smartphone zelf. Tegenwoordig kun je met elke telefoon basisbewerkingen uitvoeren. Je kunt video’s gemakkelijk trimmen, croppen en basis effecten toevoegen. Het nadeel is dat je dan nog geen muziek kan toevoegen of filmpjes aan elkaar kunt plakken. Daarvoor heb je een andere app nodig.
Een snelle Google-search laat zien: er zijn zóveel verschillende soorten apps! Van simpel tot vergevorderde video-editing. De kosten variëren daarin net zo sterk. Vaak is een app in beginsel gratis, maar moet je al snel veel gaan betalen. Ik heb er tientallen geprobeerd en afgewogen op de volgende aspecten:
En natuurlijk zijn ze beschikbaar voor zowel Android als iOS.
Met InShot bewerk je in een mum van tijd je video. Handig: je kan kiezen uit diverse formaten, geschikt voor verschillende social media kanalen. Met een paar klikken deel je je video direct op social media of verstuur je ‘m per e-mail. Je kan het bestand ook gemakkelijk opslaan in je telefoon of andere digitale opslag, zoals Dropbox. De gratis versie heeft voldoende filters en effecten en je wordt in het gebruik daarvan niet beperkt. Een nadeel van de gratis versie is wel het watermerk. Dat verdwijnt alleen als InShot Pro aanschaft. Gelukkig is dat maar 12 euro per jaar. De gratis versie voldoet prima om de app een tijdje te testen. Daarna maak jij video’s als een pro en geloof me: dat is die 12 euro meer dan waard!
Tipje: wil je nou niet alleen razendsnel je video’s editen, maar ze ook verspreiden op de verschillende social media platformen?
Met Coosto plan, publiceer en optimaliseer je al je social media content vanuit één overzicht.
VideoShow is vergelijkbaar met InShot, maar focust zich voornamelijk op video-editing voor vloggers. Dat zie je ook direct aan hun twee meest onderscheidende functies, namelijk een GIFjes bibliotheek én de mogelijkheid tot toevoegen van ondertiteling. Dat laatste is een groot pluspunt, want dit kan bijna bij geen een mobiele editor. VideoShow is ook voor het basisgebruik gratis en je betaalt extra voor de features die jij belangrijk vindt. De kosten hiervoor starten op €2,29 per feature. De app is compatibel voor zowel iOS als Android, maar wordt wel het beste getest op Android devices.
If it looks too good to be true, it probably is…. Gaat in het geval van Quik niet op, want deze app bevat werkelijk alles wat je nodig hebt om een mooie, professionele video te maken. De app is van GoPro en hun doel is om jou als GoPro gebruiker alle mogelijkheden te geven om de mooiste herinneringen te delen. Dit doen ze goed, want de app werkt supersimpel én je hebt bijna eindeloze opties aan filters, effecten en templates. Overigens hoef je geen GoPro te hebben. Je kunt gewoon clips vanaf je smartphone toevoegen.
Quik bevat een eigen muziekbibliotheek en je hebt ook de mogelijkheid om eigen muziek toe te voegen (let wel op dat deze rechtenvrij is). Best of all: de app is gratis. Als ik dan toch één nadeel moet noemen, is het dat je geen ondertiteling kunt toevoegen. Maar je video is straks zo mooi, dat iedereen hem toch met geluid wil bekijken ;)
Dit zijn wat mij betreft de beste drie. Mocht jouw ‘parel’ er niet tussen staan: ik hoor héél graag wat volgens jou de beste app is en waarom! :)
Om maar direct met de deur in huis te vallen: het publiceren en distribueren van content is niet hetzelfde. Contentpublicatie kun je zien als de basis: je publiceert jouw content gebruikelijk op één platform, iets wat je in eigen beheer hebt. Vaak is dat jouw website, applicatie, blogpagina of kennisbank.
Een onderscheidend stuk content creëren, waarmee je een gat aanboort in jouw contentmarkt, kost doorgaans veel tijd en moeite. Een investering die zichzelf niet uitbetaalt als je jouw content geen podium geeft. Alleen het publiceren van deze goede content is namelijk niet genoeg als je wil dat je content door het grote publiek gezien wordt. Daarom moet je jouw content actief distribueren. Om dit tot een succes te brengen, is het belangrijk om eerst te begrijpen hoe verschillende soorten media zich tot elkaar verhouden. Dat is waar het welbekende PESO-model meer duidelijk in biedt. In dit model wordt media opgedeeld in 4 categorieën: Paid, Earned, Shared en Owned.
Onder ‘Owned Media’ vallen, zoals de naam al zegt, de media die volledig in jouw bezit zijn. Dat is jouw website, maar ook contentstukken van jouw hand, zoals infographics, podcasts, whitepapers, magazines en video’s. Het voordeel hiervan is dat je het beheer hiervan volledig in eigen hand hebt en dus niet afhankelijk bent van externe factoren waar je geen invloed op hebt. Maar als je alleen het stukje ‘Owned’ benut, loop je nog kansen mis op het gebied van zichtbaarheid. En dat maakt het lastig om jouw contentdoelen te behalen.
Want jouw content kan nog zo sterk, onderscheidend en waardevol zijn, als het de doelgroep niet (volledig) bereikt, levert het je weinig op. Ook jouw (SEO-proof) websitecontent kan wel een duwtje in de rug gebruiken om de welverdiende aandacht van jouw doelgroep te krijgen. Want als je alleen moet bouwen op het proactieve zoekgedrag van deze groep via zoekmachines als Google en Bing haal je niet de volledige potentie uit jouw content. Daarnaast is SEO gericht op de lange termijn; het duurt even voordat de effecten hiervan zichtbaar zijn.
Natuurlijk is het goed om evergreen content te creëren die hierop focust, want op de lange termijn blijf je hiermee relevant voor de doelgroep. Maar ook deze content kan best een duwtje in de rug gebruiken. Daarom is het zo belangrijk om niet stil te blijven staan na het publiceren van jouw content, maar om vervolgens doelgericht aan de slag te gaan met de distributie hiervan.
Tip: werk ieder onderwerp uit aan de hand van contentmapping. Zo denk je direct na over verschillende contentvormen, die je op verschillende kanalen kunt verspreiden voor een grotere distributie en dus een groter bereik.
Goed, het is tijd om verder te kijken dan alleen je owned kanalen. Door middel van content distributie zorg je ervoor dat de content ook op andere kanalen zichtbaar en vindbaar wordt. Met paid kanalen, zoals digital advertising, retargeting en advertorials kan je in korte tijd veel impact maken. Maar de naam zegt het al: het is betaald, en dus is er budget voor nodig. Natuurlijk staat hier de garantie dat jouw content doelgericht vertoond tegenover. Dat is veel waard, maar wij weten net zo goed dat dit budget nu eenmaal niet altijd voorhanden is.
Earned media is media-aandacht die verkrijgt via publiciteit, door bijvoorbeeld benoemd te worden in (online) artikelen, social media berichten of reviews. Alles wat door de media, jouw klanten of misschien zelfs influencers wordt gedeeld, valt onder deze categorie. Enerzijds een ontzettend waardevolle manier om aandacht te krijgen, die vaak gepaard gaat met een groot bereik én betrouwbaarheid, omdat het van een onafhankelijke bron afkomstig is. Anderzijds ben je hier enorm afhankelijk en heb je weinig tot geen inspraak op wat er over je gezegd (of geschreven) wordt. En dat zorgt voor onzekerheid en kan soms zelfs een risico vormen, want dat kan ook negatief uitpakken.
Dan is er nog shared media: dit is bij uitstek de meest laagdrempelige en een zeer effectieve manier om jouw content aan de (juiste) man te brengen. Shared media draait om alle sociale media kanalen waar jij als organisatie actief gebruik van maakt. Dat is niet alleen het delen van content op deze kanalen, maar ook het monitoren van deze berichten. Zeer aantrekkelijk wat betreft het kostenplaatje, aangezien je hier vaak gebruik maakt van gratis kanalen. Bovendien heb je ook hier grotendeels zelf de regie in handen en heb je dus veel controle over deze manier van content distributie.
Natuurlijk zou je in een ideale wereld de goede balans willen aanhouden in het PESO-model, waarin je de voor jou relevante mediakanalen uit alle categorieën inzet. In de praktijk is het niet altijd mogelijk om de diverse kanalen optimaal te benutten, bijvoorbeeld door een gebrek aan budget, afhankelijkheid van media of simpelweg omdat je niet genoeg mankracht hebt binnen jouw organisatie om dit te realiseren. En daarom is het handig om te kiezen voor de weg met de minste obstakels en de grootste voordelen op korte termijn.
De makkelijkste en meest laagdrempelige mogelijkheid tot content distributie is via social media. Ook hier kun je beter niet op één paard wedden. Leg je jouw focus op één social media kanaal, dan is de kans alsnog groot dat je een aanzienlijk deel van je doelgroep mist. Te veel kanalen inzetten is echter ook niet ideaal: dan loop je niet het risico dat je de kanalen niet optimaal inzet, omdat je je niet volledig kunt verdiepen in de juiste etiquette en tone-of-voice, evenals het monitoren van deze kanalen. In dit geval geldt: overdaad schaadt.
Het is dan ook beter om te focussen op 3 à 4 social media kanalen. Zo spreid je je kansen en kun je de doelgroep via meerdere wegen bereiken. In jouw contentstrategie heb je als het goed is al een doelgroepbeschrijving opgenomen, en op basis hiervan bepaald welke social media kanalen jij het beste kunt inzetten om deze doelgroep te bereiken.
Tijd om aan de slag te gaan met de verspreiding van jouw content. Een contentplanning is hierbij onmisbaar. Hiermee creëer je overzicht en kijk je alvast vooruit: wanneer ga je welke content delen? Met een contentkalender maak je het jezelf extra makkelijk: hierin vul je gemakkelijk in wanneer je welke content gaat verspreiden. Natuurlijk kan je zelf een contentkalender in elkaar knutselen, maar waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Met onze interactieve contentkalender hoef je alleen nog maar te plannen wanneer je welke content deelt.
‘Bedrijven moeten vooral de focus leggen op het social zijn in plaats van het social doen’, dat is voor mij dé takeaway van #SocialToday17 afgelopen dinsdag. Met mijn blik gericht op hoe je een social media strategie echt laat leven, deel ik graag mijn takeaways van deze dag.
Een social transformatie begint met een digitale transformatie. Een proces dat je niet zomaar begint en vooral een proces van vallen en opstaan, waar veel anderen je al in voorgingen. Eerst kijken naar de overkoepelende strategie in plaats van enkel social media is cruciaal. Je social media strategie is een uitwerking van je missie, visie en strategie. Iets wat de sprekers op SocialToday massaal ondersteunen. Ik deel graag 3 learnings waarmee jou dat ook gaat lukken.
1. De organisatie first
IKEA gooide met de nieuwe merkpositionering ‘Aandacht maakt alles mooier’ twee jaar geleden het roer om. Tijdens SocialToday sprak Frederike den Ottelander, socialmediamanager bij IKEA Nederland, vol passie over deze transformatie. Hoe zorg je ervoor dat alle neuzen dezelfde kant op staan? Welke fases doorloop je om dit voor elkaar te krijgen en hoe vertaalt dit zich op social media? Volgens Den Ottelander begint het met het kijken naar de interne organisatie. Wat houden je nieuwe positionering, missie, visie nu concreet in en ga je als bedrijf hier voor de volle 100% voor?
Hoe vertaal je het voorbeeld van IKEA, ‘Aandacht maakt alles mooier’, concreet naar jezelf, naar je product of dienst maar vooral ook naar je doelgroep? Aandacht uit zich namelijk in IKEA’s geval niet alleen in hoe het bedrijf producten maakt en aan de man brengt, maar ook in het benaderen van doelgroepen en de opstelling in de wereld. Een vertaling kan onder andere zijn dat je een andere advertising-strategie opstelt en de focus niet op bereik, maar juist op het creëren van engagement legt.
Danny Oosterveer van Burgers’ Zoo ondersteunt het verhaal van Frederike. Hij start met het vertalen van normen, waarden, missie en visie naar een belofte en uit die belofte vervolgens onder andere op social media.
Deze boodschap brengt elke spreker! Zo ook @DannyOosterveer ��#socialtoday17 pic.twitter.com/JTDuvNc6Vl
— Kirsten Jassies (@KirstenJassies) 14 februari 2017
Een van de meest krachtige quotes gehoord op SocialToday. Na het in kaart brengen van je strategie en waar je als bedrijf werkelijk voor staat, ontstaat als het goed is het volgende besef:
"Eigenlijk hadden we hier al bekend om moeten staan – Frederike den Ottelander, IKEA Nederland"
Het feit dat intern mensen dit zeggen, betekent dat alle neuzen in de juiste richting gaan staan. Dat hoeft niet direct na je strategische sessies te gebeuren, maar is vaak het gevolg van een lang proces van vallen en opstaan. “Pak daarom je tijd”, vertelt Frederike. “Verwacht tegenslagen. Als je intern echt gelooft in waar je voor staat, dan is dat alle tegenslagen waard.” Mocht je nu nog niet klaar zijn voor deze transformatie? Start dan met tekenen, beschrijven en dromen. Stine Påskesen van Nordisk Film Biografer gaf op SocialToday aan dat het in kaart brengen van je dromen helpt bij het ernaartoe werken, ook al heb je nu niet de mogelijkheden om te doen waar je in droomt. Je doelgroep zal merken dat jij je dromen in kaart hebt.
