Coosto

Content distributie: zo zorg je voor maximale zichtbaarheid van jouw content

Om maar direct met de deur in huis te vallen: het publiceren en distribueren van content is niet hetzelfde. Contentpublicatie kun je zien als de basis: je publiceert jouw content gebruikelijk op één platform, iets wat je in eigen beheer hebt. Vaak is dat jouw website, applicatie, blogpagina of kennisbank. 

Een onderscheidend stuk content creëren, waarmee je een gat aanboort in jouw contentmarkt, kost doorgaans veel tijd en moeite. Een investering die zichzelf niet uitbetaalt als je jouw content geen podium geeft. Alleen het publiceren van deze goede content is namelijk niet genoeg als je wil dat je content door het grote publiek gezien wordt. Daarom moet je jouw content actief distribueren. Om dit tot een succes te brengen, is het belangrijk om eerst te begrijpen hoe verschillende soorten media zich tot elkaar verhouden. Dat is waar het welbekende PESO-model meer duidelijk in biedt. In dit model wordt media opgedeeld in 4 categorieën: Paid, Earned, Shared en Owned. 
 

PESO-model content distributie kanalen

Onder ‘Owned Media’ vallen, zoals de naam al zegt, de media die volledig in jouw bezit zijn. Dat is jouw website, maar ook contentstukken van jouw hand, zoals infographics, podcasts, whitepapers, magazines en video’s. Het voordeel hiervan is dat je het beheer hiervan volledig in eigen hand hebt en dus niet afhankelijk bent van externe factoren waar je geen invloed op hebt. Maar als je alleen het stukje ‘Owned’ benut, loop je nog kansen mis op het gebied van zichtbaarheid. En dat maakt het lastig om jouw contentdoelen te behalen. 

Want jouw content kan nog zo sterk, onderscheidend en waardevol zijn, als het de doelgroep niet (volledig) bereikt, levert het je weinig op. Ook jouw (SEO-proof) websitecontent kan wel een duwtje in de rug gebruiken om de welverdiende aandacht van jouw doelgroep te krijgen. Want als je alleen moet bouwen op het proactieve zoekgedrag van deze groep via zoekmachines als Google en Bing haal je niet de volledige potentie uit jouw content. Daarnaast is SEO gericht op de lange termijn; het duurt even voordat de effecten hiervan zichtbaar zijn. 

Natuurlijk is het goed om evergreen content te creëren die hierop focust, want op de lange termijn blijf je hiermee relevant voor de doelgroep. Maar ook deze content kan best een duwtje in de rug gebruiken. Daarom is het zo belangrijk om niet stil te blijven staan na het publiceren van jouw content, maar om vervolgens doelgericht aan de slag te gaan met de distributie hiervan. 

Tip: werk ieder onderwerp uit aan de hand van contentmapping. Zo denk je direct na over verschillende contentvormen, die je op verschillende kanalen kunt verspreiden voor een grotere distributie en dus een groter bereik. 

 

Van publicatie naar distributie

Goed, het is tijd om verder te kijken dan alleen je owned kanalen. Door middel van content distributie zorg je ervoor dat de content ook op andere kanalen zichtbaar en vindbaar wordt. Met paid kanalen, zoals digital advertising, retargeting en advertorials kan je in korte tijd veel impact maken. Maar de naam zegt het al: het is betaald, en dus is er budget voor nodig. Natuurlijk staat hier de garantie dat jouw content doelgericht vertoond tegenover. Dat is veel waard, maar wij weten net zo goed dat dit budget nu eenmaal niet altijd voorhanden is.

Earned media is media-aandacht die verkrijgt via publiciteit, door bijvoorbeeld benoemd te worden in (online) artikelen, social media berichten of reviews. Alles wat door de media, jouw klanten of misschien zelfs influencers wordt gedeeld, valt onder deze categorie. Enerzijds een ontzettend waardevolle manier om aandacht te krijgen, die vaak gepaard gaat met een groot bereik én betrouwbaarheid, omdat het van een onafhankelijke bron afkomstig is. Anderzijds ben je hier enorm afhankelijk en heb je weinig tot geen inspraak op wat er over je gezegd (of geschreven) wordt. En dat zorgt voor onzekerheid en kan soms zelfs een risico vormen, want dat kan ook negatief uitpakken. 

Dan is er nog shared media: dit is bij uitstek de meest laagdrempelige en een zeer effectieve manier om jouw content aan de (juiste) man te brengen. Shared media draait om alle sociale media kanalen waar jij als organisatie actief gebruik van maakt. Dat is niet alleen het delen van content op deze kanalen, maar ook het monitoren van deze berichten. Zeer aantrekkelijk wat betreft het kostenplaatje, aangezien je hier vaak gebruik maakt van gratis kanalen. Bovendien heb je ook hier grotendeels zelf de regie in handen en heb je dus veel controle over deze manier van content distributie.

 

Zoek de balans

Natuurlijk zou je in een ideale wereld de goede balans willen aanhouden in het PESO-model, waarin je de voor jou relevante mediakanalen uit alle categorieën inzet. In de praktijk is het niet altijd mogelijk om de diverse kanalen optimaal te benutten, bijvoorbeeld door een gebrek aan budget, afhankelijkheid van media of simpelweg omdat je niet genoeg mankracht hebt binnen jouw organisatie om dit te realiseren. En daarom is het handig om te kiezen voor de weg met de minste obstakels en de grootste voordelen op korte termijn.

 

Social media: dé laagdrempelige weg voor content distributie

De makkelijkste en meest laagdrempelige mogelijkheid tot content distributie is via social media. Ook hier kun je beter niet op één paard wedden. Leg je jouw focus op één social media kanaal, dan is de kans alsnog groot dat je een aanzienlijk deel van je doelgroep mist. Te veel kanalen inzetten is echter ook niet ideaal: dan loop je niet het risico dat je de kanalen niet optimaal inzet, omdat je je niet volledig kunt verdiepen in de juiste etiquette en tone-of-voice, evenals het monitoren van deze kanalen. In dit geval geldt: overdaad schaadt.

Het is dan ook beter om te focussen op 3 à 4 social media kanalen. Zo spreid je je kansen en kun je de doelgroep via meerdere wegen bereiken. In jouw contentstrategie heb je als het goed is al een doelgroepbeschrijving opgenomen, en op basis hiervan bepaald welke social media kanalen jij het beste kunt inzetten om deze doelgroep te bereiken. 
 

De volgende stap

Tijd om aan de slag te gaan met de verspreiding van jouw content. Een contentplanning is hierbij onmisbaar. Hiermee creëer je overzicht en kijk je alvast vooruit: wanneer ga je welke content delen? Met een contentkalender maak je het jezelf extra makkelijk: hierin vul je gemakkelijk in wanneer je welke content gaat verspreiden. Natuurlijk kan je zelf een contentkalender in elkaar knutselen, maar waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Met onze interactieve contentkalender hoef je alleen nog maar te plannen wanneer je welke content deelt. 

Coosto

Wel of niet inhaken op een trending topic?

Inhaken op een trending topic is een goede manier om je merk in de online schijnwerpers te zetten. Geen verrassing meer waarschijnlijk, want vele merken hebben de voordelen hier al van ingezien. In korte tijd kan je een enorm groot publiek bereiken met jouw online content. Maar een inhaker moet wel opvallen én aanslaan bij het publiek, wil je hiermee het gewenste succes behalen. Hoe bepaal je nu wanneer je wel, en op welke momenten je juist níet moet inhaken op een trending onderwerp?

Coosto

Zo komt je social media strategie tot leven

‘Bedrijven moeten vooral de focus leggen op het social zijn in plaats van het social doen’, dat is voor mij dé takeaway van #SocialToday17 afgelopen dinsdag. Met mijn blik gericht op hoe je een social media strategie echt laat leven, deel ik graag mijn takeaways van deze dag.

Een social transformatie begint met een digitale transformatie. Een proces dat je niet zomaar begint en vooral een proces van vallen en opstaan, waar veel anderen je al in voorgingen. Eerst kijken naar de overkoepelende strategie in plaats van enkel social media is cruciaal. Je social media strategie is een uitwerking van je missie, visie en strategie. Iets wat de sprekers op SocialToday massaal ondersteunen. Ik deel graag 3 learnings waarmee jou dat ook gaat lukken.

1. De organisatie first

IKEA gooide met de nieuwe merkpositionering ‘Aandacht maakt alles mooier’ twee jaar geleden het roer om. Tijdens SocialToday sprak Frederike den Ottelander, socialmediamanager bij IKEA Nederland, vol passie over deze transformatie. Hoe zorg je ervoor dat alle neuzen dezelfde kant op staan? Welke fases doorloop je om dit voor elkaar te krijgen en hoe vertaalt dit zich op social media? Volgens Den Ottelander begint het met het kijken naar de interne organisatie. Wat houden je nieuwe positionering, missie, visie nu concreet in en ga je als bedrijf hier voor de volle 100% voor?

