De kracht van storytelling begint bij de identiteit
Storytelling – het toepassen van verhalen om een bepaald doel te bereiken - begint altijd met de identiteit van je bedrijf. Het zijn je kernwaarden, de missie en de visie. Waar sta je voor, en wat wil je uitdragen? Bavaria heeft – net als zoveel bedrijven - haar identiteit zwart op wit staan. Het familiebedrijf wil mensen bij elkaar brengen en zijn eigen koers varen met iedereen die bij de familie hoort. Het maakt het merk een tikkeltje eigenzinnig, een eigenschap waardoor het grenzen blijft verleggen. Het is geen toeval dat de grondlegger van het alcoholvrije bier in 1978 zelfs het Midden-Oosten van het alcoholvrije goedje voorzag.
De droom van Bavaria: in de belevingswereld van de consument passen. En niet andersom. Vorige campagnes van de bierbrouwerij waren vernieuwend, maar bevatten geen verhaal. Neem bijvoorbeeld de commercial met Hugh Hefner, waarin Bavaria wilde laten zien dat je als man soms gewoon de behoefte hebt om met je maten te drinken. Of de inhaker op het WK in 2014, waar het met de HolánDress inspeelde op 1) een internationaal evenement en 2) de culturele verschillen tussen Nederland en Brazilië. Begrijp me niet verkeerd: stuk voor stuk gave acties, maar ze vertellen nog niet écht het verhaal van Bavaria. Hoe anders is dat bij de campagne #Carnavalvrij.
Álle elementen van storytelling worden geraakt
De basis voor storytelling ligt bij #Carnavalvrij er namelijk wél. Bavaria gaat met deze campagne helemaal terug naar de kern, de geschiedenis van het bedrijf. Het vertelt een verhaal dat veel verder gaat dan de commercial alleen. Het verhaal gaat zelfs verder dan de huidige doelen en het gewenste imago van het biermerk. Het gaat over verbinding. Verbroedering. Er wordt een beleving geclaimd. Carnaval vier je sámen, en dat is een gevoel dat veel Brabanders en Limburgers (h)erkennen. Bavaria raakt een sweet spot. Van merkgeschiedenis tot aan doelgroepbeleving en van ambassadeurschap tot aan taalgebruik. Álle elementen van storytelling worden geraakt.
Er wordt tevens ingespeeld op het recentelijk in de media zo uitgebreid besproken gevoel van ‘de provincie’ tegen ‘de Randstad’. Het vieren van carnaval – wat nauwelijks gebeurt boven de rivieren – is daarbij een belangrijk onderdeel dat hoort bij het culturele identiteitsgevoel van de Brabander en Limburger. De carnaval- en vastelaovendvierders in beide provincies voelen zich mede daardoor gehoord in deze campagne. Bavaria legt daarbij een fijne verbinding tussen persoonlijke dromen (“Ik wil met carnaval feest vieren met mijn vrienden”) en haar eigen dromen (“We willen mensen samen brengen”). De sterke behoefte die centraal staat bij een hele specifieke doelgroep raakt niet alleen een hele goede snaar, het past ook nog eens naadloos bij de droom van Bavaria om in de belevingswereld van de consument te passen. Door een verhaal te vertellen, laadt Bavaria zich indirect met merkassociaties die ze belangrijk vindt. Consumenten leren het biermerk daardoor veel beter kennen.
De keuze voor Björn van der Doelen als gezicht van de campagne is overigens een schot in de roos. Op de eerste plaats omdat hij een sterke afspiegeling is van het gevoel dat leeft onder carnavalvierders. Vanaf het moment dat hij boos met zijn vuist op tafel slaat (“En nu is het genoeg!”) spreekt hij de doelgroep aan. Het doet me denken aan de volgende uitspraak:
En juist dat doet Bavaria door Björn in te zetten. Hij spreekt niet alleen de taal van de doelgroep, hij weet ook precies díe snaar te raken die gevoelig ligt. En het werkt. De gemeenten waar in het algemeen over carnaval en vastelaovend wordt gesproken (afbeelding 1) komen heel mooi overeen met de gemeenten die het momenteel over #carnavalvrij hebben (afbeelding 2). Het bewijs dat Bavaria met haar verhaal inderdaad de juiste mensen weet aan te spreken, zien we ook terug op social media. Coosto laat zien dat in slechts vier dagen tijd de campagne al dik 5 miljoen views heeft behaald.
Als je de keuze voor Björn van der Doelen vanuit helicopterperspectief bekijkt, valt de puzzel pas helemaal op zijn plek. Björn is namelijk oud-PSV’er, en Bavaria is partner van de Eindhovense voetbalclub. En laat het clublied van PSV nou nét die kernwaarden hebben waar Bavaria voor wilt staan:
Alles klopt.
De belangrijkste les voor iedere marketeer
In dit geval had ook een ander biermerk de beleving rond carnaval kunnen claimen. Denk bijvoorbeeld aan Amstel: bier dat staat voor vriendschap. Toch zou dat geen verstandige beslissing zijn geweest. Het Amsterdamse bier wordt misschien wel door heel Nederland gedronken, maar de identiteit en geschiedenis van de brouwerij staan mijlenver af van het feest dat onder de rivieren wordt gevierd. Je kunt nou eenmaal niet zomaar een verhaal kiezen en uitdragen. Het gaat namelijk in de eerste plaats niet per se om wat je vertelt, maar juist om wie of wat je bent en waar je voor staat.
Zodra je daar geen focus op legt, valt het hele storytelling-plaatje in duigen.
Aantal views, jury’s of publiekstemmen doen er bewust niet toe in de lijst, die dit jaar voor het eerst is opgesteld door social media softwarebedrijf Coosto. Bjorn van Antwerpen, marketing manager bij Coosto, vertelt: “Social media is wat ons betreft geen populariteitswedstrijd. Het gaat vooral om sociaal doen en interactie uitlokken en aangaan. Daarom zijn we met onze tool gaan berekenen welke vloggers vooral dat heel goed doen. Wie prikkelt en betrekt abonnees en krijgt daardoor relatief veel reacties op video’s?”