2. Hoe gaan we dit vertellen?
Na weten waar je voor staat, is het vervolgens taak om te kijken hoe je dit naar de buitenwereld gaat uiten. Hoe verwerk je de missie, visie en strategie om ze over te brengen naar anderen? Welke kanalen zet je in? Wat vertel je, aan wie en waarom? Stel je verhaal centraal, zoals Bart van Olphen (Fish Tales) zei: “Producten zijn een logisch gevolg van je verhaal.” En dat geldt ook voor je uitingen naar de buitenwereld.
Bart van Olphen van @fishtalestweets: "Het moet gaan over een verhaal vertellen, niet over een product verkopen." #socialtoday17 pic.twitter.com/R4SjsQJxL5
— Diana Groot (@dianagroot90) 14 februari 2017
Anders Lunde van het Deense marketingbureau Pravda schetste in zijn presentatie het ‘Content marketing wheel’, waarin de spaken fases uitbeelden. Dit start bij het kijken naar de problemen en doelen van je persona’s (de weergaven van je doelgroep). Na het in kaart hebben van wat je wil vertellen, kijk je naar hoe ze dit willen hebben (het format) en via welke kanalen ze dit willen hebben. Pas dit toe op je social strategie. Kijk naar de boodschap en verwerk die in het format dat de doelgroep wil zien, op de kanalen die ze willen zien. Blijf altijd denken aan het volgende: wat heeft onze doelgroep hieraan? Social media zijn verschillende kanalen met verschillende doelstellingen. Zo zet IKEA social media in om wat op tv is geweest is door te vertalen.
3. Wat vindt de doelgroep?
Het is belangrijk om niet enkel de interne waarheid te volgen. Wat je intern denkt dat de doelgroep interessant vindt, hoeft immers niet de waarheid te zijn. Test of datgene wat jij denkt dat de doelgroep waardevol vindt ook echt zo ervaren wordt. En meet het effect van al je uitingen.
"Zolang we blijven meten en we weten wat we willen vertellen dan komen we vooruit – Frederike den Ottelander, IKEA Nederland"
Dit meten kan zo simpel zijn als vragen wat je doelgroep leuk vindt. Gedurende de hele dag pleitten alle sprekers voor openheid. Stel je doelgroep de vraag: wat vind je wel of niet leuk? En wat houdt je echt bezig?
Stel daarnaast vooral ook data centraal. De huidige tijd geeft ons ontzettend veel mogelijkheden om het effect van ons werk te meten. Onder andere HEMA, Nordisk, IKEA en Revolt geven aan data centraal te stellen. Ga enerzijds in gesprek met mensen middels bijvoorbeeld een panel, het stellen van vragen via owned media en kijk daarnaast ook vooral naar het grotere plaatje. Onder andere Google-data en social media data bieden ontzettend veel mogelijkheden om onder andere het huidige sentiment, trends en populaire onderwerpen in kaart te brengen. Zo zie jij direct wat wel of niet in de smaak valt en waar je op kunt inhaken.
Goede quote! Haal die Rembrandt in je naar boven ;) #smm #SocialToday17 #socialdata pic.twitter.com/k2sSUzjdQl
— Coosto Nederland (@CoostoNL) 14 februari 2017
VolgensGus Murrayvan Revolt geeft data je ontzettend veel mogelijkheden om creatief te zijn. Gebruik daarom deze data zoals Rembrandt zijn verf en kwasten gebruikte.
"In our work the hero is creativity but we insist on it being informed, validated and scaled using data – Gus Murray, Revolt"
Kortom: het centraal stellen van de ‘why’ loont. Kijk eerst kritisch naar waarom je doet wat je doet, voordat je kijkt naar hoe je dit gaat uitvoeren en wat voor middelen daarvoor nodig zijn. Kijk hierbij goed naar de volgende zaken.
- Start with the why
Wat drijft jou en je collega’s echt en waarom ben je er als organisatie? Het in kaart krijgen van deze zaken is dé start van jouw social media strategie.
- Vertaal je why
Weet wat je doelgroep echt belangrijk vindt. Wat zijn de doelen die ze hebben, wat frustreert ze en wat vinden zij echt belangrijk? Door dit te matchen met de eigen why vind je iets waar je vol overtuiging de doelgroep mee kunt bereiken.
- Kijk naar de strategie en kanalen
Als je weet wat je wil communiceren, aan wie en om welke reden, is het vervolgens belangrijk om te kijken naar de beste kanalen hiervoor. Zo ook voor de verschillende social media kanalen. Elk kanaal heeft zijn eigen sterktes en zwaktes waardoor het maken van keuzes belangrijk is.
- Start met meten en stop er nooit mee
Het is belangrijk om niet enkel te sturen op de interne waarheid. Start daarom met het meten van je eigen acties. Test wat je wilt doen bij de doelgroep zelf en kijk naar belangrijke bronnen van data zoals social media data.
In tegenstelling tot wat je in eerste instantie misschien zou denken, hebben de meest succesvolle mensen in het bedrijfsleven (en eigenlijk in elk vakgebied) één ding met elkaar gemeen: het zijn geen generalisten. Ze zijn uniek in wat ze doen of verkopen en hebben heldere keuzes gemaakt met betrekking tot waar ze zich op willen focussen.
En daar zou je van moeten leren in je social media strategie. Er zijn veel social mediakanalen, en als het gaat om techniek zijn ze al erg verschillend, maar de verschillen gaan verder dan functies en het aantal gebruikers. De verschillen liggen o.a. in tone-of-voice en populariteit bij een bepaalde doelgroep. En juist in al die verschillen liggen keuzemogelijkheden voor de profilering van jouw merk of organisatie. Maar hoe bepaal je nou waar je jouw aandacht op moet vestigen?
Eerst toch even alle opties onder elkaar, waar staat elk medium voor? We lichten de meest gebruikte sociale media in Nederland toe.
WhatsApp
Met 11,9 miljoen gebruikers is Whatsapp het meest gebruikte sociale medium (als je WhatsApp schaart onder social media) in Nederland. WhatsApp is een ideaal kanaal om met je klant in gesprek te blijven, snel en op een laagdrempelige manier vragen te beantwoorden en daarmee je klanttevredenheid te verhogen.
Facebook
Volgens het Nationale Social Media Onderzoek 2019 van Newcom maken nog steeds 10,1 miljoen Nederlanders gebruik van Facebook. Het gebruik is voornamelijk hoog bij volwassenen tussen de 23 en 57 jaar. Daar ligt dus een diverse doelgroep en een potentieel groot bereik. Facebook is met zijn bereik en brede publiek ideaal voor community-building. Helaas heeft Facebook wel veel aangepast in het algoritme, en heeft onder andere het bereik van gedeelde berichten drastisch verminderd vanwege de overvloed aan content en de focus van Facebook op advertentiefuncties. Maar door consequent te posten en de interactie op te zoeken kun je nog steeds jouw doelgroep bereiken. Bijvoorbeeld met evenementen en video’s.
YouTube
YouTube is nog steeds het hoofdkanaal als het gaat om video’s. Acht op de tien Nederlanders maakt wel eens gebruik van YouTube. Het platform trekt doelgroepen aan van alle leeftijden. Muziekvideo’s worden over het algemeen het meest bekeken. Bij jongeren zijn vlogs steeds populairder.
Instagram
Instagram is booming! Met 4,9 miljoen gebruikers en een constante groei is Instagram favoriet bij voornamelijk jongeren (14 – 22 jarigen). Het platform is gericht op visuals, zoals afbeeldingen en video's. Voor lifestyle merken gericht op eten, fitness, reizen, mode of bedrijven die een verhaal willen vertellen, is Instagram een goede match.
LinkedIn
LinkedIn is het online netwerkplatform. Focus op LinkedIn als je je netwerk wilt uitbreiden. Voor B2B-marketing ben je hier aan het goede adres. Het platform is geweldig als je thought leadership wilt ontwikkelen, kennis of bedrijfsnieuws wilt delen. Het platform wordt intensief gebruikt door Millenials. 44% van de 23 tot 37 jarigen is actief op LinkedIn.
X
X definieert zichzelf als een realtime nieuwsnetwerk. In tegenstelling tot Facebook, tonen onderzoeken aan dat berichten met afbeeldingen veel beter presteren dan videoposts. De X-tijdlijn werkt snel doordat het korte berichten zijn die inspelen op het nieuws en trending topics. Dit is de beste plek om gesprekken te voeren met je doelgroep en je klanten. Veel merken gebruiken het om vragen, opmerkingen en klachten op te vangen en te beantwoorden.
Nu je dit weet; hoe kies je dan het beste kanaal? Door na te denken over de volgende drie elementen en daar scherpe keuzes in te maken, heb je wat ons betreft een goede basis.
We kunnen het niet vaak genoeg vragen. Wat wil je met social media bereiken? Wil je een hogere naamsbekendheid? Of wil je werken aan het verbeteren van de reputatie van je organisatie? Misschien wil je social media gebruiken om snel te kunnen reageren op vragen van je klanten en daarmee bouwen aan een (nog) hogere je klanttevredenheid? Of is je doel juist om meer conversies halen uit social media? Denk dan bijvoorbeeld aan meer websiteverkeer of zelfs omzet uit social media.
Kies dus eerst waar je je op wilt focussen, want dat bepaalt bijvoorbeeld welke functionaliteiten een kanaal moet hebben om voor jou geschikt te zijn.
Op wie richt je jouw product of dienst? Wat voor type mens is het? Alleen al de leeftijdscategorie maakt uit voor de voorkeur in social media kanalen. Hoe meer je weet over je doelgroep, hoe gerichter je jouw kanalen daarop kunt afstemmen. Om een compleet plaatje te krijgen van jouw ideale klant kun je een buyer persona schrijven. In dit whitepaper leggen we uit hoe je dat doet.
En dan bedoelen we natuurlijk online, op social media. Van welke kanalen maken zij gebruik? Waar wordt er over jouw merk, jouw organisatie of product gesproken? Maar kijk ook eens bij de concurrenten. Van welke kanalen maken hun klanten gebruik? Je kunt dit soort metingen heel gemakkelijk doen met een social media tool, zoals Coosto Listen. In onderstaand voorbeeld hebben we dat uitgezocht voor het modemerk Loavies. Op welke kanalen wordt er voornamelijk over dit merk gesproken?
Hier zie je dat Loavies het meest besproken wordt op YouTube, Facebook en X. Dit zegt iets over hun klanten. En als je dan kijkt wáár je klanten zich bevinden. Dan kun je ook zien wie er over je spreekt. Heb je trouwe volgers? Wellicht vloggers of bloggers? In het geval van Loavies zie je dat de meeste berichten door vrouwen worden geschreven. Deze gegevens kun je allemaal overwegen in het maken van je beslissing. Luister dus naar wat je publiek zegt. Zowel de positieve als de eventuele kritische verhalen, en neem deel aan het gesprek!
Je hebt nu je doel helder, je hebt gekeken naar je doelgroep, en je hebt geluisterd naar hoe en waar er al over je gesproken wordt. Nu is het zaak om die drie samen te pakken en een keuze te maken in je social media kanalen.
Door te meten kun je verbeteren. Pas je social media strategie toe en monitor wat er gebeurt op je kanalen. Door die data te analyseren zie je wat wel of niet werkt voor jouw merk, en kun je steeds je content aanscherpen en verbeteren.
Maar ook bij liefhebbers is er discussie. Want wat maakt de ene inhaker nu beter dan de andere? Zoveel mensen, zoveel meningen. Na een paar minuutjes Googlen ben je tientallen tips rijker, maar ontbreekt het aan een goede meetlat. Om kwaliteit of succes wat objectiever te kunnen bepalen, moeten we terug naar het marketingdoel van een inhaker.
Van mening naar meten
Inhakers zijn vrijwel altijd bedoeld om een glimlach op de gezichten van de lezer/kijker te krijgen. Maar om dat voor elkaar te krijgen, moet de inhaker wel door mensen gezien worden. En dat publiek wordt - door de social media algoritmes van vandaag de dag - alleen bereikt als een inhaker in eerste instantie engagement weet uit te lokken. Likes, comments en shares zorgen dus voor een domino-effect op je bereik.
Een extra voordeel van een indicator als engagement: hij is meetbaar. Daarom hebben we voor deze top 10 'interactie' als meetlat gebruikt. Meer specifiek, interactieratio. We zetten met behulp van Coosto Listen de shares en comments op inhakers van meer dan 100 grote Nederlandse merken af tegen het aantal volgers van het account. Daarmee bepalen we het relatieve succes van de inhaker voor het merk erachter. Dit is het resultaat: de top 10 meest succesvolle Nederlandse inhakers (tot dusver).
1. Albert Heijn (Pride)
11,9 comments/shares per 1000 volgers.
Onze boodschap: liefde voor iedereen! #pride pic.twitter.com/fpeRoa6Jed
— Albert Heijn (@albertheijn) August 2, 2019
2. Hornbach (Hete zomer)
9,6 comments per 1000 volgers
3. Hornbach (Songfestival)
8,9 comments per 1000 volgers
4. Allianz (TelevizierRing)
8,7 comments per 1000 volgers
5. Staatsloterij (Koningsdag)
8,7 comments per 1000 volgers
6. Lidl (Prinsjesdag)
8,5 comments per 1000 volgers
7. Etos (De Luizenmoeder)
6,9 comments per 1000 volgers
8. Heineken (Formule 1)
6,4 comments/shares per 1000 volgers
De Formule 1® komt naar Nederland! Proost! #DutchGP #zandvoort #Heineken pic.twitter.com/PrXm2bADg5
— Heineken NL (@Heineken_NL) May 14, 2019
9. Chocomel (Winter)
6,1 comments per 1000 volgers
10. Heineken (WorldRecordEgg)
5,6 comments/shares per 1000 volgers
We zetten in op minimaal 17 miljoen retweets... #eitje pic.twitter.com/z12hZzsqsn
— Heineken NL (@Heineken_NL) January 14, 2019
Natuurlijk wil dit lijstje niet zeggen dat meningen er helemaal niet meer toe doen. Je mag best een persoonlijke favoriet hebben en een bepaalde inhaker helemaal niets vinden. Punt is dat het uiteindelijke resultaat ook een hoop zegt over de kwaliteit van de inhaker. Niet vergeten te meten dus!
