Let it snow ❤️
De meeste mensen leken afgelopen weekend geen moeite te hebben met het feit dat Nederland bedekt was onder een witte deken. Ook mijn X- en Instagram tijdlijn sneeuwde onder met foto’s, filmpjes en tweets. Dat het prachtige beelden oplevert, liet deze Xer zien.
De toegenomen bekendheid en verkrijgbaarheid van Bitcoin hebben ervoor gezorgd dat vrijwel iedereen de naam op z’n minst weleens heeft horen vallen. Bitcoin is mainstream geworden. Dat zien we onder andere terug in het feit dat de belangrijkste online discussieplaatsen niet langer blogs en gespecialiseerde nieuwssites zijn. Het grote Twitter is anno 2017 de plek waar Bitcoin het meest wordt bediscussieerd.
Grootste discussiebronnen Bitcoin
Online wordt weleens beweerd dat de koers van Bitcoin en andere crypto-valuta door die grote interesse labiel wordt. De waarde van Bitcoin zou kunstmatig worden opgeblazen door de enorme aandacht op social media. Als die massale ophef gaat liggen, zou de koers naar beneden gaan meebewegen. Is het inderdaad zo dat online activiteit lineair samenhangt met de waarde van Bitcoin? Dat is wat mij betreft een interessante aanname om eens te testen in social media monitoring tool Coosto:
Hypothese: Er is een positief verband tussen de activiteit op social media over crypto-valuta en de waarde van die crypto-valuta in US Dollars.
Het ontstaan van Bitcoin
Dat er een duidelijke link is tussen Bitcoin en social media, is al te merken vanaf het vroege begin van de munt. Satoshi Nakamoto, het pseudoniem van de persoon die Bitcoin ontwierp, gebruikte vooral social media als fora en groepschats om zijn Bitcoin-idee in 2009 te pitchen en te verbeteren. Veel van de eerste mensen die heil zagen in het plan van Satoshi, ontdekten Bitcoin door dit soort social posts en online interacties. Sterker nog, ook de eerste Bitcoin-betaling (één pizza voor 10.000 BTC, inmiddels zo’n 150 miljoen dollar!) verliep via een online forum.
Social media waren en zijn dus essentieel voor Bitcoin om mensen te enthousiasmeren voor het netwerk. Er zit immers geen centrale organisatie, locatie of aansturingsmechanisme achter de blockhain-technologie en het Bitcoin-idee. Anonieme gebruikers en ontwikkelaars die de techniek draaiende houden, zitten over de hele wereld. Daarom zijn social media en chatapps onmisbaar voor onderlinge communicatie.
Het idee van decentralisatie
Bitcoin is een zogenaamde crypto-valuta. In andere woorden: digitaal geld, dat kan worden opgeslagen en uitgewisseld zonder tussenkomst van een derde partij. Wat dat betreft hebben crypto-valuta’s raakvlakken met social media: ze zijn beide gebaseerd op het idee van decentralisatie. Er zijn binnen deze systemen immers geen groepen die controle hebben over informatie (mediabedrijven) of vermogen (banken).
Gebruikers hebben zelf de macht in handen gekregen. Voor social media betekent dit dat individuele gebruikers, zonder tussenkomst van een uitgever, zelf nieuws kunnen produceren en een miljoenenpubliek kunnen bereiken. Voor crypto-valuta en de zogenaamde blockchain-technologie betekent het dat gebruikers zonder tussenkomst van een bank onderling zelf digitale transacties kunnen uitvoeren.
De prijs van Bitcoin
Terug naar de hypothese. Om die te testen, plotten we het aantal berichten over Bitcoin in de periode van 12 december 2016 tot 9 december 2017, gemeten in Coosto. Daar tegenover zetten we de prijs van Bitcoin in US dollars voor diezelfde periode.
Bitcoin
Op het eerste oog lijken de lijnen ongeveer dezelfde vorm te vertonen, waarbij het opvalt dat de social activiteit telkens een dipje kent in de weekenden. Om aan te kunnen tonen of er echt samenhang is, moeten we echter dieper duiken dan het visuele aspect. In de statistiek wordt samenhang berekend door de zogenoemde correlatiecoëfficiënt van Pearson. Die is voor de twee weergegeven variabelen 0,80 en statistisch significant, wat wil zeggen dat er een zeer sterk verband bestaat.
Is het dan misschien toeval dat de waarde van de bekendste crypto-valuta samenhangt met de activiteit op social media? Om dat te checken, kijken we naar de tweede grootste crypto-munt: Ethereum. Dat levert deze grafiek op:
Ethereum
Ook hier komen we uit op een statistisch significante correlatiecoëfficiënt van 0,76 (een sterk verband). De samenhang tussen social media activiteit en verschillende crypto-valuta lijkt dus verder te gaan dan alleen Bitcoin.
Waarde van transacties
De overeenkomsten worden overigens nog treffender als we niet de koerswaarde van Bitcoin, maar de grootte van de handel in Bitcoin onder de loep nemen. De oranje lijn laat in onderstaande grafiek de waarde van alle Bitcoin-transacties zien (koop én verkoop) voor de periode van 12 december 2016 tot en met 9 december 2017. De bewegingen van die lijn lijken vrijwel identiek aan de social buzz rond Bitcoin die we gemeten hebben in Coosto. Ook hiervoor berekenden we een correlatiecoëfficiënt, en die bevestigt wat we met onze ogen eigenlijk al zien: een zeer sterk verband (statistisch significante correlatiecoëfficiënt van 0,84).
Bitcoin
Er lijkt een logische verklaring te zijn voor het feit dat de grootte van de social buzz sterker samenhangt met het handelsvolume dan met de koerswaarde. We hebben een aantal factoren van de social buzz namelijk niet meegenomen: wie zijn de belangrijkste auteurs, hoe groot is hun invloed en wat is het sentiment van de berichten (positief of negatief)? Met name die laatste is naar alle waarschijnlijkheid een belangrijkere variabele voor de prijs van Bitcoin dan voor het volume van de Bitcoin-handel.
Logisch redeneren vertelt ons namelijk dat negatieve berichtgeving zou samengaan met een koersdaling, en positieve berichtgeving met een stijging. Social activiteit is voor de prijs van Bitcoin dus maar een deel van het verhaal. Voor het volume van de handel lijkt dit minder van belang, omdat we verwachten dat een groei in berichtgeving (of dat nu positief of negatief is) samengaat met meer handel.
Van social naar koers of van koers naar social?