Bibi behaalde een score van meer dan 97 comments per 10.000 abonnees en liet daarmee haar mede-vloggers ruimschoots achter zich. Toch is ze niet de enige die complimenten verdient, volgens Van Antwerpen: “We zien dat Nederlandse vloggers over het algemeen goed scoren. Ze verdiepen zich echt in de persoon aan de andere kant van het beeldscherm, en dagen hun abonnees bijvoorbeeld regelmatig uit om onderwerpen voor nieuwe video’s te verzinnen. Voor de volledige top 100, en ook de vloggers die daar dit jaar niet in staan, is een dikke pluim daarom op z’n plek.
Emoji’s zijn inmiddels zoveel meer dan een reeks aan emoticons, symbolen en smileys. Het is een taal, die we wereldwijd spreken én begrijpen. Emoji’s zetten kracht bij een boodschap en zorgen voor duiding, context én - heel soms - voor verwarring.
Hoewel we weten dat de invloed van emoji’s op onze communicatie niet meer te ontkennen valt, ontbraken er nog harde cijfers in Nederland om dat te onderstrepen. Ter ere van World Emoji Day besloten we daarom de social data in te duiken en het emoji-gebruik in Nederland te analyseren.
10.746.707 emoji’s verder, en het allereerste Nationale Emoji Onderzoek is afgerond.
Lees het onderzoek en ontdek:
Storytelling is voor de meeste organisaties geen vreemde term meer. Verpak je boodschap in een meeslepend verhaal en mensen begrijpen en waarderen je boodschap over het algemeen stukken beter dan wanneer diezelfde boodschap rechttoe rechtaan wordt geformuleerd. Het wordt echter problematisch als achter die mooie praatjes geen daden schuilgaan. Loze reclamepraatjes vullen geen gaatjes.
Wil je echt vooroplopen, dan moet je aan de slag met storydoing. Niet alleen een mooi verhaal vertellen, maar er ook naar handelen. Of beter nog: goede dingen doen en er daarna pas over vertellen. Dat is wat The Ocean Cleanup heeft gedaan. Niet de communicatie, maar de echte actie staat centraal. Alles in het teken van de ‘Why’ van het project: het behoud van ecosystemen in de oceanen. Vooral daarom is het zo’n geloofwaardig en gewaardeerd project. The Ocean Cleanup laat er geen misverstand over bestaan: het is menens. Media-aandacht is geen doel op zich, maar een middel om die plasticvrije oceanen voor elkaar te krijgen.
Laat dat een wijze les zijn als je namens een bedrijf evenementen organiseert of partnerships met goede doelen sluit. Méén die partnerships. Je kunt niet je mond vol hebben van mensenrechten als je producten ondertussen gemaakt worden door mensen die werken in barre omstandigheden. Storytelling is geen manier om schoon schip te maken, maar een manier om de ware aard van je organisatie te tonen. Heb je over jouw organisatie geen mooi verhaal te vertellen? Kruip dan niet geforceerd in een creatieve pen, maar zorg ervoor dat je organisatie weer verhaalwaardige dingen gaat doen, zodat die mooie verhalen automatisch boven komen drijven.
Je kunt je voorstellen dat het een behoorlijke uitdaging is om de aandacht van het grote publiek bij je project vast te houden, als je 5 jaar lang vooral aan het bedenken, ontwikkelen en testen bent. Dat zijn nu niet bepaald natuurlijke hoogtepunten die automatisch zomaar breed worden uitgemeten in de media.
Maar als je geen natuurlijke hoogtepunten hebt, wil dat nog niet zeggen dat je er geen kunt creëren. The Ocean Cleanup had misschien nog geen concrete resultaten om te delen, maar wist wel telkens de aandacht op zich te vestigen. Dat deed de organisatie heel slim, met het communiceren van mijlpalen. Nee, het plastic was in juni 2016 nog niet uit de zee, maar het prototype van het apparaat was wel klaar.
Het resultaat? Meer dan 3500 Nederlandse reacties en berichten over The Ocean Cleanup (bron: Coosto). En in mei 2017 was er ineens het bericht dat The Ocean Cleanup vróeger dan gepland (dat is weer eens iets nieuws) al aan de slag kon. Zo doet de organisatie dat telkens. Een nieuw ontwerp, een grootschalige test: elke mijlpaal wordt gevierd en gedeeld, waarmee ze het enthousiasme van het publiek levend houden.
We noemden deze tip eerder al in ons onderzoek naar de online communities van festivals: houd de beleving van mensen in stand, door hen te faciliteren met nieuwtjes. Een evenement is niet pas verhaalwaardig op het moment dat het plaatsvindt. Net zomin als jouw projecten, ontwikkelingen en plannen dat zijn. De les: bedenk van tevoren een verhaallijn met bijbehorende interessante mijlpalen, en communiceer ze enthousiast en uitbundig.
Gerelateerd aan het communiceren van mijlpalen is het vasthouden en opbouwen van spanning naar het uiteindelijke evenement. Ook dat kun je wel aan The Ocean Cleanup overlaten. Hun eerste échte grote mijlpaal vindt dus aanstaande zaterdag plaats, met het te water gaan van het eerste schoonmaaksysteem. En dat het zaterdag gaat gebeuren, daar mag geen twijfel over bestaan. Op de website prijkt een grote countdown-clock en elke post op X in de afgelopen maand wordt voorafgegaan door een vermelding van het aantal dagen dat men nog moet wachten op ‘de grote dag’.
[31 days to launch] Meanwhile in Rotterdam, the research team is gearing up for a thorough data collection expedition, which will be running during the System 001 deployment. pic.twitter.com/ye0mDazzxp
— The Ocean Cleanup (@TheOceanCleanup) 8 augustus 2018
Dat wordt verder ondersteund door mini-mijlpaaltjes, zoals de bekendmaking van de naam van het eerste systeem, en zelfs die bekendmaking wordt aangekondigd. Voor het laatste beetje extra spanning.
Dat de spanning er goed inzit de laatste maand, zien we in Coosto terug. Met een toepasselijk golvende beweging omhoog, is The Ocean Cleanup gestaag aan het werken naar haar piek (met een overigens bijzonder positief sentiment), die hoogstwaarschijnlijk aanstaand weekend bereikt wordt.