Een ding moet ik beamen: het is steeds moeilijker om aandacht van je publiek te verdienen. Dat wil echter níet zeggen dat ons publiek geen aandacht of concentratie meer heeft. De vlieger dat content snackable (lees: kort) moet zijn, gaat niet langer op. Je hoeft alleen maar je eigen kijk- en leesgedrag te bestuderen om daar de bewijslast voor te vinden. In mijn geval ben ik in staat naar vlogs te kijken die 24 minuten duren. Ik spendeer rustig een complete zondag op Netflix, en baal zelfs af en toe dat een uur durende podcast alweer is afgelopen. Concentratie én tijd genoeg. Maar dan moet het de concentratie wél waard zijn.
En precies daar gaan we als contentmakers nogal vaak de mist in.
Veel organisaties zijn inmiddels overtuigd ‘iets’ te moeten met content. En dat ‘iets’ wordt dan ook op grote schaal gedaan. We produceren content aan de lopende band, soms wel meerdere contentstukken per dag. Met zo’n grote hoeveelheid is het bijna onmogelijk om de diepte in te gaan, om zo de nieuwsgierigheid en de aandacht van je publiek te trekken.
Want die aandacht is er dus wel degelijk. Zolang je maar slim inspeelt op het maken van een curiosity gap. Volgens Andrew Davis moet het gat tussen wat we weten en dat wat we wíllen weten zo groot mogelijk zijn. Een bepaalde spanning opbouwen, toewerken naar een hoogtepunt. Als je dat goed aanpakt, dan is je publiek wel degelijk in staat om langdurig aandacht te schenken aan je content. Zelf als het om iets onbenulligs gaat als het laten knappen van een watermeloen.
Het vergt een andere denkwijze. Een denkwijze die anno 2018 echt nodig is in ons vakgebied. Want zolang we blijven denken dat content vooral veel, kort en snel moet zijn, verdienen we de aandacht van ons publiek gewoon niet.
Denk én doe daarom als een uitgever.
Er is al veel geschreven over het ‘denken als een uitgever’. Toch zijn er in de praktijk slechts een aantal uitgeverstaken die we als marketeer uiteindelijk overnemen. Dat begint vaak bij een contentplan en eindigt met een berg content, met als doel zo veel (en zo snel) mogelijk aandacht te krijgen. En dat is dan weer net níet hoe uitgevers denken. Focus op de missie, en niet op de aandacht. Content zou op die manier helemaal op de voorgrond van je organisatie moeten staan, waardoor het bijna belangrijker wordt dan de daadwerkelijke producten of diensten die je verkoopt. Klinkt heftig, maar dat valt in de realiteit best wel mee. Neem bijvoorbeeld Redbull, dat het businessmodel van uitgevers lijkt te snappen. De website van Redbull is eigenlijk een platform, waarop content staat die de waarden illustreert waarmee Redbull geassocieerd wil worden. Op de homepage zie je niet eens producten terugkomen.
Of we dan als content marketeers het wiel opnieuw moeten uitvinden? Gelukkig niet. Want uitgevers beheersen hun vak al veel langere tijd dan dat content marketing een echte expertise is. Met deze 3 tips leer je van de besten.
1. Zie content niet als een campagne
We zetten content nog vaak in als een campagne. Een video waarvan je hoopt dat ‘ie viral gaat, een quiz om mensen betrokken te krijgen bij je merk of een simpele poll in de hoop dat je er interactie mee opwekt. Zulke content staat vaak op zichzelf, doordat er een duidelijk begin en eind aan zit. Wat je eigenlijk zou moeten willen, is het constant voeden van je doelgroep met voor hen relevante content. Dag in dag uit voldoen aan de verwachtingen. Dat schept namelijk vertrouwen, wat weer leidt tot een loyaal publiek.
Het tijdschrift Happinez geeft bijvoorbeeld elke maand gehoor aan haar thema ‘Spiritualiteit’ door op Facebook de horoscopen van die maand te presenteren. Elke dag posten ze een nieuwe horoscoop-update, totdat alle horoscopen voorbij zijn gekomen. Content die aansluit bij wat het publiek van Happinez verwacht van het tijdschrift, en waar Happinez dan ook structureel gehoor aan geeft.
2. Zoek niet naar ‘het’ (content)idee
Als content marketeer heb je vast al meerdere brainstormsessies gehad met je team. Voor nieuwe campagnes bijvoorbeeld, of om de huidige strategie te verbeteren. Vaak komen in zo’n brainstorm allerlei ideeën opborrelen, waarbij vervolgens alleen de ideeën tot uitvoering worden gebracht die de meeste potentie hebben. Er moeten namelijk doelstellingen behaald worden: waarom kiezen voor een ruwe diamant als je ook een gepolijste robijn voor handen hebt?
Als je als uitgever denkt, hoef je helemaal niet op zoek te gaan naar hét (content)idee. In plaats daarvan moet je vertrouwen krijgen in het proces dat de minder goede ideeën kunnen veranderen in echte contentparels. Zolang die ideeën maar met liefde en aandacht worden doorontwikkeld. Ed Catmull, de CEO van Pixar, verwacht helemaal niet dat zijn team begint met een fantastisch idee. Hij verwacht zelfs niet dat ze starten met een goed idee. In plaats daarvan heeft hij vertrouwen in het proces dat Pixar heeft opgebouwd door de jaren heen. Hij weet dat zogenaamd ‘lelijke’ ideeën – míts goed aangepakt – kunnen veranderen in prachtige ideeën. Het proces van creatie zou dus veel meer centraal moeten staan dan het eindproduct.
3. Zet jezelf neer als platform
In 2003 lanceerde Linda de Mol haar eigen tijdschrift: LINDA. Wat begon als een fysiek blad, is nu uitgegroeid tot een waar mediamerk, met een succesvolle nieuwswebsite, LINDA.tv, een festival en binnenkort misschien zelfs LINDA.radio. De mensen achter het tijdschrift hebben slimme keuzes gemaakt door het tijdschrift als een platform te positioneren. En goed voorbeeld doet volgen. Anno 2018 worden er bijna geen nieuwe tijdschriften meer uitgegeven zonder een online platform. Dat zagen we alleen al bij de lancering van &C, het mediamerk van Chantal Janzen. Daar werd de nadruk niet alleen gelegd op het tijdschrift, maar juist ook op het social platform eromheen.
En juist daar kunnen we als content marketeers nog veel van leren.
We moeten de bedrijven en organisaties waar we voor werken niet alleen zien als een leverancier van producten of diensten, maar als een platform. Streef ernaar om dé online plek te worden waar mensen met zelfs minimale interesse naartoe gaan om hun kennis over jouw vakgebied te verbreden of zich te vullen met relevant entertainment. Wees niet alleen de marktleider op het gebied van je praktische aanbod, maar juist op het gebied van je kennis. Dat laatste kan alleen als je content niet langer gebruikt om te scoren op de korte termijn, maar juist om te verbinden op de lange termijn.
Alleen dan krijg je namelijk de aandacht die je écht verdient.
Het lijkt een ingrijpende verandering. Instagram en Facebook overwegen dus om een van de meest gemakkelijke en toegankelijke manieren van het tonen van sociale erkenning en waardering te verwijderen. Eerst even iets ophelderen. Je kán nog wel posts blijven like’en. Je kan alleen niet meer in je instagram-feed zien hoeveel likes de foto’s hebben. Instagram test wat het betekent om die data niet meer openbaar te tonen. De aantallen likes blijven voor degene die de foto heeft gepost nog wel zichtbaar.
‘Like’-minded community
Dat deze test zorgde voor wereldwijde schrikreactie, onderschrijft direct de reden waarom Instagram deze verandering wil doorvoeren. Het ontvangen – of níet ontvangen – van likes heeft impact op ons gevoel van erkenning en heeft invloed op ons zelfvertrouwen. Dit is overigens niets nieuws. Het krijgen van likes geeft ons een goed gevoel: dat we er mogen zijn en dat we erbij horen. Het ontbreken ervan maakt ons onzeker en minder gewaardeerd. Het gevolg is dat we onze mooiste plaatjes vergelijken met die van anderen. Instagram wil deze negatieve aspecten van social media aanpakken en dit is een eerste zet daartoe. Het zou volgens Instagram beter zijn voor onze mentale gezondheid als we de vergelijkingen met anderen niet meer kunnen maken. Het is duidelijk dat likes de populariteit van een social post aantonen. Ook het ontvangen van likes heeft impact. Het is een heel gemakkelijke en laagdrempelige manier van erkenning geven. Maar wat zegt een like eigenlijk?
Betekenis van de like
Chris Taylor schreef voor Mashable Middle East een artikel over de betekenis van de like. De like-knop heeft een heleboel betekenissen in onze social media-wereld gekregen. De like kan op verschillende manieren gebruikt worden en kan de volgende betekenissen hebben:
Je kan de like zelfs gebruiken als bladwijzer of een reminder van een post. En dit zijn maar enkele voorbeelden. Er zijn nog een heleboel andere redenen, persoonlijk en politiek, waarom we je een hartje of een duimpje omhoog kunnen geven. Deze verschillende betekenissen zijn eigenlijk al opgepakt door een aantal platformen. Facebook en, recent ook, LinkedIn hebben daarom andere reacties dan alleen het duimpje omhoog toegevoegd als mogelijkheid bij een post. Langzaam verandert onze manier van online betrokkenheid tonen.
Aandacht voor elkaar
Of gaat het toch niet zo langzaam? En zijn we er eigenlijk al? Met de introductie van stories op Instagram en Facebook worden er helemaal geen posts geliket. Of denk aan een platform als Snapchat waar alles draait om persoonlijk foto’s en video’s met elkaar te delen en op elkaar te reageren. Bij stories is interactie juist belangrijk en de aandacht die je hebt voor elkaar. Het delen van verhalen en korte filmpjes wordt alleen maar populairder. Zelfs het businessplatform LinkedIn experimenteert daarmee. Deze betrokkenheid in die verhalen is erg hoog en kun je ook meten. Zo kun je onder andere bij je story analytics de volgende metrics zien:
Meer social media data
Likes zijn altijd een indicatie geweest voor hoe goed een post scoort op social media, maar er zijn nog meer indicatoren die aangeven dat er aandacht is voor jouw berichten. Het algoritme van de platformen bekijkt veel meer om te bepalen hoe populair jouw berichten zijn. Er wordt onder andere gekeken naar waar we scrollen. Hoe lang we een post bekijken en wat we aanklikken. De populariteit wordt bepaald door het aantal shares, comments en clicks, referral traffic, het aantal volgers, en natuurlijk hoeveel mensen je profiel en stories bekijken. Al deze data zegt veel meer dan likes alleen en je kunt het allemaal meten.
We zien dus eigenlijk dat we de iets wat oppervlakkige like voorbij groeien en dat interactie en aandacht belangrijker wordt. Misschien is het toch niet zo’n slecht plan van Instagram en Facebook om openbare data van de hartjes en duimpjes te schrappen.
Social media hebben ons medialandschap compleet veranderd, omdat massacommunicatie in één klap voor iedereen – ook voor de bakker op de hoek – toegankelijk werd. Vrijwel elke organisatie is daar gebruik van gaan maken en post tegenwoordig op social media. Het gevolg is een overvol landschap van megafoons die allemaal roepen om de beperkte tijd en aandacht van het publiek.
De heersende gedachte binnen contentmarketing is daarom dat je die aandacht moet verdienen. Dat doe je niet door je merk centraal te zetten, wordt dan gezegd, maar door content te bieden die aansluit op de wensen van je doelgroep. Niet roeptoeteren over wat jouw merk allemaal doet, maar bewijzen welke waarde jij kunt leveren voor je doelgroep. Zo maken we als Coosto behulpzame content over social media, en vertellen we niet constant hoe goed onze social media tools zijn.
Dat roept vragen op. Zijn er misschien gevallen waarin ‘waarde bieden’ samenvalt met ‘vertellen over je merk’? Willen mensen die persoonlijk betrokken zijn bij een merk, niet juist over dat merk lezen? Merkgerelateerde content zou dan juist extra engagement opleveren. Het kon stiekem weleens lonen om content over je merk te plaatsen.
We besloten het te onderzoeken met Coosto Listen, en namen 36.366 willekeurige Facebookposts van kleine en grote merken onder de loep. Daaruit blijkt dat in ongeveer 27% van de posts het achterliggende merk wordt genoemd.
De verschillen tussen pagina’s zijn daarin groot. Pagina’s met relatief weinig volgers lijken over het algemeen vaker dit soort merkgerelateerde content te plaatsen dan de pagina’s met veel volgers.
Maar levert het ook daadwerkelijk het verwachte succes op? We vergeleken daarvoor de interactieratio’s van posts waarin de merknaam staat, met posts die de merknaam niet bevatten.
Daaruit blijkt dat kleine pagina’s, vooral de Facebookpagina’s tot 1000 volgers, gemiddeld meer engagement op content krijgen waarin hun merk centraal staat. Pagina’s met veel meer volgers zien in dat geval juist hun interactie dalen.