Hoewel we bij zowel Bitcoin als Ethereum zeer sterke verbanden tussen de social activiteit en de waarde van (de transacties van) deze crypto-munten zien, kunnen we niet zomaar uitgaan van een causaal verband. Een onderzoek van Wysocki (1999) toont bijvoorbeeld aan dat activiteit op message boards de handel in aandelen voor de volgende dag kan voorspellen. Maar er zijn ook onderzoeken, zoals die van Tumarkin en Whitelaw (2001), die de omgekeerde richting bewijzen: de handel en waardeverandering van aandelen beïnvloedde de activiteit op message boards.
In andere woorden: wordt de koers van Bitcoin beïnvloed door de buzz op social media, of wordt de online discussie juist beïnvloed en gestimuleerd door de koers? Op basis van dit onderzoek kunnen we daar geen harde uitspraken over doen.
Conclusie
We zien bij zowel Bitcoin als Ethereum zeer sterke verbanden tussen de social activiteit en de waarde van deze crypto-munten. Maar nee, we kunnen met behulp van deze analyse (nog) niet hard maken dat we de koers van Bitcoin met social data kunnen voorspellen. De hypothese die we formuleerden, nemen we wél aan. Er is namelijk wel degelijk een zeer sterke relatie tussen de koers van bepaalde crypto-valuta en de activiteit op social media.
Waarom spelen vooral supermarktketens in op kerst?
Martijn Konings, zelfstandig creatief op het gebied van concept en creatie heeft er een verklaring voor. “De afgelopen jaren hebben buitenlandse warenhuizen/supermarktketens een aantal soortgelijke kerstcommercials gemaakt die ontzettend veel bekeken werden”, aldus Konings. “Marketeers zien dat natuurlijk ook, en proberen nu hetzelfde trucje uit te voeren. In de hoop dat het op z’n minst online veel bekeken wordt. Volgens mij doen ze dat redelijk succesvol.” Het lijkt de supermarktketens daarbij niet zozeer te gaan om meer verkoop. De kans is groot dat het ze wél (deels) te doen is om een sterkere reputatie. Maar dragen kerstreclames hieraan bij?
Aansnijden maatschappelijk thema werkt
Albert Heijn snijdt dit jaar een maatschappelijk thema aan in de kerstreclame: eenzaamheid onder ouderen. De supermarktketen gaat voor een transformationele positionering, focust zich daarbij vooral op de emotie en wil graag een gevoelige snaar raken bij de kijker. En dat lukt.
Trending topics en sentiment
In Coosto is te zien dat de kerstcommercial van Albert Heijn kan rekenen op een positief sentiment van 48%, wat aangeeft dat we zeer te spreken zijn over deze reclame. De trending topics laten zien dat het aansnijden van een dergelijk maatschappelijk thema werkt: de emotie komt binnen.
‘Klein traantje’, ‘goed werk’ en ‘saamhorigheid’ zijn onderwerpen die terugkomen in de online conversatie rondom de reclame. In diezelfde conversatie heeft de supermarktketen een invloedsscore van 15.5, wat aangeeft dat ze veel invloed heeft binnen het gesprek over het merk. Hoe meer invloed je als merk hebt in de discussie over je merk of vakgebied, hoe meer je als autoriteit gezien wordt: een belangrijke indicator voor je reputatie. In het geval van de Albert Heijn lijkt de keuze voor een maatschappelijk thema in de kerstreclame een positieve werking te hebben op de online reputatie.
Durven wordt beloond
Ook PLUS snijdt dit jaar een maatschappelijk thema aan in haar kerstreclame: gescheiden ouders. En hoewel de storyline lijkt op die van Albert Heijn, lijkt de kerstreclame controversiëler. Buiten alle lof voor de reclame, is er namelijk ook kritiek. Het zou 'de meest pijnlijke reclame zijn voor kinderen van gescheiden ouders’.
Trending topics en sentiment
Desalniettemin behaalt de kerstreclame een positief sentiment van 31%. En de trending topics leveren nog meer interessante invalshoeken op. Want zien we hier ook de kritiek in terug?
Nee. De onderwerpen ‘dappere dochter’ en ‘dappere keuze’ zijn juist overduidelijk aanwezig in de online conversatie. Het doel van PLUS was om mensen te raken én inspireren om er op die manier toch een bijzondere kerst van te maken. De keuze voor dit maatschappelijk thema was gedurfd, maar in dit geval wordt durven beloond. En dat heeft een positieve invloed op de online reputatie van de supermarkt.
Tranentrekkers niet per se nodig
Dat tranentrekkers niet per se nodig zijn om hoge ogen te scoren in de wereld van kerstreclames, laat Jumbo zien. Hoewel de reclame van dit jaar nog steeds een feelgood-gevoel geeft, wordt er veel minder op de emotie ingespeeld dan in de reclames van de concurrentie. Toch lijken we op social daar niets om te geven:
‘Gevoel’, ‘kerstgedachte’ en ‘familie’ komen terug in de gespreksonderwerpen op social. En dat sluit dan weer perfect aan bij de merkwaarden van de supermarktketen: een familiebedrijf dat tradities belangrijk vindt. In de kerstreclame is daarom ook de vertrouwde Jumbo-familie als vanouds aanwezig. De kerstreclame levert daarbij een positief sentiment op van 42%. Een tranentrekker is dus geen vereiste om een positief effect te behalen op je online reputatie. Trouw blijven aan je eigen identiteit is ook een manier om je online reputatie te verbeteren. En dat doet Jumbo uitstekend in deze reclame.
Kerstreclame geen garantie voor een betere reputatie
Kerstcommercials lijken dus wel degelijk een positief effect te hebben op de online reputatie van een bedrijf, maar ze bieden geen garantie. Dat ervoer ook Coca Cola. In de kerstreclame van dit jaar staat de kerstheld centraal. Het frisdrankmerk roept iedereen op om zijn of haar kerstheld te bedanken, waarbij de persoonlijke boodschap op een kersttruck verschijnt die door heel Nederland rijdt.
Social data laten zien dat de afgelopen dagen een dip in het sentiment is ontstaan.
De trending topics laten zien waar die rode dip precies vandaan komt. Daar zie ik ‘crap vuilniswagen’ voorbij komen. Wat wordt daarmee bedoeld?
Als ik hier dieper in duik, zie ik dat Greenpeace een tegenbeweging is gestart met een gepimpte Kerst-vuilniswagen. Ze willen de fabrikant wijzen op de gevolgen van de plastic voetafdruk die Coca Cola achter laat. Hoewel er in de afgelopen dagen relatief weinig berichten hierover zijn geplaatst (lees: 41), waren die wél goed voor een slordige 131.000 views. Een belangrijk signaal, maar het is Coca Cola zelf niet onopgemerkt gebleven. Een statement volgde daarom snel.