Hoe vertaal je het voorbeeld van IKEA, ‘Aandacht maakt alles mooier’, concreet naar jezelf, naar je product of dienst maar vooral ook naar je doelgroep? Aandacht uit zich namelijk in IKEA’s geval niet alleen in hoe het bedrijf producten maakt en aan de man brengt, maar ook in het benaderen van doelgroepen en de opstelling in de wereld. Een vertaling kan onder andere zijn dat je een andere advertising-strategie opstelt en de focus niet op bereik, maar juist op het creëren van engagement legt.

Danny Oosterveer van Burgers’ Zoo ondersteunt het verhaal van Frederike. Hij start met het vertalen van normen, waarden, missie en visie naar een belofte en uit die belofte vervolgens onder andere op social media.

Deze boodschap brengt elke spreker! Zo ook @DannyOosterveer ��#socialtoday17 pic.twitter.com/JTDuvNc6Vl

— Kirsten Jassies (@KirstenJassies) 14 februari 2017

Een van de meest krachtige quotes gehoord op SocialToday. Na het in kaart brengen van je strategie en waar je als bedrijf werkelijk voor staat, ontstaat als het goed is het volgende besef:

"Eigenlijk hadden we hier al bekend om moeten staan – Frederike den Ottelander, IKEA Nederland"

Het feit dat intern mensen dit zeggen, betekent dat alle neuzen in de juiste richting gaan staan. Dat hoeft niet direct na je strategische sessies te gebeuren, maar is vaak het gevolg van een lang proces van vallen en opstaan. “Pak daarom je tijd”, vertelt Frederike. “Verwacht tegenslagen. Als je intern echt gelooft in waar je voor staat, dan is dat alle tegenslagen waard.” Mocht je nu nog niet klaar zijn voor deze transformatie? Start dan met tekenen, beschrijven en dromen. Stine Påskesen van Nordisk Film Biografer gaf op SocialToday aan dat het in kaart brengen van je dromen helpt bij het ernaartoe werken, ook al heb je nu niet de mogelijkheden om te doen waar je in droomt. Je doelgroep zal merken dat jij je dromen in kaart hebt.

2. Hoe gaan we dit vertellen?

Na weten waar je voor staat, is het vervolgens taak om te kijken hoe je dit naar de buitenwereld gaat uiten. Hoe verwerk je de missie, visie en strategie om ze over te brengen naar anderen? Welke kanalen zet je in? Wat vertel je, aan wie en waarom? Stel je verhaal centraal, zoals Bart van Olphen (Fish Tales) zei: “Producten zijn een logisch gevolg van je verhaal.” En dat geldt ook voor je uitingen naar de buitenwereld.

Bart van Olphen van @fishtalestweets: "Het moet gaan over een verhaal vertellen, niet over een product verkopen." #socialtoday17 pic.twitter.com/R4SjsQJxL5

— Diana Groot (@dianagroot90) 14 februari 2017

Anders Lunde van het Deense marketingbureau Pravda schetste in zijn presentatie het ‘Content marketing wheel’, waarin de spaken fases uitbeelden. Dit start bij het kijken naar de problemen en doelen van je persona’s (de weergaven van je doelgroep). Na het in kaart hebben van wat je wil vertellen, kijk je naar hoe ze dit willen hebben (het format) en via welke kanalen ze dit willen hebben. Pas dit toe op je social strategie. Kijk naar de boodschap en verwerk die in het format dat de doelgroep wil zien, op de kanalen die ze willen zien. Blijf altijd denken aan het volgende: wat heeft onze doelgroep hieraan? Social media zijn verschillende kanalen met verschillende doelstellingen. Zo zet IKEA social media in om wat op tv is geweest is door te vertalen.

3. Wat vindt de doelgroep?

Het is belangrijk om niet enkel de interne waarheid te volgen. Wat je intern denkt dat de doelgroep interessant vindt, hoeft immers niet de waarheid te zijn. Test of datgene wat jij denkt dat de doelgroep waardevol vindt ook echt zo ervaren wordt. En meet het effect van al je uitingen.

"Zolang we blijven meten en we weten wat we willen vertellen dan komen we vooruit – Frederike den Ottelander, IKEA Nederland"

Dit meten kan zo simpel zijn als vragen wat je doelgroep leuk vindt. Gedurende de hele dag pleitten alle sprekers voor openheid. Stel je doelgroep de vraag: wat vind je wel of niet leuk? En wat houdt je echt bezig?

Stel daarnaast vooral ook data centraal. De huidige tijd geeft ons ontzettend veel mogelijkheden om het effect van ons werk te meten. Onder andere HEMA, Nordisk, IKEA en Revolt geven aan data centraal te stellen. Ga enerzijds in gesprek met mensen middels bijvoorbeeld een panel, het stellen van vragen via owned media en kijk daarnaast ook vooral naar het grotere plaatje. Onder andere Google-data en social media data bieden ontzettend veel mogelijkheden om onder andere het huidige sentiment, trends en populaire onderwerpen in kaart te brengen. Zo zie jij direct wat wel of niet in de smaak valt en waar je op kunt inhaken.

Goede quote! Haal die Rembrandt in je naar boven ;) #smm #SocialToday17 #socialdata pic.twitter.com/k2sSUzjdQl

— Coosto Nederland (@CoostoNL) 14 februari 2017

VolgensGus Murrayvan Revolt geeft data je ontzettend veel mogelijkheden om creatief te zijn. Gebruik daarom deze data zoals Rembrandt zijn verf en kwasten gebruikte.

"In our work the hero is creativity but we insist on it being informed, validated and scaled using data – Gus Murray, Revolt"

Kortom: het centraal stellen van de ‘why’ loont. Kijk eerst kritisch naar waarom je doet wat je doet, voordat je kijkt naar hoe je dit gaat uitvoeren en wat voor middelen daarvoor nodig zijn. Kijk hierbij goed naar de volgende zaken.

- Start with the why

Wat drijft jou en je collega’s echt en waarom ben je er als organisatie? Het in kaart krijgen van deze zaken is dé start van jouw social media strategie.

- Vertaal je why

Weet wat je doelgroep echt belangrijk vindt. Wat zijn de doelen die ze hebben, wat frustreert ze en wat vinden zij echt belangrijk? Door dit te matchen met de eigen why vind je iets waar je vol overtuiging de doelgroep mee kunt bereiken.

- Kijk naar de strategie en kanalen

Als je weet wat je wil communiceren, aan wie en om welke reden, is het vervolgens belangrijk om te kijken naar de beste kanalen hiervoor. Zo ook voor de verschillende social media kanalen. Elk kanaal heeft zijn eigen sterktes en zwaktes waardoor het maken van keuzes belangrijk is.

- Start met meten en stop er nooit mee

Het is belangrijk om niet enkel te sturen op de interne waarheid. Start daarom met het meten van je eigen acties. Test wat je wilt doen bij de doelgroep zelf en kijk naar belangrijke bronnen van data zoals social media data.

Coosto

Zo kies je de kanalen die het beste bij jouw social media strategie passen

In tegenstelling tot wat je in eerste instantie misschien zou denken, hebben de meest succesvolle mensen in het bedrijfsleven (en eigenlijk in elk vakgebied) één ding met elkaar gemeen: het zijn geen generalisten. Ze zijn uniek in wat ze doen of verkopen en hebben heldere keuzes gemaakt met betrekking tot waar ze zich op willen focussen.

En daar zou je van moeten leren in je social media strategie. Er zijn veel social mediakanalen, en als het gaat om techniek zijn ze al erg verschillend, maar de verschillen gaan verder dan functies en het aantal gebruikers. De verschillen liggen o.a. in tone-of-voice en populariteit bij een bepaalde doelgroep. En juist in al die verschillen liggen keuzemogelijkheden voor de profilering van jouw merk of organisatie. Maar hoe bepaal je nou waar je jouw aandacht op moet vestigen?

Een overzicht van alle mogelijkheden

Eerst toch even alle opties onder elkaar, waar staat elk medium voor? We lichten de meest gebruikte sociale media in Nederland toe.

WhatsApp
Met 11,9 miljoen gebruikers is Whatsapp het meest gebruikte sociale medium (als je WhatsApp schaart onder social media) in Nederland. WhatsApp is een ideaal kanaal om met je klant in gesprek te blijven, snel en op een laagdrempelige manier vragen te beantwoorden en daarmee je klanttevredenheid te verhogen.