Een mogelijke verklaring daarvoor zou kunnen liggen in de persoonlijke band die volgers hebben met een merk. Hoe kleiner het aantal volgers, hoe groter de kans dat volgers voor een relatief groot deel bestaan uit mensen die het bedrijf of de organisatie persoonlijk kennen. Familieleden, medewerkers, buren, leveranciers, enzovoort. Voor hen zou het – gezien hun hoge mate van betrokkenheid – logischerwijs interessanter zijn om over het merk te lezen dan voor mensen die wat verder van de organisatie af staan.
Die uitleg wordt ondersteund door de gemiddelde interactieratio, die bij pagina’s met weinig volgers sowieso al hoger ligt dan bij pagina’s met een groot publiek.
Conclusie: voor Facebookpagina’s met weinig volgers is het geen slecht idee om te experimenteren met merkgerelateerde content. De kans is groot dat ze daarmee juist tegemoetkomen aan de wensen van hun betrokken publiek. Onze resultaten laten zien dat die strategie voor pagina’s met veel Facebookvolgers mogelijk minder succesvol is. Zij zouden op zoek moeten naar andere manieren om waarde toe te voegen voor hun publiek.
Welke SEO-tips je ook napluist, deze zal er altijd tussen staan. ‘Schrijf op relevante keywords’ is de SEO-variant van wat wij content marketeers zouden noemen ‘schrijf waar je publiek op zit te wachten’.
Normaal gesproken gebruik je misschien (of eigenlijk: hopelijk) je buyer persona’s om te bepalen waar je over gaat schrijven en met welke toon je schrijft. Het mooie van het SEO-domein is echter dat je veel nauwkeuriger kunt achterhalen waar je publiek precies op zit te wachten. Gebruik de zoekwoordenplanner van Google om te onderzoeken welke exacte zoekwoorden mensen gebruiken om te zoeken naar jouw producten of diensten.
Kies één of twee keywords per tekst uit om op te gaan schrijven (of een bestaande tekst te verbeteren). Daar kun je vervolgens rekening mee houden in je webteksten, en dat brengt ons bij quick win 2.
Als je de exacte keywords kent die mensen gebruiken, kun je daar je tekstuele content op gaan baseren. Dat werkt het beste als je zo specifiek mogelijk bent. Je kunt beter hoog scoren op één heel specifieke zoekopdracht, dan gemiddeld op een algemeen zoekwoord.
Dat zit zo: stel, je produceert dikke, uitwasbare viltstiften. Dan kun je jouw teksten richten op het zoekwoord ‘viltstiften’, maar de concurrentie daarop is ongetwijfeld hoog. Het is dan lastig om hoog in de zoekresultaten te komen. Het is bovendien onduidelijk of de mensen die zoeken op ‘viltstiften’ wel op zoek zijn naar jouw product. Misschien zoeken ze namelijk wel dunne watervaste viltstiften.
Het is daarom veel slimmer om je tekst te richten op de zogenaamde long-tail zoekopdracht ‘dikke uitwasbare viltstiften’. Het zoekvolume hierop is veel lager, maar de concurrentie ook. Bovendien zijn mensen die deze zoekopdracht intikken en op jouw website terechtkomen veel relevanter voor jouw bedrijf. De kans is namelijk groter dat ze daadwerkelijk op zoek zijn naar jouw product. Schrijf dus zo specifiek mogelijk op zoekwoorden die voor jou relevant zijn.
Google Bot is het systeem dat jouw pagina’s doorzoekt, zodat Google jouw pagina’s kan opnemen in de zoekresultaten. Hoewel het een superslimme bot is, kan het (nog steeds) geen kwaad om het systeem een handje te helpen. Met interne links - je verwijst dan met een linkje naar andere pagina’s van jouw eigen website – laat je de bot beter begrijpen waar jouw website over gaat.
Als je bijvoorbeeld op een pagina over ‘koolmezen’ verwijst naar een pagina over ‘merels’, is het voor Google gemakkelijker te snappen dat jouw website over vogels gaat. Met die interne links creëer je als het ware een spinnenweb, waardoor de bot (net als jouw website-bezoekers) niet vastloopt en gemakkelijk kan doorzoeken binnen jouw website.
Er zijn twee belangrijke zaken waar je als SEO-beginner op moet letten als je links gaat maken. Eén: zorg ervoor dat je altijd linkt naar relevante content. Als je op jouw webpagina over vogelvoer een stuk over ‘koolmezen’ hebt geschreven en je linkt naar een pagina over ‘smartphones’, dan werkt dat verwarrend.
Het tweede punt: maak inhoudelijke linkjes. Dat is het gemakkelijkst te laten zien met een voorbeeld:
Niet: Wil je meer lezen over de pimpelmees? Klik dan hier.
Wel: De koolmees lijkt sterk op de pimpelmees.
Doordat je het woord ‘pimpelmees’ klikbaar maakt, is het voor Google gemakkelijker te begrijpen dat de pagina waar je naar verwijst over pimpelmezen gaat.
Als je denkt aan SEO, denk je automatisch aan website-teksten. Maar ook afbeeldingen hebben invloed op de vindbaarheid van je webpagina. Heb je toegang tot zogenaamde alt-tags als je jouw afbeeldingen uploadt? Zet in deze tags het zoekwoord waarop je gevonden wilt worden.
Als je deze tags niet kunt vinden, is er in veel gevallen toch een kleine winst te behalen. Want veel content makers hebben haast en uploaden hun afbeeldingen met bestandsnamen als IMG_1539.jpg of afbeelding1.jpg naar hun blog of productpagina?
Geef je afbeeldingen namen die passen bij de tekst en het zoekwoord waar de tekst voor geschreven is. Heeft je afbeelding meerdere woorden, scheid ze dan met een ‘-‘. De afbeelding die bovenaan dit artikel staat, heet volgens die methode SEO-quick-wins-beginners.jpg.
Als je dit opvolgt voor al je pagina's, zijn niet alleen je teksten, maar ook je afbeeldingen relevant, specifiek en goed doorzoekbaar voor Google.
We hadden het bij punt 3 al even over links, maar dat ging nog over links binnen je eigen website. De vindbaarheid van je website verbetert ook als andere websites naar jouw pagina’s linken. Google ziet deze links namelijk als een aanbeveling; ‘Hé, deze site is ook de moeite waard om even te bekijken.’
Dit wordt in SEO-taal een backlink genoemd. Hoe meer backlinks je krijgt, hoe beter Google begrijpt dat jouw pagina door veel andere websites wordt aangeraden. Maar niet elke backlink is evenveel waard. Als jij door een pagina wordt aangeraden die op zijn beurt weer veel wordt aangeraden, werkt dat positief voor jouw ranking.
Daarbij is ook hier relevantie belangrijk. Als je als bedrijf in vogelvoer een link krijgt van de vogelbescherming, levert jou dat meer op dan een link van een technologiebedrijf.
Het lastige van backlinks is dat ze buiten jouw eigen beheer vallen. Backlinks moet je als het ware verdienen, door interessante content of webpagina’s te maken, zodat webpagina’s op den duur vanzelf naar jou gaan linken. Je kunt dat proces wel versnellen, door bijvoorbeeld aan te bieden een artikel (met link) te schrijven voor een andere site of simpelweg te vragen of ze een link naar jouw pagina willen opnemen.
Ook al is dit nog maar het begin van het begin als het gaat om SEO, we willen je nu alvast meegeven: sla niet door in het optimaliseren van je webteksten. Overdaad schaadt; Google vindt een te perfect geschreven stuk (lees: je hebt te vaak jouw keyword gebruikt) en te veel geweldige backlinks verdacht. Je krijgt dan een soort ‘straf’ en je pagina’s kelderen in de zoekresultaten.
Een veelgehoorde kreet is dan ook: ‘Schrijf voor je publiek, niet voor Google’. Google is slim genoeg om teksten te herkennen die relevant zijn voor het publiek, ook als ze niet tot in de puntjes geoptimaliseerd zijn.
Het begint dus – gelukkig voor contentmakers en webschrijvers – bij een goed geschreven, fijne tekst. SEO is er vooral om een al goede tekst een extra duw in de rug te geven.
Bovendien is SEO niet de enige vorm van contentoptimalisatie. De resultaten die je behaalt met je content zijn dus niet alleen afhankelijk van organische zoekresultaten.
Laten we allereerst op die 8 seconden ingaan. Het bekt lekker, zo’n fijn cliché over hoe internet en social media ons lui zouden hebben gemaakt, maar het is natuurlijk je reinste onzin. We kunnen onze aandacht er wel degelijk bijhouden.
Bewijzen zijn er genoeg: we trekken rustig een uur uit voor een mooie podcast, we verliezen ons volledig in ingewikkelde onderwerpen die ons interesseren, en een seizoen Narcos kijken we als het moet in één dag. Allemaal zaken die een goudvis niet kan (nooit gedacht die vergelijking te moeten maken), hoewel we het vermogen van een goudvis ook niet mogen onderschatten, zegt Stefan van der Stigchel.
Aandacht of concentratie is dus duidelijk niet het probleem. Toch hebben de goudviscliché-aanhangers niet helemaal ongelijk als ze wijzen op de toename van beschikbare informatie. Maar waar zij betogen dat we daardoor onze aandacht verliezen, zien wij vooral een afname van geduld. Dat lijkt semantische muggenzifterij, maar het zijn compleet verschillende begrippen.
Het verschil tussen aandacht en geduld is het best te illustreren aan de hand van een YouTube-video. Stel, je houdt van koken en je kijkt een instructievideo voor een nieuw recept. De 10 minuten durende video heeft je volle, jawel, aandacht. Maar als de video halverwege ineens pauzeert, en je een irrelevante advertentie van een energieleverancier in beeld krijgt, dan wordt je geduld op de proef gesteld.
Het verschil zit dus in de intentie waarmee we content consumeren. Aandacht hebben we voor onderwerpen die ons interesseren, geduld moeten we hebben op momenten die we niet boeiend vinden. Wachten op een vertraagde trein, wachten in de rust van een mooie voetbalwedstrijd en dus ook wachten tijdens die vervelende commercials in YouTube-video’s. En dat geduld hebben we inderdaad steeds minder, doordat er altijd informatie voorhanden is die wél interessant is. We zappen weg en slaan de advertentie over.
Geen geduld is dus een gegeven. De vraag is echter vooral hoe we dat gegeven gebruiken in de manier waarop we content bedenken en produceren. Er zijn grofweg 2 opties:
Je accepteert dat mensen jouw boodschap niet willen zien of lezen, en maakt hem zó spectaculair en kort dat mensen er simpelweg niet omheen kunnen. Voordat ze kunnen wegzappen of wegklikken, hebben ze jouw boodschap ‘per ongeluk’ al gezien. Intrusieve (oftewel ‘onderbrekende’) content, noemen we dat.
Je probeert interessant te worden voor je publiek met content die aansluit op wat mensen willen zien, zodat zij zich er vrijwillig op concentreren, in plaats van er geduld voor nodig hebben. Dat is gewenste content.
Eigenlijk komt het neer op de vraag of je de advertentie tijdens een instructievideo wil zijn, of de instructievideo zelf. De rust of de voetbalwedstrijd.
Experts die jou willen overtuigen van korte, spectaculaire content gaan er impliciet van uit dat content van organisaties vrijwel altijd intrusief is, terwijl wij denken dat content in veel gevallen gewenst moet zijn om duurzaam resultaat te blijven behalen.
Dat heeft onder meer te maken met het effect van je boodschap. Stel, je blijft enkel en alleen intrusieve content maken. Je wilt heel graag vertellen hoe fantastisch jouw product, idee of dienst is, en zorgt er met kunst- en vliegwerk voor dat die boodschap je ongeïnteresseerde doelgroep bereikt. Dan is het nog maar de vraag in hoeverre die doelgroep iets doet met je boodschap.
De boodschap wordt gezien, gelezen of gehoord, maar wordt hij ook geaccepteerd? Wordt hij omgezet in een veranderde houding, of ander gedrag? Die kans is vrijwel 0. Intrusieve content (reclame) kan dus bijdragen aan merkbekendheid, maar activeert mensen zelden.
Daarbij verliest intrusieve content al jaren aan effectiviteit door de toegenomen beschikbaarheid van informatie. Als mensen geen zin hebben in jouw reclame, klikken ze gewoon door naar een andere site, terwijl die alternatieven er vroeger – met een paar televisiezenders, de radio en een krant – veel minder waren.
Gewenste content is voor de meeste marketingcommunicatiedoelen dus de enige methode om aandacht te krijgen, te verdienen en vast te houden, om zo waarde toe te voegen. Maar we moeten bekennen: dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.
De transitie van intrusieve content naar gewenste content vereist namelijk ook een andere mindset. De essentie van jouw content is niet langer wat jij wil vertellen, maar wat je doelgroep interessant vindt om lezen, zien of horen rond de onderwerpen waar jij je mee bezighoudt.
Gebruik bijvoorbeeld social media management software om te achterhalen wat relevante en actuele thema’s zijn rond jouw organisatie, producten of diensten. Zo kun je altijd content creëren die aansluit bij de belevingswereld van je doelgroep.
“Maar wat heb ik eraan om te vertellen wat mijn doelgroep wil? Daar verkoop ik geen producten mee”, horen we dan af en toe. Dat is een gedachte die de pure waarde van relevantie voor je doelgroep onderschat. Bedenk eens hoe die doelgroep van houding en gedrag verandert als jij hem niet direct jouw producten probeert te verkopen, maar waarde toevoegt. Als je behulpzaam bent, zonder daar een tegenprestatie voor te verwachten.
Je zorgt dan niet alleen voor acceptatie van je boodschap, maar je creëert ook merkvoorkeur, waardoor mensen eerder geneigd zijn jouw producten kiezen als ze een aankoop overwegen. ‘Dit is een merk dat mij begrijpt, dat mij uitlegt hoe ik mijn problemen moet oplossen.’