Een statement waarmee de fabrikant niet alleen laat zien dat ze de tegenbeweging (h)erkent, maar er ook op inspeelt. Het weerhoudt Greenpeace er niet van om van zich te laten horen, maar het statement krijgt wél een plekje in het liveblog op de website van Greenpeace. De context die Coca Cola hiermee schept, zorgt ervoor dat een dergelijke discussie niet escaleert – wat negatieve invloed kan hebben op het merk.
Zo zie je maar: ook al wordt een kerstreclame met alle goede bedoelingen geproduceerd, het is nog geen garantie dat het leidt tot een betere online reputatie. Blijf altijd vinger aan de pols houden, monitor de online discussie en stuur bij waar nodig. Op die manier kan een kerstreclame namelijk wel degelijk een positief effect hebben op je reputatie. En zit je eraan te denken om volgend jaar zélf in te haken op kerst? Onthoud dan dat het echt niet zo groot opgezet hoeft te worden als de reclames beschreven in dit blog. Zorg er in ieder geval voor dat je een goed gevoel creëert rondom je merk: dat is namelijk waar deze tijd van het jaar zich uitstekend voor leent. Wees authenthiek, vertel een verhaal met een krachtige boodschap en zorg dat het past bij de identiteit van je organisatie.
Dat zou altijd je uitgangspunt moeten zijn.
Hij mag natuurlijk niet ontbreken in deze lijst: onze Sven Kramer. Op 15 februari gaat hij vechten voor de enige medaille die hij nog mist: goud, op de 10.000 meter. Een medaille waar op social vanaf september 2017 al veel over wordt gesproken:
Je kunt de reden misschien al raden: Sven had de medaille in 2010 al kunnen bemachtigen. Een verkeerde wissel leverde hem toen een diskwalificatie op. Een moment dat bij heel Nederland voorgoed in het collectief geheugen zit. Zou het Kramer dit jaar wél lukken?
Een wedstrijd die zéker de moeite waard is om voor op te blijven: skeleton. Een vorm van sleeën waarbij de sporter al liggend afdaalt van een bobsleebaan. Waarom juist deze sport? Akwasi Frimpong, een Ghanees met een Nederlandse nationaliteit, komt uit voor Ghana in dit onderdeel. Hij is de enige Ghanees op de Olympische Spelen, en mag daardoor ook de vlag dragen bij de opening. In Nederland zijn we al enthousiast:
JA!! Super blij voor @FrimpongAkwasi hij mag eindelijk naar de Spelen voor Ghana in het skeleton. ⚡️⚡️? https://t.co/R1IB0fwnBu
— Mark Tuitert (@marktuitert) January 15, 2018
Akwasi heeft in relatief korte tijd al voor veel online buzz gezorgd door het inspirerende verhaal dat hij bij zich draagt. Als 8-jarige kwam hij illegaal naar Amsterdam, waar hij één droom had: meedoen op het hoogste podium, de Olympische Spelen. Toen hij deze droom als sprinter vanwege blessures niet kon verwezenlijken, zette Akwasi de bobslee bond van Ghana op. Na veel persoonlijke offers komt zijn Olympische droom eindelijk uit dit jaar: hij mag uitkomen voor Ghana als skeleton atleet.
Leuk weetje: let 16 februari vooral op de helm die Akwasi draagt. Daar staat een konijn op, met daarachter een grote leeuwenbek die zich opent. Een symbolische verwijzing naar ‘de theorie van het konijn’, een theorie die Akwasi zelf heeft bedacht naar aanleiding van de woorden van zijn voormalige sprintcoach Sammy Monsels. “Akwasi is als een konijn in een kooi, klaar om te ontsnappen aan een leeuw. Als de kooi opengaat is hij dat konijn: hij wordt door de leeuwen om hem heen opgegeten.” waarbij hij verwijst naar Akwasi’s dilemma als illegale immigrant.
Voor het eerst weet Nigeria zich met een bobsleeteam te plaatsen voor de Olympische Winterspelen. Seun Adigun vormt met remsters Ngozi Onwumere en Akuoma Omeoga het eerste Afrikaanse team ooit in bobsleeën. Het debuut herinnert ons aan de film Cool runnings, een Amerikaanse komedie uit 1993. De film is gebaseerd op de deelname van een Jamaicaans bobsleeteam aan de Olympische Spelen in Calgary, 1988. Met alleen al hun deelname schrijven ze geschiedenis: zeker het kijken waard!
Een onderwerp waar de afgelopen tijd veel over werd gesproken in de (online) media: de afwezigheid van Rusland tijdens de Olympische Winterspelen. Het land kreeg een schorsing opgelegd, als gevolg van een groot dopingschandaal. Een complex verhaal, want Rusland weigert tot op heden de schuld op zich te nemen. De commotie op social media is in ieder geval groot:
Wat het verhaal nog ingewikkelder maakt: er gaan tóch nog zo’n 169 Russische sporters aanwezig zijn tijdens de Spelen. Dit zijn zogenaamde ‘schone’ spelers, die uitkomen onder een Olympische vlag en met neutrale sportkleding. Als ze een medaille winnen, gaan we geen Russisch volkslied horen maar het olympische lied.
Dat de Russische sporters die wél meedoen zich meer dan ooit willen bewijzen deze Spelen, spreekt voor zich. Maar over welke sporten hebben we het dan, en op welke dagen en tijden moeten we de TV aanzetten?
IJshockeyster Ilja Kovaltsjoek, dé grote ster van Rusland, gaat ook naar de Spelen. Samen met de rest van het ijshockeyteam gaat ze het zondag 11 februari opnemen tegen Canada. Dat wordt waarschijnlijk niet eens de meest spannende wedstrijd. Het Russische team zit namelijk in dezelfde poule als de Verenigde Staten. Ijshockey, de van origine Noord-Amerikaanse sport, werd in de jaren rond de Koude Oorlog gedomineerd door de Russen. In die tijd leverde dat al veel rivaliteit en haat op, en diezelfde rivaliteit is altijd blijven hangen. Op dinsdag 13 februari om 13:10 uur staan de twee landen recht tegenover elkaar. Dat gaat letterlijk en figuurlijk een krachtige clash opleveren.