De les is duidelijk: probeer zoveel mogelijk spanning op te bouwen in de aanloop naar het hoogtepunt van je project/evenement/, door zaken aan te kondigen of juist in het ongewisse te laten. Vergroot dingen die misschien verwaarloosbaar lijken, maar oh zo interessant kunnen zijn voor je publiek. Alles valt of staat met de manier waarop je het brengt. Oh, ter info: het eerste systeem heeft de naam ‘Wilson’ gekregen.
Wat een ander zegt, ben je zelf. Dat deel van reputatiemanagement heeft The Ocean Cleanup goed in de oren geknoopt. Je kunt zelf heel enthousiast over je goede doel vertellen, maar je bereik zal altijd beperkter blijven dan dat van andere media. Bovendien komt het veel geloofwaardiger over als juist andere mensen, kanalen en merken positief over je berichten.
Met een multi-channel-strategie en een sterk staaltje PR heeft The Ocean Cleanup het voor elkaar gekregen om in elk denkbaar televisieprogramma besproken te worden, in iedere krant in koeienletters geschreven te worden en online alleen dit jaar al een media reach te genereren van ruim 133 miljoen views (bron: Coosto).
Misschien heeft jouw project niet zo’n enorme likeability-factor als The Ocean Cleanup, maar de les blijft dezelfde: zoek vooral andere kanalen op dan die van jezelf. Dat komt bij het grote publiek niet alleen geloofwaardiger over, maar je bedient jezelf ook ineens van een extra groot publiek dat soms in de miljoenen kan lopen. Zo vertrouwde Damian Bott van Bavaria ons bij een sessie van Digital Wednesday toe dat de Bavaria-campagne ‘Carnavalvrij’ pas echt in een stroomversnelling kwam toen massamedia de actie gingen oppikken. Volg dat voorbeeld dus vooral. Dat kan met behulp van een ouderwets persbericht of journalistennetwerk, maar ook met een bijzondere media-actie en een gezonde portie lef.
5 jaar geleden was het groot nieuws dat een Nederlander voor een prikkie de oceanen wilde gaan schoonmaken. En het kon nog eens gaan werken ook! De actualiteitenprogramma’s konden geen genoeg krijgen van de toen 18-jarige Boyan Slat. The Ocean Cleanup heeft slim beseft dat Slat hét gezicht van het initiatief aan het worden was. Verdere media-aandacht in Nederland was dus een kwestie van meeliften op zijn bekendheid en de wens van media om Slat in studio’s uit te nodigen. Die slimmigheid paste The Ocean Cleanup de afgelopen jaren ook toe. Slat kreeg volop ruimte om zichzelf én zijn project te profileren en dat leverde beide profijt op.
Boyan Slat schoof in januari 2018 aan bij DWDD voor een update over The Ocean Cleanup
De les? Als iemand je organisatie op een positieve manier heeft gerepresenteerd, loont het in het kader van herkenbaarheid deze persoon standaard naar voren te schuiven voor media-optredens. Een telkens wisselende woordvoerder beklijft niet. Een bijzondere, inhoudelijk deskundige en welbespraakte persoonlijkheid des te meer.
Een non-profitorganisatie als The Ocean Cleanup kan niet zonder hulp van buitenaf. Donaties, maar ook partners in benodigde diensten zijn meer dan welkom. Dan komt het er natuurlijk wel op aan dat je de juiste partijen aan je koppelt. Het hele idee van storydoing verliest zijn waarde als je een partner of leverancier kiest die lijnrecht tegenover je eigen visie staat. Ook daarin is The Ocean Cleanup een voorbeeld voor andere organisaties, omdat de organisatie partners en leveranciers heeft gekozen die het doel van het project expliciet onderschrijven. Wij zijn trots dat wij als Coosto één van die partners mogen zijn. Met Coosto ontdekt The Ocean Cleanup wat er online over de organisatie gezegd wordt, en met Coosto Publishing plaatst het project posts en campagnes op social media. De symbolische band (Coosto komt van Jacques-Yves Cousteau, ontdekkingsreiziger en diepzeeduiker) die Coosto met The Ocean Cleanup heeft, is wat ons betreft een mooi extraatje. We wensen de organisatie al het succes van de wereld met hun missie om de oceanen plasticvrij te maken. We dragen er graag ons steentje aan bij!
Je kent de kaarten vast wel: ‘boven de rivieren zegt men patat, daaronder friet’. Die grens is voor ons als Coosto echter veel te vaag. Wij gingen op zoek naar een nauwkeuriger antwoord. In welke gemeenten zegt de meerderheid friet en in welke gemeenten heeft patat de overhand? Wij doken – hoe kan het ook anders – de social media data in.
Friet vs. Patat per gemeente (+ interactieve kaart)
We gebruikten daarbij openbare social media posts waarin expliciet een gemeentenaam werd genoemd in combinatie met ‘friet’ of ‘patat’ en zetten die twee tegen elkaar af. Denk bijvoorbeeld aan een tweet als:
In Den Bosch kan het allemaal. Even in een groenstrook parkeren om je patat op te halen. pic.twitter.com/kvdKMbaeYo
— Sjimmie (@ikbensjimmie) 29 juni 2018
En de resultaten zijn best opvallend. Wat dacht je bijvoorbeeld van een friet-winst in Utrecht, Haarlem, Vlieland en Leiden? Of de meerderheid van patat in Laarbeek (ook al is die hoogstwaarschijnlijk toe te schrijven aan cafetaria Le Patat in Aarle)?
Zoek in onderstaande kaart je eigen gemeente, klik en huiver.
Overigens is het wel bijzonder om te zien dat hoe Noordelijker je komt, hoe donkerder rood (hoger percentage patat) het kaartje wordt, en hoe verder je richting het Zuiden rijdt, hoe duidelijker de frietvoorkeur (lichtgeel) zichtbaar is.
#TeamPatat wint
Als we gaan optellen, pakt de balans niet goed uit voor de frietliefhebber. In 193 gemeenten wint friet, in 272 gemeenten is patat de grootste, en in 4 gemeenten zien we een gelijkspel. Wie nog altijd niet overtuigd is van het feit dat #teampatat de winnaar is (ook al zeg ik het met pijn in m'n friethart), nodigen we uit om hieronder de discussie tussen #teamfriet en #teampatat te blijven volgen.