Auteur Jay Baer gaf op Content Marketing World 2020 een treffend voorbeeld van een Amerikaanse makelaar die zichzelf bewust overbodig maakte met content. Hij bood gratis en voor niets alle informatie, handleidingen en tips aan die je nodig hebt als je je huis gaat verkopen. Gewoon, omdat dat de informatie was die huisverkopers zochten.
Maar wat hij impliciet met al die informatie liet zien: een huis verkopen is ontzettend ingewikkeld, en het kost zóveel tijd dat je het beter aan een professional kunt overlaten. Dat deden de meeste mensen die zijn content hadden gedownload dan ook. En bij welke professional klopten ze aan? Juist, bij de makelaar die zo vrijgevig was geweest om alle informatie kosteloos aan te bieden. En zo werft hij nog altijd klanten.
Je kúnt dus gerust doorgaan met het kort, korter, kortst maken van je boodschap. Niemand houdt je tegen als je opdringerige reclames wilt blijven maken. Maar weet wel dat het een race to the bottom is. Dat je steeds meer kunstmatige trucjes moet uithalen om de boodschap door de strot van je doelgroep te duwen.
Dus als je wilt dat jouw content gezien wordt, en dat die content mensen activeert, heb je maar één keuze: content maken die je doelgroep wíl zien. Die hoeft dan niet kort, spectaculair of flitsend te zijn. We hebben immers gezien dat we genoeg aandacht hebben, zolang de content maar interessant genoeg is.
Nu je dit artikel hebt gelezen, ben jij daar het levende bewijs voor. En dat zien we dan weer als een compliment voor dit artikel, waarvoor dank. Hopelijk was deze content gewenst.
Het internet staat vol met blogs die uitleggen waar een goed persbericht aan moet voldoen. Ikzelf leer meer van de fouten die ik heb gemaakt, dan van de dingen die al goed lopen. Deze keer geen blog met tips voor het schrijven van het perfecte persbericht, maar een lijstje met #fails. Dit zijn de 5 meest voorkomende fouten met betrekking tot het schrijven van persberichten.
#1 Niet scanbaar
Het hele idee van een persbericht is dat je nieuws deelt met een journalist en dat hij of zij niet zélf hoeft te zoeken en snel aan de slag kan met een artikel. Het is een grote tegenvaller wanneer je als journalist een bericht opent en je moet nog naar het nieuws gaan zoeken. Waar staat het? Wat wilde deze organisatie melden? Dit gebeurt vaker dan je denkt. De oplossing: zorg dat het belangrijkste nieuws bovenaan staat. Zo kan de journalist direct scannen op relevantie en beoordelen of jouw bericht nieuwswaardig is.
#2 Onlogische structuur
Een persbericht moet een logische opbouw hebben waarin je begint met het belangrijkste nieuws, aangevuld met de feiten en eindigt met achtergrondinformatie. Te vaak zien we persberichten waar alle feiten verspreid staan door het artikel. We willen zó veel vertellen dat we verzanden in irrelevante details. Dat gebeurt meestal wanneer we proberen er een wat levendiger of mooier artikel van te maken. Persberichten zijn natuurlijk meestal wat droge kost, en dat is niet erg. Maak het niet mooier dan dat het is en zorg voor een helder opgebouwd en beknopt verhaal.
Onderstaande snippet van een persbericht van KidsRights is een goed voorbeeld waar de structuur onlogisch is. Dit bericht is zeker nieuwswaardig, maar erg lang en alle feiten staan door elkaar. Zonde!
#3 Vage onderwerpregel
Het begint met ervoor zorgen dat de journalist je persbericht opent. Vage onderwerpregels en lange koppen dragen daar niet aan bij. De titel en het onderwerp moet in ieder geval het nieuws beschrijven, prikkelen en to-the-point zijn.
#4 Onduidelijk taalgebruik
In lijn met de vaagheid van het onderwerpregel is het taalgebruik. Laat jargon daar waar het hoort; bij je vakgenoten. Een persbericht dat vol staat met vaktaal is voor een journalist en het gemiddelde leespubliek van een krant niet te begrijpen. Zorg dat je begrijpelijke taal gebruikt, vermijd afkortingen en leg begrippen eventueel uit.
#5 Contactgegevens ontbreken
Last but not least: contactgegevens. Het is een open deur, maar wel een die vaak vergeten wordt. Laat in de ‘noot aan de redactie’ je contactgegevens achter. Ook is dit een goede plek om eventuele linkjes naar bronnen, onderzoeken of aanvullende informatie toe te voegen. Een journalist moet je wel kunnen bereiken met eventuele aanvullende of verdiepende vragen en dat gaat niet zonder gegevens van de afzender.
Ok, en hoe dan wel?
Bovenstaande voorbeelden laten zien hoe het niet moet. Maar waar moet een goed persbericht dan wel aan voldoen? Daar hebben we de Persbericht Checklist voor opgesteld. Zo kun je stap voor stap checken of alles erin zit én we hebben er een overzichtelijk template bij gedaan. Vanaf nu is er geen reden meer om bovenstaande fouten in je persbericht te maken. Je kunt ‘m hier gratis downloaden of klik op de button naast het blog! Succes :)
Dit zijn de belangrijkste trends van 2024:
AI op social media wordt de standaard
Social media als zoekmachine
Authenticiteit en edutainment nog belangrijker
Short-Form video is de way to go
Dit jaar is geen enkel trendverhaal compleet zonder de opvallende rol van AI, vooral AI op social media. ChatGPT was eind 2023 nog nieuw, maar is inmiddels niet weg te denken uit de dagelijkse werkzaamheden van iedere marketeer. Met de kracht van AI is het creëren van (social media) content niet alleen gemakkelijker, maar ook sneller dan ooit tevoren.
Creëer moeiteloos social media posts en visuals, bijvoorbeeld met onze AI Content Generator. Hierdoor wordt de kwaliteit van je content ook nog eens beter, omdat je de posts makkelijk kunt optimaliseren. Alsof dat nog niet genoeg is, is AI zelfs te gebruiken als sterke inspiratiebron! Gebruik AI dus in jouw voordeel.
Zo gebruik je AI in marketing in 2024:
Social media wordt steeds vaker ingezet als zoekmachine. In 2024 is de kans groot dat jouw doelgroep niet langer alleen via een zoekmachine naar jouw merk zoekt, maar via social media. Zorg dus dat je vindbaar bent op alle platformen.
In de zoektocht naar échte inzichten van échte mensen, schieten zoekresultaten van zoekmachines zoals Google soms tekort. TikTok, Facebook en Instagram dagen traditionele zoekmachines zoals Google flink uit, doordat deze platformen wel gebruikerservaringen van echte mensen bevatten. TikTok voegt zelfs Google-zoekresultaten toe aan hun app en maakt hun zoekopties sterker met Keyword Insights in het Creative Center.
Social search groeit, maar niet iedereen benut het goed. Daar ligt nog een grote kans voor organisaties. Als je zoekwoorden, alt-teksten, titels en profielen aanpast aan het zoekgedrag van je doelgroep, trek je meer relevante bezoekers aan. Het is belangrijk om je content slim in te richten, omdat social media platformen zijn gemaakt om gebruikers op hun platform te houden. Dus, verbeter je aanwezigheid op social media door elk platform op de juiste manier in te zetten en maak dit deel van je zoekplan voor 2024. Social search lijkt namelijk een blijvende trend te worden die veelbelovend is voor de toekomst.
Maak jouw social media kanalen zoekmachineproof:
In een tijd waarin mensen steeds slechter de aandacht kunnen vast houden, is het cruciaal om op te vallen en de aandacht te trekken. Onderzoek laat zien dat mensen gemiddeld maar 8,25 seconden hun aandacht kunnen vasthouden. Dat is zelfs korter dan de aandachtsspanne van een goudvis van 9 seconden!
Dit toont aan waar merken in 2024 voor op moeten letten: weinig tijd om de aandacht van je doelgroep vast te houden en je boodschap doeltreffend over te brengen. Hier speelt het concept "edutainment" een belangrijke rol, waar educatie en plezier samenkomen om een onderscheidende ervaring voor je doelgroep te creëren. Door content strategisch in te zetten, blijft niet alleen je boodschap beter hangen. Het zorgt er ook voor dat je doelgroep eerder iets gaat doen, simpelweg omdat je al in hun hoofd zit.
Authenticiteit blijft daarom een drijvende kracht. Merken die een sterke combinatie kunnen maken van entertainende content waar de doelgroep iets van bijleren en hun menselijke kant laten zien, worden de nieuwe pioniers. De steeds populair wordende TikTok laat zien dat dit werkt. Hoewel deze ontwikkeling al geruime tijd aan de gang is, wordt het nog belangrijker om authentiek te zijn, vooral met de overvloed van korte snackable content op social media en de groei van AI. Mensen willen nu meer dan ooit authentieke content zien, het liefst met een persoonlijke touch.
Zo ontwikkel je een edutainment-strategie die authentiek is:
Short-Form video is niet langer een opkomende trend, maar 'the new standard'. Toch kan dit niet ontbreken in dit rijtje trends. Hoewel Short-Form video al in 2023 als de grootste trend werd gezien, wordt het in 2024 alleen maar populairder. Wat al eerder in dit blog is benoemd: mensen kunnen nu alleen maar slechter de aandacht vasthouden. Short-Form is daarom het antwoord op deze verschuiving.
Grote namen zoals Google met hun YouTube Shorts, Meta met hun Instagram Reels en TikTok omarmen Short-Form video. Veel merken gebruiken al Short-Form video’s in hun contentplan en publiceren moeiteloos Short-Form video’s op verschillende platformen vanuit één omgeving. Loop dus niet achter en neem deze belangrijke video trend mee in jouw contentstrategie.
Ben jij al begonnen met deze verandering? Gaan Short-Form video’s binnenkort een grote rol spelen in jouw socialmediastrategie?
Aan de slag met Short-Form video's:
De opkomst van AI-tools zit volop kansen. De nieuwste AI-technologieën stellen in staat om efficiënter dan ooit te voren content te creëren. Ook voor social media berichten zijn AI-gegenereerde teksten een echte uitkomst als het gaat om efficiëntie en tijdsbesparing.
Toch hangt er ook een negatieve connotatie aan al deze ontwikkelingen: wordt ons werk als marketeer binnenkort overbodig en worden we overgenomen door de nieuwste AI-technologieën? De snelle ontwikkeling op dit gebied wakkeren af en toe de nodige angst aan. Als je het ons vraagt is er geen reden voor angst of onzekerheid. AI stelt ons juist in staat om efficiënter te werken, maar moet vooral worden gezien als een hulpmiddel in plaats van een vervangend middel. Wel belangrijk: als marketeer moet je dus goed weten hoe je deze AI-ontwikkelingen in jouw voordeel gebruikt. Daar liggen op dit moment de kansen: het zo kunnen toepassen van AI op jouw dagelijkse contentcreatie, waardoor je efficiënter wordt. En daar vertellen wij je graag meer over.
ChatGPT wordt inmiddels breed ingezet voor het automatisch genereren van hoogwaardige content. De voordelen zijn duidelijk: dankzij deze AI-technologie bespaar je enorm veel tijd met het schrijven van teksten. De kracht van ChatGPT ligt in de brede inzetbaarheid en het aanpassingsvermogen om zo moeiteloos content op maat te creëren, geheel in lijn met jouw merk en markt.
Het schrijven van een prompt vergt echter wel wat handigheid. Het is namelijk soms best even zoeken hoe je de tool de juiste instructies meegeeft om passende content als output te krijgen. Dat zit ‘m niet zozeer in het concreet meegeven van de juiste gegevens, maar ook een zekere denkwijze waarmee je moet werken. Een simpele prompt in ChatGPT kan namelijk nog alle kanten op wat betreft de output. Maar er is een makkelijkere manier om snel passende social media content te maken.
De AI Content Generator in Publish, de social media planning module van Coosto, is zo ontwikkeld dat je slechts met een paar klikken op de knop content op maat krijgt voorgeschoteld. Hét antwoord op inspiratieloze momenten of het zoeken naar de juiste woorden om jouw doelgroep effectief te bereiken. Coosto’s Hoe dat in z’n werk gaat? Heel eenvoudig.
Selecteer het belangrijkste doel van de social media post: meer bereik, interactie of conversie. Vervolgens is het een kwestie van de juiste input geven. Beschrijf met enkele kernwoorden, zinnen of een wat langere beschrijving waar de content over moet gaan. Hoe concreter de omschrijving, hoe beter de output. Selecteer vervolgens de gewenste tone of voice: dit kan door middel van een term als formeel, humoristisch of enthousiast, maar je kan er ook voor kiezen om in de huid te kruipen van een bekend personage met een uitgesproken manier van spreken. Dat kan natuurlijk zo gek als je het zelf bedenkt: van Donald Duck tot Barack Obama.
Tot slot kies je voor de gewenste taal: Nederlands, Engels en Spaans behoren tot de opties. Zo bereik je niet alleen de lokale doelgroep in eigen land, maar ook een groter en internationaal publiek! Het is zover: de automatische contentgeneratie kan van start. Klik op de button en voilà! Jouw content op maat staat klaar om gedeeld te worden op social media.
Het automatisch generen van social media content is dus zo gepiept. Maar waar haal jij je inspiratie vandaan voor nieuwe content? En hoe zorg je dat jouw social media posts aansluiten bij het gesprek van de dag? Of sterker nog: opkomende trends voor zijn, zodat jij de eerste in jouw markt bent om aan te haken op een spraakmakend onderwerp.
Het antwoord hierop vind je in Discover van Coosto. In deze module analyseert onze tool real-time miljoenen bronnen en sorteert alle content op algoritmisch berekende Trending Scores.