Facebook
Volgens het Nationale Social Media Onderzoek 2019 van Newcom maken nog steeds 10,1 miljoen Nederlanders gebruik van Facebook. Het gebruik is voornamelijk hoog bij volwassenen tussen de 23 en 57 jaar. Daar ligt dus een diverse doelgroep en een potentieel groot bereik. Facebook is met zijn bereik en brede publiek ideaal voor community-building. Helaas heeft Facebook wel veel aangepast in het algoritme, en heeft onder andere het bereik van gedeelde berichten drastisch verminderd vanwege de overvloed aan content en de focus van Facebook op advertentiefuncties. Maar door consequent te posten en de interactie op te zoeken kun je nog steeds jouw doelgroep bereiken. Bijvoorbeeld met evenementen en video’s.

YouTube
YouTube is nog steeds het hoofdkanaal als het gaat om video’s. Acht op de tien Nederlanders maakt wel eens gebruik van YouTube. Het platform trekt doelgroepen aan van alle leeftijden. Muziekvideo’s worden over het algemeen het meest bekeken. Bij jongeren zijn vlogs steeds populairder.

Instagram
Instagram is booming! Met 4,9 miljoen gebruikers en een constante groei is Instagram favoriet bij voornamelijk jongeren (14 – 22 jarigen). Het platform is gericht op visuals, zoals afbeeldingen en video's. Voor lifestyle merken gericht op eten, fitness, reizen, mode of bedrijven die een verhaal willen vertellen, is Instagram een goede match.

LinkedIn
LinkedIn is het online netwerkplatform. Focus op LinkedIn als je je netwerk wilt uitbreiden.  Voor B2B-marketing ben je hier aan het goede adres. Het platform is geweldig als je thought leadership wilt ontwikkelen, kennis of bedrijfsnieuws wilt delen. Het platform wordt intensief gebruikt door Millenials. 44% van de 23 tot 37 jarigen is actief op LinkedIn.

X
X definieert zichzelf als een realtime nieuwsnetwerk. In tegenstelling tot Facebook, tonen onderzoeken aan dat berichten met afbeeldingen veel beter presteren dan videoposts. De X-tijdlijn werkt snel doordat het korte berichten zijn die inspelen op het nieuws en trending topics. Dit is de beste plek om gesprekken te voeren met je doelgroep en je klanten. Veel merken gebruiken het om vragen, opmerkingen en klachten op te vangen en te beantwoorden.

Nu je dit weet; hoe kies je dan het beste kanaal? Door na te denken over de volgende drie elementen en daar scherpe keuzes in te maken, heb je wat ons betreft een goede basis.

1. Wat is je doel?

We kunnen het niet vaak genoeg vragen. Wat wil je met social media bereiken? Wil je een hogere naamsbekendheid? Of wil je werken aan het verbeteren van de reputatie van je organisatie? Misschien wil je social media gebruiken om snel te kunnen reageren op vragen van je klanten en daarmee bouwen aan een (nog) hogere je klanttevredenheid? Of is je doel juist om meer conversies halen uit social media? Denk dan bijvoorbeeld aan meer websiteverkeer of zelfs omzet uit social media.
Kies dus eerst waar je je op wilt focussen, want dat bepaalt bijvoorbeeld welke functionaliteiten een kanaal moet hebben om voor jou geschikt te zijn. 

2. Wie is jouw doelgroep?

Op wie richt je jouw product of dienst? Wat voor type mens is het? Alleen al de leeftijdscategorie maakt uit voor de voorkeur in social media kanalen. Hoe meer je weet over je doelgroep, hoe gerichter je jouw kanalen daarop kunt afstemmen. Om een compleet plaatje te krijgen van jouw ideale klant kun je een buyer persona schrijven. In dit whitepaper leggen we uit hoe je dat doet.

3. Luister naar je klanten

En dan bedoelen we natuurlijk online, op social media. Van welke kanalen maken zij gebruik? Waar wordt er over jouw merk, jouw organisatie of product gesproken? Maar kijk ook eens bij de concurrenten. Van welke kanalen maken hun klanten gebruik? Je kunt dit soort metingen heel gemakkelijk doen met een social media tool, zoals Coosto Listen. In onderstaand voorbeeld hebben we dat uitgezocht voor het modemerk Loavies. Op welke kanalen wordt er voornamelijk over dit merk gesproken?

Loavies-bronnen-social-media

Hier zie je dat Loavies het meest besproken wordt op YouTube, Facebook en X. Dit zegt iets over hun klanten. En als je dan kijkt wáár je klanten zich bevinden. Dan kun je ook zien wie er over je spreekt. Heb je trouwe volgers? Wellicht vloggers of bloggers? In het geval van Loavies zie je dat de meeste berichten door vrouwen worden geschreven. Deze gegevens kun je allemaal overwegen in het maken van je beslissing. Luister dus naar wat je publiek zegt. Zowel de positieve als de eventuele kritische verhalen, en neem deel aan het gesprek!

Loavies-auteurs-Coosto

En dan kiezen

Je hebt nu je doel helder, je hebt gekeken naar je doelgroep, en je hebt geluisterd naar hoe en waar er al over je gesproken wordt. Nu is het zaak om die drie samen te pakken en een keuze te maken in je social media kanalen. 

Leer en verbeter

Door te meten kun je verbeteren. Pas je social media strategie toe en monitor wat er gebeurt op je kanalen. Door die data te analyseren zie je wat wel of niet werkt voor jouw merk, en kun je steeds je content aanscherpen en verbeteren.

 

Coosto

Waarom je vaker moet reageren op comments onder je Facebook-posts

Algoritme van Facebook

Het algoritme van Facebook geeft voorrang aan content die 'betekenisvolle interactie' uitlokt. Dat betekent dat posts die bewezen waardevol zijn voor een lezer of kijker, vaker vertoond worden. In een eerder blog over het Facebook-algoritme schreven we hoe bepaald wordt of een post 'waardevol' is. Het komt erop neer dat Facebook berekent of een post betekenisvolle interactie oproept. Dat doet Facebook met behulp van 2 factoren: passieve en actieve signalen.

Een voorbeeld van zo'n passief signaal is weergavetijd (hoe lang kijkt een Facebook-gebruiker naar je post?). Een voorbeeld van een actief signaal is - je voelt hem aankomen - het aantal comments.

De logica daarachter? Een post met veel reacties is kennelijk de moeite van het reageren waard. De post 'doet' blijkbaar iets met de personen die hem onder ogen krijgen, en is dus waardevol. Facebook laat die post daarom automatisch aan meer mensen - vaak vrienden van de personen die reageren - zien. 

Gelukkig kun je dit concept niet misbruiken door zelf zo vaak mogelijk te reageren onder je posts om zo je bereik te vergroten. En volgens mij zou je dat ook niet moeten willen. De reacties moeten authentiek zijn, van gebruikers zelf komen. Toch is het slim om zelf wel degelijk te reageren op comments. 

 

Reacties lokken reacties uit

Jouw reactie staat namelijk niet op zich. Want als je hem uitdagend of vragend genoeg formuleert, kun je met jouw antwoord een nieuwe reactie uitlokken. En Facebook telt die nieuwe reactie dan weer wél mee als signaal van betekenisvolle interactie. Je post wordt als gevolg vaker en aan meer mensen getoond.

Deze slimme manier van community management zorgt dus voor meer bereik van je posts, en we weten allemaal dat bereik de motor is van andere conversies - clicks, likes en daar heb je hem weer: comments. Het extra goede nieuws is dat dit niet alleen geldt voor je organische posts. Ook je ads worden vaker vertoond als er veel engagement op plaatsvindt

Je kunt op deze manier in sommige gevallen zelf een domino-effect creëren:

bereik > eerste comment > reactie op comment > meer comments > meer bereik > meer comments, enzovoort. 

reageren-op-facebook-comments

Bol.com is bij uitstek een merk dat opvallend vaak op Facebook-comments reageert, zonder dat er duidelijk om hulp of antwoord wordt gevraagd. In het voorbeeld hierboven gaat Bol.com in op de eerste comment, waarmee het merk zorgt voor meer interactie en daarmee nieuwe comments.

Als je deze vorm van community management structureel toepast, merk je als het goed is al gauw een positieve boost op je bereik. De kans voor je merk om écht viral te gaan, neemt bovendien toe. 

 

Merkambassadeurs en topfans

Er is nog een andere, meer voor de hand liggende reden om vaker te reageren op comments, niet eens alleen Facebook-comments. Het antwoorden op comments is namelijk een ideale manier om je volgers meer bij je merk te betrekken. Met een herkenbare tone-of-voice in je content en reacties kun je werken aan merkambassadeurs en - zoals hierboven bij Bol.com te zien is - 'topfans'.