Wat ons betreft gaan we door naar de volgende discussie. Eet je er nu mayonaise of ketchup bij?
Na de voor Nederlandse wielerliefhebbers wat magere jaren in de jaren ‘00, zijn de fans sinds de successen van Bauke Mollema, Wilco Kelderman en met name Tom Dumoulin weer helemaal opgeleefd. Op social media vertaalt zich dat in een gestage stijging van het aantal berichten over de ronde sinds 2010, met een absolute piek in 2015, toen La Grande Boucle van start ging in ons eigen Utrecht.
Dopingperikelen terug van weggeweest
Hoewel de aandacht voor wielrennen dus groeiende is en de sport momentum lijkt te hebben, kent de wielersport een hardnekkig imagoprobleem. Je hoeft niet veel verstand te hebben van wielrennen om te weten dat we hier doping bedoelen. Prestatiebevorderende middelen zijn in iedere sport een pijnlijke kwestie, maar door de grote hoeveelheid bekentenissen en ontmaskeringen is het een onderwerp dat relatief vaak gelinkt wordt aan het wielrennen.
Dat zien we ook terug in de manier waarop er op social media over de tour wordt gesproken. In 2013 ging bijna 10%(!) van de berichten over de Ronde van Frankrijk over doping. 2014 tot en met 2017, waarin er veel werd gesproken over het nieuwe wielrennen (een schone, eerlijke sport met ethische teams), waren op social media ‘dopingluwe’ jaren. De ontwikkelingen in 2018 tot dusver maken echter dat dopingperikelen terug zijn van weggeweest. Bijna 6% van de berichten over de tour gaat dit jaar over doping, waarmee de sport weer terug bij af is op het niveau van 2010.
Overigens is het opmerkelijk dat de 50 meest actieve Xers rond de Tour de France proberen zich minder aan te trekken van de dopingzondaars. We hebben de openbare tweets van deze auteurs afzonderlijk geanalyseerd, en zij blijken het woord ‘doping’ veel minder vaak in de mond te nemen dan het grote publiek. Hoewel ook voor deze 50 auteurs een ‘dopingpiek’ gold in 2013, was nog geen 2,5% van hun berichten over de tour destijds dopinggerelateerd.
Je zou kunnen beargumenteren – wat verslaggevers en echte liefhebbers wel vaker wordt verweten – dat dit het ‘wegkijken’ is dat ervoor zorgt dat valsspelers er decennialang mee wegkwamen. Aan de andere kant is het misschien ook maar goed dat deze fans de sport inhoudelijk blijven benaderen en roemen om alles wat wielrennen zo mooi maakt.
Froome bereikt dieptepunt in populariteit
Naar de oorzaak van het stijgende percentage berichten over doping hoeven we niet lang te zoeken. Het draait allemaal om Chris Froome, die te veel van het astma-medicijn salbutamol zou hebben gebruikt. Ondanks alle commotie en onduidelijkheid rond die zaak mag Froome van het UCI gewoon meedoen aan de Tour de France. De reacties op die beslissing zijn bepaald niet mals. Zowel het UCI als Froome liggen zwaar onder vuur.
Sowieso heeft de reputatie van Froome flinke deuken opgelopen in de laatste jaren. Nu is het in het wielrennen wel vaker zo dat hoge bomen veel wind vangen, want alleswinnaars Armstrong en Contador waren ook niet bepaald populair bij het publiek in Frankrijk. Toch lijkt Froome een nieuw dieptepunt te hebben bereikt. De salbutamolzaak heeft ervoor gezorgd dat de negatieve berichten over Froome in 2018 voor het eerst de positieve berichten over zijn prestaties overtreffen: meer dan 50% van de berichten over Froome is negatief.
De tour kent komend weekend dus een start met een rare bijsmaak, maar dat weerhoudt de liefhebber er natuurlijk niet van om alles te volgen wat met de ronde te maken heeft. Wij zochten alvast de hashtags op die je het best kunt volgen om de komende weken niets te missen. Deze hashtags worden dit jaar vooralsnog het meest gebruikt in tweets over de tour:
1. #tdf2018
2. #tourdefrance
3. #tdf
4. #indeleiderstrui
5. #rtdf
We gaan het zien. Dat de valse start mag uitmonden in een finish om van te smullen!
Rode-Duivelkoorts over hoogtepunt heen
De opwinding rond de Rode Duivels is ten opzichte van de afgelopen toernooien flink afgenomen. Misschien ook wel logisch, omdat het in 2014 voor het eerst in 12 jaar was dat België weer eens vertegenwoordigd was op een WK voetbal. Dat gaat natuurlijk gepaard met heel wat gejubel op social media. Ook het EK in 2016 was bijzonder (het vorige EK waar België aan deelnam dateerde al van het jaar 2000), maar toen leek Vlaanderen al wat minder uitbundig toe te leven naar het toernooi. Nu, in 2018, is het aantal berichten over de Red Devils in aanloop naar het WK nog slechts 80% van wat het in 2014 was. Begint België te wennen aan de deelnames?
We vergeleken het aantal berichten op social media over de Rode Duivels in combinatie met WK/EK in de maand voorafgaand aan de toernooien in 2014, 2016 en nu 2018.
Meer vertrouwen in België als wereldkampioen
Het behalen van een eindronde is dus steeds minder bijzonder, en daarom zijn de ogen gericht op méér. Zou zelfs de titel tot de mogelijkheden behoren? We vergeleken de kansen die Goldman Sachs traditioneel berekent voor de eindwinst met de kansen die social media België vooraf toedicht*. We zien dat België op social media ieder jaar wat positiever is gestemd dan de investeringsbank. Maar ook volgens Goldman Sachs nemen de kansen inmiddels gestaag toe, en België lijkt de bescheidenheid definitief aan de kant te zetten: 9,3% heeft op social media vertrouwen in een wereldtitel voor België.
*We berekenden welk percentage social media berichten over WK/EK en Rode Duivels (of een afgeleide daarvan) ook de term ‘kampioen’ (of een afgeleide daarvan) bevat, in de maand voorafgaand aan de toernooien in 2014, 2016 en 2018.