Extra tip! Kies een trending artikel dat relevant is voor jouw doelgroep en kopieer simpelweg de titel van het artikel. Plak deze in het topic veld van Coosto’s AI Content Generator en pas het doel, de tone of voice en eventueel de taal aan. Zo heb je binnen een mum van tijd trending content klaarstaan om te delen op jouw social media kanalen!
Het eerste onmisbare hulpmiddel voor contentmarketeers: een contentinspiratietool. Af en toe krijg je uit het niets ineens een geniale ingeving, maar soms kan contentcreatie een regelrechte worsteling zijn. Waar moet je nú weer over schrijven, filmen of podcasten? Traditioneel zoekwoordenonderzoek biedt lang niet altijd uitkomst. Voor die momenten is een tool die je van inspiratie kan voorzien meer dan handig.
Discover in Coosto geeft je op basis van jouw organisatie, branche, concurrentie of product tips voor te creëren content. Dat kan bijvoorbeeld een overzicht zijn van content die trending is of bijzonder goed presteert op social media, en dus mogelijk interessant is voor jouw organisatie. Je kunt op deze content voortborduren, er een eigen variant op maken of de content zelfs rechtstreeks delen met je volgers op social media.
Met Discover zit je nooit zonder inspiratie en heb je altijd actuele en pakkende content te delen met je doelgroepen.
Een andere tool die niet weg te denken tool is uit de gereedschapskist van een contentmarketeer: een social media planner. Je bent er natuurlijk in eerste instantie vooral op gebrand om je content zo aantrekkelijk, relevant en waardevol mogelijk te maken. Maar als vervolgens niemand die content tegenkomt of vindt, heb je daar niets aan. Je moet je content daarom actief gaan verspreiden. Op social media natuurlijk, want vrijwel elke publieksgroep is wel op één of meerdere social media te vinden.
Het grote nadeel: het aantal benodigde uren loopt snel op als je content wil verspreiden op 5, 10 of nóg meer accounts van verschillende platformen. Daarom is een tijdsbesparende social media planner een absolute must-have. Zo heb je al je social media accounts op één overzichtelijke plek en hoef je niet 10 tabbladen te openen om je social media te beheren.
Met Publish plan je jouw content vanuit één omgeving in op al je social media accounts, en worden posts automatisch gepubliceerd op het moment van jouw keuze. Dat scheelt zeeën van tijd – tot wel 75%.
Bovendien werken diverse AI-functionaliteiten in Publish direct resultaatverhogend. Met Prime Time plan je jouw posts bijvoorbeeld automatisch wanneer jouw doelgroep online is. Post Optimizer doorgrondt de algoritmes en assisteert proactief bij het finetunen van je content voor meer bereik, clicks en interactie. De Hashtags Generator helpt je om je relevante bereik te vergroten met hashtags die passen bij het onderwerp van je post.
Daarnaast kun je concepten aanmaken, agenda’s inladen, posts laten reviewen door collega’s en al je statistieken bekijken voor extra optimalisaties.
Wat je doel met contentmarketing of social media ook is, de kans is klein dat je het behaalt als iemand jouw content slechts eenmalig ziet, leest of hoort. Wie échte resultaten wil boeken, moet daarom bouwen aan een langere relatie met de doelgroep. Alleen zo zorg je ervoor at mensen vaker in contact komen met (nieuwe) content. Dat betekent onder andere dat je online de interactie moet aangaan, en moet reageren op vragen en opmerkingen op social media.
Ook het bijhouden van deze reacties is een tijdrovende klus als je meerdere accounts beheert. In de praktijk betekent het dat je 10 tabbladen tegelijk open moet hebben, of irritant zit te switchen tussen apps op een veel te klein smartphonescherm.
Om dat te voorkomen, gebruikt vrijwel iedere contentmarketeer een community management tool: een soort grote algemene inbox, waar inkomende berichten van al je accounts en kanalen binnenkomen.
Engage in Coosto een ‘grote social media inbox’ noemen is wat kort door de bocht, want de tool bevat veel meer functionaliteiten. Sterker nog, Engage ondersteunt bijna alle denkbare manieren om online de interactie met je doelgroep aan te gaan. Zo like, deel en reageer je niet alleen op berichten van alle social media; ook messengers, livechat en reviewsites zijn er standaard bij inbegrepen.
Daarbij kun je instellen dat je automatisch berichten binnenkrijgt waarin jouw merk, organisatie of product genoemd wordt, maar die niet direct aan jou zijn gericht. Op die manier kun je proactief het gesprek aangaan en nieuwe doelgroepen voor jouw organisatie aanboren. Vanzelfsprekend biedt Engage alle mogelijkheden om met je hele team samen te werken.
We noemden eerder al dat de meeste social media planners ook statistieken aan boord hebben. Zo zie je direct hoeveel bereik, engagement en clicks je content op social media heeft opgeleverd. Maar contentresultaat is natuurlijk méér dan een overzicht van je social media prestaties.
Een belangrijke KPI die iets zegt over het succes van je content, is het bereik van jouw earned media. Dat is eigenlijk het resultaat dat je - zonder te betalen - behaalt buiten je eigen kanalen. Denk bijvoorbeeld aan nieuws- en vakmedia die de content van jouw organisatie overnemen of delen, mensen die op social media over je content praten, of blogs die linken naar jouw content.
Het probleem: earned media is handmatig ontzettend moeilijk meetbaar. De oplossing: met een social listening tool (ook wel media monitoring tool genoemd) is het een fluitje van een cent.
Listen in Coosto is een zeer uitgebreide media monitoring tool, waarmee je gemakkelijk jouw earned media in kaart brengt. Van het aantal betrokken sites en auteurs, tot het potentieel bereik en de pr-waarde van alle berichtgeving: met Listen zie je het direct.
Daarbij biedt Listen volop mogelijkheden om ook dieper de berichtgeving in te duiken. Je krijgt bijvoorbeeld een beeld van de mate waarin jouw merk ‘leeft’ op social en online media? Wat is op dit moment het sentiment rond je organisatie? Is het op dit moment verstandig om bepaalde content of gevoelige onderwerpen aan te kaarten? Is het slimmer om even te wachten met een social media post? Is dit wel het moment voor lollige community management-reacties?
Het zijn dit soort inzichten die je óók opdoet met behulp van Listen. Ze helpen je aan een correct en compleet omgevingsbeeld, zodat je de kans verkleint dat je de plank misslaat.
Uiteindelijk wil iedere contentmarketeer waar voor zijn werk. Of je nu puur wil bewijzen wat jouw behaalde resultaten zijn, of gericht wil zoeken naar verbeterpunten voor een volgende social media post of campagne: aan een rapportage ontkom je niet. Ook voor intern draagvlak is bewijs van behaalde resultaten vaak onmisbaar.
Een groot nadeel van de versnippering van kanalen in content & social media, is dat elk kanaal zijn eigen manier heeft om data en statistieken te presenteren. Om te voorkomen dat je aan de gang moet met het transformeren van .CSV bestanden of kromme vergelijkingen moet trekken, gebruikt vrijwel iedere contentmarketeer een speciale rapportagetool.
Report in Coosto brengt de resultaten van al je kanalen samen onder één dak. Zo analyseer je de prestaties van je social media, je community management, alle earned media en meer. Kortom: je kunt in een handomdraai je contentresultaten bekijken, vergelijken en je werk verantwoorden.
Creëer PDF-rapportages of live te delen dashboards, en ontdek direct toepasbare verbeterkansen in overzichtelijk gepresenteerde resultaten. Zo vind je in no-time antwoord op vragen als: wat heb ik in totaal bereikt met mijn contentmarketing? Wat is de ROI van mijn werk? Welk platform is voor mij het meest succesvol? Welke content slaat aan en welke niet?
Dit zijn de 5 must-have tools voor iedereen die werkt in de wereld van content- en social media marketing. Coosto brengt alle tools samen in één resultaatverhogend en tijdbesparend platform voor optimaal social media beheer. Zo kun je vanuit één omgeving van A tot Z aan de slag voor meer merkbekendheid, websitebezoekers en conversies.
Sommige contentmarketing-experts raden aan om te starten met een contentplan. Een contentplan is het kleine broertje van een contentstrategie, en gaat in op praktische zaken: welke content wordt door wie gecreëerd, wanneer gepubliceerd en waar verspreid?
Het risico van de praktische benadering van een contentplan is dat content zijn doel voorbijschiet. Draagt je content wel daadwerkelijk bij aan de organisatiedoelen? Bevat de content een consistente boodschap en spreekt het een gewenst publiek aan? Een contentplan kan deze essentiële vragen onmogelijk beantwoorden.
Daarom heeft een bovenliggende contentstrategie veel voordelen. De meeste organisaties hebben wel zo’n contentstrategie (73% in zowel B2C als B2B), maar die is in ongeveer de helft van de gevallen niet op papier uitgewerkt of gedeeld met collega’s. Het gevolg? Minder consistente content, minder gestructureerde content en minder doelgerichte content. Een opgefriste breed gedragen contentstrategie is daarom geen overbodige luxe.
Zo pak je dat aan:
Een strategie moet zo snel mogelijk van papier naar de praktijk. Een contentstrategie is wat ons betreft geen boekwerk, maar een verslagje van de keuzes die je maakt in 4 korte stappen. Je kunt er zo ambitieus mee uit de voeten als je zelf wilt:
Je begint je contentstrategie met je doelstellingen. Logisch: pas als je weet wat je met content wil bereiken, kun je achteraf gaan meten of je die resultaten ook daadwerkelijk hebt behaald. Doelen zorgen bovendien voor focus, en geven richting aan de content die je uiteindelijk gaat creëren. De meest bereikte doelstellingen met contentmarketing zijn meer merkbekendheid (80% van de organisaties bereikt dit doel met contentmarketing), vertrouwen (72%), klantloyaliteit (59%) en het stimuleren van de vraag naar producten of diensten (47%).
In deze fase ga je jouw publiek beschrijven. Je hebt je als doel gesteld om iets voor elkaar te krijgen bij een groep mensen, dus dan moet je ook weten wie die mensen zijn, wat hen drijft en via welke media ze te bereiken zijn.
Een handig hulpmiddel hiervoor is het maken van een persona, in dit geval jouw ideale contentconsument. Wie zou je het liefst willen bereiken met je content?
Als je straks content gaat maken met dit perfecte publiek in je achterhoofd, ga je zien dat het publiek dat jij aanspreekt steeds meer op het ideaalplaatje gaat lijken.
De kernboodschap is de essentie die impliciet in alle content verweven moet zijn. Van blogposts tot aan video’s en van whitepapers tot podcast-afleveringen. De beste content ligt op het snijvlak van wat jij kunt vertellen, wat je publiek wil horen en wat je concurrentie nog niet vertelt. Oftewel, de ‘sweet spot’.
Tip: het ‘message house’-model kan helpen om je kernboodschap te laden en inhoud te geven.
Als je de vorige stappen grondig hebt doorlopen, is het kiezen van de juiste kanalen niet meer dan een logisch vervolg. Je weet door je publieksbeschrijving immers waar je jouw ideale publiek kunt vinden en wat hun mediagebruik is. Het is daarbij slim om in je contentstrategie onderscheid te maken tussen kanalen voor contentpublicatie en kanalen voor contentverspreiding.
Content publiceer je standaard op één plek - meestal je website - waar je jouw publiek via verschillende kanalen naartoe stuurt. Voor een optimale verspreiding van je content kun je denken aan SEO, e-mail en social media.
Bekijk ook ons webinar waarin we je uitleggen hoe je in 4 stappen tot een succesvolle contentstrategie komt:
Als je een contentstrategie als uitgestippelde route ziet, is de uitvoeringsfase de daadwerkelijke reis. Heb je ook hierin behoefte aan structuur? Dan kun je onderstaande 4 stappen uitwerken in een contentplan.
Het bedenken van content die past bij jou contentstrategie begint met luisteren. Want ook al is het prettig om je kernboodschap op zak te hebben en te weten over welke thema’s je wil vertellen: het is nog geen concrete invulling van je contentkanalen.
Dat ‘luisteren’ varieert van het spreken met klanten op evenementen tot het analyseren van zoekgedrag in Google en het onderzoeken van trends en actuele onderwerpen in jouw markt. Vooral social media zijn een belangrijke informatiebron om te achterhalen wat er speelt rond de thema’s die voor jou relevant zijn. Die inzichten kun je vervolgens gebruiken om op voort te bouwen met je eigen content.
Ontdek wat er speelt in jouw markt met Discover in Coosto.
Met een goed gevulde rugzak aan inspiratie en ideeën kun je naar de volgende stap: het daadwerkelijk creëren en publiceren van content. De meeste organisaties kiezen ervoor om een gezonde mix van de 6 verschillende contentsoorten te gebruiken, afhankelijk van hun de doelstelling in de contentstrategie en de wensen van hun publiek.
De derde fase van de uitvoering draait om het verspreiden en het vindbaar maken van je content, via de kanalen die je in de contentstrategiefase hebt vastgesteld. Vrijwel altijd maken social media deel uit van je kanalen, omdat deze bij uitstek geschikt zijn voor het vergroten van bereik, interactie en websiteverkeer. Optimaliseer jouw content doelgericht om de best mogelijke resultaten te krijgen via deze kanalen.
Om deze verspreiding tijdsefficiënt en overzichtelijk te houden, gebruikt vrijwel iedere contentmarketeer een social media planner, zoals Publish in Coosto.
De vierde en laatste stap van de uitvoeringsfase wordt vaak vergeten of overgeslagen: de interactie met je publiek. En dat is vrij vreemd, aangezien we allemaal geleerd hebben dat goede communicatie nooit eenrichtingsverkeer is. Dat geldt dus ook voor contentmarketing.