De Russische kunstschaatster Evgenia Medvedeva is er gewoon bij. Ze is slechts 18 jaar maar is al twee keer wereldkampioen geweest. Evgenia pleitte in december nog voor Rusland bij het IOC – de commissie die de schorsing heeft opgelegd. Er zal dus een beladen sfeer hangen tijdens haar kuur. Ook Europees kampioene Alina Zagitova gaat haar kuur schaatsen deze wedstrijd.
Zin in wat meer adrenaline en spanning? Ga dan vooral kijken naar Skicross! Een van de meest spectaculaire sporten op de Olympische Spelen. Skicross is een onderdeel binnen freestyle skiën waarbij een aantal skiërs het tegen elkaar opnemen met één doel: zo snel mogelijk de finish halen. Het parcours kent veel bochten, schansen en bermen. Botsingen en valpartijen zijn daardoor eerder regel dan uitzondering. Alleen de nummers één en twee plaatsen zich voor een volgende ronde.
De mannen beginnen op woensdag 21 februari om 3:30 uur. Liever niet midden in de nacht je bed uit? Dan loont het om in ieder geval je wekker te zetten voor de grote finale, die dezelfde dag nog plaatsvindt om 6:35 uur. De vrouwen in actie zien tijdens de grote finale? Tune dan in op 23 februari om 6:35 uur.
Je voelt je klaar om met social media en contentmarketing aan de slag te gaan. Je weet wat je met social media wilt bereiken, je hebt gelezen over social media strategieën en je bent op de hoogte van relevante trends. Toch sta je weifelend in de startblokken. De visie is er wel, maar hoe ga je het allemaal organiseren en structureren? In dit whitepaper beschrijven we welke knopen je moet gaan doorhakken om een succesvol social media team te creëren. En we laten zien hoe de meeste bedrijven hun social media team hebben ingericht.
Dit whitepaper helpt je om vragen te beantwoorden als:
Niet zo gek dat de strijd om de steeds schaarser wordende tijd van de consument heviger wordt. Hoe zorg je ervoor dat de consument ervoor kiest om nét jouw boodschap te ontvangen, in plaats van de duizenden alternatieven die hij heeft? Hoe zorg je ervoor dat je opvalt? Dat je aansluit bij de wensen van de moderne consument?
Dit zijn de drie belangrijkste verwachtingen van die consument in zijn communicatie met bedrijven:
1. Relevantie, relevantie en nog eens relevantie
De allerbelangrijkste voorwaarde voor jouw boodschap is relevantie. Als je content maakt die niet interessant is voor je publiek, wordt je boodschap gewoonweg genegeerd. Er zijn genoeg alternatieve tijdsbestedingen die wél interessant zijn.
2. Interactie
Je publiek moet kunnen reageren op je communicatie-uitingen. Als je hem via een medium informeert, verwacht de moderne consument in toenemende mate dat hij ook kan antwoorden. Hij gebruikt media steeds meer als communicatie- in plaats van informatiekanaal.
3. Snelheid & gemak
De moderne consument verwacht snelheid en gemak. Hij wil je boodschap in zijn schoot geworpen krijgen. Hij bepaalt zelf waar, wanneer en via welk apparaat hij media gebruikt. Jij bent degene die iets van hem wil (zijn tijd), dus moet je je dienstbaar opstellen. Als de consument zelf naar je boodschap op zoek moet, of op vaste tijden of plaatsen moet inschakelen, dan gaat het steeds vaker gewoon niet gebeuren. Hetzelfde geldt voor boodschappen die lang duren of veel leeswerk vereisen.
Hoe is social media dan dé oplossing?
Er is geen marketinginstrument waarmee je beter aan bovengenoemde veranderende verwachtingen van consumenten voldoet dan met social media. Dit is de verklaring voor het succes:
1. Relevantie
Social media hebben veel meer personalisatie- en targetingopties dan traditionele media, zodat het gemakkelijk is om relevantie te bieden voor iedereen die binnen jouw publiek valt. Een televisie- of radio-uitzending is voor jou hetzelfde als voor je buurman of collega. Op social media hoeft dat niet zo te zijn, omdat je veel beter kunt differentiëren tussen publieksgroepen. Zo krijgt iedereen de informatie die voor hem of haar relevant is. Dat het zo kán, wil overigens niet zeggen dat je op social media automatisch relevant bent. Daarom moet je aan de slag met een strategie.
2. Interactie
Iedereen met een profiel op social media kan zowel informatie zenden als ontvangen. Zie dat maar eens voor elkaar te krijgen met televisie, radio of bannering. Het laagdrempelige karakter en de lage kosten van social media maken het voor organisaties bovendien mogelijk om ook snel te reageren. Zo ontstaat er een persoonlijk gesprek tussen bedrijf en klant.
3. Snelheid & gemak
Social media staan altijd aan. Ze zijn tijd-, plaats- en apparaatsonafhankelijk te bereiken (televisie, smartphone, desktop, wearable, enzovoort). Terwijl content van andere media vaak lineair bekeken/beluisterd moet worden of slechts via één informatiedrager toegankelijk is. Social media zijn bovendien content-onafhankelijk. Dat wil zeggen dat ze niet gebonden zijn aan één type inhoud. Tekst, foto’s, video’s, games, quizjes: het kan allemaal. Het laagdrempelige karakter en de lage kosten van social media maken het af: het was nog nooit zo gemakkelijk om snel content te maken.
Social is here to stay
Social media zijn dus niet zomaar een trend, en allesbehalve een hype. Ze zijn ook niet zomaar komen aanvliegen omdat het technisch ineens mogelijk werd. Het gaat veel verder. Social media zijn het antwoord op de behoeften, verwachtingen en eigenschappen van een nieuwe generatie. Aan mensen die 14 jaar na de oprichting van Facebook nog steeds hun twijfels hebben: ik laat een interview van Frans Bromet uit 1998 voor zich spreken.
Hoeveel hashtags moet je gebruiken op Twitter?
Onderstaande grafiek laat zien dat het gebruik van hashtags tot bepaalde hoogte prima kan werken. Tweets met 2 hashtags behalen gemiddeld ruim 0,35 reply/retweet per 1000 volgers. Het gaat met de interactie echter bergafwaarts als je het bonter maakt dan dat of hashtags juist achterwege laat. Over het algemeen is het daarom een goed idee om 2 hashtags te gebruiken in je tweets.
Aantal comments per 1000 volgers
De gemiddelde tweet in onze dataset krijgt ongeveer 1,42 reacties/retweets, maar dat aantal verschilt afhankelijk van het aantal volgers. Bovendien zien we bepaalde keuzes variëren tussen pagina's met veel en weinig gebruikers. We hebben deze analyse daarom aangepast en meten nu telkens het aantal comments per 1000 volgers.