Social media steeds kritischer
Gezien het toenemende vertrouwen is het des te opvallend dat het algemene sentiment rond de Rode Duivels de laatste jaren wat minder positief wordt*. 61% positiviteit tegenover 73% vier jaar geleden. We worden blijkbaar kritischer en gaan steeds meer verwachten van de Rode Duivels. Een gelijkspel is niet langer een gewonnen punt, maar betekent twee verloren punten. Mikpunt van spot is in de maand voorafgaand aan het WK 2018 vooral Martinez. De bondscoach wordt op social media het minst positief besproken van alle personen rond de nationale ploeg.
*Met de automatische sentimentsanalyse in Coosto analyseerden we de percentages positieve en negatieve berichten ten opzichte van de som van die twee in de maand voorafgaand aan de toernooien in 2014, 2016 en nu 2018.
Samenvattend: België gooit de schroom in 2018 eindelijk van zich af. Er is openlijk vertrouwen in de wereldtitel, en een gewonnen groepswedstrijd of behaalde kwartfinale is niet meer voldoende. De houding van de supporters op social media laat zien dat de Rode Duivels met een steeds kritischer oog bekeken worden. Laten we hopen dat dit de ingrediënten zijn voor de winnaarsmentaliteit die de Red Devils naar het hoogste podium zullen brengen. Aan alle Belgen: veel succes, ook namens jullie Noorderburen.
WE ARE #REDTOGETHER!
Donderdag 10 mei 2018 vond het leukste offline Eurovisie-feestje ooit plaats: de #Tweurovision Tweep Gathering. Coosto en The Best Social Media organiseerden een fysiek event waar Xers samenkwamen tijdens de tweede halve finale van het Eurovisie Songfestival. Waarom? Omdat het spektakel zich niet alleen mocht voltrekken in de Portugese Altice Arena, maar vooral ook op X. Het werd een avond vol gifjes en glamour op het hoofdkantoor van Coosto in Eindhoven.
En dat dat feestje niet onopgemerkt is gebleven, blijkt maar weer. Op donderdag 22 november wordt de uitslag bekend gemaakt in het Postillion Convention Centre in Amsterdam.
Fingers crossed!
Realtime campagne-overzicht
We maakten een dashboard met een compleet overzicht van de social campagnes van de grootste landelijke partijen. Van veelgenoemde gemeenten tot aantal Facebook-fans en van sentiment tot aantal keer besproken: je vindt het in ons campagne-dashboard:
Op welke partij stemt Nederland?
Op social media laten veel Nederlanders weten op welke partijen ze van plan zijn te gaan stemmen of zojuist hebben gestemd. We brachten al die openbare berichten bij elkaar, wat resulteerde in een live dashboard met stemintenties:
Pieken in de campagne
1: Debat tussen Pechtold en Baudet in De Balie.
2: De eerste stemwijzers komen online.
3: De afschaffing van het referendum wordt ook geframed als onderdeel van de verkiezingscampagne.
4: Jesse Klaver (GroenLinks) weet met één bericht over klimaat een grote piek op social media teweeg te brengen.
5: Internationale vrouwendag wordt als inhaker gebruikt door politieke partijen om hun standpunten over de bühne te krijgen.
6: Er ontstaat commotie rond het linkse verbond in Rotterdam, door een tweet van NIDA uit 2014.
Campagnes polariseren
Het idee dat we in Nederland meer en meer polariseren, lijkt ironisch genoeg soms het enige waarover we consensus kunnen bereiken. Maar is het inderdaad zo dat partijen steeds verder uit elkaar drijven? Dat de partijen met een positieve boodschap lijnrecht tegenover de partijen komen te staan die kritisch zijn op het huidige beleid?
Onze analyse laat zien dat in de huidige campagne tot nu toe 13% van de online berichten positief is en 20% negatief. Vergeleken met de gemeenteraadsverkiezingen in 2014 (11% positief en 11% negatief) en de Tweede Kamerverkiezingen van vorig jaar (respectievelijk 11% en 14%), zijn zowel de positieve geluiden als de negatieve geluiden veel prominenter aanwezig: polarisatie dus.
De toon van het debat verschilt echter sterk per gemeente. Social media laten zien dat er in deze gemeenten een relatief positieve boodschap in de campagnes zit verweven.
Terwijl de campagnes volgens social media in deze gemeenten wat meer op het spits worden gedreven:
Let op: in Groningen zijn op 21 maart geen verkiezingen door een voorgenomen herindeling. De campagnes daar gaan vooral over het referendum rond de WIV.
Zelf aan de slag met een (politieke) social media campagne? We zetten 4 don'ts voor je op een rij.
#GR2018 meer op Instagram, Facebook en YouTube
Het is opmerkelijk om te zien dat de gemeentelijke campagnes zich op andere kanalen concentreren dan de campagne rond de Tweede Kamerverkiezingen van 2017. Die landelijke verkiezingen werden meer besproken op televisie, radio en X, terwijl in deze gemeenteraadscampagne vooral Instagram, Facebook en YouTube worden ingezet.
Er wordt tijdens de gemeenteraadscampagne dus veel gebruik gemaakt van social media waarop beeld centraal staat. Daarom hebben we gekeken naar de meest besproken foto’s en video’s. Dat levert deze top 3 op:
1. Jezus Leeft op campagne in Leiden
2. Debat in De Balie tussen o.a. Thierry Baudet en Alexander Pechtold
Aan inzet geen gebrek
Hoewel de landelijke politiek natuurlijk een flinke vinger in de pap heeft, draait de gemeentelijke politiek uiteindelijk om lokale aangelegenheden. Lokale partijen en lokale afdelingen van landelijke partijen roeren zich daarom vanzelfsprekend het meest gedurende deze verkiezingscampagne. Maar je hebt natuurlijk altijd baas boven baas. Dit zijn de meest actieve lokale partijen/afdelingen op social media tijdens deze campagne. Petje af!
Meest actieve lokale partijen op social media:
Test je kennis
Zoveel (lokale) partijen, zoveel keuzes. Maar weet je ook al op wie je gaat stemmen? Ben je überhaupt wel klaar om je stem uit te brengen? Er zijn talloze stemwijzers die je helpen een keuze te maken. Maar échte politieke dieren weten natuurlijk ook precies hoe de politiek ervoor staat op social media. Weet je dáár eigenlijk wel genoeg van? Wij ontwikkelden de politieke zelftest met een vette social-media-knipoog.