Daarbij is het zo dat de grootse doelen die je in je contentstrategie vaststelt (meer klantloyaliteit, meer interesse in je product, meer autoriteit, etc.) nooit behaald kunnen worden na het lezen of bekijken van één enkele blog of video. Daarvoor is herhaaldelijk contact nodig, en zal je jouw publiek nadrukkelijker moeten betrekken bij je content. In andere woorden: community management.
Hulp nodig om alle interactie via social media, messengers en livechat te organiseren en in goede banen te leiden? Engage in Coosto biedt uitkomst!
Een korte evaluatie van de contentstrategie en uitvoeringsfase is een must in elk contentmarketingproces. Nu is het zaak om je route aan te scherpen, zodat je de volgende keer nog effectiever en efficiënter je doel bereikt.
Bereikt een bepaald kanaal structureel meer mensen dan het andere? Slaat het ene format beduidend beter aan dan het andere? Meet je impact, trek er minimaal maandelijks je conclusies uit en pas je strategie eventueel hierop aan.
Begin deze evaluatie bij je owned media. Dit zijn de kanalen waarop je de content volledig in eigen hand hebt, zoals je eigen social media kanalen. Ga hier doelgericht te werk, en focus op de KPI’s die je vertellen of je op de goede weg bent om je doelen te behalen. De data vliegen je namelijk om de oren, en soms kun je door de bomen het bos niet meer zien.
Earned media is aandacht die externe bronnen, auteurs en kanalen genereren voor jouw content. Denk aan nieuwsmedia die je content overnemen, social media accounts die je content uit eigen beweging delen of ernaar linken, of mensen die een positieve recensie over je laatste podcast schrijven.
Meet de volledige impact (owned én earned) van je contentstrategie met onze mediamonitor: Listen in Coosto.
Het is goed om de impact van je content te weten; het is nóg beter om het te delen. Door collega’s, management en andere stakeholders te betrekken bij de resultaten die je met jou content behaalt, creëer je draagvlak. Je laat zien wat contentmarketing concreet oplevert en je kan zo de ROI aantonen. Rapportages helpen bovendien om het overzicht te bewaren, en ze geven je kansen om concrete verbeterpunten te vinden voor je contentstrategie om direct mee aan de slag te gaan.
Tip: gebruik Report in Coosto om cijfers van verschillende platformen en bronnen samen te brengen in overzichtelijke rapportages en dashboards.
Klaar met alle 10 stappen? Goed bezig! Je hebt de contentstrategie, uitvoering en evaluatie van contentmarketing gestructureerd aangepakt. Zo heb je jezelf verzekerd van content die bereik, interactie en conversie oplevert en op die manier bijdraagt aan de organisatiedoelen.
En het allerleukste van ons vak is dat je nu gewoon weer bij stap 1 mag beginnen! ? Pak je strategie erbij, bekijk of je wat moet aanscherpen, en ga aan de slag met nieuwe ambitieuze contentplannen en -evaluaties. Succes!
Social media content over studenten, van studenten, vóór studenten: bij Eindhoven University of Technology (TU/e) is het de normaalste zaak van de wereld geworden. Studenten helpen er niet alleen mee met voorlichtingsdagen, maar bemensen ook het webcare-team en voorzien het Instagram-account van nieuwe content. “We willen een écht inkijkje in het studentenleven kunnen bieden”, licht Pascal Appel, social media manager bij TU/e, toe. Een boeiend gesprek over corona-communicatie, authenticiteit, en het durven loslaten van de regie.
Van analyses tot social listening, webcare en publishing: TU/e maakt al bijna 6 jaar gebruik van Coosto voor haar volledige social media management. Pascal Appel is als social media manager de drijvende kracht achter de social media strategie van de universiteit. Zijn doel? TU/e bij studenten, medewerkers en andere stakeholders op de kaart zetten.
Is die social media strategie nog belangrijker geworden, nu de campus leeg is en iedereen thuis zit?
Pascal: “Nou ja, op het gebied van social media waren we natuurlijk niet anders gewend. Maar het is op z’n zachtst gezegd een zeer bijzondere realiteit waar we mee te maken hebben. Een situatie die bovendien regelmatig wijzigt. Wel of geen lockdown, wel of geen avondklok... elke aanpassing heeft impact op ons onderwijs en onderzoek. Dat houdt in dat we onze studenten wel heel vaak moeten informeren over veranderingen. Om dat voor iedereen overzichtelijk te houden, hebben we vanaf het begin besloten slechts 2 hoofdkanalen voor deze communicatie te gebruiken: mail en WhatsApp. Wekelijks ontvangen studenten en medewerkers informatieve updates via mail, en het laagdrempelige WhatsApp-nummer staat altijd open voor vragen.
Daarin merken we vooral hoe moeilijk het is om snel én volledig te zijn. Het liefst zouden we direct na elke persconferentie een uitgebreide Q&A mailen, maar dat is helaas niet realistisch. Ook wij worden immers soms verrast door nieuwe maatregelen.”
Maar je kunt nieuwe informatie ook niet te lang uitstellen, toch?
“Nee, dat is zo. Als we te lang zouden wachten, zou er onrust bij studenten kunnen ontstaan en neemt het aantal binnenkomende vragen via WhatsApp toe. Toch helpt het ook niet om direct te publiceren, als je daarbij nog niets inhoudelijks kunt melden. Daarom is de balans zo belangrijk: we proberen in zo kort mogelijke tijd een zo compleet mogelijk verhaal te delen. Vragen die in de tussentijd via WhatsApp binnenkomen, kunnen we zo direct gebruiken om de boodschap aan te vullen, en daarmee het aantal nieuwe vragen te verminderen. Luisteren, zenden, luisteren, zenden… Zo versterken die twee kanalen elkaar.“
“WhatsApp is voor ons niet alleen een servicekanaal. Het heeft ook een belangrijke signalerende functie.”
“Wat dat betreft heeft WhatsApp voor ons een belangrijke, signalerende functie. Zeker omdat er onvermijdelijk uitzonderingen zijn die je over het hoofd ziet. Neem de lockdown, bijvoorbeeld. We kregen daarop direct een heleboel vragen: ‘Gaan mijn tentamens dan niet door?’ was een logische. Maar ook: ‘Ik woon in een rumoerig studentenhuis met 15 huisgenoten. Mijn thuissituatie laat het simpelweg niet toe om een online tentamen thuis te maken.’ Bij dat laatste geval hadden we zelf nog niet stilgestaan, maar door WhatsApp konden we er alsnog rekening mee houden in onze mails.”
Is heldere informatie dan de sleutel tot betrokkenheid in deze tijden?
“Niet alleen heldere informatie. We realiseren ons als geen ander dat studeren meer is dan papers lezen en weten wanneer je tentamen plaatsvindt. We proberen daarom ook digitaal – waar mogelijk – wat beleving terug te brengen, en iedereen weer een beetje te laten proeven van het studentenleven.”
Wat is de rol van studenten zelf in die beleving?
“Zij hebben bij TU/e een centrale rol in de communicatie. Zeker in de studentenwerving zijn ze ontzettend waardevol; wie kan nu beter vertellen hoe het reilt en zeilt op onze campus dan een student zelf? Daarin zijn we als TU/e natuurlijk niet uniek. Iedere universiteit en hogeschool vraagt studenten een steentje bij te dragen op open dagen of voorlichtingsavonden.
Toch zagen we ook dat een steeds groter deel van het oriëntatieproces van aanstaande studenten buiten die georganiseerde wervingsmomenten plaatsvindt. Online, op social media. Dat geldt al helemaal voor de grote groep buitenlandse studenten die zich ieder jaar bij TU/e aanmeldt, en die meestal überhaupt geen gelegenheid had om een open dag te bezoeken - ook niet vóór corona.
Daarom bedachten we een manier om onze huidige studenten ook op social media te laten uitdragen hoe hun studentenleven eruitziet. Concreet was het plan om elke week een andere student ons TU/e-Instagramaccount te laten overnemen. Die student zou dan alles over zijn of haar belevenissen in die week delen. Dat mocht studiegerelateerd zijn, maar het hoefde zeker niet. Hobby’s, uitgaan, sporten, reizen: alles mag. Nou, dat plan hebben we destijds uitgewerkt, en inmiddels verzorgen studenten al 3,5 jaar al onze Instagram-content.”
Leestip: Hoe TU/e influencers maakt van haar internationale doelgroep
Was het niet doodeng om de regie over zo’n belangrijk organisatieaccount uit handen te geven?
“Haha, in eerste instantie denk je natuurlijk wel na over wat er allemaal mis kan gaan. Maar we hebben tegelijkertijd veel risico’s zo klein mogelijk gemaakt.
Zo zijn we voorzichtig gestart, met studenten die bijvoorbeeld al een bijdrage leverden op voorlichtingsavonden. Zij wisten al goed wat het inhoudt om voor even het visitekaartje van de universiteit te zijn. Maar we merkten al snel dat ook andere studenten dat verantwoordelijkheidsgevoel krijgen zodra ze eenmaal achter de knoppen zitten van ‘hun’ universiteit op Instagram. Het is in al die jaren nog nooit echt misgegaan.”
“Bij een écht inkijkje in het studentenleven horen rafelrandjes.”
Het format werkt, getuige de indrukwekkende interactieratio’s en stijgende volgersaantallen. Wat is volgens jou de kracht van jullie Student Generated Content?
“Authenticiteit, zonder enige twijfel. Ik begrijp de neiging van communicatieafdelingen om user generated content te modereren of regisseren, zodat die nét wat beter aansluit bij de boodschap die ze willen uitdragen. Maar ons format zou daardoor als een kaartenhuis instorten.
De kracht is dat potentiële studenten van over de hele wereld een inkijkje in het échte TU/e-studentenleven krijgen. En ja, daar horen rafelrandjes bij. We willen studenten daarom ook niet in een keurslijf stoppen. We hebben geen harde regels, en alleen een paar richtlijnen waarin we uitleggen wat we willen bereiken met het format.
Dat authentieke en persoonlijke past bij onze kernwaarden. Dat zie je ook terug in onze webcare, bijvoorbeeld. We hebben er heel bewust voor gekozen om ook daar studenten achter de knoppen te zetten, en geen gebruik te maken van chatbots.
Soms voelen we zelf heel even de verleiding om het grote bereik op Instagram te gebruiken voor content vanuit de organisatie, maar we houden ons gelukkig in. We moeten blijven beseffen hoe dat bereik is opgebouwd, en waarom mensen ons ooit zijn gaan volgen op Instagram. Dat is puur om de content van onze studenten, en die moeten we blijven bieden.”
Hoe krijg je studenten zover om zo’n Instagram takeover te doen?
“Haha, dat is niet zo moeilijk: studenten melden zichzelf! De wachtlijst voor het beheren van ons Instagram-account puilt uit. De planning zit op dit moment al vol tot komende zomer, en er is een heuse wachtlijst.
Die populariteit heeft enerzijds te maken met het podium dat we studenten te bieden hebben. Het is voor veel studenten natuurlijk best een aantrekkelijke gedachte om een week lang in de schijnwerpers te staan voor een publiek van ruim 17 duizend volgers.
“De wachtlijst voor het beheren van ons Instagram-account puilt uit. De planning zit al vol tot komende zomer.”
Daarnaast is trots een belangrijke factor. We horen van veel studenten dat ze het een eer vinden om hun universiteit op social media te vertegenwoordigen. En dan heb je nog het domino-effect: toen er één schaap over de dam was, volgden er meer. Als je ziet dat een vriend of studiegenoot met veel plezier een takeover heeft gedaan, zet je misschien zelf ook sneller de stap.”
Waarom heb je eigenlijk specifiek voor Instagram gekozen?
“We hebben voor elk social media kanaal specifieke KPI’s en doelen voor het publiek dat we er kunnen vinden. Zo gebruiken we Twitter voornamelijk als corporate spreekbuis, en is Facebook in de laatste jaren een soort interne community geworden. Op Instagram zagen en zien we vooral mogelijkheden om de studiekiezer te bereiken. Die kans hebben we met dit format met beide handen aangegrepen.”
En, welke kansen wil je in de toekomst nog gaan aangrijpen?
“We willen heel graag thought leader zijn binnen onze onderzoeks- en onderwijsgebieden. Daar geven we op dit moment ook invulling aan, al gebeurt dat vrij traditioneel. Wij zijn zelf de agenda setters, wij delen uitkomsten van onderzoeken die we als universiteit zelf bedacht en uitgevoerd hebben. Met die content gaan we vervolgens de social media bühne op, en hopen we op respons. Dat werkt vaak goed, maar het is nog steeds vrij zendgericht.
We hebben de ambitie om die agenda settende rol in de komende tijd ook bij een breed publiek in binnen- en buitenland neer te leggen. ‘Zeg het maar: waar wil je meer over weten? Wat vind je interessant? Dan zoeken wij het voor je uit’. Vraaggestuurde content. Daar ligt volgens mij een mooie toekomst voor social media bij universiteiten.”
In tegenstelling tot wat je in eerste instantie misschien zou denken, hebben de meest succesvolle mensen in het bedrijfsleven (en eigenlijk in elk vakgebied) één ding met elkaar gemeen: het zijn geen generalisten. Ze zijn uniek in wat ze doen of verkopen en hebben heldere keuzes gemaakt met betrekking tot waar ze zich op willen focussen.