Twitter kreeg vorig jaar veel commentaar toen het bekendmaakte dat de maximale tweetlengte van 140 naar 280 karakters werd opgeschroefd. Ook onze eigen poll op Twitter liet zien dat de meeste mensen destijds #Team140 waren. Ons huidige onderzoek laat echter zien dat we Twitter eigenlijk heel dankbaar mogen zijn voor die strategische zet. Lange tweets kunnen op veel meer interactie rekenen dan middellange tweets. Ook zeer korte tweets presteren goed. Conclusie: houd het kort of maak juist optimaal gebruik van de ruimte die je hebt! Dat werkt overigens alleen als je in die 280 tekens ook daadwerkelijk iets relevants te zeggen hebt, natuurlijk.
Moet je mensen mentionen in je tweet?
In vrijwel alle tweets wordt er wel over een persoon of een organisatie gesproken. Het lijkt logisch dat het vermelden van die personen of organisaties slim is als je op zoek bent naar een bepaalde interactie. We zochten uit of een @-mention zorgt voor meer interactie, en inderdaad: het expliciet benoemen van een persoon levert aantoonbaar meer interactie op. Vooral doen, dus.
Hoe formuleer je een tweet?
Twitter heeft soms het imago dat het nogal een negatief platform zou zijn. Mensen en bedrijven die overal schade en schande over spreken, zouden meer aandacht krijgen dan de wat gematigde of positieve Twitteraar. Data laten inderdaad zien dat tweets met een negatief sentiment (denk bijvoorbeeld aan ‘Als je onze actie mist, heb je een vet probleem’) nét iets meer interactie uitlokken dan positieve tweets (‘Maak gebruik van onze geweldige actie’). De verschillen met neutraal geformuleerde tweets zijn wel overduidelijk aanwezig. Probeer daarom eens te experimenteren met het sentiment van je formulering en bekijk wat voor jouw merk het beste werkt.
Vermijd links en media
Als je interactie (comments en deelacties) op een platform wilt creëren, moet je mensen zoveel mogelijk op datzelfde platform – en eigenlijk zelfs specifiek de timeline – houden. Onze data bevestigen dat: we zien dat het verwijzen naar websites buiten Twitter of het toevoegen van media (afbeeldingen of video’s) niet bevorderlijk is voor interactie. Tweets zonder link of media leveren ruim 6 keer zoveel interactie op.
Veel blogs brengen het als een vaststaand feit dat vragen stellen op social media automatisch meer interactie uitlokt. Toch is het zelfs bij zo’n inkoppertje wel handig als je ook de data hebt die dat bewijzen. Bij dezen bevestigd: vragen stellen in tweets levert meer replies en retweets op.
De perfecte tweet is een negatief geformuleerde vraag van 241 tot 280 tekens óf 0 tot 40 tekens. Zonder media of links, mét mention en 2 hashtags. Natuurlijk is deze conclusie wel érg kort door de bocht; uiteindelijk draait het allemaal om relevantie voor je volgers. Met social media monitoring software kun je analyseren wat in jouw geval dé perfecte tweet is. Mocht je die software niet voorhanden hebben, dan zijn bovenstaande statistieken een goede leidraad om tweets te creëren die interactie oproepen.
1. Praten in algemeenheden
De publieke sector heeft er een handje van om onderwerpen te verpakken in wollige, abstracte kreten. De groeiende waardering voor partijen die ‘zeggen waar het op staat’, bewijst dat dit soort onbegrijpelijke uiteenzettingen hun beste tijd gehad hebben. Pakkende one-liners met inhoud hebben de toekomst. Die blijven plakken. Zorg er daarom voor dat mensen iets van je campagne letterlijk onthouden (al is het maar één zinnetje). Liever dat, dan dat ze met moeite een brei aan woorden zonder enige samenhang uitbrengen, als ze jouw standpunten proberen uit te leggen.
De consequenties van dat laatste heeft de PvdA gemerkt tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 2017. De partij zat natuurlijk al in een lastig parket na de impopulaire samenwerking met de VVD, en gaf daarna ook toe een tegenvallende campagne te hebben doorgemaakt. We zetten ter illustratie van die campagne alle tweets van het partij-account in de aanloop naar de verkiezingen in één word cloud. Dat levert met termen als ‘Nederland’, ‘twijfel’, ‘plannen’, en ‘mensen’ nu niet bepaald een goede indruk op van de inhoud van het PvdA-verkiezingsprogramma destijds. De partij ging vervolgens hard onderuit in de verkiezingen.
Conclusie: wees zo concreet mogelijk, en benoem zowel problemen als oplossingen.
2. Alleen maar zenden
De lijst persberichten op X-accounts is bijna overal verdwenen: politieke partijen zoeken massaal de interactie. GroenLinks trekt het zelfs zo ver door, dat ze zich soms geen partij noemen, maar een ‘brede linkse beweging’. Jesse Klaver trekt al tijden hele zalen met enthousiaste, veelal jonge mensen die benieuwd zijn naar het verhaal van GroenLinks. De partij heeft het betrekken en enthousiasmeren van mensen perfect doorgetrokken naar social media, laat ook de word cloud van het partij-account op X goed zien:
Want: Ej? Mt? Wat is dat allemaal? Het is geen toeval dat er zoveel woorden voorbijkomen die uit slechts twee letters bestaan. Het zijn de initialen van de mensen die het GroenLinks X-account in de verkiezingen bemensten. Deze webcare-agents beantwoordden vragen steevast met een ^, gevolgd door hun initialen. Het feit dat ‘ej’, ‘kv’, ‘lo’ en ‘mt’ zo centraal staan, wil dus zeggen dat GroenLinks niet alleen haar eigen boodschap heeft gezonden op social media, maar vooral de interactie is aangegaan.
Het is natuurlijk de vraag of er een causaal verband bestaat tussen interactie en zetelwinst, maar het succes van de GroenLinks-campagne is duidelijk: de partij won maar liefst 10 zetels.
3. Vooral praten over anderen
De PvdA verloor in de vorige verkiezingen maar liefst 29 zetels, dus was er volop ruimte voor andere linkse partijen als SP om dat gat te vullen. Toch lukte het de SP niet. De partij verloor zelfs een zetel en kwam aan het eind van de rit uit op 14 stuks. Hoe dat kwam? Vanzelfsprekend is de volledige verklaring een gecompliceerd verhaal. Maar ik ben ervan overtuigd dat de manier waarop de SP zich op social media profileerde, er deel van heeft uitgemaakt.