Op Valentijnsdag is de 'love' niet alleen in 'the air' te vinden, maar ook op social media. Om die reden zijn we social media data ingedoken met een aantal vragen in het achterhoofd. Welke steden in Nederland zijn het meest romantisch? Over welke cadeaus zijn we positief te spreken? En zijn we überhaupt wel positief over Valentijnsdag, of blijken we het op social maar een commerciële dag te vinden? Deze antwoorden én meer vind je in de meest romantische infographic van het moment.
We analyseerden miljoenen Nederlandse berichten op social media (Facebook, X, Instagram, YouTube, LinkedIn, blogs en fora) uit het afgelopen kalenderjaar. Al deze berichten worden door middel van automatische sentimentsanalyse van een positief, negatief of neutraal label voorzien.
Voor het berekenen van de sentimentsscore hebben we het percentage positieve berichten voor alle weekdagen verminderd met het percentage negatieve berichten. Dat levert voor iedere dag een score in de plus op. We zijn met z’n allen dus eigenlijk best een vrolijk volkje, want we versturen meer positieve dan negatieve berichten op social media.
Niet geheel verrassend zijn we op social media in het weekend een stuk beter gezind dan doordeweeks. Toch is maandag niet de dag waarop we het meest zuchten en klagen. Op social media waren we op dinsdagen het somberst, gevolgd door de donderdag. Pas daarna komt maandag.
Klopt het dan wel dat we in de winter op social media minder positief zijn dan in de zomer? Nee, ook die redenering achter Blue Monday gaat volgens onze data niet op. Juist in de zomermaanden juli en augustus versturen we relatief weinig positieve berichten. We lijken dus eerder last te hebben van een zomer- dan van een winterdip.
Blue Monday lijkt op social media dus helemaal niet te bestaan. De winter is geen depressief seizoen en de maandag is geen depressieve dag. Sterker nog, Blue Monday was vorig jaar een bovengemiddeld positieve dag. Toen viel Blue Monday op 16 januari, en op die dag meten we een sentimentsscore van 17,39. Hoger dan het gemiddelde over het hele kalenderjaar: 16,75.
Om het hele gebeuren niet in mineur te laten eindigen, is het wel zo prettig om eens te kijken naar de dagen waarop we juist zeer optimistisch zijn. Dit is de top 5 van 2017:
Vooruit dan, voor de echte pessimisten onder ons: 4 van die 5 vrolijke dagen hebben we helaas net achter de rug.
Dan maar ons hart ophalen op Valentijnsdag.
1. Customer service hoeft niet beter en sneller
Service verlenen via social media is inmiddels niet meer weg te denken bij de meeste bedrijven. En dat is zowel een vloek als een zegen. Dat vindt Polle de Maagt, digital strateeg: “Het wordt steeds moeilijker om je te onderscheiden van de rest. Wij consumenten verwachten namelijk steeds meer van service.” En de cijfers laten zien dat het overgrote deel van de bedrijven nog niet aan die verwachtingen kan voldoen. In 2016 werd slechts 5% van de verwachtingen van consumenten overtroffen. Ernst-Jan Kruize van gemeente Utrecht beaamt deze ontwikkeling. Social media maken de klant dominant, waardoor de lat in de toekomst nog veel hoger zal liggen. De klant bepaalt namelijk zélf wanneer hij in contact treedt met een bedrijf, terwijl het andersom veel lastiger wordt om als bedrijf in contact te komen met de klant.
“De omgekeerde wereld wordt werkelijkheid: bedrijven komen in de wachtrij te staan bij de klant.”
Toekomstvisie van Erik-Jan Kruize. #SSC17 pic.twitter.com/YpiYcae1op
— Coosto Nederland (@CoostoNL) November 30, 2017
Een belangrijke manier om daarop in te spelen, is om consumenten persoonlijk te benaderen. Customer servive kán in de toekomst namelijk niet sneller, beter of groter opgezet te worden. Ook meer kennis gaat niet het verschil maken voor jou als bedrijf. De menselijke connectie daarentegen wél. De data die we op basis van customer service verzamelen, moeten we gaan inzetten in real life. In de échte wereld mensen blij gaan maken. Niet social first, maar human & solution first.
“Niet social first, maar human first en solution first”, @Polledemaagt. #SSC17
— Coosto Nederland (@CoostoNL) November 30, 2017
2. Zonder een stevige basis, geen resultaat
Een andere, belangrijke takeaway van dit congres: zorg dat je basis op orde is. Je kunt de meest strakke social campagnes bedenken en de vetste visuals delen, maar als klantvragen niet worden beantwoord, dan betekent dat één ding: afbreuk van je merk. Alleen al daarom is het belangrijk om de basis van customer service goed neer te zetten in je organisatie.
Zorg vervolgens dat je er bent voor je klanten, op de plekken waar zij ook zijn. Een belangrijk punt daarbij: bepaal van tevoren hoe je brand persona eruit ziet. Dus niet hoe je klanten eruit zien, maar hoe jij eruit ziet als bedrijf. Wie ben je? Wat wil je uitstralen? Hoe ga je consumenten aanspreken online? En ben je daarbij nieuwsgierig? Voer je graag gesprekken online? Of volstaat een enkel antwoord? Belangrijke vragen, al helemaal als je webcareteam uit meerdere mensen bestaat. Zo kan namelijk iedere webcareagent zich identificeren met je organisatie, wat leidt tot consistente communicatie. Resultaat? Een sterker merk.
“Webcare agents zijn het gezicht van je organisatie”, aldus @MarlousHeiser van Adidas. #SSC17
— Coosto Nederland (@CoostoNL) November 30, 2017
3. Customer service als input voor content marketing en productontwikkeling
Via social worden er veel vragen en problemen afgehandeld, maar de customer service afdeling is inmiddels al lang niet meer het afvoerputje van het bedrijf. Deze levert namelijk ook veel waardevolle haakjes op om content mee te creëren. Zo zet Allerhande elke maand een klantvraag centraal in het magazine (“Is wild écht wild?”) en beantwoordt KLM veelgestelde, opvallende vragen uitgebreid in een blog. Daarnaast is customer service een uitgelezen manier om je product te optimaliseren. Zet de brand ambassadors bij elkaar in een community en vraag hen niet alleen proactief om feedback, maar laat ze ook meedenken over een nieuw product of feature. Zo bind je klanten en creëer je samen een product dat beter aansluit bij de wensen en behoeften van je doelgroep.