En daar zou je van moeten leren in je social media strategie. Er zijn veel social mediakanalen, en als het gaat om techniek zijn ze al erg verschillend, maar de verschillen gaan verder dan functies en het aantal gebruikers. De verschillen liggen o.a. in tone-of-voice en populariteit bij een bepaalde doelgroep. En juist in al die verschillen liggen keuzemogelijkheden voor de profilering van jouw merk of organisatie. Maar hoe bepaal je nou waar je jouw aandacht op moet vestigen?
Eerst toch even alle opties onder elkaar, waar staat elk medium voor? We lichten de meest gebruikte sociale media in Nederland toe.
WhatsApp
Met 11,9 miljoen gebruikers is Whatsapp het meest gebruikte sociale medium (als je WhatsApp schaart onder social media) in Nederland. WhatsApp is een ideaal kanaal om met je klant in gesprek te blijven, snel en op een laagdrempelige manier vragen te beantwoorden en daarmee je klanttevredenheid te verhogen.
Facebook
Volgens het Nationale Social Media Onderzoek 2019 van Newcom maken nog steeds 10,1 miljoen Nederlanders gebruik van Facebook. Het gebruik is voornamelijk hoog bij volwassenen tussen de 23 en 57 jaar. Daar ligt dus een diverse doelgroep en een potentieel groot bereik. Facebook is met zijn bereik en brede publiek ideaal voor community-building. Helaas heeft Facebook wel veel aangepast in het algoritme, en heeft onder andere het bereik van gedeelde berichten drastisch verminderd vanwege de overvloed aan content en de focus van Facebook op advertentiefuncties. Maar door consequent te posten en de interactie op te zoeken kun je nog steeds jouw doelgroep bereiken. Bijvoorbeeld met evenementen en video’s.
YouTube
YouTube is nog steeds het hoofdkanaal als het gaat om video’s. Acht op de tien Nederlanders maakt wel eens gebruik van YouTube. Het platform trekt doelgroepen aan van alle leeftijden. Muziekvideo’s worden over het algemeen het meest bekeken. Bij jongeren zijn vlogs steeds populairder.
Instagram
Instagram is booming! Met 4,9 miljoen gebruikers en een constante groei is Instagram favoriet bij voornamelijk jongeren (14 – 22 jarigen). Het platform is gericht op visuals, zoals afbeeldingen en video's. Voor lifestyle merken gericht op eten, fitness, reizen, mode of bedrijven die een verhaal willen vertellen, is Instagram een goede match.
LinkedIn
LinkedIn is het online netwerkplatform. Focus op LinkedIn als je je netwerk wilt uitbreiden. Voor B2B-marketing ben je hier aan het goede adres. Het platform is geweldig als je thought leadership wilt ontwikkelen, kennis of bedrijfsnieuws wilt delen. Het platform wordt intensief gebruikt door Millenials. 44% van de 23 tot 37 jarigen is actief op LinkedIn.
X
X definieert zichzelf als een realtime nieuwsnetwerk. In tegenstelling tot Facebook, tonen onderzoeken aan dat berichten met afbeeldingen veel beter presteren dan videoposts. De X-tijdlijn werkt snel doordat het korte berichten zijn die inspelen op het nieuws en trending topics. Dit is de beste plek om gesprekken te voeren met je doelgroep en je klanten. Veel merken gebruiken het om vragen, opmerkingen en klachten op te vangen en te beantwoorden.
Nu je dit weet; hoe kies je dan het beste kanaal? Door na te denken over de volgende drie elementen en daar scherpe keuzes in te maken, heb je wat ons betreft een goede basis.
We kunnen het niet vaak genoeg vragen. Wat wil je met social media bereiken? Wil je een hogere naamsbekendheid? Of wil je werken aan het verbeteren van de reputatie van je organisatie? Misschien wil je social media gebruiken om snel te kunnen reageren op vragen van je klanten en daarmee bouwen aan een (nog) hogere je klanttevredenheid? Of is je doel juist om meer conversies halen uit social media? Denk dan bijvoorbeeld aan meer websiteverkeer of zelfs omzet uit social media.
Kies dus eerst waar je je op wilt focussen, want dat bepaalt bijvoorbeeld welke functionaliteiten een kanaal moet hebben om voor jou geschikt te zijn.
Op wie richt je jouw product of dienst? Wat voor type mens is het? Alleen al de leeftijdscategorie maakt uit voor de voorkeur in social media kanalen. Hoe meer je weet over je doelgroep, hoe gerichter je jouw kanalen daarop kunt afstemmen. Om een compleet plaatje te krijgen van jouw ideale klant kun je een buyer persona schrijven. In dit whitepaper leggen we uit hoe je dat doet.
En dan bedoelen we natuurlijk online, op social media. Van welke kanalen maken zij gebruik? Waar wordt er over jouw merk, jouw organisatie of product gesproken? Maar kijk ook eens bij de concurrenten. Van welke kanalen maken hun klanten gebruik? Je kunt dit soort metingen heel gemakkelijk doen met een social media tool, zoals Coosto Listen. In onderstaand voorbeeld hebben we dat uitgezocht voor het modemerk Loavies. Op welke kanalen wordt er voornamelijk over dit merk gesproken?
Hier zie je dat Loavies het meest besproken wordt op YouTube, Facebook en X. Dit zegt iets over hun klanten. En als je dan kijkt wáár je klanten zich bevinden. Dan kun je ook zien wie er over je spreekt. Heb je trouwe volgers? Wellicht vloggers of bloggers? In het geval van Loavies zie je dat de meeste berichten door vrouwen worden geschreven. Deze gegevens kun je allemaal overwegen in het maken van je beslissing. Luister dus naar wat je publiek zegt. Zowel de positieve als de eventuele kritische verhalen, en neem deel aan het gesprek!
Je hebt nu je doel helder, je hebt gekeken naar je doelgroep, en je hebt geluisterd naar hoe en waar er al over je gesproken wordt. Nu is het zaak om die drie samen te pakken en een keuze te maken in je social media kanalen.
Door te meten kun je verbeteren. Pas je social media strategie toe en monitor wat er gebeurt op je kanalen. Door die data te analyseren zie je wat wel of niet werkt voor jouw merk, en kun je steeds je content aanscherpen en verbeteren.
Wat zijn UTM tags? UTM-tags zijn korte stukjes tekst die je kunt toevoegen aan een link. Deze korte tekstjes voegen extra informatie over websitebezoekers toe aan een URL. Google Analytics kan deze tekstjes herkennen, en zo zien op welke link of knop je websitebezoekers hebben geklikt om op jouw website terecht te komen.
UTM is een vorm van URL-tagging: het toevoegen van informatie aan een link. UTM is de variant die gebruikt wordt voor Google Analytics, maar ieder Analytics-platform kent een vorm van URL-tagging die vergelijkbaar is met de UTM-werkwijze. Je kunt de methode die we in dit blog beschrijven ook zonder problemen toepassen voor andere Analytics-platformen.
Voor de nieuwsgierigen onder ons: UTM komt van Urchin Tracking Module. Als één van de eerste Analytics-bedrijven ter wereld bedacht Urchin het UTM-systeem, voordat de organisatie werd overgenomen door - jawel - Google, dat er Google Analytics van maakte.
Google Analytics herkent 5 verschillende soorten tags, die allemaal een stukje informatie geven over je bezoeker. Je hoeft ze overigens niet altijd allemaal te gebruiken:
utm_medium: dit is de UTM die vertelt via welk soort medium een bezoeker op je website is beland. Dit kan bijvoorbeeld 'socialmedia' zijn, maar ook 'email' of 'offline'.
utm_source: deze UTM maakt de medium-UTM wat specifieker. Komt een social-bezoeker bijvoorbeeld via LinkedIn of Facebook? En komt een bezoeker vanuit een intern verstuurde e-mail of een externe? Deze informatie voeg je toe als utm_source.
utm_campaign: onder deze UTM kun je informatie over je campagne kwijt. Is een link onderdeel van een productlancering? Handig om te weten hoe deze bezoekers zich op jouw website gedragen ten opzichte van bezoekers vanuit andere campagnes.
utm_term: deze UTM wordt meestal gebruikt om wat meer informatie te geven over de campagne. Denk bijvoorbeeld aan: 'korting' of 'bestaandeklanten'.
utm_content: de laatste UTM is ideaal voor A/B-testjes. Als je bijvoorbeeld twee afbeeldingen met link maakt (ééntje geef je een rode kleur en de ander maak je blauw), dan achterhaal je met behulp van utm_content welke afbeelding het meest succesvol is. Blijven 'blauwe bezoekers' bijvoorbeeld langer op je website? Of zijn 'rode bezoekers' vaker geneigd om zich in te schrijven voor je nieuwsbrief?
Met dit snelcursusje UTM wordt het al meteen een stuk eenvoudiger om de UTM-tag in de eerste regel van dit artikel te ontcijferen: ?utm_source=linkedin&utm_medium=social&utm_campaign=education.
utm_medium=social: de bezoeker is vanuit social media op jouw website terechtgekomen
utm_source=linkedin: de bezoeker is vanuit LinkedIn op jouw website terechtgekomen.
utm_campaign=education: de bezoeker heeft op een link geklikt die onderdeel is van jouw educatiecampagne.
Maar wat is nu precies het nut van UTM? Je kunt op social media of in Coosto toch ook zien hoe vaak er op je link geklikt is? Klopt, maar het aantal clicks is slechts een deel van het verhaal. In Google Analytics vind je ook informatie als gemiddelde sessieduur, gemiddeld aantal bezochte pagina's per sessies, hoe vaak mensen gemiddeld overgaan tot aankoop of inschrijving.
Zo kun je bijvoorbeeld achterhalen dat iemand die op een Facebook-advertentie klikt, minder vaak tot aankoop overgaat dan iemand die op een 'gewone' Facebookpost klikt. Of dat iemand die via X op je website komt, gemiddeld veel langer blijft rondneuzen dan iemand die dat via LinkedIn doet. Of dat je eindejaarscampagne van dit jaar veel meer leads opleverde dan de afgelopen zomercampagne. Ga zo maar door.
Met UTM's maak je dit soort zaken inzichtelijk. Je hoeft dus niet te gokken ("het aantal websitebezoekers stijgt gelijktijdig met onze campagne, dan zal hij wel succesvol zijn"), maar je kunt alles haarfijn meten. De mogelijkheden van UTM's zijn eindeloos, en als je de resultaten structureel in Google Analytics monitort, zorg je voor een systeem waarmee je steeds beter leert wat in jouw marketing werkt en wat niet.
Nu je weet wat UTM-tags zijn en waarom ze belangrijk zijn, kun je aan de slag.
Het heeft geen zin om UTM-tags te gebruiken als ze vervolgens niet gemeten worden. Dat meten doet Google Analytics voor je. Maak eerst een gratis Google Analytics account aan, en geef je website-URL op. Maak vervolgens een Google Tag Manager account aan, om een code op te zetten die moet gaan bepalen hoe Google Analytics met jouw website communiceert. Deze code moet je op elke pagina van je website plaatsen. Als je niet technisch onderlegd bent, kun je dit het beste even bespreken met de host of bouwer van je website.
Voor iedere link die verwijst naar een (andere) pagina op jouw website, ga je UTM-tags toevoegen. Dat is in het begin even wennen, maar als dit op den duur een gewoonte wordt, ga je er sowieso de vruchten van plukken. Gelukkig hoef je de code niet telkens zelf helemaal uit te dokteren. Er zijn handige tools beschikbaar, die je werk uit handen nemen.
A. Coosto
In Coosto kun je in het venster 'Nieuw bericht' kiezen voor de knop 'Genereer UTM URL'. Je vult dan de URL in waar je naartoe wilt linken, en voegt de UTM's toe die je hebt afgesproken. Coosto zorgt er dan voor dat de volledige URL mét UTM automatisch voor je wordt geplakt in je bericht.
B. Google Campaign URL Builder
Voor links die je op andere plekken plaatst dan social media, kun je ook de Google Campaign URL Builder gebruiken. Deze doet min of meer hetzelfde als Coosto. Het enige verschil is dat je de link nog even moet kopiëren en op de juiste plek moet plakken.
C. Spreadsheet
Om overzicht te houden over al je UTM's en hun benamingen, is het aan te raden om ze ook allemaal te bewaren in Excel of Google Spreadsheets. Zo voorkom je dat je links in mails de ene keer de utm_medium 'email', en dan weer 'Email' of 'mail' meegeeft. Tip: je kunt dit soort utm-sheets op bepaalde websites eenvoudig downloaden. Sommige sheets laten je ook automatisch de UTM genereren of staan standaard ingesteld op drop-down-menu's, zodat je grip houdt op de categorieën en schrijffouten voorkomt.
Het is belangrijk om te weten dat UTM-tags niet vaststaan. Je bepaalt dus zelf of je een social media link onder utm_source 'socialmedia', 'social_media' of 'social' noemt. Google interpreteert deze drie dan allemaal als aparte categorieën. Je kunt je voorstellen dat je intern daarom goede afspraken moet maken over hoe je bronnen, media en campagnes precies noemt.
Volg hoe gebruikers vanuit je verschillende bronnen, campagnes, media zich gedragen op je website. Door maandelijks rapporten uit te draaien en combinaties van UTM's met elkaar te vergelijken, kom je erachter welke campagnes het meest bijdragen aan jouw doelen. Je leert welke advertentie-variant de meeste nieuwsbrief-inschrijvingen oplevert, je weet hoeveel mensen op een link in een e-mail klikken, en ga zo maar door.
Nogmaals, de mogelijkheden van UTM's zijn eindeloos. Het is aan jou om er een gewoonte van te maken telkens UTM's te gebruiken in je links. We beseffen dat dat nog niet zo gemakkelijk is in alle dagelijkse drukte. Coosto kan daar een geheugensteun en handig hulpmiddel in zijn, omdat je er eenvoudig automatisch je UTM's in maakt.