De Socialistische Partij had het namelijk niet zozeer over haar eigen plannen, maar zette zich in berichten vooral af tegen de VVD, Rutte, Wilders en Asscher. Het gevolg? Vooral aandacht voor deze lijsttrekkers en partijen.
De partij heeft gelukkig wel geleerd van vorig jaar. Als we voor de gemeenteraadscampagne van de SP nú een word cloud zouden uitdraaien, staan ‘SP’ en ‘Voor Elkaar’ fier bovenaan.
4. No matter what positief zijn
Als PR- of communicatieadviseur ben je van nature geneigd om nieuws zoveel mogelijk te spinnen naar het optimistische. Om vooral positieve zaken te belichten. Maar soms kan het juist heel goed zijn om op een negatieve manier stelling in te nemen, als je daarmee je standpunten voor het voetlicht krijgt. Natuurlijk komt dat geloofwaardiger over als je (hard) oppositie voert, dan wanneer je zelf 4 jaar aan het roer hebt gestaan. In feite is dat waar het hele politieke spel om draait, dus we zijn niet verbaasd dat de meeste partijen dat trucje prima onder de knie hebben.
Let bijvoorbeeld op het huidige verschil in berichtsentiment van een harde oppositiepartij als Forum voor Democratie aan de ene kant, en een landelijke coalitiepartij als CDA aan de andere kant:
FVD: 9% positief - 18% negatief
CDA: 62% positief - 6% negatief
Natuurlijk is de toon van je berichten helemaal afhankelijk van waar je voor staat, wie je publiek is en wat je vindt van het huidige beleid. Feit is wel dat Forum voor Democratie volgens de laatste peiling zo’n 12 Tweede Kamerzetels zou winnen, dus hun kritische benadering legt hen bepaald geen windeieren.
Meer statistieken en feitjes over de huidige gemeenteraadscampagne? Bekijk hoe de campagne er per partij voor staat in ons dashboard, of check alle stats in ons overzichtsblog. Doe dan meteen onze politieke zelftest, om te checken of jij genoeg weet van de campagne om op 21 maart je stem uit te brengen.
1. Social media manager
Taken: De social media manager geeft leiding aan het social media team en rapporteert resultaten aan het hoger management. Hij is ambassadeur van social media in de organisatie. Hij overtuigt interne en externe sceptici van nut en noodzaak van social media, monitort trends en profileert zijn organisatie op congressen en evenementen. Hij ondersteunt en faciliteert, zodat iedereen in zijn team optimaal kan presteren.
Vaardigheden: De manager is bij uitstek een netwerker met overtuigingskracht. Hij is proactief, doelgericht en goed in het motiveren en aansturen van mensen.
2. Social media strateeg
Taken: De social media strateeg is verantwoordelijk voor de gehele contentstrategie: van doelstellingen tot content formats en tone-of-voice. Hij kiest passende kanalen en manieren van contentverspreiding. In samenspraak met de rest van het team scherpt hij ze aan.
Vaardigheden: De strateeg is vanzelfsprekend strategisch. Hij is bovendien kritisch nieuwsgierig, analytisch en een interne netwerker.
3. Content specialist
Taken: De content specialist is degene die de contentstrategie uitvoert. Hij creëert de content die past binnen je strategie. Hij verzorgt ook het plannen en publiceren van de content in het cms en de social media monitoring tool. Als de contentproductie (deels) wordt uitbesteed, brieft hij de opdrachtnemers en beoordeelt hij de kwaliteit van het geleverde werk.
Vaardigheden: De content specialist heeft bovenal een uitstekende pen. Afhankelijk van aanvullende contenttypes (video of afbeeldingen) heeft hij ook een goed gevoel voor beeld en is hij bedreven in beeldbewerking-software. De content specialist heeft daarnaast uitstekende kennis van de branche en/of business en heeft idealiter een uitgebreid netwerk in de media. Hij begrijpt wat wel en niet werkt op social media en heeft oog voor detail.
4. Community manager
Taken: De community manager creëert en activeert een online gemeenschap van merkambassadeurs en tevreden klanten. Hij zet originele acties op touw om top-of-mind te blijven bij deze merkambassadeurs. Hij zorgt voor interactie en beantwoordt vragen.
Vaardigheden: De community manager is creatief (met taal) en heeft het lef om origineel uit de hoek te komen in antwoorden, reacties en acties. Hij kan goed luisteren, is zeer dienstverlenend ingesteld en weet als geen ander mensen te enthousiasmeren.
5. Analist
Taken: De analist onderzoekt of je content de resultaten behaalt die de strategie voor ogen had. Hij gebruikt social data om nieuwe inzichten en verbeterpunten te vinden, die hij terugkoppelt aan manager en strateeg.
Vaardigheden: De analist is, niet geheel verrassend, analytisch ingesteld. Hij leeft op data, is zeer nauwkeurig en kan goed overweg met Google Analytics en social media management software. Daarnaast weet hij de juiste gegevens te exporteren uit social kanalen als Facebook, X en LinkedIn, en weet hij hoe hij uitgebreide analyses op die data uitvoert in dataverwerkingsprogramma’s als Excel.
Eén medewerker met meerdere rollen
Het is niet zo dat alle bovenstaande rollen per se door verschillende medewerkers opgepakt moeten worden. Vaak is het niet meer dan logisch dat een goede strateeg zijn sterktes ook inzet als analist. Of een creatieve content specialist die ook delen van het design kan oppakken of origineel uit de hoek kan komen als community manager.
Sowieso is het heel goed om je medewerkers hier en daar wat te laten leren van andere rollen. Een content specialist die zijn weg weet te vinden in Google Analytics en Excel is handig, en een analist die goed kan schrijven is nooit weg. Als je echter te veel taken gaat verspreiden, verhinder je dat mensen zich gaan ontwikkelen tot absolute specialisten. Probeer daarom niet te veel rollen onder te brengen bij één medewerker, als het uit budgettair oogpunt niet absolute noodzaak is.
Dé ultieme social media specialist is misschien niet realistisch, het ultieme social media team volgens mij wel wel. De beste resultaten behaal je door een combinatie te vinden van mensen met de juiste vaardigheden, die elkaar aanvullen en scherp houden.
Wat is het ideale aantal hashtags op Instagram?
Je kunt Instagram niet openen zonder overspoeld te worden met hashtags. Eén van de posts in onze analyse telde er in totaal maar liefst 76(!). Er wordt regelmatig beweerd dat het extreem gebruik van hashtags op Instagram een krachtige motor is voor interactie. Als we gaan bekijken hoeveel interactie gemiddelde Instagramposts krijgen per 1000 volgers, zien we dat die beweringen kloppen.