“Merken worden tegenwoordig gedefinieerd door wat ze doen, niet wat ze zeggen”, aldus @Polledemaagt. #SSC17
— Coosto Nederland (@CoostoNL) November 30, 2017
4. Mensen verzamelen ervaringen, geen producten
Naar mijn mening de belangrijkste takeaway van de dag: mensen verzamelen ervaringen, geen producten. Raymond Klompsma van srprs.me vertelde hoe ze daar bij srprs.me op inspelen: door reizigers te behandelen alsof het hun vrienden zijn. Dat resulteert in een hele persoonlijke aanpak, die voelbaar is vanaf het begin dat je een reis boekt totdat je weer thuis bent. Zo is elke boeking persoonlijk dankzij een srprs.me consultant, worden reizgers regelmatig getrakteerd tijdens de vakantie (“het 1e biertje is van ons!”) en sturen ze een ‘welkom thuis!’- kaartje zodra de reis is afgelopen. En die persoonlijke aanpak werkt. Inmiddels hebben ze een community met 25.000 reizigers. Stuk voor stuk brand ambassadors. En dat blije klanten de motor zijn achter groei, blijkt ook: maar liefst 60% van de nieuwe reizigers komt binnen door middel van Word of Mouth. Ook srprs.me zegt: reiziger first, technology second.
“Behandel je klanten alsof het je vrienden zijn.”
De belangrijkste les van @raymondklompsma van @srprsme. #SSC17
— Coosto Nederland (@CoostoNL) November 30, 2017
5. Geen toekomst voor customer service zoals we het nu kennen
Daar waar customer service nu vooral wordt gebruikt om vragen en problemen af te vangen, gaat dat er in de toekomst heel anders uitzien. Ja. Vragen en problemen zullen nog altijd gesteld worden via social media, maar veel minder. We produceren namelijk steeds duurzamere producten: waar vroeger een lamp na 500 branduren stuk ging (want: verkoopkans), richten we ons steeds meer op duurzame producties. Dat is immers ook wat de klant tegenwoordig verwacht. Om die reden is het belangrijk om veel eerder in de klantrelatie aanwezig te zijn. Potentiële klanten kunnen – gezien de keuzestress – wel wat ondersteuning gebruiken bij het maken van keuzes. Een rol die vooral voor customer service is weggelegd. Daarbij zien we de ontwikkeling dat consumenten tegenwoordig alleen willen betalen voor dat wat ze daadwerkelijk gebruiken. Om die reden wordt gebruiksoptimalisatie steeds belangrijker, waarbij customer service de helpende hand is. Zij kunnen een klant adviseren hoe ze een product of dienst beter kunnen gebruiken door actief mee te denken. Zo kan een klant álles uit een product halen.
6. Chatbots, chatbots, chatbots
Het leek even de rode draad te worden op het Social Service Congres: ‘chatbots’. Van VGZ tot aan Allerhande en Adidas: allemaal experimenteren ze met chatbots als verlengstuk van hun online dienstverlening. De belangrijkste les die we daaruit kunnen trekken? ‘Standaard’ vragen kunnen prima door een chatbot worden afgevangen. Denk bijvoorbeeld aan ‘Waar is mijn order?’ en ‘Wordt mijn bril vergoed?’. Complexe vragen zijn én blijven weggelegd voor webcareagents. Stefan Visser van VGZ benadrukt daarbij dat je de klant in een chatgesprek vooral niet de indruk moet geven dat hij/zij met een persoon praat. “Wees eerlijk en laat de klant weten dat deze een bot tegenover zich heeft. Erg belangrijk in het kader van verwachtingen managen: een chatbot is nou eenmaal stukken minder persoonlijk.” Marlous Heiser van Adidas geeft daarbij aan dat een chatbot echt niet meteen de nieuwe Siri hoeft te zijn. Begin klein, kijk of het werkt: al doende leert men. Daar heb je veel meer aan dan eindeloos blijven doorontwikkelen zónder ook maar enige klantfeedback te ontvangen.
“Een bot hoeft niet meteen alles te kunnen. Don’t try to invent the new Siri!”, @MarlousHeiser #SSC17
— Coosto Nederland (@CoostoNL) November 30, 2017
Al met al een leerzame dag, waarbij één ding duidelijk is: customer service gaat én moet persoonlijker worden in de toekomst. En die persoonlijkheid zou nog weleens hetgeen kunnen zijn wat jou gaat onderscheiden van je concurrentie. Of je daarin mee moet? Dat laat ik nog altijd in jouw handen.
Doe er in ieder geval je voordeel mee.
Elke editie beklimmen duizenden deelnemers de Alpe d’Huez onder het motto ‘Opgeven is geen optie’. Een hele week lang zitten duizenden deelnemers en vrijwilligers vanuit heel Nederland in de Franse Alpen, om daar de berg Alpe d’Huez te trotseren. Het doel: maximaal zes keer te voet, rennend of fietsend de berg op om zoveel mogelijk geld binnen te halen. Een enorm impactvol evenement dus. Dit vraagt niet alleen veel van de deelnemers, maar ook van de vrijwilligers. Achter de schermen moet alles namelijk tot in de puntjes geregeld zijn. Zo ook de socials.
We spraken met Robin Mai Schroot, teamleider Social Media van Stichting Alpe d’HuZes, en zij vertelt ons meer over hoe Coosto een onmisbaar puzzelstuk in hun social media strategie is geworden.
Elk jaar vergt de Alpe d’HuZes veel voorbereiding. Een flinke klus voor de acht vrijwilligers van het social media team van Alpe d’HuZes. Zij creëren, publiceren en analyseren dagelijks social media content.