Interactie op social media is de perfecte gelegenheid om je ware merkidentiteit te laten zien. Hoe zweverig het ook mag klinken, met community management krijgt je merk een persoonlijkheid en een gezicht.

Meer bereik én een kans om je merk van zijn beste kant te laten zien: door vaker te reageren op social media sla je twee vliegen in één klap!

 

Behandel alle comments op Facebook-posts en ads vanuit één overzicht

Met Engage worden automatisch alle comments op je Facebook-posts én ads in één overzicht geladen (+ die van je andere social platformen, als je die hebt gekoppeld). Je kunt er dan vanuit een handig overzicht op reageren. Je hoeft dus niet de hele dag al je Facebook-notificaties te volgen (zoals 'je advertentie is goedgekeurd') voor die ene melding waar je iets mee kunt. 

Coosto-Engage

 

Coosto

De 10 meest succesvolle inhakers van 2019

Maar ook bij liefhebbers is er discussie. Want wat maakt de ene inhaker nu beter dan de andere? Zoveel mensen, zoveel meningen. Na een paar minuutjes Googlen ben je tientallen tips rijker, maar ontbreekt het aan een goede meetlat. Om kwaliteit of succes wat objectiever te kunnen bepalen, moeten we terug naar het marketingdoel van een inhaker.

Van mening naar meten

Inhakers zijn vrijwel altijd bedoeld om een glimlach op de gezichten van de lezer/kijker te krijgen. Maar om dat voor elkaar te krijgen, moet de inhaker wel door mensen gezien worden. En dat publiek wordt - door de social media algoritmes van vandaag de dag - alleen bereikt als een inhaker in eerste instantie engagement weet uit te lokken. Likes, comments en shares zorgen dus voor een domino-effect op je bereik.

Een extra voordeel van een indicator als engagement: hij is meetbaar. Daarom hebben we voor deze top 10 'interactie' als meetlat gebruikt. Meer specifiek, interactieratioWe zetten met behulp van Coosto Listen de shares en comments op inhakers van meer dan 100 grote Nederlandse merken af tegen het aantal volgers van het account. Daarmee bepalen we het relatieve succes van de inhaker voor het merk erachter. Dit is het resultaat: de top 10 meest succesvolle Nederlandse inhakers (tot dusver).

1. Albert Heijn (Pride)

11,9 comments/shares per 1000 volgers.

Onze boodschap: liefde voor iedereen! #pride pic.twitter.com/fpeRoa6Jed

— Albert Heijn (@albertheijn) August 2, 2019

2. Hornbach (Hete zomer)

9,6 comments per 1000 volgers

3. Hornbach (Songfestival)

8,9 comments per 1000 volgers

4. Allianz (TelevizierRing)

8,7 comments per 1000 volgers

5. Staatsloterij (Koningsdag)

8,7 comments per 1000 volgers

inhakers-staatsloterij-koningsdag

6. Lidl (Prinsjesdag)

8,5 comments per 1000 volgers

7. Etos (De Luizenmoeder)

6,9 comments per 1000 volgers

8. Heineken (Formule 1)

6,4 comments/shares per 1000 volgers

De Formule 1® komt naar Nederland! Proost! #DutchGP #zandvoort #Heineken pic.twitter.com/PrXm2bADg5

— Heineken NL (@Heineken_NL) May 14, 2019

9. Chocomel (Winter)

6,1 comments per 1000 volgers

10. Heineken (WorldRecordEgg)

5,6 comments/shares per 1000 volgers

We zetten in op minimaal 17 miljoen retweets... #eitje pic.twitter.com/z12hZzsqsn

— Heineken NL (@Heineken_NL) January 14, 2019

Natuurlijk wil dit lijstje niet zeggen dat meningen er helemaal niet meer toe doen. Je mag best een persoonlijke favoriet hebben en een bepaalde inhaker helemaal niets vinden. Punt is dat het uiteindelijke resultaat ook een hoop zegt over de kwaliteit van de inhaker. Niet vergeten te meten dus! 

Coosto

Beste content marketeers, stop met streven naar schijnwerpers

Een ding moet ik beamen: het is steeds moeilijker om aandacht van je publiek te verdienen. Dat wil echter níet zeggen dat ons publiek geen aandacht of concentratie meer heeft. De vlieger dat content snackable (lees: kort) moet zijn, gaat niet langer op. Je hoeft alleen maar je eigen kijk- en leesgedrag te bestuderen om daar de bewijslast voor te vinden. In mijn geval ben ik in staat naar vlogs te kijken die 24 minuten duren. Ik spendeer rustig een complete zondag op Netflix, en baal zelfs af en toe dat een uur durende podcast alweer is afgelopen. Concentratie én tijd genoeg. Maar dan moet het de concentratie wél waard zijn.

En precies daar gaan we als contentmakers nogal vaak de mist in.

Maak dankbaar gebruik van de curiosity gap

Veel organisaties zijn inmiddels overtuigd ‘iets’ te moeten met content. En dat ‘iets’ wordt dan ook op grote schaal gedaan. We produceren content aan de lopende band, soms wel meerdere contentstukken per dag. Met zo’n grote hoeveelheid is het bijna onmogelijk om de diepte in te gaan, om zo de nieuwsgierigheid en de aandacht van je publiek te trekken.

Want die aandacht is er dus wel degelijk. Zolang je maar slim inspeelt op het maken van een curiosity gap. Volgens Andrew Davis moet het gat tussen wat we weten en dat wat we wíllen weten zo groot mogelijk zijn. Een bepaalde spanning opbouwen, toewerken naar een hoogtepunt. Als je dat goed aanpakt, dan is je publiek wel degelijk in staat om langdurig aandacht te schenken aan je content. Zelf als het om iets onbenulligs gaat als het laten knappen van een watermeloen.

Het vergt een andere denkwijze. Een denkwijze die anno 2018 echt nodig is in ons vakgebied. Want zolang we blijven denken dat content vooral veel, kort en snel moet zijn, verdienen we de aandacht van ons publiek gewoon niet.

Denk én doe daarom als een uitgever.

Je merk als uitgever

Er is al veel geschreven over het ‘denken als een uitgever’. Toch zijn er in de praktijk slechts een aantal uitgeverstaken die we als marketeer uiteindelijk overnemen. Dat begint vaak bij een contentplan en eindigt met een berg content, met als doel zo veel (en zo snel) mogelijk aandacht te krijgen. En dat is dan weer net níet hoe uitgevers denken. Focus op de missie, en niet op de aandacht. Content zou op die manier helemaal op de voorgrond van je organisatie moeten staan, waardoor het bijna belangrijker wordt dan de daadwerkelijke producten of diensten die je verkoopt. Klinkt heftig, maar dat valt in de realiteit best wel mee. Neem bijvoorbeeld Redbull, dat het businessmodel van uitgevers lijkt te snappen. De website van Redbull is eigenlijk een platform, waarop content staat die de waarden illustreert waarmee Redbull geassocieerd wil worden. Op de homepage zie je niet eens producten terugkomen. 

Website Redbull

Of we dan als content marketeers het wiel opnieuw moeten uitvinden? Gelukkig niet. Want uitgevers beheersen hun vak al veel langere tijd dan dat content marketing een echte expertise is. Met deze 3 tips leer je van de besten.

1. Zie content niet als een campagne

We zetten content nog vaak in als een campagne. Een video waarvan je hoopt dat ‘ie viral gaat, een quiz om mensen betrokken te krijgen bij je merk of een simpele poll in de hoop dat je er interactie mee opwekt. Zulke content staat vaak op zichzelf, doordat er een duidelijk begin en eind aan zit. Wat je eigenlijk zou moeten willen, is het constant voeden van je doelgroep met voor hen relevante content. Dag in dag uit voldoen aan de verwachtingen. Dat schept namelijk vertrouwen, wat weer leidt tot een loyaal publiek.

Het tijdschrift Happinez geeft bijvoorbeeld elke maand gehoor aan haar thema ‘Spiritualiteit’ door op Facebook de horoscopen van die maand te presenteren. Elke dag posten ze een nieuwe horoscoop-update, totdat alle horoscopen voorbij zijn gekomen. Content die aansluit bij wat het publiek van Happinez verwacht van het tijdschrift, en waar Happinez dan ook structureel gehoor aan geeft.