De stijgende lijn toont aan dat je de meeste interactie kunt verwachten als je helemaal losgaat met hashtags. Onze analyse laat zien dat posts zonder hashtags zo’n 0,8 comments per 1000 volgers krijgen, terwijl posts met meer dan 10 hashtags ruim boven de 2 comments per 1000 volgers scoren (ter vergelijking: het gemiddelde van alle onderzochte posts ligt op 1,12 comments per 1000 volgers).
Bijzonder detail trouwens: als we het aantal volgers niet meenemen in onze analyse, zien we dat hashtags juist mínder interactie opleveren. We vermoeden dat het vooral de kleinere accounts zijn die zeer veel hashtags gebruiken, en dat de hele grote merken zich wat meer op de #vlakte houden.
Meest gebruikte hashtags op Instagram:
Geo-informatie: #Rotterdam, #Amsterdam, #Nederland
Seizoen of (feest)dag: #Kerst, #Spring, #Pasen, #Zondag
Sfeerwoorden: #Happy, #Love, #Inspiration
Beroep of activiteit: #Makelaar, #Klussen, #Interieurontwerp
Aantal comments per 1000 volgers
De gemiddelde Instagram-post in onze dataset krijgt ongeveer 11 comments, maar dat aantal verschilt enorm, afhankelijk van het aantal volgers. Bovendien zien we bepaalde keuzes (hashtag-gebruik bijvoorbeeld) relatief vaker bij pagina’s met weinig volgers. We hebben deze analyse daarom aangepast en meten telkens het aantal comments per 1000 volgers.
Je doet er als merk goed aan om in te spelen op de ‘persoonlijkheid’ van een social platform. Instagram heeft een heel positief karakter, omdat mensen er vooral laten zien hoe fijn, avontuurlijk en geweldig hun leven is. Onze dataset lijkt dat karakter enigszins te bevestigen. Posts met een positieve beschrijving (caption), krijgen net wat meer engagement dan captions die neutraal of negatief zijn geformuleerd. Bij onze analyse van X zagen we juist dat negatieve tweets meer interactie opleverden.
Een beeld zegt meer dan 1000 woorden, maar een beeld maakt woorden nog niet overbodig. Juist de combinatie van beeld en tekst zorgt voor de ideale Instagram-post. Wat blijkt? De beste Instagramposts hebben een beschrijving van ongeveer 650 tekens.
Met hashtags geef je je foto een extra manier om zichtbaar te zijn voor iedereen op Instagram. Maar wist je dat hetzelfde geldt voor locatie-tags? Laat mensen weten waar de foto is genomen, zodat hij verschijnt in locatie-gebonden top-foto’s. Je kunt er net even wat meer engagement door verwachten.
Een platform waar mensen zo uitgesproken jubelen over hun leven, móet natuurlijk wel bol staan van de vrolijke emoji. Klopt helemaal. Bijna de helft van de posts die we analyseerden bevatte ten minste één emoji. We plotten de resultaten in onderstaande grafiek, en zien aan de trendlijn dat het gebruik van emoji inderdaad samengaat met meer engagement.
Wij marketeers zijn eigenwijze baasjes. We zoeken oplossingen waar ze niet zijn, en die creativiteit helpt meestal om ons doel uiteindelijk toch te bereiken. Maar soms keert die eigenschap zich tegen ons. Denk aan het linken naar externe websites op Instagram. Zonder gepromote post staat Instagram dit niet toe. Dat wil zeggen, het platform maakt links in je beschrijving niet klikbaar.
Maar waar een wil is, is een weg: tóch een link toevoegen blijkt helemaal niet zo’n gek idee voor je engagement. Het effect van links in bio’s hebben we niet kunnen meten.
De perfecte Instagrampost heeft een positieve beschrijving van ongeveer 650 tekens lang, bevat véél hashtags en staat vol met emoji. Je tagt je locatie, en je voegt een link toe aan je post. .
Natuurlijk is het niet zo dat je alleen door deze tips ineens interactie-records gaat breken. Zie het als details die het verschil kunnen maken tussen een post die de interactie krijgt die hij verdient en een post die onmiddellijk voorbij wordt gescrold. Uiteindelijk blijft de inhoud namelijk verreweg het belangrijkst. Als je niet relevant bent voor je volgers, gaan de bovenstaande tips je waarschijnlijk onvoldoende helpen. We hebben daarom in het whitepaper ‘In 6 stappen een succesvolle contentstrategie’ precies beschreven hoe je op social media relevant wordt voor je publiek.
1. Het vertellen van een verhaal
Nog te vaak worden social media in de culturele sector slechts gebruikt om nieuwe tentoonstellingen aan te kondigen of foto’s van exposities te laten zien. Zonde. Een museum is namelijk zoveel meer dan een ruimte met schilderijen, of kunstwerken. Musea vertellen eeuwenoude verhalen, die mensen boeien en binden. Maak hier dan ook gebruik van op social media en bied jouw volgers op social media iets extra’s. Vertel bijvoorbeeld een anekdote over het leven van een schilder of leg uit welk verhaal er schuilgaat achter dat ene pronkstuk. Neem je volgers en fans mee in een beleving, en maak ze op die manier enthousiast over je tentoonstellingen en exposities.
Een museum dat dit dagelijks toepast, is Gemeentemuseum Den Haag. In hun social media berichten lichten ze tentoonstellingen, exposities of pronkstukken uit door er een verhaal bij te vertellen. Ze roepen mensen niet alleen maar op om langs te komen, maar proberen mensen zodanig te prikkelen dat ze méér willen weten. En dat valt in de smaak bij het publiek. Als ik de laatste 10 social media posts namelijk naast elkaar leg, dan valt op dat berichten waarin een verhaal wordt verteld meer engagement krijgen. Onderstaand bericht is daar een voorbeeld van:
2. In gesprek gaan met fans
Social media zijn bij uitstek de plek om in gesprek te gaan met je volgers en fans. In de culturele sector is dit niet anders. Als ik een rondje maak langs verschillende Facebookpagina’s van musea, dan valt me op dat er relatief veel engagement plaatsvindt op social posts zelf. Dat blijft niet bij een ‘like’: er wordt ook uitgebreid gereageerd op berichten. Reacties waar lang niet altijd op gereageerd wordt door musea zelf. En dat is gemiste kans. Door juist in gesprek te gaan met enthousiaste fans, krijg je enorm veel waardevolle input. Stel vooral ook vragen terug. Valt de nieuwe expositie in de smaak? Zijn er verbeterpunten? Misschien komen er veel vragen binnen rondom een bepaalde tentoonstelling. Dat zou aanleiding kunnen zijn om een Q&A op te nemen op de website, óf een live Q&A te houden op Facebook. Een uitgelezen kans om te laten zien dat je inspeelt op de laatste trends en ontwikkelingen, en tevens een perfecte weerlegging voor het stigma ‘saai’ en ‘suf’.