Zo moeten zij tijdens de voorbereiding ervoor zorgen dat er voldoende aanmeldingen binnenkomen en dat de deelnemers en sponsoren worden geïnformeerd over alles omtrent het evenement. Bovendien moeten ze ook nog de naamsbekendheid van het evenement zelf proberen te laten groeien. Daar gaan flink wat uren in zitten. Zeker als je bedenkt dat er een team van vrijwilligers achter dit enorme event schuilt, is het vrijwel onmogelijk om dit zonder ondersteunende social media & content tooling klaar te spelen. Voor hen is Coosto dan ook dé oplossing om ervoor te zorgen dat dit allemaal simpel en effectief gebeurt.
“Coosto helpt ons enorm om efficiënt en veilig te werk te gaan. Doordat we enkel met vrijwilligers werken, vinden er regelmatig wisselingen binnen het team plaats. Dankzij Coosto hoeft niet iedereen apart op elk social media platform in te loggen en content te plaatsen", aldus Robin Mai.
Omdat Alpe d’HuZes een jaarlijks terugkerend evenement is, zijn de voorbereidingen voor iedere editie vrijwel hetzelfde. Uiteraard is de content niet identiek aan voorgaande edities, maar het is wel fijn dat sommige content (deels) kan worden hergebruikt. Dit helpt enorm bij het sneller creëren van content en het optimaliseren van de social media planning.
“Coosto helpt ons om ver van tevoren de juiste content in te plannen. Ook kunnen we heel eenvoudig terugzien wat voor content we voorgaande jaren hebben gebruikt en hoe dit toen gepresteerd heeft.”
Publiceren op alle social media platformen vanuit één omgeving is voor Alpe d’HuZes echt een must. Zij communiceren via Facebook, Instagram, LinkedIn en X om zoveel mogelijk potentiële deelnemers en sponsoren te bereiken. Elk social media platform heeft zijn eigen doel. Facebook en X gebruiken zij voornamelijk voor het informeren van de deelnemers, LinkedIn om te communiceren met alle sponsoren en Instagram om visueel te laten zien hoe de voorbereidingen verlopen en natuurlijk om tijdens het evenement updates te geven.
Met de grote hoeveelheid content die Alpe d’HuZes jaarlijks verspreidt, hebben zij het logischerwijs ook enorm druk met het reageren op verschillende vragen en opmerkingen. Denk hierbij aan praktische vragen als ‘Hoe kan ik het beste trainen?’, ‘Wat voor kleding wordt er aanbevolen te dragen op de berg?' en ‘Hoe maak ik een teampagina aan, waarop mensen kunnen doneren?’.
Maar deelnemers delen via deze weg ook ontroerende en meeslepende verhalen over de dierbaren voor wie zij de berg beklimmen. Deze verhalen motiveren het team en inspireren hen om deze verhalen om te zetten in sterke content, die het belang van het doel extra benadrukt.
“Deelnemers en sponsoren hebben elk jaar een hoop vragen: we reageren jaarlijks op ongeveer 10.000 berichten, iets wat ons zonder Coosto nooit zou lukken.”
Report van Coosto is voor Robin Mai en haar team niet meer weg te denken: “De rapporten van Coosto geven ons nieuwe inzichten die we voorheen niet hadden of handmatig moesten verzamelen” Door middel van de rapporten in Coosto ziet het team gelijk welke content presteert en via welk platform de doelen het effectiefst worden bereikt.
Ook maakt het team betere beslissingen op basis van data. De doelgroep van de deelnemers is voornamelijk 40+, maar hier komt een verschuiving in. Alpe d’HuZes wil zich ook meer gaan richten op de jongere doelgroepen. Dit is dan ook de reden dat ze onlangs zijn gestart met TikTok. Met behulp van de data in Coosto zien ze wat werkt en wat niet en leren ze het platform steeds beter in te zetten.
“De optie om de data van TikTok in te kunnen zien is voor ons enorm handig. Het helpt ons inzicht te krijgen en een strategie te bepalen over hoe we Alpe d’HuZes kunnen introduceren aan jongeren." aldus Robin Mai.
Dankzij Coosto weet Alpe d’HuZes jaar op jaar hun content resultaat te verbeteren en zo ook steeds weer een vol evenement te realiseren. In de toekomst hoopt stichting Alpe d’HuZes zich nog meer te kunnen focussen op hun contentdoelen.
Zo gaan we samen de strijd tegen kanker aan!
Eindhoven, 28 februari 2023 - Coosto kondigt vandaag de lancering aan van Coosto voor Salesforce Marketing Cloud. De lancering van deze tweede Coosto-app vormt een krachtige aanvulling op de al bestaande app in Salesforce AppExchange, waar klanten vanaf nu moeiteloos hun online content en social media kanalen beheren binnen Salesforce.
Coosto levert een geavanceerde content- en social media marketing tool die praktische oplossingen biedt voor elke fase van het contentmarketing proces. Onze loyale klanten vertrouwen op Coosto om unieke content te genereren en te distribueren, hun online community te beheren en hun resultaten eenvoudig te analyseren.
Coosto biedt een uitstekend alternatief voor Salesforce-klanten die eerder gebruik maakten van Salesforce Social Studio, aangezien dit product wordt uitgefaseerd door Salesforce. Door gebruik te maken van de Coosto voor Salesforce Marketing Cloud-app hebben klanten naadloos toegang tot het volledige scala aan functies van Coosto, rechtstreeks binnen het platform van Salesforce Marketing Cloud.
Coosto voor Salesforce Marketing Cloud is momenteel beschikbaar via Salesforce AppExchange.
Deze nieuwe app is een waardevolle aanvulling op de bestaande Salesforce-app van Coosto: Coosto voor Salesforce Service Cloud. Die app stelt klanten in staat om real-time inzicht te krijgen in sociale interacties en direct met hun klanten te communiceren vanuit Sales & Service Cloud. Coosto voor Service Cloud is beschikbaar op de Salesforce AppExchange
Toine Verheul, CEO van Coosto: “We zijn trots dat we onze samenwerking met Salesforce hebben versterkt en klanten de tools te bieden die ze nodig hebben om hun online content en social media rechtstreeks binnen het Salesforce-platform te beheren. Met zowel Marketing Cloud- als Service Cloud-apps nu beschikbaar op de Salesforce AppExchange kunnen we onze klanten een naadloze en gestroomlijnde ervaring te bieden.”