2. Zoek niet naar ‘het’ (content)idee

Als content marketeer heb je vast al meerdere brainstormsessies gehad met je team. Voor nieuwe campagnes bijvoorbeeld, of om de huidige strategie te verbeteren. Vaak komen in zo’n brainstorm allerlei ideeën opborrelen, waarbij vervolgens alleen de ideeën tot uitvoering worden gebracht die de meeste potentie hebben. Er moeten namelijk doelstellingen behaald worden: waarom kiezen voor een ruwe diamant als je ook een gepolijste robijn voor handen hebt?

Als je als uitgever denkt, hoef je helemaal niet op zoek te gaan naar hét (content)idee. In plaats daarvan moet je vertrouwen krijgen in het proces dat de minder goede ideeën kunnen veranderen in echte contentparels. Zolang die ideeën maar met liefde en aandacht worden doorontwikkeld. Ed Catmull, de CEO van Pixar, verwacht helemaal niet dat zijn team begint met een fantastisch idee. Hij verwacht zelfs niet dat ze starten met een goed idee. In plaats daarvan heeft hij vertrouwen in het proces dat Pixar heeft opgebouwd door de jaren heen. Hij weet dat zogenaamd ‘lelijke’ ideeën – míts goed aangepakt – kunnen veranderen in prachtige ideeën. Het proces van creatie zou dus veel meer centraal moeten staan dan het eindproduct.

3. Zet jezelf neer als platform

In 2003 lanceerde Linda de Mol haar eigen tijdschrift: LINDA. Wat begon als een fysiek blad, is nu uitgegroeid tot een waar mediamerk, met een succesvolle nieuwswebsite, LINDA.tv, een festival en binnenkort misschien zelfs LINDA.radio. De mensen achter het tijdschrift hebben slimme keuzes gemaakt door het tijdschrift als een platform te positioneren. En goed voorbeeld doet volgen. Anno 2018 worden er bijna geen nieuwe tijdschriften meer uitgegeven zonder een online platform. Dat zagen we alleen al bij de lancering van &C, het mediamerk van Chantal Janzen. Daar werd de nadruk niet alleen gelegd op het tijdschrift, maar juist ook op het social platform eromheen.

En juist daar kunnen we als content marketeers nog veel van leren.

We moeten de bedrijven en organisaties waar we voor werken niet alleen zien als een leverancier van producten of diensten, maar als een platform. Streef ernaar om dé online plek te worden waar mensen met zelfs minimale interesse naartoe gaan om hun kennis over jouw vakgebied te verbreden of zich te vullen met relevant entertainment. Wees niet alleen de marktleider op het gebied van je praktische aanbod, maar juist op het gebied van je kennis. Dat laatste kan alleen als je content niet langer gebruikt om te scoren op de korte termijn, maar juist om te verbinden op de lange termijn.

Alleen dan krijg je namelijk de aandacht die je écht verdient.

 

Coosto

Het Facebook algoritme uitgelegd: zo zorg je voor goed presterende posts

Betekenisvolle interacties

Update juni 2022: er gaan geluiden over nieuwe veranderingen binnen het algoritme van Facebook. In de plaats voorrang te geven aan posts van personen die je volgt op Facebook, lijkt het erop dat dit niet langer van toepassing zal zijn. Dat zou betekenen dat de afkomst en de relatie tussen de auteur en de gebruiker die de post te zien krijgt minder belangrijk wordt. In principe hoe TikTok ook werkt: de relevantie met betrekking tot de interesses van een gebruiker staan hierbij voorop. Het succes van TikTok wordt ook op andere manieren gekopieerd door Facebook: Reels zouden vanaf nu voorrang krijgen om vertoond te worden. Hoe gaat Facebook er dan uitzien? Stories en Reels worden bovenaan de Feed weergegeven, met zoals gezegd meer focus op visuele posts. 

Het enige gedeelte van het Ranking-proces waar we als merk invloed op hebben zijn de signalen van onze content. Deze signalen kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën; passief en actief:

  • Passieve signalen zijn onder andere weergavetijd, verhaaltype, geposte tijd en andere niet-actieve statistieken.
  • Actieve signalen zijn onder meer likes, shares en reacties

Je moet dus passende en waardevolle content maken om positieve betrokkenheid te bevorderen. Wanneer jouw doelgroep positief reageert op je content, definieert Facebook het als ‘betekenisvolle interactie’.

1. Zorg voor gespreksstof

Je wil dat jouw posts zorgen voor (positieve) interacties. Zorg dat je met je content een gesprek aanwakkert tussen jouw volgers en andere mensen. Richt je niet alleen maar op wat jij wil vertellen of overbrengen. Jouw content moet ervoor zorgen dat mensen stoppen met het scrollen door hun tijdlijn, dat ze reageren en jouw post willen delen

2. Focus op je publiek

Het is een beetje een open deur, maar de content die je maakt moet wel relevant zijn. Zorg dat je verhalen maakt die de mensen, waarmee je een community wilt opbouwen, willen lezen, bekijken of delen. Of het nu gaat om een product of kennisdeling: het moet allemaal voortkomen uit de vraag van jouw publiek. 

3. Monitor de prestaties van je content

Analyseer je gepubliceerde social media berichten om ze vervolgens te kunnen verbeteren. Voor Facebook kun je al het een en ander aflezen binnen Facebook-insights, maar wil je een volledige analyse doen, maak dan gebruik van een social media tool, zoals Coosto. Met Publish in Coosto publiceer je berichten op al je social media kanalen en zie je direct hoe je posts presteren. Bekijk hoe je berichten presteren op interactie, leer van de inzichten van je posts en optimaliseer vervolgens vanaf daar.

4. Promoot goed presterende posts

Het Facebook-algoritme hecht waarde aan content die organisch goed presteert en dat is gunstig voor als je wilt adverteren. Content die al sterke organische tractie heeft, betekent lagere CPC’s (cost per click), wat in combinatie met een boost-post van Facebook een sneeuwbaleffect voor je content kan creëren. Verspil daarentegen geen geld aan slecht presterende organische content, dat geeft logischerwijs hogere CPC’s. Wanneer een bericht goed presteert op het gebied van betrokkenheid, likes en shares, dan biedt boost-post de mogelijkheid om die prestaties op te schalen.

 

Conclusie

Het nieuwe Facebook-algoritme is complex en afhankelijk van veel factoren. Niet alles daarvan is te doorgronden. Gebruik de informatie die wél beschikbaar is om je contenttactieken aan te scherpen en je zichtbaarheid in de nieuwsfeed te vergroten: Zorg voor gespreksstof, schrijf waardevolle verhalen voor je doelgroep en daag ze uit die verhalen te delen voor organisch sterk presterende content.

Coosto

9 tips voor het optimaliseren van online klantenservice

Niettemin zien we nog altijd een worsteling. Sommige bedrijven zijn angstig om de eerste stappen te zetten naar klantenservice via social media. Ook is er twijfel waar ze de werkzaamheden moeten onderbrengen: valt het onder de afdeling Communicatie of Klantenservice? De heilige graal is er niet, ieder bedrijf richt het op zijn eigen manier in. Feit is wel dat webcare steeds meer professionaliseert. Wil je starten met webcare of je webcare optimaliseren en toewerken naar die 100% klanttevredenheid? Hier lees je 9 tips en aanbevelingen hoe je webcare het beste in kan zetten voor customer support.

1. Verhoog de snelheid met workflowinstellingen

Natuurlijk, persoonlijk contact is superbelangrijk bij klantenservice, maar efficiëntie ook. We hebben namelijk net al gezien dat er steeds meer gestuurd wordt op service level en reactietijden. Hoe rijm je die efficiëntieslag met het persoonlijke contact?

Hiervoor hanteer je de digitale instellingen om een automatische workflow te gebruiken die aansluit bij jouw serviceproces. Je kunt automatisch de berichten of klantcases laten verdelen door engage feeds die je in kan stellen per onderwerp, platform, prioriteit, sentiment of auteurstype. Deze wijs je dan toe aan bepaalde personen. Laat ze daarnaast verschijnen in verschillende kolommen gesorteerd op onderwerp, prioriteit, product, klantgroep of social media platform. Stel van tevoren in wie met welke social media accounts mag reageren, wie goedkeuring nodig heeft op zijn berichten en hoe de automatische handtekening van je medewerkers eruit moet zien. Grote én kleine klantenserviceteams kunnen op deze manier snel reageren op online berichten en klachten afhandelen.