Luchtvaart-themapark Aviodrome pakt dit goed aan. Ze reageert niet alleen op momenten dat er vragen binnenkomen, maar ook als iemand enthousiast reageert. Op die manier bouwt Aviodrome aan een community met écht betrokken fans, die op lange termijn kunnen veranderen in merkambassadeurs.
3. Inhaken op actualiteiten
Of de inhaakkalender alleen maar is weggelegd voor profitorganisaties? Absoluut niet. Inhaken mag, óók in de culturele sector. Je laat mensen namelijk op een andere, laagdrempelige, manier kennismaken met je organisatie. Daarnaast zijn alle ogen gericht op het nieuws of de gebeurtenis die plaatsvindt, waardoor je gemakkelijker je boodschap aan de man krijgt. Belangrijk is wel dat een inhaker voldoet aan een aantal eigenschappen. Vooral in de culturele sector is het belangrijk dat het lijntje met je merkwaarden heel duidelijk aanwezig moet zijn.
Museum van Loon heeft wat mij betreft een gouden inhaker te pakken met onderstaand bericht. Ze combineert een aankondiging van een nieuwe expositie met International Women’s Day, waardoor merkwaarden, actualiteit en timing elkaar feilloos raken.
Ook het DAF Museum is de moeite van het vermelden waard. Op 15 februari, de dag dat Sven Kramer tevergeefs voor goud ging op de 10 km, plaatste het DAF Museum deze post in de avond:
Een prima inhaker op een actualiteit, waarbij het lijntje met het DAF Museum overduidelijk aanwezig is.
De potentie is er: nu nog de volgende stap zetten
Social media in de culturele sector zijn anno 2018 een gemeengoed: elk museum heeft inmiddels wel een aantal social media kanalen. Toch is een succesvolle social media strategie écht niet alleen maar weggelegd voor grote spelers zoals het Rijksmuseum en het Van Gogh museum. Juist ook voor de relatief minder bekende musea ligt er enorm veel potentie online, waar momenteel nog lang niet alles uit gehaald wordt. Mijn advies: ga op zoek naar de parels van verhalen die in jouw museum te vinden zijn, en onderzoek hoe je deze verhalen op social media kan vertellen.
Een strategie is daarbij echt noodzakelijk: social media berichten zouden nooit op zichzelf moeten staan. Ze moeten bijdragen aan een achterliggende gedachte: het imago dat je wil uitstralen en de identiteit die voor zichzelf moet spreken. Besteed dus aandacht aan het maken van een strategie, en integreer daarin verschillende soorten contentvormen. Het voorkomt dat je schiet met losse flodders. Ga daarnaast proactief het gesprek aan met fans die enthousiast reageren. Stel ze vragen en laat weten dat je het enthousiasme waardeert. Blijf ook oog houden voor het visuele aspect. Een foto, genomen vanuit een goede hoek, triggert veel meer dan alleen een vooraanzicht van een schilderij of kunstwerk.
En ja: een succesvolle social media strategie vergt tijd en energie. Maar geloof me: het is goud waard op de lange termijn.
We gaan terug naar een succesvolle productlancering in het jaar 1963: het jaar waarin de nieuwe sneaker Adidas Stan Smith (toen nog ‘Halliet’ genoemd) werd geïntroduceerd. Een sneaker die in 2012 het levenslicht niet meer mocht zien: Adidas haalde het product uit de schappen omdat de verkoop al jaren tegenviel. Anno 2018 gaat er geen dag voorbij of ik kom een aantal Stan Smiths tegen op straat. Wat er gebeurde in de periode tussen 2012 en 2018? Adidas kwam met een agressieve social media campagne op de proppen, getarget op celebrities zoals Ellen Degeneres. Deze A-sterren kregen de schoenen met hun eigen portret op de tong van de schoen. Vanaf dat moment werd de schoen ongekend populair, en tot op de dag van vandaag zijn we besmet met dit virus. Hoe kan het dat een voorheen impopulaire sneaker ineens onderdeel uitmaakt van het straatbeeld? Hoe ontstaat zo’n sociale epidemie waar we ons aan lijken te onderwerpen?
Vragen waar het boek ‘The Tipping Point’ van Malcolm Gladwell antwoord op geeft. Het moment waarop een verschijnsel een zogenaamd ‘Tipping Point’ bereikt, is het kritische moment waarop een doorbraak kan plaatsvinden. Dat kritische moment voor de Stan Smith’s van Adidas komen ook in trendlijnen duidelijk naar voren:
Ook in de online berichtgeving rondom Stan Smith’s is een soortgelijke stijging waar te nemen:
Malcolm Gladwell maakt onderscheid in drie factoren die ervoor zorgen dat een verschijnsel het zogenaamde ‘Tipping Point’ bereikt:
1. Law of the few
Gladwell begint zijn theorie met de ‘law of the few’. Het succes van elk soort sociale epidemie is sterk afhankelijk van de betrokkenheid van mensen met bepaalde specifieke social skills. Hij onderscheidt drie verschillende profielen:
Connectors
Connectors zijn personen die je verbinden met nieuwe mensen in hun netwerk. Het zijn het soort mensen die bepaalde boodschappen ver kunnen verspreiden. We scharen iemand onder een Connector als diegene veel mensen kent. Van die types die iedereen lijkt te kennen. In het geval van de Adidas Stan Smith’s waren de bekende sterren echte Connectors. We kunnen echter ook op kleine schaal Connectors terugvinden. In een onderzoek van Gladwell komt naar voren dat er in allerlei soorten bevolkingsgroepen mensen zijn wiens sociale cirkel vier of vijf keer zo groot is als die van de rest. Connectors zijn nieuwsgierig, zelfverzekerd, sociaal en energiek. Ze hebben een sleutelpositie om ervoor te zorgen dat een boodschap, product of dienst doorbreekt.
Toch zijn Connectors niet degenen die dergelijke boodschappen, producten of diensten zelf ontdekken. Daar waar Connectors ons verbinden met andere mensen, zijn het de Mavens die ons verbinden met nieuwe informatie.