Bij onze gebruikers zien we dat een bepaalde handeling heel vaak wordt uitgevoerd. Bijvoorbeeld: er komt een vraag binnen die jij als webcaremedewerker niet kunt oppakken en die moet worden opgepakt door iemand van de afdeling ‘Hypotheken’. Je wilt het bericht dus toewijzen aan Jeroen van het klantenserviceteam Hypotheken, je wilt het label ‘Vraag’ en ‘Hypotheken’ toekennen, je wilt de memo ‘Hoi Jeroen, kun jij hiernaar kijken’ toevoegen en je wilt naar de vraagsteller reageren “bedankt voor je vraag, ik heb het doorgezet naar Jeroen van ons klantenserviceteam en hij reageert binnen 3 uur! ^TR”. Daarnaast wil je elk bericht dat je het label ‘Compliment’ toekent ook liken op X, Facebook en Instagram. Zulke handelingen zijn redelijk arbeidsintensief, terwijl je deze handeling misschien wel twintig keer per dag uitvoert. 

Met macro’s kun je één handeling of meerdere handelingen opslaan als één macro. Dat kan een standaardreactie zijn, dat kan het toekennen van een label of toewijzing aan een persoon zijn. Hiermee is je webcare semi-geautomatiseerd: je voert zelf de regie, maar kunt wel zelf op een knop drukken waarmee je heel veel handelingen tegelijk uitvoert.

2. Schat het humeur van je klant in

Met webcare kun je de klant in veel gevallen zelfs beter helpen dan via de telefoon. Je hebt namelijk alle informatie die je nodig hebt om een klant te helpen direct bij de hand. Profielinformatie vanuit het sociale web, maar ook klantinformatie vanuit je CRM-systeem en de gesprekshistorie is direct zichtbaar wanneer je een bericht in je webcare-inbox bekijkt. Zo hoef je klanten nooit meer te vragen naar eerdere contactmomenten en klantnummers, zodat je samen met je gesprekspartner kunt focussen op het oplossen van een probleem of het geven van de gewenste informatie.

Check het sentiment van je klant. Is het een notoire zeur? Of is het niet per se een zeur, maar zijn wel alle berichten over jouw product, dienst of winkel negatief? Misschien kun je iets extra’s doen om deze persoon tevreden te stellen of iemand zo aardig mogelijk te bejegenen in je taalgebruik.

Ook kan het interessant zijn om naar de combinatie van sentiment en CRM-info te kijken. Zo kun je er bijvoorbeeld voor kiezen om een vaste klant die klaagt op X direct op te bellen.

Workflowmanagement Coosto

3. Zorg voor een vast contactpersoon per klant

Een conversatie met een klant is een verzameling van publieke berichten en privéberichten tussen jou en één auteur over een bepaald onderwerp. Deze kan dus ook bestaan uit 100 berichten, waardoor deze mogelijk ook honderd keer in de webcare-inbox van je medewerkers verschijnt. Je behandelt nooit per ongeluk dezelfde klantcase wanneer je gebruik maakt van automatische case management. Op het moment dat een klant overschakelt naar een ander type bericht (“Bedankt voor het oplossen van m’n WiFi-probleem, alleen nu stoort de digitale tv”), kun je gewoon een nieuwe case starten. Als je een case afsluit en iemand start na een week weer een nieuw gesprek, wordt dit gezien als nieuwe case. Zo heeft elke klant een vast contactpersoon en ben je als contactpersoon als enige verantwoordelijk voor de afhandeling.

Het is bovendien bevorderend voor de workflow van het hele team. Jij bent de enige die de bijbehorende berichten ziet, zodat jij en je collega’s overzicht kunnen houden. Wanneer je een case actief overdraagt ziet de ander direct alle klantinformatie, zoals gesprekshistorie, algemeen sentiment, lijstlidmaatschap of memo’s van andere teamleden in beeld en wordt de case van jouw inbox naar die van de ander overgezet. Nadat je gereageerd hebt, verdwijnt de case automatisch uit je inbox naar ‘in afwachting’. De discussie verschijnt pas weer in je webcare-inbox als de klant een reactie daarop verstuurd. Voor de klant is het beter dat hij maar door één persoon geholpen wordt en voor de agent is het beter dat hij niet de hele tijd om een nog niet afgehandelde discussie heen moet werken.

4. Meet hoeveel klanten je hebt geholpen

Een vraag aan de telefoon is meestal aan het eind van het gesprek beantwoord, terwijl een vraag via sociale media soms enkele berichten duurt. Daarbij start de discussie vaak openbaar en wordt het gesprek via privéberichten afgerond. Kortom, één telefoontje staat niet gelijk aan één social media post. We merken dat veel agents daarom geneigd zijn om auteurs te tellen in plaats van berichten, maar beide is suboptimaal. Eén auteur heeft –zeker gedurende een lange periode- vaak meerdere vragen gesteld. Het is realistischer om het aantal cases te meten in plaats van het aantal berichten, omdat je dan meet hoe vaak een team of een teamlid mensen daadwerkelijk geholpen heeft. Je kunt zo ook de reactietijd niet alleen per bericht, maar ook per case meten. De klantenservicemanager kan bovendien op het real-time dashboard de status beter meten op basis van het aantal openstaande en gesloten cases. Daarom is het niet alleen prettig voor de workflow om met cases te werken, maar ook voor het meten van je klantenservice-performance.

5. Werk samen als je het even niet meer weet

Heb je een bericht waarvan je niet meteen weet hoe je erop moet reageren? Wijs gemakkelijk berichten toe aan andere teamleden, stel anderen op de hoogte per e-mail of vraag goedkeuring aan je teamleider via een knop bij je bericht. Als manager van je klantenserviceteam wil je natuurlijk snel berichten kunnen goedkeuren of afkeuren. Je stelt bijvoorbeeld in dat je van vijf medewerkers, die nog geen twee maanden in dienst zijn, de antwoorden wilt lezen voor ze eruit gaan. Zij kunnen dan de reactie geven, terwijl jij als manager alleen maar op goedkeuren of afkeuren hoeft te klikken, eventueel voorzien van uitleg. Zo hou je de kwaliteit en de snelheid in de hand.

6. Interpreteer KPI's en stuur live bij

De statistieken in een rapportage zijn voor jou en voor het hoger management handig om beslissingen op te maken. Maar je wilt ook real-time inzicht in de performance van de customer service hebben. Monitor daarvoor de performance via real-time dashboards die je ophangt op de hele afdeling op basis van responstijd, openstaande cases en klantsentiment. Met de uitgebreide rapporteerfuncties en het performance dashboard kun je de webcare-agents, supportafdelingen en het volledige webcareteam voortdurend monitoren en evalueren. Loopt het uit de hand? Dan kun je bijvoorbeeld zelf bijspringen of anderen inschakelen. Zo heb je continu de controle over jouw online klantenservice.
 

Coosto responstijd webcare

Om nog gemakkelijker je servicelevel, reactietijden en maximaal aantal openstaande berichten te monitoren kun je als beheerder nu ook KPI’s instellen. Je kunt dan direct in het live dashboard en je rapportages zien hoe je scoort ten opzichte van je KPI’s en of je je KPI’s die dag behaalt. Zo kun je live zien waar je op moet bijsturen. 
Dat kun je zien voor je hele team, voor delen van je team en per medewerker. Zo kun je reactietijd, het aandeel reacties en voltooide berichten binnen de deadline en maximaal aantal openstaande berichten per medewerker instellen. Om de KPI’s goed te kunnen berekenen, vul je ook de werktijden van de agents in bij de instellingen. Zijn er agents die trager reageren dan de rest en minder berichten afhandelen? Waar ligt dat aan? Je kunt bijvoorbeeld nieuwe medewerkers andere KPI’s geven dan je topmedewerkers. Wil je liever niet dat je medewerkers zien hoe ze ten opzichte van elkaar scoren? Binnen het dashboard stel je in of deze KPI’s wel of niet weergegeven moeten worden.
Naast de medewerkers en de tijd kan het platform ook verschillen: een bericht op Klacht.nl beantwoord je bijvoorbeeld uitgebreider dan een tweet en duurt daardoor langer. Tot slot is er ook nog het onderwerp dat van betekenis kan zijn: worden de vragen over Onderwerp X altijd trager beantwoord dan vragen over Onderwerp Y? Kijk dan of je daar iets aan kunt doen. 

7. Schat je bezetting in op basis van data

Door data-analyse is het steeds eenvoudiger om drukte te voorspellen. Hiervoor analyseer je de tijden waarop consumenten het vaakst een gesprek aanknopen. Wanneer word je ge@-mentioned, er op je Facebookpagina geschreven, Whatsapp-berichten naar je verstuurd, berichten over je gepost op klachtenfora of op je eigen klantenforum gekeken en geschreven? Is dit om 8 uur of
16 uur? Maandag of donderdag? In welke maanden is het niet druk en op welke dagen van de maand juist wel? Met Coosto zie je dit direct terug op je tijdswidget. Zo weet je precies of je de klantenservicetijden voor webcare moet aanpassen, verschuiven, verruimen of verkorten en kun je online zijn wanneer je doelgroep dat is. Ziggo gebruikt de tijdsanalyse in Coosto regelmatig om de bezetting van de klantenservice te plannen. Is de woensdagavond bijvoorbeeld altijd druk? Dan kun je ervoor kiezen je openingstijden te verruimen. Beginnen consumenten in de zomer een uurtje eerder tegen jouw merk te praten? Dan is het voor jou interessant om een uur eerder te beginnen met terugpraten. Is de buzz in december een stuk hoger dan in januari, maar stoppen de berichten met kerst? Hou hier dan rekening mee in de bezetting. Als we ’s middags trager reageren dan ’s ochtends, dan is het wellicht raadzaam te schuiven in de bezetting.
 

Bezetting Coosto Webcare

8. Stuur ook proactief berichten

Reageer ook op social media berichten die niet direct aan jou gericht zijn (proactieve webcare). Zoek buiten je eigen Facebookpagina en klantenforum op berichten waarin je wel genoemd wordt, maar geen @mention of hashtag bevat. Zo kun je ook mensen helpen die daar niet expliciet om gevraagd hebben en maak je nog meer mensen blij. Vermeld altijd wel in je eerste berichtje hoe en waarom je hun bericht hebt gevonden.

9. Deel social media berichten met collega's

Laat het hele bedrijf meegenieten van de complimenten op social media via een live dashboard in de kantine of de lift. Toon ook de meest gestelde vragen en ook het aantal klachten. Deze transparantie zorgt ervoor dat anderen in het bedrijf meer binding met de klant krijgt en meer waardering voor de klantenservice. Met Coosto stel je gemakkelijk je eigen real-time dashboard samen.

Coosto

Het einde van de ‘like’ is in zicht

Het lijkt een ingrijpende verandering. Instagram en Facebook overwegen dus om een van de meest gemakkelijke en toegankelijke manieren van het tonen van sociale erkenning en waardering te verwijderen. Eerst even iets ophelderen. Je kán nog wel posts blijven like’en. Je kan alleen niet meer in je instagram-feed zien hoeveel likes de foto’s hebben. Instagram test wat het betekent om die data niet meer openbaar te tonen. De aantallen likes blijven voor degene die de foto heeft gepost nog wel zichtbaar.

‘Like’-minded community

Dat deze test zorgde voor wereldwijde schrikreactie, onderschrijft direct de reden waarom Instagram deze verandering wil doorvoeren. Het ontvangen – of níet ontvangen – van likes heeft impact op ons gevoel van erkenning en heeft invloed op ons zelfvertrouwen. Dit is overigens niets nieuws. Het krijgen van likes geeft ons een goed gevoel: dat we er mogen zijn en dat we erbij horen. Het ontbreken ervan maakt ons onzeker en minder gewaardeerd. Het gevolg is dat we onze mooiste plaatjes vergelijken met die van anderen. Instagram wil deze negatieve aspecten van social media aanpakken en dit is een eerste zet daartoe. Het zou volgens Instagram beter zijn voor onze mentale gezondheid als we de vergelijkingen met anderen niet meer kunnen maken. Het is duidelijk dat likes de populariteit van een social post aantonen. Ook het ontvangen van likes heeft impact. Het is een heel gemakkelijke en laagdrempelige manier van erkenning geven. Maar wat zegt een like eigenlijk?

Betekenis van de like

Chris Taylor schreef voor Mashable Middle East een artikel over de betekenis van de like. De like-knop heeft een heleboel betekenissen in onze social media-wereld gekregen. De like kan op verschillende manieren gebruikt worden en kan de volgende betekenissen hebben:

  • Ja
  • Ik ben het eens
  • Ik hoor je
  • Zeker
  • Waarom niet
  • Denk ik

Je kan de like zelfs gebruiken als bladwijzer of een reminder van een post. En dit zijn maar enkele voorbeelden. Er zijn nog een heleboel andere redenen, persoonlijk en politiek, waarom we je een hartje of een duimpje omhoog kunnen geven. Deze verschillende betekenissen zijn eigenlijk al opgepakt door een aantal platformen. Facebook en, recent ook, LinkedIn hebben daarom andere reacties dan alleen het duimpje omhoog toegevoegd als mogelijkheid bij een post. Langzaam verandert onze manier van online betrokkenheid tonen.

Aandacht voor elkaar

Of gaat het toch niet zo langzaam? En zijn we er eigenlijk al? Met de introductie van stories op Instagram en Facebook worden er helemaal geen posts geliket. Of denk aan een platform als Snapchat waar alles draait om persoonlijk foto’s en video’s met elkaar te delen en op elkaar te reageren. Bij stories is interactie juist belangrijk en de aandacht die je hebt voor elkaar. Het delen van verhalen en korte filmpjes wordt alleen maar populairder. Zelfs het businessplatform LinkedIn experimenteert daarmee. Deze betrokkenheid in die verhalen is erg hoog en kun je ook meten. Zo kun je onder andere bij je story analytics de volgende metrics zien:

  • Wat je bereik is (reach).
  • Hoeveel mensen je story helemaal afgekeken hebben (completion rate).
  • Hoeveel mensen afhaken (exits).
  • Of mensen je verhaal overslaan (skip).
  • Wie het verhaal nogmaals bekijkt (back).

Meer social media data

Likes zijn altijd een indicatie geweest voor hoe goed een post scoort op social media, maar er zijn nog meer indicatoren die aangeven dat er aandacht is voor jouw berichten. Het algoritme van de platformen bekijkt veel meer om te bepalen hoe populair jouw berichten zijn. Er wordt onder andere gekeken naar waar we scrollen. Hoe lang we een post bekijken en wat we aanklikken. De populariteit wordt bepaald door het aantal shares, comments en clicks, referral traffic, het aantal volgers, en natuurlijk hoeveel mensen je profiel en stories bekijken. Al deze data zegt veel meer dan likes alleen en je kunt het allemaal meten.

We zien dus eigenlijk dat we de iets wat oppervlakkige like voorbij groeien en dat interactie en aandacht belangrijker wordt. Misschien is het toch niet zo’n slecht plan van Instagram en Facebook om openbare data van de hartjes en duimpjes te schrappen.

 

Coosto

Waarom 'Wij van WC-eend' op social media soms best verstandig is

Social media hebben ons medialandschap compleet veranderd, omdat massacommunicatie in één klap voor iedereen – ook voor de bakker op de hoek – toegankelijk werd. Vrijwel elke organisatie is daar gebruik van gaan maken en post tegenwoordig op social media. Het gevolg is een overvol landschap van megafoons die allemaal roepen om de beperkte tijd en aandacht van het publiek.

De heersende gedachte binnen contentmarketing is daarom dat je die aandacht moet verdienen. Dat doe je niet door je merk centraal te zetten, wordt dan gezegd, maar door content te bieden die aansluit op de wensen van je doelgroep. Niet roeptoeteren over wat jouw merk allemaal doet, maar bewijzen welke waarde jij kunt leveren voor je doelgroep. Zo maken we als Coosto behulpzame content over social media, en vertellen we niet constant hoe goed onze social media tools zijn.

Dat roept vragen op. Zijn er misschien gevallen waarin ‘waarde bieden’ samenvalt met ‘vertellen over je merk’? Willen mensen die persoonlijk betrokken zijn bij een merk, niet juist over dat merk lezen? Merkgerelateerde content zou dan juist extra engagement opleveren. Het kon stiekem weleens lonen om content over je merk te plaatsen.

 

Grote verschillen tussen Facebookpagina’s

We besloten het te onderzoeken met Coosto Listen, en namen 36.366 willekeurige Facebookposts van kleine en grote merken onder de loep. Daaruit blijkt dat in ongeveer 27% van de posts het achterliggende merk wordt genoemd.

merk-noemen-facebook

De verschillen tussen pagina’s zijn daarin groot. Pagina’s met relatief weinig volgers lijken over het algemeen vaker dit soort merkgerelateerde content te plaatsen dan de pagina’s met veel volgers.

percentage-posts-met-merk

 

Merkcontent werkt voor pagina’s met weinig volgers

Maar levert het ook daadwerkelijk het verwachte succes op? We vergeleken daarvoor de interactieratio’s van posts waarin de merknaam staat, met posts die de merknaam niet bevatten.

Daaruit blijkt dat kleine pagina’s, vooral de Facebookpagina’s tot 1000 volgers, gemiddeld meer engagement op content krijgen waarin hun merk centraal staat. Pagina’s met veel meer volgers zien in dat geval juist hun interactie dalen. 

effect-engagement-eigen-merk

Een mogelijke verklaring daarvoor zou kunnen liggen in de persoonlijke band die volgers hebben met een merk. Hoe kleiner het aantal volgers, hoe groter de kans dat volgers voor een relatief groot deel bestaan uit mensen die het bedrijf of de organisatie persoonlijk kennen. Familieleden, medewerkers, buren, leveranciers, enzovoort. Voor hen zou het – gezien hun hoge mate van betrokkenheid – logischerwijs interessanter zijn om over het merk te lezen dan voor mensen die wat verder van de organisatie af staan.

Die uitleg wordt ondersteund door de gemiddelde interactieratio, die bij pagina’s met weinig volgers sowieso al hoger ligt dan bij pagina’s met een groot publiek.

gemiddelde-engagement-facebook

Conclusie: voor Facebookpagina’s met weinig volgers is het geen slecht idee om te experimenteren met merkgerelateerde content. De kans is groot dat ze daarmee juist tegemoetkomen aan de wensen van hun betrokken publiek. Onze resultaten laten zien dat die strategie voor pagina’s met veel Facebookvolgers mogelijk minder succesvol is. Zij zouden op zoek moeten naar andere manieren om waarde toe te voegen voor hun publiek.

Coosto

SEO quick wins voor mensen die niets weten over SEO

1. Focus SEO op relevante keywords

Welke SEO-tips je ook napluist, deze zal er altijd tussen staan. ‘Schrijf op relevante keywords’ is de SEO-variant van wat wij content marketeers zouden noemen ‘schrijf waar je publiek op zit te wachten’.

Normaal gesproken gebruik je misschien (of eigenlijk: hopelijk) je buyer persona’s om te bepalen waar je over gaat schrijven en met welke toon je schrijft. Het mooie van het SEO-domein is echter dat je veel nauwkeuriger kunt achterhalen waar je publiek precies op zit te wachten. Gebruik de zoekwoordenplanner van Google om te onderzoeken welke exacte zoekwoorden mensen gebruiken om te zoeken naar jouw producten of diensten.

Kies één of twee keywords per tekst uit om op te gaan schrijven (of een bestaande tekst te verbeteren). Daar kun je vervolgens rekening mee houden in je webteksten, en dat brengt ons bij quick win 2.

2. Richt je SEO op één zoekopdracht

Als je de exacte keywords kent die mensen gebruiken, kun je daar je tekstuele content op gaan baseren. Dat werkt het beste als je zo specifiek mogelijk bent. Je kunt beter hoog scoren op één heel specifieke zoekopdracht, dan gemiddeld op een algemeen zoekwoord.

Dat zit zo: stel, je produceert dikke, uitwasbare viltstiften. Dan kun je jouw teksten richten op het zoekwoord ‘viltstiften’, maar de concurrentie daarop is ongetwijfeld hoog. Het is dan lastig om hoog in de zoekresultaten te komen. Het is bovendien onduidelijk of de mensen die zoeken op ‘viltstiften’ wel op zoek zijn naar jouw product. Misschien zoeken ze namelijk wel dunne watervaste viltstiften.

Het is daarom veel slimmer om je tekst te richten op de zogenaamde long-tail zoekopdracht ‘dikke uitwasbare viltstiften’. Het zoekvolume hierop is veel lager, maar de concurrentie ook. Bovendien zijn mensen die deze zoekopdracht intikken en op jouw website terechtkomen veel relevanter voor jouw bedrijf. De kans is namelijk groter dat ze daadwerkelijk op zoek zijn naar jouw product. Schrijf dus zo specifiek mogelijk op zoekwoorden die voor jou relevant zijn.

3. Verwijs naar andere pagina's

Google Bot is het systeem dat jouw pagina’s doorzoekt, zodat Google jouw pagina’s kan opnemen in de zoekresultaten. Hoewel het een superslimme bot is, kan het (nog steeds) geen kwaad om het systeem een handje te helpen. Met interne links - je verwijst dan met een linkje naar andere pagina’s van jouw eigen website – laat je de bot beter begrijpen waar jouw website over gaat.

Als je bijvoorbeeld op een pagina over ‘koolmezen’ verwijst naar een pagina over ‘merels’, is het voor Google gemakkelijker te snappen dat jouw website over vogels gaat. Met die interne links creëer je als het ware een spinnenweb, waardoor de bot (net als jouw website-bezoekers) niet vastloopt en gemakkelijk kan doorzoeken binnen jouw website.

Er zijn twee belangrijke zaken waar je als SEO-beginner op moet letten als je links gaat maken. Eén: zorg ervoor dat je altijd linkt naar relevante content. Als je op jouw webpagina over vogelvoer een stuk over ‘koolmezen’ hebt geschreven en je linkt naar een pagina over ‘smartphones’, dan werkt dat verwarrend.

Het tweede punt: maak inhoudelijke linkjes. Dat is het gemakkelijkst te laten zien met een voorbeeld:

Niet: Wil je meer lezen over de pimpelmees? Klik dan hier.
Wel: De koolmees lijkt sterk op de pimpelmees.

Doordat je het woord ‘pimpelmees’ klikbaar maakt, is het voor Google gemakkelijker te begrijpen dat de pagina waar je naar verwijst over pimpelmezen gaat.

4. Geef je afbeeldingen passende namen

Als je denkt aan SEO, denk je automatisch aan website-teksten. Maar ook afbeeldingen hebben invloed op de vindbaarheid van je webpagina. Heb je toegang tot zogenaamde alt-tags als je jouw afbeeldingen uploadt? Zet in deze tags het zoekwoord waarop je gevonden wilt worden.

Als je deze tags niet kunt vinden, is er in veel gevallen toch een kleine winst te behalen. Want veel content makers hebben haast en uploaden hun afbeeldingen met bestandsnamen als IMG_1539.jpg of afbeelding1.jpg naar hun blog of productpagina?

Geef je afbeeldingen namen die passen bij de tekst en het zoekwoord waar de tekst voor geschreven is. Heeft je afbeelding meerdere woorden, scheid ze dan met een ‘-‘. De afbeelding die bovenaan dit artikel staat, heet volgens die methode SEO-quick-wins-beginners.jpg.

Als je dit opvolgt voor al je pagina's, zijn niet alleen je teksten, maar ook je afbeeldingen relevant, specifiek en goed doorzoekbaar voor Google.

5. Verdien links van andere websites

We hadden het bij punt 3 al even over links, maar dat ging nog over links binnen je eigen website. De vindbaarheid van je website verbetert ook als andere websites naar jouw pagina’s linken. Google ziet deze links namelijk als een aanbeveling; ‘Hé, deze site is ook de moeite waard om even te bekijken.’

Dit wordt in SEO-taal een backlink genoemd. Hoe meer backlinks je krijgt, hoe beter Google begrijpt dat jouw pagina door veel andere websites wordt aangeraden. Maar niet elke backlink is evenveel waard. Als jij door een pagina wordt aangeraden die op zijn beurt weer veel wordt aangeraden, werkt dat positief voor jouw ranking.

Daarbij is ook hier relevantie belangrijk. Als je als bedrijf in vogelvoer een link krijgt van de vogelbescherming, levert jou dat meer op dan een link van een technologiebedrijf.

Het lastige van backlinks is dat ze buiten jouw eigen beheer vallen. Backlinks moet je als het ware verdienen, door interessante content of webpagina’s te maken, zodat webpagina’s op den duur vanzelf naar jou gaan linken. Je kunt dat proces wel versnellen, door bijvoorbeeld aan te bieden een artikel (met link) te schrijven voor een andere site of simpelweg te vragen of ze een link naar jouw pagina willen opnemen.

6. Sla niet door in je SEO

Ook al is dit nog maar het begin van het begin als het gaat om SEO, we willen je nu alvast meegeven: sla niet door in het optimaliseren van je webteksten. Overdaad schaadt; Google vindt een te perfect geschreven stuk (lees: je hebt te vaak jouw keyword gebruikt) en te veel geweldige backlinks verdacht. Je krijgt dan een soort ‘straf’ en je pagina’s kelderen in de zoekresultaten.

Een veelgehoorde kreet is dan ook: ‘Schrijf voor je publiek, niet voor Google’. Google is slim genoeg om teksten te herkennen die relevant zijn voor het publiek, ook als ze niet tot in de puntjes geoptimaliseerd zijn.

Het begint dus – gelukkig voor contentmakers en webschrijvers – bij een goed geschreven, fijne tekst. SEO is er vooral om een al goede tekst een extra duw in de rug te geven.

Bovendien is SEO niet de enige vorm van contentoptimalisatie. De resultaten die je behaalt met je content zijn dus niet alleen afhankelijk van organische zoekresultaten.